DE SCHOENTJES BIJ DE HAARD
m HflRTE-
WENSEN
WIJN
SPEELGOED
NA
WOENSDAG 20 NOVEMBER 1963
DE LEIDSE COURANT
OM AAN DE KLENTJES VOOR TE LEZEN
schoentje van Miesje. „Nee, in mij!"
riep de schoen van Jan. En ro ont
stond een gekibbel tussen de twee
schoentjes.
„Zie je wel", zei zwarte Piet. „Ik
kan veel beter het pakje weer mee
nemen, want jullie krijgen er maar
ruzie om". Maar nu waren de schoe-
JA HET ETEN heerste er in de Jan zette zijn bemodderde jongens- van Jan met een beetje trots. „Wij nen ket weer eens. „Neen, het pakje
1 gezellige huiskamer een drukte laars rechts. „Dag vader!" riepen laarzen moeten tegen een stootje «oet hier blijven!" schreeuwden ze
van belang. Miesje en Jan waren ze, terwijl ze de deur uitholden, kunnen". De meisjesschoen zweeg. m koor. „Stil toch, anders worden ze
op de grond nog evep aan het spe- „Stil jongens, denk om Fransje, hij „Wat hoop jij, dat zwarte Piet in b°ven wakker", waarschuwde Piet.
len, voordat ze naar bed toe moes- is zo ziek, die arme kleine jongen", je zal leggen?" verbrak de jongens- »Ik weet een goede oplossing", ging
ten gaan en moeder ruimde de ta- vermaande moeder. Op kousevoe- schoen de stilte. „Een stukje marse- hij verder. „Ik laat het pakje hier en
fel af. Vader las zijn krantje. „Toe. ten slopen ze de trap op en kropen pein", antwoordde de schoen van jullie dragen het samen voor mij
jongens, ruimen jullie het speelgoed in bed. Wat zou Sint Nicolaas hun Miesje dadelijk. „Een stukje marse- naar boven en leggen het bij het bed
nu eens op, het is bedtijd!" riep brengen? pein, echt iets voor een meisje" van Fransje, dan hebben jullie er al-
moeder. „En doe een beetje zacht- De hele avond stonden de schoen- schamperde de laars. „Ja, daarvooT le twee iets aan gedaan",
jes, want klein Fransje slaapt al!" tjes bij de haard en niemand bekom- ben ik ook een meisjesschoen", snoof Nu, dat vonden de schoentjes goed.
En zo gebeurde het. Piet verdween
weer en het pakje voor Fransje lag
voor de haard tussen de twee schoe-
Jan sleepte de grote speelgoed- merde zich er om. Toen gingen ook de ander, terwijl ze haar neusje op
doos aan en samen met zijn zusje vader en moeder naar bed. Het licht trok.
ruimde hij alles op. „Heb jij al wat ging uit en het werd stil in huis. „Neen hoor, ik hoop dat Sint Ni-
aan Sint Nicolaas gevraagd", vroeg Daar stonden de schoentjes, links colaas in mij een flink stuk taai-taai nen in>
hij fluisterend aan Miesje. „Ja jö, een lief meisjesschoentje en rechts legt, dat zal Jan heerlijk vinden",
met echt haar en een vuile laars. Ze zagen elkaar bij klonk het terug. „Bij jullie moet al- Naar boven
vlammen in de les ruw en grof zijn", stoof de meis-
jesschoen op. „Nu kalm maar, want WOORZICHTIG schoven de schoen-
Eindeliik rust" zuchtte de schoen dan kan ik wel zeRgen. dat biJ jullie ,ljes hun neuzen onder het pakje
van Miesje Kan je niet tegen de alles PieterPeuterig en fijn moet zijn, en langzaam schoven ze door de ka-
«ï'wCrie t jongens z.ondV kra9h' ruggegraat", ruzie- mer naar de deur. „Hoe komen we
een grote pop,
slaapogen. Ik hoop zo dat ik haar het licht van de
krijg", zei ze. „En jij?" „Ik heb een haard,
paar rolschaatsen boven aan mijn
verlanglijstje staan en een mecano-
doos en een elektrische trein en
Verder kwaim Jan niet, want moe- schoen Ik niet" luidde het ant- de de vuile laars- ->Ach, met jou daar door?" zuchtte de schoen
der zette de speelgoeddoos in de „oord Dan is het maar goed dat praat ik niet meer"' zei d® meisies" Miesje. En ze keek hulpeloos naar de
kast en pakte de beide kinderen ie- eeen''SeLchoen bent" Mi de schoen en draaide haar ru8 naar de modderlaars.
der bij een hand. „Vooruit en nu {ïanner van Jan. want dan' heb ie bemoddcrde schoen. Die wilde iuist Die bekeek de deur eens aandach-
naar bed", commandeerde z«. „Geef wel het een eiJVntete verduren kwaad w°rden en dat nufje eens pre- tig en zag dat die op een kier stond.
