Johan Melchior Kemper Leids voorman bij de geboorte van het koninkrijk OUD-LEIDEN VERTELT VAN TOEN Gematigd patriot werd vriend van Willem I De vrijwillige Jager- compagnie binnen Leyd len DKW ZATERDAG 30 NOVEMBER 1963 jjl^IDjg^gGURA^ PAGINA 11 VANDAAG werd aan het pand Breestraat 109, het gebouw waar Peltenburg 1793 zijn nering drijft, een krans gehangen bij het borstbeeld van een man, die als Leids hoogleraar een vooraan staande plaats heeft ingenomen bij de restauratie van het Oranje- bewind in 1813 en de vorming van het koninkrijk kort daarna. We bedoelen Johan Melchior Kemper, geleerd jurist, hoogleraar aan de Leidse universiteit en na 1813 daarvan weer de eerste Rector Magnificus, kamerlid, staatsraad en vriend des Konings. zoals in Woerden. Mevrouw Kemper ontslaan van het kamerlidmaatschap, bleek echter uit goed vaderlands hout Toen bleek echter welk vertrouwen gesneden, vanaf het bordes van haar de koning in hem stelde. Willem be woning in de Breestraat, sprak zei woog hem tot aanblijven en Kemper het volk moed in. Kemper werd commissaris-generaal van het Departement Zuiderzee, doch trok zijn ontslagaanvrage in. Hij zou echter niet lang meer le- In de nacht van 20 juli 1824 Levensloop johan Melchior Kemper werd ge boren in Amsterdam op 26 april 1776. Op 9-jarige leeftijd was hij wees en werd toen verder opgevoed door zijn moeders-moeder. Hij be zocht het Amsterdamse gymnasium, van welke school hij in september 1791 afscheid nam met een Latijns gedicht over Claudius Civilis, de Ba tavieren oproepend tot opstand tegen Rome. Dat tekende, hoe jong nog, zijn toenmalige staatkundige mentaliteit. Hoewel zijn patriottische gevoelens gematigd mochten worden genoemd, het is wel niet te boud gesproken als we in zijn gedicht een politieke aversie tegen het stadhouderlijk be wind zien weerspiegeld. Hij-was be vriend met Anthony Reinhardt Falck, die later bij de restauratie zijn helper en medestander zou zijn. In 1795 verloofde hij zich met Christine de Vries, met wie hij in de maand maart van het jaar 1798 in het huwelijk trad. Hij was toen advocaat in zijn geboortestad, nadat hij 10 oktober 1796 zijn disputatio juris had gehouden en enkele dagen later in Leiden promoveerde bij pro fessor Pestel op de dissertatie „Grondbeginsel der Romeinse rechts geleerden, dat al wat in strijd is met de goede zeden, in rechten niet gel dig behoort te zijn." HOOGLERAAR Enkele maanden na zijn huwelijk, om juist te zijn op 28 juli 1798 - Kemper was toen 22 jr. oud - werd hij benoemd tot professor in het bur gerlijk en natuurrecht aan de „Ba- taafsche Academie" te Harderwijk. Deze post heeft hij acht jaar bezet, in welke periode hij ook' enkele ma len werd aangezocht voor een pro fessoraat te Utrecht en in Franeker. Hij ging echter in januari 1806 naar Amsterdam, waar hij als opvolger van zijn vroegere leermeester prof. Cras, civielrecht ging doceren aan het Athanaeum. Deze funktie heeft hij niet langer dan goed twee jaar vervuld, want in 1808 volgde hij zijn vroegere promotor prof. Pestel op als hoogleraar aan de Leidse Uni versiteit. NAPOLEON In Leiden maakte hij de keizerrijk- periode mee en was een van hen, die bij de keizer zijn opwachting maakte in het grote huis op het Rapenburg, waar thans de Dominicus Savio- school is gevestigd. Het in het Frans gevoerde gesprek, dat l'empereur zich „verwaardigde" met Kemper te voeren is ons