Hengeluitrusting van f70.000 Internationale wedstrijd is jaarlijks hoogtepunt DE LEIPSE COURANT PAGINA 11 Gewoonlijk heerst er grote arde in de keuri ge herberg, die de naam draagt „The Fisher men's Rest". Toen ik er binnenstapte was me vrouw Pothier's kamer, de kamer van de her bergiersten- dus, echter een chaos gelijk. Me vrouw Pothier keek mij hoofdschuddend aan. Op de tafel hadden enige i innen, afkomstig uit vier verschillende lan den, hun vistuig uitge spreid. Zij waren druk bezig met het in orde te maken voor de grote vangst. Zjj leken wel jongens, die vliegers in elkaar zetten, zo ernstig en vol spanning waren zij aan de gang. Snoe ren en staaldraden la gen over de stoelen en op de grond. Grote vis haken hingen tegen een der deuren. Enige snoe ren waren vastgeknoopt aan de gordijnroeden Een verweerde henge laar was bezig de snoe- rèn met behulp van verfpot en kwast zachte tinten te geven, opdat de vissen ze niet zouden kunnen zien. „Ja," zei hij veront schuldigend, „we moeten nu eenmaal proberen om tonijnen thuis te bren gen." „Als er ook maar één druppeltje verf op mijn sofa valt," waarschuw de mevrouw Pothier, „zult u nog heel wat anders thuis brengen dan tonijn. Dat verzeker ik u!" Haar verontwaardiging was ge veinsd. Mevrouw Pothier was name lijk, evenals alle andere inwoners van het vissersdorp Wedgeport (gelegen in de Canadese Provincie Nova Cco- tia), in haar hart erg tevreden, dat ze ook ditmaal weer deel had aan de mengeling van jachten op reuze vis ep van pret, die behoort tot de jaar lijkse Internationale Tuna Cup Match. Deze strijd om de Tonijn-beker is een gebeurtenis in de hengelaarswereld, die van dezelfde orde is als de wed strijden om de Davis Cup in de ten niswereld. En telken jare, als de deel nemers aan de wedstrijd vertrokken zijn, is mevrouw Pothier, als ieder een in Wedgeport, bedroefd, al wordt die, droefheid getemperd door de we tenschap, dat tien a twaalf maanden later de hengelaars en met hen vrolijkheid, bedrijvigheid en geld zullen terugkeren naar Wedgeport. Voorspelling kwam uit. Toen er voor het eerst sprake was van tonijnenhengelsport bij Wedge port, lachten de Wedgeportenaren on gelovig. Dat was, toen in de jaren dertig onzer eeuw een tweetal Ame rikanen voorspelden, dat Wedgeport een grote tonijn-toekomst tegemoet ging. De bevolking lachte, omdat zij eenvoudig niet kon geloven, dat er njannen te vinden zouden zijn, die bereid waren om duizenden kilome ters te reizen en duizenden dollars uit te geven om zich te storten in een afmattend gevecht met reusachti ge vissen, die met een harpoen vrij gemakkelijk gevangen kunnen wor den. Nog minder wilden de mensen celoven dat uitgerekend Wedgeport net toneel van die gevechten zou zien door de miljonairs, multi-miljo- naris en beroemdheden, die het me rendeel der hengelaars vormen. Die geldmagnaten deert het niet, als zij na de kerkdienst een paar hon derd dollar in het collectezakje doen. Het deert hen evenmin, als zij een uitrustig hebben, dne 70.000 gekost heeft. Zij kijken niet op een paar honderd gulden, a'ls het er om gaat de bemanning van hun schip een ex traatje te geven of een der inwoners van Wedgeport een genoegen te doen. Doch temidden van die rijkaards is ook de (betrekkelijk) arme man een gezien figuur als hij sportief is en de spelregels in acht neemt. Maat schappelijke, financiële en internatio nale verschillen en tegenstellingen vallen weg dankzij de gemeenschap pelijke sensatie van de strijd tegen de tonijn. Dit wordt ook begrijpe lijk, als u weet, dat zo'n vis een paar honderd kilo kan wegen en 'n zwem- snelheid kan bereiken van bijna 100 km per uur. grote inspanning te getroosten. Dank zij de tonijnen en de miljonairs heeft het dorp thans een behoorlijk gepla veide weg naar Yarmouth. Dank zij de tonijnen en de miljonairs