In de Krantentuin Het knutselhoekje ZATERDAG 9 NOVEMBER 1963 DE LEIDSE COURANT PAGINA 13 Hoe is het mogelijk! Zeker hebben jullie wel eens wat gehoord of gelezen van de beroemde jachtverhalen van Herr von Munch hausen. De man had een geweldige fantasie en een fantasit vertelt liefst verhalen, waaraan je met recht de waarheid mag betwijfelen. Wat den ken jullie b.v. van de volgende voor vallen, die hij beweert te hebben meegemaakt. Op een dag joeg hij met een nieuw geweer achter een vlucht patrijzen. Maar hij. had slechts weinig muni tie bij zich, die al gauw verschoten was. En net toen zijn laatste korrel hagel verbruikt was en hij weer huis waarts zou keren, vloog er een grote koppel van die veldhoenders voor hem op. Om van te watertanden. Hij hield zo van gebraden patrijzen! Daar kreeg hij een lumineuze in val. Hij greep zijn geweer, deed een lading buskruit in de loop, een prop je papier erop en liet toen zijn laad stok erin glijden, nadat hij hem scherp aangepunt had. Hij volgde de richting, waarin de vogels gevlogen waren. En ja, nauwelijks had hij een paar honderd meter gelopen, of de patrijzen vlogen in dichte vlucht voor hem op; hij legde aan, een knal en toen het rookwolkje van het schot was opgetrokken, zag hij, dat er 7 hoenders aan zijn laadstok geregen, naar beneden kwamen dwarrelen. Ja, ja, je moet je maar weten te behelpen. Op een andere keer was hij op jacht in Noord-Rusland. Daar zag hij bij een boom een prachtige zwarte vos staan. Hij hief zijn geweer op om het dier neer te schieten. Maar op eens bedacht hij, dat de grove hagel de huid, waarvan kostbaar bont kon gemaakt worden, sterk zou bescha digen. Hij ontlaadde daarom zijn ge weer en stopte inplaats van hagel 'n grote spijker in de loop. Daar de vos z'n achterlijf tegen de boomstam schuurde, mikte von Munchhausen op de zeldzaam grote staart, trok af en tot zijn onuitsprekelijke., vreugde zag hij dat de vos met dat fraaie lichaamsdeel aan de boom ge spijkerd stond. Hij snelde toe, nam zijn jachtmes en maakte daarmee een kruissnede op de kop van het dier. Vervolgens nam hij zijn rij zweep en begon daarmee zijn slacht offer te ranselen. Wanhopig tracht te de vos zich los te trekken. Maar al rukkende trok hij zelf de huis van zijn kop.^ En daar de jager maar bleef geselen met zijn karwats .trok de vos al wilder om los te komen, zodat ten laatste de hele prachtige huid van zijn lichaam gleed. Toen gaf von Munchhausen hem het ge nadeschot en kwam hij in het bezit van een zeldzaam jachttrofee, dat hij straks onbeschadigd met trots aan zijn vrouw kon tonen, die er natuur lijk een kostbaar bont van zou la ten maken. Nog een derde jachtavontuur is al even geloofwaardig en wonderbaar lijk als de beide voorgaande. Op 'n dag was hij op de wilde zwij- nenjacht in de uitgestrekte wouden van Pommeren (O.D.). Opeens zag hij iets heel vreemds nl. een jong everzwijn, onmiddellijk gevolgd door 'n groter, dat blijkbaar de moeder was. 