overgeleverd. Napoleon heeft met dat gesprek een slechte in druk bij Kemper achtergelaten, want de professor moet naderhand ver klaard hebben, dat hij altijd bij Na poleon intelligentie had vermoed, dat het niet anders was dan grenze loze brutaliteit. Erg Fransgezind was hij trouwens niet, gelet op de (zijn) „brieven van een anonymus", die zich keerden te gen de inlijving bij Frankrijk. Een studentenlied uit die dagen bewijst het bovendien: „Eer wordt een Kern- per fransgezind en van geen braaf student bemind, eer wij 't ontgroe nen laten." Wel was zijn politieke houding altijd zeer voorzichtig en aarzelend. Dat zal ook wel de oorzaak zijn geweest dat hij in 1813 niet direkt contact op nam met het driemanschap Van Lim- burg-v. Hogendorp-van der Duyn, hoewel hij toen wel wilde streven naar een constitutionele eenhoofdige regering onder de Prins van Oranje, met terzijdestelling van de geschillen tussen de prinsgezinden en de pa triotten, de Oranjeklanten en de Keezen. 1813 Kemper heeft ook zeker geen helden rol gespeeld in de aprilbeweging van 1813. Zijn verzet was toen meer pas sief dan actief. Zo heeft hij wel ge ageerd tegen aanwijzing van de Gar de d'Honneur en maande hij zijn studenten daartegen tot lijdelijk ver zet. Hij was zeer populair, hetgeen de Fransen wel verdroot. Deze durfden echter niets tegen hem te onderne men, al zochten zij wel naar een gelegenheid daartoe. Meer actief werd hij begin novem ber 1813 na de slag bij Leipzig. Toen verzamelde hij Leidse notabelen van verschillende staatkundige gevoelens om zich heen, om rust en orde te handhaven door het uitgeven van een verklaring bij eventuele veran dering van de regering. Kemper was een kat-uit-de-boom- kijker. Zo weigerde hij aanwezig te zijn op een vergadering, die 18 no vember was uitgeschreven door het driemanschap, voor de voornaamste leden en de ministers van de rege ring 1794/5, waaruit dus bleek dat de graaf van Hogendorp niets ver geten, maar ook niets geleerd had. Falck ging wel naar die bijeen komst en lichtte op de terugweg naar Amsterdam zijn vriend Kemper in Leiden in. Daags daarop had Kem per echter zelf een bespreking met v. Hogendorp en al bleef zijn hou ding vooralsnog wankel, toch bleek toen dat hij progressiever gedachten koesterde dan v. Hogendorp, die hij er echter van kon overtuigen, dat men beter niet meer in zee kon gaan met de oude regenten. RESTAURATIE 20 November 1813 had Kemper 'n tweede bespreking met de Haagse heren, met als resultaat dat hij zich toen wel bereid verklaarde het be stuur te aanvaarden in naam van de Prins. Leiden toonde weinig geest drift. Daags daarop verscheen een nieuwe proclamatie. Nog bleef Lei den, mèt Amsterdam en Rotterdam afzijdig. Kolonel Tulling, een mede stander van het driemanschap, trok naar de Sleutelstad en 22 november zwaaide Leiden om. De wankele hou ding van Kemper maakte plaats voor meer geestdrift, temeer daar de re gering van Amsterdam ook was om gezet ten gunste van de Prins. Wel leefde- er in die dagen angst in Leiden, en dat is misschien een der oorzaken dat de stadsregering er (nog) niet zo happig op was het Franse juk af te schudden. Men vreesde n.l. een Franse aanval van uit Utrecht en een Franse razernij, nam 14 december 1813 ontslag uit trol hem een beroerte en amper 48 deze functie. Als Rector Magnificus jaren oud stierf hij. In het koor van van de Universiteit sprak hij 20 de- de