„Hp. .p. v...!.. - anQer cies vertellen hoe hii over haar dacht. „Oh. laat dat maar aan mii over", zei
vader een kusje en naar boven!'
Jan en Miesje vielen vader om niets anders dan lopen, springen en
i," u u j„,i, Tj.i cies vertellen hoe hij over haar dacht,
loeo hij verschrikkelijk schrok.
zijn hals, gaven hem een nachtzoen af en toe word ik met mijn neus
en liepen naar de deur. „Oh, we keihard tegen een bal geschopt. NU
O, kom er eens kijken!
moeten onze schoen nog
riep Miesje geschrokken.
Niet vergeten", viel Jan bij. „Nu
vlug dan", zei moeder. „En dan me
teen gaan slapen, want als Sint Ni
colaas merkt dat jullie niet zoet
zetten!" dat voel je hoor!"
„Ja, ja!
Vol verwachting
zei de schoen van Miesje, ter-
zijn gaan slapen, dan blijven jullie wijl ze haar neusje ophaalde voor k, kj Mi«j" jij bent ze- ze even uitrusten. Het viel niet mee
schoenen leeg. Begrepen? >m<,aai nmrKoiH Tir Kor» maar h.n c .J J
„Oh, laat dat maar aan mij over", zei
hij stoer. Hij liet het pakje los en
drukte zijn neus tussen de deur en
de drempel. Langzaam wrong hij de
deur open. „Kijk, dat heb ik meer
IN DE SCHOORSTEEN klonk een gedaan", lachte hij. „Ja, dat kun je
dof gerommel en even later stak wel aan je neus zien", zei de meis-
zwarte Piet zijn hoofd door de schoor- jesschoen. Samen namen ze het pak-
steen. „Oh, staan jullie al te wach- Je weer op en droegen het de gang
ten", grinnikte hij. „Wacht eens, even door en met veel noeite tree voor
kijken wat ik hier bij mij heb. Een tree de trap op. Af en toe moesten
Twee schoenen
zoveel ruwheid. „Ik ben maar blij. ker de schoen van Miesje, hè?" vroeg hoor, zo'n pakje naar boven te sjou-
dat Miesje anders is. Lopen en sprin- aan de mejsjessch0en. „Ja, zwarte wen. Doodmoe bereikten ze de kamer
a™ ,1, r maar klauteren en - - - - -- -- -
M
gen doe ik ook, maar klauteien en piet dat ken ik» zej ze met een hoog van Fransje en legden het pakje voor
schoppen, neen hoor, dat niet „Och stemrpetie zijn bed.
'IESJE trok haar schoentje uit, daar ben je ook te fijn en te zwak
zette het links van de haard en voor als meisjesschoen", zei de schoen
SCHEP SFEER
MET
ALLES HEEFT ZIJN EIGEN BEKORING, zijn eigen sfeer.
Zelfs de donkere, koude wintermaanden, als we huiveren in
onze dikste kleren en verlangend uitzien naar het voorjaar,
zouden we toch niet willen missen. Misschien om de tegen
stelling met de andere seizoenen, misschien om het schaatsen
rijden en zeker om de gezelligheid en warmte in huis.
De wintermaanden met de huiselijke feesten, de schouwburg
bezoeken en de gezellige etentjes, brengen voor de huisvrouw
wel eens een tijd van vele hoofdbrekens mee. Maar meestal
hebben we die er wel voor over. En als we terug kunnen kijken
op een geslaagde avond, geeft dat toch voldoening en zijn we
niet weinig trots. Wij halen ons mooiste tafellinnen te voor
schijn, kijken nog even of het zilver wel mooi genoeg blinkt
en we wrijven het glaswerk nog eens extra, zodat het flonkert
in het kaarslicht.
Waar komt die kleur vandaan?
WE ZORGEN VAST VOOR WIJN. De keus hiervan is nog wel
eens moeilijk. We moeten wijn kiezen in goede combinatie
met de gerechten. Bij een eenvoudige maaltijd zal men als
regel maar één wijn behoeven te schenken.
Er is rode en witte wijn. Maar de rode wijn komt niet van
rode druiven en niet alle witte wijn van witte. Rode wijn
krijgt zijn natuurlijke kleur van de kleurstoffen in de blauwe
druivenschillen, die men met 't druivensap in de kuip mee laat
gisten. Voor rode wijn zijn dus blauwe druiven nodig. Laat
men echter alleen het sap van blauwe druiven gisten, dan
krijgt men natuurlijk witte wijn.