't Vreemde nu was, dat de klei ne voorop liep en niet zoals gewoon lijk achter zijn moeder aankwam. Ook vreemd was, dat het moederdier zich ietwat stuntelig voortbewoog Enfin, van Munchhausen dacht: „Ik zal het jonge dier sparen en het gro te doden". Hij mikte op de kop van de moeder, maar deze bleef na het schot rustig stilstaan, terwijl het jong wegholde. Blijkbaar had zijn schot dus gemist. Daar het oudere beest maar stil bleef staan, waagde hij zich voorzichtig dichterbij. En wat zag hij toen! Het moederbeest bleek blind te zijn en had in zijn bek een stuk staart van het jong. Nu be greep van Munchhausen, hoe de vork in de 9teel zat. Het oude everzwijn had zich door haar jong aan zijn staart laten leiden en het schot had die staart middendoor gesneden Toen de moeder het trekken niet meer voelde, was ze stil blijven staan. Wat deed nu de jager? Hij nam zelf het eindje staart in zijn hand en gewillig vólgde het zwijn hem naar zijn huis! CORRESPONDENTIE Verschillende briefjes met „ver- jaardagsbrieven" zijn al binnengeko men, maar ik denk dat ik ze nog niet allemaal heb, dus nog een weekje geduld, dan gaan we verloten en dan horen jullie de volgende week wel wie er een boek gewonnen hebben Vandaag krijgen een paar ingezon den briefjes al een beurt. Lyda Angevaare Voorhout Hallo Els Hoe gaat 't jou tegenwoordig? Kun je al wennen in Den Haag? Heb je al een vriendin of tenminste een meisje waar je mee naar school gaat? Je hebt me aardig in de steek gela ten zeg! Ik zit de hele dag alleen op school en toch heb ik strafwerk op gelopen. Hoe dat kwam? Ik zal 't je eens haarfijn vertellen. Een paar jongens zaten maar prop jes te schieten. Plotseling stapte mijnheer naar één van de jongens t.oe, maar hij zag niet dat er een tas midden in het pad stond. Hij strui kelde er over en Els, je zult het niet geloven, maar hij lag languit op de grond. Els 't was geen gezicht! Eerst schrokken we wel, maar toen we za gen, dat hij niets mankeerde, schoot de hele klas toch in de lach. We pro beerden 't in te houden maar we za ten allemaal onderdrukt te proesten Dat klonk natuurlijk nog veel gekker Later kwam het hoofd van de school in de klas en toen kregen we een hele preek te horen en voor straf moesten we een hoofdstuk van Han delskennis uit schrijven en dat vijf maal. Is me dat even een straf! 't Zijn zowat vijf en dertig bladzijden en ik ben er nog lang niet mee klaar. Je begrijpt dat ik daarom weinig tijd heb, want 't gewone huiswerk gaat ook door. Daarom begin ik nu vlug met de eigenlijke reden waarom ik dit brief je schrijf. Je weet dat ik zaterdag jarig ben, ik vier 't echter zondag Jij komt toch ook? Je mag de hele dag komen en 's avonds brengt m'n vader je met de auto naar huis te rug. 't Wordt heel fijn Els, want ik mag acht meisjes vragen omdat ik verleden jaar mijn verjaardag niet heb kunnen vieren wegens ziekte van mijn vader. Nu mag ik er dit jaar vier meer vragen. Ik reken er vast op dat je komt. Je kunt met de bus van 10.10 uur uit Den Haag komen, dan wacht ik op je bij de bushalte Afgesproken? Je moet nog de groeten hebben van allemaal, maar het meest van je vriendin Lyda P.S. Doe je de groeten bij jullie thuis van mij? Zeg Lyda ik denk dat alle kinde ren met plezier je brief gelezen heb ben. Probeer ook eens een aardig Sint Nicolaasverhaal te maken. Je hebt er echt slag van. Wilma Janson Voorhout Beste Yvonne Hoe gaat het er mee? Vind je het fijn in dat nieuwe huis? Ik mis je wel heel erg. Wat hadden we toch 9amen altijd veel plezier! Maar daar gaat het nu niet om Ik kom je hierbij uitnodigen om de volgende week op mijn verjaardag te komen. Weet je nog van verleden jaar? Toen hebben we gelachen hè Je komt toch zeker. Je mag de hele dag komen. We rekenen op je. Veel groeten van Wilma Joke v d. Hulst Voorhout Hallo Truus Ik vind het wel jammer, dat je verhuisd bent, maar U ch