konden de dorpelingen hun huizen opknap pen en moderniseren, alsmede tal van auto's kopen. De tonijnen en de mil jonairs maakten de Cape Island bo ten gezocht, zodat thans de scheeps bouwers order na order ontvangen. Zeker, Wedgeport profiteert van Lerner's en Fairington's ontdekking in de jaren dertig. Toch wane men niet, dat Wedgeport nu een rijk dorp is. De tonijn heeft de armoede ver dreven, dat is waar, maar de kreeft betekent, economisch gezien, nog steeds veel meer voor het dorp dan de tonijn. Kreeft en haring zijn twee fundamenten, waarop de dorpshuis- houding rust. De tonijn bracht ex tra-zekerheid dank zij de miljonairs, die hij lokt en die niet karig zijn in hun uitgaven. Wedgeport's economi sche basis is hechter dan die van talloze andere vissersdorpen van gelijke betekenis elders op aarde. Men vergete ook niet, dat niet ie dereen zich kan veroorloven, wat een miljonair zich kan veroorloven. Anders gezegd: De hoge kosten van die tonijnenj achten en de kolossale President Roosevelt, Gene Tumney en vele andere beroem de mannen en vrouwen kwa men of komen telken jare naar Nova Scotia om daar voor de kust van Wedgeport te genie ten van de grootste sensatie, die de hengelsport bieden kan. VISSEN VAN HONDERDEN KILO'S VERGEN TIJD EN BEHENDIGHEID afmetingen van de tonijn houden ve le hengelaars verre van Wedgeport. Een dag vissen op het Rip kost zowat 200, of 150, als u uw eigen gerei meebrengt Gaat men dus met zijn vieren vissen, dan bedragen de kos ten 37.50 a 50.- per persoon per dag, afgezien natuurlijk van de ver- blijfs- en reiskosten. Maar boeiend is uw vakantie dan zeker! Er zijn vrouwelijke tonijnenjagers geweest, die vissen vingen, wélke zes maail zo veel wogn als zij zelf. En de grootste tonijn, die ooit nabij Wedgeprot werd verschalkt, woog 400 kg. De man, die hem ving, had nog nooit tevoren zijn geluk op de tonijn beproefd! Nuchtere, sceptische mensen begrij pen niet, wat de attractie is, die Wed geport en de tonijnen vangst bieden. Doch ik verzeker u, dat Gene Tunney wiens leven toch rijk was aan op windende gebeurtenissen gelijk had, toen hij zei, dat de vangst van een tonijn op het Rip bij Wedgeport het opwindendste was „the grea test thrill of all" dat hij ooit mede- maakte. worden. Want ons dorp is aldus redeneerden zij afgelegen en on aanzienlijk. De beide Amerikaanse profeten echter wisten, wat ze voorspelden. Zij behoorden tot die even kleine als avontuurlijke groep mannen, die de gehele wereld rondtrekken op zoek naar grootwild-sensatie. Ze wisten precies, wat ze zeiden. Ze wisten, na korte tijd in Wedgeport en op de na bije zee te hebben vertoefd, dat daar niet ver van de kust een 1600 meter brede zone van zeer onstuimig water lag, die een goudmijn voor Wedgeport kon worden. De onstuimigheid van het water vindt zijn oorzaak in een onderzees plateau waardoor de wer king der getijden sterker is dan el ders. Dat „Soldier's Rip" zo heet de onstuimige zone is een geliefde aasplaats voor de tonijnen, die ér soms in grote scholen te vinden zijn om er haringen en makrelen te ver orberen. Michael Lerner en S. Kip Farrington Pr. zo heetten de twee Amerikanen kwamen tot de con clusie, dat het Rip de beste plaats ter wereld is om op tonijn te vissen. Toen het jaar 1937 aanbrak, waren zij er in geslaagd de jaarlijkse Cup Matches te organiseren. Sedertdien is de pro fetie van Lerner en Farrington elk jaar bewaarheid geworden. Miljonairs en beroemdheden. Drie maanden lang, van juli tot eind september is Wedgeport Wimbledon van de tonij nenihengel - Een hele menigte verzamelt zich om het wegen een hele ceremonie gade te slaan. Commandeur Duncan M. Hodgson heeft het wereldrecord met een tonijn van bijna 500 kg. Na een gevecht van meer dan twee uur in een roeiboot, waarin hij over een afstand van meer dan twaalf