Witte wijn kan dus zowel van witte als van blauwe druiven
komen. Een goed voorbeeld hiervan is de champagne, die ont
staat in gistkuipen die voor driekwart gevuld zijn met het
sap van blauwe druiven en voor éénkwart met het sap van
witte. Witte wijn drinkt men koel, rode wijn moet veelal
op kamertemperatuur gebracht worden.
Wit of rood, zoet of pittig?
WELKE WIJN KIEZEN we nu bij onze maaltijd? Bestaat de
hoofdschotel voornamelijk uit vis, dan nemen we witte wijn,
bij vlees drinken we bij voorkeur rode wijn. We doen het
beste overeenkomende smaken bij elkaar te zoeken. Zo drin
ken we dus bij pikante gerechten een pittige wijn. Want wie
zal het in zijn hoofd halen om bij pittige gerechten zoete wijn
te schenken? Kaas en rode wijn vormen een heerlijke combi
natie voor het besluit van een etentje.
Het schenken van wijn is het werk van de gastheer. En dit
is eigenlijk een ritueel op zichzelf. Rustig en voorzichtig dient
de wijn ingeschonken. De gastheer schenkt in zijn eigen glas
eerst een bodempje en keurt dit, vult dan de glazen van de
anderen en als laatste zijn eigen glas. De glazen mogen niet
verder dan ongeveer de helft gevuld worden.
Een dun glas dat naar boven toe iets nauwer wordt, drinkt
het prettigst en de geur blijft er in hangen. Deze glazen kiezen
we vooral voor de champagne. Vergeet niet de geur op te
snuiven vóór u drinkt. Een glas met weinig versiering verdient
bovendien de voorkeur omdat het niet opvalt en de wijn nu
dus alle aandacht krijgt.
Laat de flessen liggen!
HOUDT U ERVAN een kleine voorraad in huis te hebben,
dan weet u waarschijnlijk dat u de flessen liggende moet be
waren. De kurk blijft dan vochtig en laat geen lucht door.
Zet tegen de tijd dat u wijn wilt gebruiken een paar flessen
rechtop. Ze zijn dan in goede conditie als u ze uitschenkt.
Er zijn nog tal van wetenswaardigheden. Waarom krijgt een
Bordeaux een lange kurk en de eenvoudige landwijn maar een
korte? Waarom eist wijn een beslist tochtvrije bewaring in
het donker en is een te koude of te warme ruimte funest voor
de smaak.
Alle antwoorden met elkaar, die uw wijnhandelaar u kan
geven, verduidelijken tenslotte één ding: we hebben te maken
met een edel natuurprodukt, zo oud als de mensheid zelf.
Het moet zorgvuldig worden gehanteerd.
BETTY TEELING.
„En ik ben van Jan", bromde de De eerste stralen van de komende
laars dadelijk, „wat heb je voor mij morgen gluurden al om de hoek van
bij je, zwarte Piet?" „Hou jij je het gordijn. „We moeten voortma-
mond, zwarte modiderkop", grijnsde ken", hijgde de schoen van Miesie,
Piet, „ik ben nog niet zover. Als jij „anders komen de kinderen beneden
aan de beurt bent, roep ik je wel". en kunnen ze ons niet vinden". Zo
De meisjesschoen lachte. Was die vlug mogelijk deden ze de terugtocht,
brutale rakker even netjes op zijn
plaats gezet. Wie hoog klimt
Zwarte Piet legde een keurig klein
pakje in haar en toen nam hij een 1^1 AAR HAASTIGE SPOED is zei
ander pakje in zijn hand. „Dit is voor den goed en de laars, die glib-
Jan!" riep hij. „Dat zal ik maar in berde van de modder, gleed in zijn
jou leggen, hè", en hij duwde het haast van de laatste vijf treden Met
pakje in de jongensschoen. Toen e$n pijnlijk gezicht lag hij onder aan
keek zwarte Piet verwonderd rond. d^ trap, terwijl de meisjesschoen slap
„Hè zeg, er moet toch nog een derde v$n het lachen moeite had zich op de
schoen zijn?" vroeg hij verbaasd. „Ik laatste tree staande te houden,
heb hier nog een pakje voor Fransje. Door het rumoer waren de kmde-
waar is zijn schoentje?" ren wakker geworden. Natuurlijk
De twee schoenen keken elkaar waren ze benieuwd wat zwarte Piet
eens aan. „Fransje is ziek. Hij ligt in hun schoentje had gelegd. Ze
boven in bed en zijn schoentjes staan sprongen uit bed en stormden de
er onder", wist de schoen van Miesje trap af.
te vertellen. „Oh, dan zal ik het pakje
maar weer meenemen", zei zwarte Gelukkig hadden de schoenen het
Piet. „Waar geen schoen is, kan ik tijdig gehoord en zo snel als ze kon-
ook geen pakjes achterlaten". den, renden ze de kamer in en namen
hun plaatsen bij de haard weer in.