st. Pieterskerk werd hij begra- cember de Prins toe, bij diens be- ven. zoek aan Leiden. Toen werden er vriendschapsbanden tussen Kemper NASCHRIFT en Oranje gesmeed, die hem later tot vertrouweling des Konings zou Johan Melchior Kemper was een maken. Hij had veel invloed bij de man met grote capaciteiten; gaven, vorst. Hoewel geen lid van de Com- ^ie hij het laatste decennium van missie tot opstelling van het ontwerp zijn leven volledig in dienst heeft ener constitutie, achter de schermen bewerkte hij Willem I. Hij bereikte gesteld van „vorst en vaderland". Of hij, ondanks zijn biillante ga- zijn doel: meer vooruitstrevendheid ven, een waarlijk-groot man is ge in de constitutie te brengen,^ niet, weest, is een vraag, die tot nadenken maar dat verlies heeft hij loyaal noopt! Was aanvaard. voorzichtige en „wankele" houding ingegeven door de vrees „reeds te breken voor het in die tijd verhuisde Kemper van werkstuk goed en wel gereed was" het huis in de Breestraat (thans nr. óf was hij een opportunist, die eerst 109) naar het grote pand aan het wil afwachten aan welke kant de Rapenburg, waarin nu de muziek- beste plaats zal zijn? Dat laatste ge- school van Toonkunst is gehuisvest, loven we niet. Veeleer geloven we Hij werd staatsraad in buitengewone aan een Hollandse mentaliteit van ÏÏS+J, Yerhiff, hfm wikken en wegen naar welke kant Vandaag viert Sir Winston Churchill zijn 89ste verjaardag. Ook de jongste diraat lonkhPAT-8 S n me e P1"0- de schaal doorslaat om er dan, hoe Engelsen zijn vervuld van ontzag voor de hoogbejaarde staatsman, die 00 ^>este van maken, aangenaam verrast bleek, toen hij donderdagavond uit handen van een n 6 trad hij af als reotor mag- ffma" j°n8e Londenaartjes een sigaar, een bosje bloemen en een schrif- mficus van de hogeschool. In 1817 tigdheid, gematigd als patriot, gema- - werd hij door de Provinciale Staten tigd als (bekeerd) monarchist en gelukwens ontving. Het drietal Claudia, Robert en Olive Beecham van Zuid-Holland afgevaardigd naar zijn passieve geest werd goed be- was door z"Jn ouders meegenomen opdat zy „de grootste in leven zijnde de Tweede Kamer. In 1818 benoemde schouwd eerst actief toen er eigen- man" - zoals vader Beecham Sir Winston noemt - konden zien en spreken. lijk niets meer kon gebeuren. Ergens groot was Kemper wel: in de koning hem tot gewoon staats raad. Maar langzamerhand werd Kemper zijn trouw aan het Koninkrijk, toen een „vermoeid man". 23 November dat overigens met zijn medewer- 1823 verzocht hij de Staten hem te king eenmaal was gevestigd. Helikopterhaven in tuin van Bronovo Het ziekenhuis Bronovo in Den Haag krijgt een heb kopterhaven in de tuin. Men hoopt met het gebruik van helikopters patiënten vliegens vlug naar het ziekenhuis te vervoe- TT.. a ren, o.a. by ongelukken op zee. Het Uit „Aanspraak cna/smeid.groete gedenkteken voor J. M. Kemper ziekenhuis zal voor een bedrag van 1 f8fl^80^0r, 1 V aaTj n kon Plaats hebben, om- twaalf miljoen gulden worden uitge- j y.J e Hoogt dat de bijeengebrachte gelden niet breid. Burgemeester Kolfschoten r vï® i18e toereikend waren voor een plan, heeft gisteren het eerste deel van de Jager, ompagme_binr.cn Leyden. Den ontworpen door Humbert de Super- uitbreiding geopend, loaen .'uiij ui*» ville. •Gij hebt mij verzocht, uwen Het bedrag, 2400, was op de wenreh naar eene spoedige beslis- Leydsche Spaarbank geplaatst eind sing van