wil ik je uitnodigen op mijn verjaardag. We waren toch altijd zulke goede vrien dinnen. Ik zou het reuze fijn vinden als je kwam. De datum is 15 november. Mijn moeder vindt het goed als je de hele dag komt. Als je mag, stuur dan even een antwoordje terug. Het beste met je! Dag Truus Joke v. d. Hulst Thea v. d. Geest Leiden Beste Liesbet Kom je ook op mijn verjaardag? Ik ben 30 oktober jarig en zondag 3 november vieren we het. Je mag van mijn moeder de hele dag komen spe len, als je wilt natuurlijk. Ik heb zo veel nieuwtjes te vertellen. Ceciel en Marian komen ook. Weet je wat ik voor mijn verjaar dag vraag? Een zustei'spakje, bedel tjes voor mijn armbandje, een rin getje en nog veel meer. Als je niet komt, schrijf of telefo neer dan even terug. Nou dag hoor! Met veel groeten van Thea v. d. Geest Anneke Hoogeveen Aalsmeer Lieve Ella Ik nodig je uit Ella op mijn ver jaardag. Vind je dat niet leuk? Je mag de hele dag komen. Je weet toch wel wanneer ik jarig ben? 6 november. Kom 's morgens maar met de bus, dan brengt mijn vader je 's avonds wel thuis. Met vriendelijke groeten van je vriendin Anneke Joke Egberts Ter Aar Beste Toos Hier een brief van Joke. Toos ik ben zondag jarig. Dat weet je zeker nog wel /an het vorig jaar. Nu kom ik je weer uitnodigen. Moe der vindt het goed, dat je zaterdag al komt want dan mogen we allés versieren. Als je zatedrag niet komt dan moet je zeker zondag komen. Je moet maar gauw terug schrijven. Ik ga eindigen hoor Dag! Joke Nelleke v. d Vlek, N-wijkerhout Aan mijn allerbeste vriendin Jeannette Je weet toch dat ik binnenkort ja rig ben? Nu, weet je wat mijn moe der zei? „Je mag al je beste vrien dinnetje uitnodigen". Nou dat wou ik maar al te graag Zeg Jeannete toen dacht ik ook aan jou, al ben je dan ook verhuisd. Ik vroeg aan moeder of ze nog postpa pier had. Ze zei: „Kijk maar in het laatje van het dressoir". Ik keek en daar lag het. Ik nam een velletje pa pier, nam een ballpoint en begon te schrijven. Ik hoop dat deze brief op tijd af is, want zo dadelijk wordt de brievenbus gelicht. Zeg kom je op mijn verjaardag? Vraag het aan je moeder en als je mag schrijf dan gauw terug. O, en vraag aan je moeder of je donderdag al mag komen, dan mag je bij ons slapen. Dat zou fijn zijn. Nou meer weet ik niet te schrijven. Doe je de groeten aan je vader en moeder en Marian, Cobie, Kees en Sjaak? Nou daaaag. Je vriendinnetje Nelleke Hier komen nog een paar ver haaltjes. Kees Heemskerk Sassenheim vertelt: EEN ONGELUK Jan en Piet waren aan het spelen. Opeens riep moeder dat Jan bood schappen moest doen. Jan had geen zin en stribbelde tegen, maar toch ging hij. Kwaad holde hij naar het dorp. Hij moest naar de kruidenier. Hij rende de weg over, vlak voor een auto. Dat liep gelukkig goed af, want de auto reed niet hard. Hij kwam de winkel binnen en vroeg twee pakken beschuit. Hij deed ze in de tas, be taalde een gulden, kreeg geld terug en stormde weer de winkel uit en de weg over. Daar kwam met een flinke vaart een vrachtauto aan. Deze keer liep het niet zo goed af. De auto remde maar het was al te laat Jan lag onder de auto. Hij had een been gebroken. Zijn moeder werd opge beld een ziekenauto kwam en spoe dig daarna lag Jan in het ziekenhuis. Corrie v. d. Salm Zoeterwoude JE MOET MAAR BOFFEN Wim was 'eind november jarig. Bo venaan zijn verlanglijstje stond „een slee" en toen hij jarig was, stond er bij zijn bed een mooie slee, zo een met belletjes en rode biezen. Hij pro beerde in de gang al een beetje te sleeën; z'n vader en moeder werden er wakker van. In december kwam er gelukkig sneeuw. Toen hij wakker werd zag hij dat er een aardig laagje sneeuw lag. Vlug kleedde hij zich aan ëh sjouwde de slee naar buiten. Vader kwam ook, maar het werd eerst een sneeuwballengevecht. Dat was erg le'uk maar het was tijd voor de kerk geworden, dus moest er gauw een eind aan komen. 