Haast ruzie Nauwelijks* stonden ze daar of de
kinderen kwramen binnen. Een luid
NEEN, NIET DOEN!" liepen de gejuïcih steeg op, toen ze de pakjes
beide schoenen tegelijk. „Frans- ontdekten. Maar verwonderd waren
je is zo erg ziek en het zou niet pret- ze, toen ze later het pakje voor het
tig zijn, als de anderen wel iets van bed van ziek Fransje vonden. Hoe
Sint Nicolaas kregen en hij niet", was dat daar gekomen? Zou zwarte
pleitte de meisjesschoen. „Ik vind het Piet het er zelf gebracht hebben? De
een gemene streek, als je het pakje schoen van Jan gaf die van Miesje
weer meeneemt, Piet", bromde de een knipoogje en zij lachte terug,
laars en hij drong dreigend op naai Hoe dat pakje er gekomen was, was
de schoorsteen. „Wat willen jullie hun geheimpje. De kinderen hebben
dan dat ik doe?" informeerde Piet. nooit geweten, dat hun schoenen het
„Leg het maar in mij!" riep het pakje aan ziek Fransje brachten.
ALS SYMBOOL en vorm van onze
Sint-Nicolaaspuzzel kozen wij deze
keer het hart, bron van leven en lief
de. Wanneer de goede Sint ons op zijn
feestdag een hart in chocolade of sui
ker geeft, dan heeft dit een symbo
lische betekenis. Zo ook het hart dat
wij onze lezers hierbij aanbieden, het
is het symbool van de waardering die
wij voor onze lezers koesteren.
Toch is het een mysterieus hart,
want naar de inhoud moet u j-aden,
dat is een puzzel die wij u voorleg
gen. Wij hopen dat u er enige aange
name ogengblikjes aan mag beleven.
En hier volgt dan de opgave!
Horizontaal: 1. stuk steen; 4. be
hoeftig; 7. gereedschap; 9. angst; 11.
plaats in Italië; 13. leraar; 15. rijtuig;
16. gezwel; 18. met teer bestrijken;
20. vreemde munt; 21. met dank; 22.
en anderen; 23. familielid; 26 zang-
noot; 27. lidwoord; 29. overheidsbe
drijf; 30. glazen uitbouw; 33. ketting
met emmers; 35. grondtoon; 36. recht
standige; 39. godsdienst; 40. drank;
42. afwijkende godsdienstige groep;
43. lopend touw; 44. ruim een jaar
oud; 47. dwaas, gek; 48. klap, 49.
koor; 50. dwaas; 52. inhoudsmaat; 53.
gegraven wateren; 56. inwendig or
gaan; 57. voorhoofdsrimpel; 58. ge
wicht.
Verticaal: 1. insekt; 2. godheid: 3.
Europeaan; 4. vlaktemaat; 5. over
blijfsel; 6. afstandsmaat; 7. schelle
AL IN DE GRIJZE OUDHEID Speelgoed uit de middeleeuwen
speelden kinderen met tollen, bal- heeft de tand des tijds niet zo goed
len, springtouwen en poppen. We doorstaan als dat uit de klassieke
kunnen dat zien aan de afbeeldingen oudheid. Het huiselijke leven was
op antieke vazen, afkomstig uit de in die tijd vrij primitief, er was
oude Egypte, die heel vaak spelen- weinig comfort en vandaar dan ook
de kinderen weergeven. In de Egyp- weinig bijzonders op het gebied van
tische graven heeft men wel kinder- speelgoed. Van het houten speel-
mummies gevonden met een pop in goed van het middeleeuwse kind is
de arm dan ook niet veel overgebleven.
da eeuw werden te Neu-
Ho ondhoid van «slacht nn Be- ""berg poppen van leem gemaakt.
ringen dit de laatste eeuw heeft
ondergaan.
Technische wonderen zijn de ge
perfectioneerde mechanische speel
goedauto's en vliegtuigen. Een keur
wollen baby-kleertjes in
poppenformaat en de meest beel
dige poppen, het lijkt haast te veel
om een keuze te maken.