uwe bestemming, aan o ize 1834 gegroeid tot f 3200. Voor dat be- geliefden Koning, voor te drogen." drag was oprichting van het ge- meest eenvoudige wijze met geslote- lv- v*ij6ci». uiag wets upnuniiig van net ge- j n ,.En nu, vaartwel! keert met eer, denkteken mogelijk zonder verdere v,ot maar vooral met zelfvoldoening, na bijdragen. r Plechtigheid werd in het aI-Tjw Logement de Zon „eene voorloopige onzer gedane ontvangs en DKW Junior de Luxe 5495r Dealer: Automobielbedrijf GEBR. HUISMAN LEVENDAAL 80, LEIDEN het eindigen van den strijd, in den „Het (gedenkteken) is gesteld zeer L(^en?ey Ouden kring weder." in de nabiiheid 7.iiner mst.nlantc in r6Kening -r—o in de nabijheid zijner rustplaats, in- „Dat gy mijne beloften, eenmaal het ohoor der St. Pieterskerk alhier, en ultBaven gegeven. uwentwege aan onzen Koning ge- en zal, van. hetgeen het als nog daan, niet te leur zult stellen.'' bedekt houde, ontdaan worden, op Zaturdag den 30 Mei aanstaande, HET VAANDEL wanneer wij hiertoe, des middags ten 12 ure, in de kerk bijeen zullen ko- Na een „Redevoering bij de inhuldi- men." ging der herstelde Leydsche Uni- De inwijding geschiedde „op de versiteit en de inrigting omtrent het hooger onderwijs, uitgesproken in de St. Pieterkerk te Leyden, den 6den November 1815 door Mr J. M. Kern- per, als rector der Universiteit' (Alle gegevens, in dit artikel en °P een onbewaakte overweg is de bijlagen verwerkt, ontleenden de 48-jarige H. Tapken uit Nieuw wij aan stukken, die aanwezig zijn Weerdinge i„ Musselkanaal veronge- in het gemeente-archief. Het por- tret van J. M. Kemper is een re- lukt, toen zÜn vrachtwagen door een productie van een gravure, in het trein werd gegrepen, bezit van het Rijksprentenkabinet). werd ter gelegenheid van de ontbin ding van de Jager-compagnie (na de slag bij Waterloo) „het veldteeken aan deszelfs vaderlandsliefde toege wijd, hetgeen aan geen toevallige verwaarlozing mogt worden prijs gegeven, met een aanspraak van den Heer Nedermeyer Von Rosenthal als spreker van de Compagnie" aan Kemper ter plaatsing in de Academie aangeboden. Het vaandel werd gebracht naar het huis van Kemper tot een plaats in de universiteit zon zijn gevonden. Lijkdichten Bij het afsterven van den Hoog Welgeb. Heer Jonkheer Jan Melchior Kemper, Commandeur der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Staats raad in Buitengewonen Dienst. Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, en Hoogleeraar in de Reg- ten van 's Rijks Hooge School te Leyden, overleden den 20sten July 1824. Ach hoe treuig stil en duister! 't Licht dat helder ons omscheen Neerlands hoop en Neerlands luister, Vloden als een schaduw heen. (Dichtproeve v. J. Nebeling, 1825) Een groot gedicht, getekend met de initialen „P.W." heeft als slotzang: Hij leeft niet meer op aard, hij is ons oog ontvloden; en heeft het Burgerregt in't stille rijk der dooden wij zien zijn graf, bedrukt, met vochtige oogen aan, en blijven als verplet bij KEMPER's lijkbus staan. Op 23 september 1824 hield Matthias Siegenbeek in het Groot auditorium van de universiteit een (latijnse) „Memoria Joannis Melchioris Kem- peri" als plechtige openbare lezing Vrijdag den 28 January 1825, Des avonds ten half zeven ure, in de Lu therse kerk te Leyden, ingang Mid delweg, Redevoering door den Hoog geleerden Heer J. H. van der Palm ter nagedachtenis van wijlen den Hoogleeraar J. M. Kemper. Gedenkteken