mijl door de vis werd meegezeuld, bracht hij zijn h ut aan de wal. De miljonair heeft gewonnen. sport. Het hoogtepunt van heit seizoen zijn de internationale wedstrijden, die in september plaats vinden en drie dagen duren. Miljonairs, beken de sportlieden en andere beroemd heden van beiderlei kunne komen dan uit alle hoeken der aarde naar het vissersdorp Wedgeport. Zij bren gen er leven en bedrijvigheid. Dage lijks vloeit er dan ongeveer 100.000 in de zakken en op die bankrekenin gen der dorpelingen. Geen wonder, dat de autoriteiten ingenomen zijn met de tonijnen! De bevolking be schouwt het Rip als een goudmijn. Want het Rip en in mindere mate ook de rivier de Tusket brengen brood op de plank, geld in de lade en internationale faam. Gaat het eens wat minder goed met de vangst, dan kijken alle dorpelingen bezorgd. Zo was het in 1953, toen de wedstrijd deelnemers slechts vier tonijnen ver schalkten. In 1954 glimlachten allen echter weer tevreden, want toen sneuvelden twintig tonijnen tijdens de internationale wedstrijden. Uit alle werelddelen komen de be roemdste en fanatiekste hengelaars om deel te nemen aan de tonijnen- jachten. Zij stellen nationale ploegen samen. De Fransen, de Cubanen, de Britten, de Venezolanen, de Argen tijnen, kortom, alle deelnemers vech ten in nationaal verband. Iedere ploeg geeft duizenden, vele duizenden uit om in Wedgeport te komen en even eens vele duizenden tijdens het ver blijf aldaar. Er is nauwelijks een an dere internationale sportgebeurtenis, waar zoveel gelachen wordt en zo veel gezelligheid heerst De geest van sportiviteit en goede kameraadschap is er voorbeeldig. Menig deelnemer heeft gezegd: ,Ik vind het eigenlijk niet zo heel erg, niets gevangen te hebben. Ik ben al erg blij en tevre den, dat ik er bij ben geweest". Er zijn ook wel hengelaars, voor wie de kosten erg hoog zijn, doch deze (betrekkelijk) arme deelnemers wor den waarlijk niet met de nek aange- De helper mag de hengel of het snoer niet aanraken, maar wel de stoel helpen richten als de henge laar beet heeft. De strijd. Zoals gezegd nemen de ploegen in nationaal verband deel aan de wed strijden. Iedere ploeg mag uit drie tot vijf hengelaars bestaan. De ploeg, die in drie dagen tijds de meeste to nijn (naar gewicht) vangt, krijgt de grote Tonijn-Beker, die werd ge schonken door een bekend jager en hengelaar uit Boston, Alton B. Sharp geheten. Vóór zonsopgang verlaten de boten de haven van Wedgeport om tijdig hun positie te kunnen innemen bij het begin van de strijd. Dan komt het er voor de tonijn op aan, te to nen, dat zij hun mannetje staan! De hengelaars zijn gezeten in een draai bare „vechtstoel", welke zich bevindt achter in de boot die zij in Wedge port huren. Gewoonlijk heeft zo'n boot twee hengelaars aan boord, die worden bijgestaan door een beman ning van drie koppen. In de keuze van vistuig en aas is iedere henge laar geheel vrij. De hengels zijn zowat twee meter lang en natuurlijk sterk. De snoeren zijn tot 50 meter lang. Het aas bestaat gemeenlijk uit var kensvlees af haring. De bemanning mag helpen om de tonijnen te lok ken en, zo zij zich laten vangen, om de dieren aan boord te hijsen. Maar tussen het lokken (met aas) en het aan boord hijsen kan heel wat tijd verlopen. Soms duurt het gevecht tussen miljonair en tonijn een half uur, soms vele uren. En er zijn ge vallen bekend, dat zo'n strijd vier dagen vergde, alvorens hij (door de mens) met succes kon worden ge ëindigd. Wedgeport profiteert. Die gevechten met de tonijnen be tekenen voor de mens een grote in spanning en hard werken. Doch Wed geport profiteert van de merkwaar dige bereidheid van de hengelaars om zich ter wille van de sport zo'n Vechten met de tonijnen in een „vechtetoci".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1963 | | pagina 11