Talloos blijft het aantal oude ar
tikelen, al zien we ze steeds in ver-
D E nuffige nieuwe vormen te voor
schijn komen. Voor de kleuters
vooral veel plastic. Plastic in een
W E K E L D betere kwaliteit biedt, voor de klein
tjes veel mogelijkheden, terwijl het
praktisch en hygiënisch is.
is
zo
OUD
ALS
kreet; 8. belangstelling; 9. verspie
der; 10. Sociaal Economische Raad
(afk.); 11. lichtbron; 12. bejaarde: 13.
deel van het hoofd; 14. kier; 15 ge
bogen; 17. familielid; 19. verdedi
gingsorganisatie; 24. bloem; 25. voor
spel; 28. met een dreg werken; 29.
maatschappelijk verstotene; 31. met
betaald antwoord (afk.); 32. de feest
avond van de Sint; 34. onze dank
(afk.); 37. uitdrukking; 38. Indische
dakbedekking; 45. smet; 46. land in
Azië; 51. jong dier; 52. vrucht; 54.
Romeins keizer; 55. optiek.
Voor oplossing zie elders in dit blad.
Het opvoedend element
MET HET HOUTEN speelgoed,
zoals trailers, die beladen kunnen
worden, de traditionele houten
blokken en de ingenieuze houten
bouwdozen, kunnen de kinderen
zelf iets maken en bovendien kun
nen ze hierbij hun fantasie naar
hartelust uitleven.
Er blijkt hoe langer hoe meer
een duidelijk streven te zijn de ar
tikelen meer pedaegogische waarde
te geven. Het kind kan immers het
prachtigste speelgoed rustig laten
staan voor iets waarmee het zijn
drang naar zelfwerkzaamheid en
zijn fantasie de vrije teugel kan la
ten.
Een ander belangrijk aspect van
het hedendaagse kinderspeelgoed is
zeker de esthetische vormgeving.
Duidelijk merkbaar hebben op dit
punt wetenschappelijk gevormde
lieden hun intrede gedaan in de
speelgoedindustrie.
Maar of de kinderen van nu zich
beter zullen vermaken met al het
moderne, mooie speelgoed, dan de
kinderen van vroeger, die met een
pop van leem en een stoof als wieg
speelden? Kinderen van nu spelen
ondanks al het geperfectioneerde
speelgoed toch ook maar al te graag
met een paar stoelen, die als trein
dienen en met een doos oude kle
ren, waarmee ze zich zo heerlijk
kunnen verkleden? Of met een oude
kist op kinderwagenwielen en een
gekke, zelfgemaakte pop.
in de oudheid van geslacht op
slacht met hetzelfde soort speelgoed
moeten hebben gespeeld.
Bij opgravingen in Duitse en Fran
se steden heeft men nog slechts
Sr'r^n „n Rn resten gevonden van de poppen der
Kinderen van de Grieken en Ro- kleuters6 uit die tyd zij Vbben de
eeuwen niet kunnen overleven.
Men begon in het begin van de
meinen speelden al met uit hout ge
sneden dierfiguurtjes, die ook vaak
gekleurd waren. Hoepels, knikkers,
karretjes, paardjes en scheepjes
waren er ook in die tijd. Maar hóe
knap de Romeinen en Grieken ook
waren in het vervaardigen van al
lerlei speelgoed, de Egyptenaren wa
ren de eersten, die het beweegbare
speelgoed brachten.
De poppen van toen
AL 500 JAAR vóór Chr. kenden
de Egyptenaren houten poppetjes,
die hun armen en benen konden
bewegen door middel van een touw
tje, waaraan dan getrokken moest 16e eeuw wat meer zorg aan aller-
worden. Waarschijnlijk dienden lei soorten speelgoed te besteden,
deze poppetjes niet alleen als speel- De poppen bleven weliswaar van
goed, maar ook als afgodsbeeldjes, hout, maar aan de kleertjes werd
't Is namelijk bekend, dat de Egyp- bijzonder veel zorg besteed. Wéér
tenaren één of meer popjes in huis veel later kwamen de poppen met
hadden, die door alle huisgenoten stenen koppen en die met fijne por-
werden vereerd en bewierookt. seleinen kopjes, waar eigenlijk meer
mee gepronkt dan mee gespeeld
werd.
Het vernuft van nu
PAS AAN HET EIND van de 19e
eeuw gebruikte men ijzer om speel
goed van te maken, nóg later ook
rubber en celluloid.
Wie nu het speelgoed van onze
grootouders met dat van onze kin
deren vergelijkt, realiseert zich dan
pas goed welke enorme verande-
i