in de St. Pieterskerk Oproep van J. M. de Kempenaer, J. T. Nedermeyer von Rosenthal, L. C. Luzac en G. P. van Outeren, Leyden 21 Mei 1835, waarin werd gesteld dat de oprichting van een Naast het gebouw van de Stadlstimmerw erf ligt trr^ het Smidstraatje en W daarvoor de aanleg- plaats vain de point, T waarover we het een ff- vorige maal al eens ge had hebben. Een over haal voor een cent, voor de lieden die te lui waren of te veel haast hadden om over de Bostel- en Biauwpoorts- brug te gaan. U ziet het huisje van de pon/tbaas en de lijn waarmede de schipper zich lijntrek kend naar de overkant kon begeven. Heb ik het goed, dat ook in de oor log dit pontje nog ge varen heeft? De mooie trapgevel van het huis van de Stads timmerman bij de Stadstimmerwerf is 'n gaaf staaltje van sier lijke Hollandse renais sance. Het leeuwtje op de top van het dak doet het huis hoger en rijziger lijken dan het in werkelijkheid is. De eigen lijke stadstimmerwerf ligt links van dit meestendhuis. Het brandpunt van de activiteit der gemeentelijke dienst is langzamerhand verplaatst naar die Stadshulpwerf aan de Oude Hee regracht. De historische stadstim merwerf heeft niet de naam maar wel de functie van hulpwerf gekre gen: opslagplaats voor gemeentelijke goederen. De gevel draagt nog de oude kruiskozijnen, afgesloten door rood-witte luiken. Openstaand geven zij aan die gevel de feestelijkheid van een koninginnedag. Uit elk raam een vlag. Ten onrechte denken velen, dat dit huis het geboortehuis van Rembrandt is en dit tot mijn schande gezegd ik héb het ook eens, tegen beter weten in, beweerd tegenover een „seitsdeëiDde" Amerikaanse, wien ik onze mooie stad zo duur mogelijk wilde verkopen. Maar ik werd op staande voet voor mijn zonde ge straft, want zy wilde de wieg van Rembrandt zien. In de Stadstimmerwerf was nog niet zo lang geleden ook de executie- plaats voor arme zwervende honden ondergebracht. Een soort duikerklok, die met gas werd gevuld. Foto twee geeft een oud beeld van de Nieuwe Rijn tussen de Kraaier- dtraat en de Watersteeg. Van de heer Janssen kreeg ik de volgende gege vens: de schepen waren tjalken, die in de stad werden geboomd of ge jaagd, oftewel aan een lijn door de schippersknecht voortgetrokken. Bulten de stad bij het binnenglij den van Zijl of Nieuwe Rijn vouw den deze tjalken hun grauwgrijze vlerken open. Geen motor, maar slechts het geruisloos voortglijden op een bolle bries, met alleen het geruis van kabbelende golfjes. Soms wer den deze schepen langs Utreohtse of Delft se Jaagpad, door een paard voortgetrokken. Schepen aan de Oxide Vest waren bijna altijd volge laden met lange turf, de populaire brandstof van die dagen. De turf kwam uit het noorden: Drente en Groningen. De heer Janssen noemde mfi de naam van de grossder aan wieiu kade deze schepen waarschijn lijk hun lading gebracht hebben: De Jong, grossier. Er lagen daar altijd veel schepen met waren voor de deur. Op de hoek van de Uiterste gracht was Van Luiken gevestigd, een middenstander die van vlees overstapte op muziekinstrumenten en dan vooral op grammofoonipilaten. Voorts hoorden we de namen ven Van Bemmelen, stoffeerder, Wyer- mans, bierbottelarij en café De Tras- malen. Rechts was ook de Oud-ge reformeerde kerk gevestigd. Links ziet men de achterzijde van huizen aan de Hogewoerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1963 | | pagina 11