't Was zaterdag, dus vrij. Na het ontbijt ging Wim met vader en na tuurlijk de slee, naar de duinen. Heerlijk was het om door vader voortgetrokken te worden maar toch kon hij al een beetje sturen bij het afglijden van de duinen. Later op de morgen ging Wim ook eens oefenen op de markt, daar was Joop, zijn vriendje, en nog veel kinderen aan het oefenen. „Wim weet je het al? De burge meester houdt een wedstrijd met de sleeën? vroeg Joop. Wim wist er niets van, maar had toch wel zin om mee te doen. Ze gingen zich samen opge ven. „Op de helling!" riep de burge meester. Iedereen trok zijn slee naar boven. Wel twintig kinderen deden mee. Joop bofte niet, hij kantelde, maar Wim zette door en je raadt het nooit, hij was de eerste. Met een paar mooie kunstschaat sen liep hij blij naar huis. Dag allemaal. Volgende week verder. Tante Jo en oom Toon TEKENEN ONDER EEN VERGROTINGSTOESTEL SLAPEN ZE OF NIET? De oppassers in de dierentuin be weren, dat zij de wilde dieren van de familie der herkauwers b.v. giraf fen, kamelen en lama's, nooit heb ben zien slapen en de Engelse ge leerde Balch meent in het tijdschrift „de Natuur" dat tamme herkauwers eveneens niet slapen. Hij heeft talloze nachten in stallen met koeien en gei ten doorgebracht, JVJeerdere proeven bewezen, dat die^.dièren, terwijl zij rusten, niet zó entspannen zijn, dat hun ogen dichtvallen. Zij bemerken terstond elke verandering in de stal. Overigens houdt de giraffe net als de andere herkauwers haar kop rechtop, als ze ligt. Deed zij dat niet, dan zouden haar verschillende ma gen niet goed werken (functioneren) DE MAANSVERDUISTERING, DIE COLUMBUS REDDE Op zijn vierde en laatste tocht naar de Nieuwe Wereld werden Co lumbus en zijn mannen door het ongeluk vervolgd. Hij was wekenlang ziek geweest; het ontbrak aan pro viand en de bemanning sloeg aan het muiten. Toen de admiraal tenlaatste met zijn trouwgeblevenen Jamaica bereikte, wilden de inboorlingen Indianen aan de Europeanen geen voedsel verkopen. Tot zijn geluk had Columbus een boek over sterrenkunde aan boord Daarin stond o.a., dat in de nacht van 29 februari 1504 een maansver duistering zou plaats hebben. Korte tijd voor deze verduistering nodigde Columbus de Indianen met hun opperhoofd op zijn schip uit. Hij hield tot hen een toespraak en ver klaarde hun daarbij, dat de God der blanke mannen heel boos was, om dat zij hun geen eten wilden ver- Het is heel eenvoudig. Men schuift het negatief zoals gewoonlijk in het apparaat en laat het beeld inplaats van op broomzilverpapier op gewoon papier vallen. Dan stelt men de ge wenste grootte in. Men trekt de om- trekken na en kleurt met potlood of houtskool de lichte plaatsen, tot ze met de donkere samenvallen. Aan de donkere plaatsen doet men niets. Trekt men daarna het papier weer uit het toestel, dan kan men het nog eens uit de vrije hand verbeteren. Hoe kan men het vierkant van fig. d zo verknippen, dat er 5 evengrote kwadraten ontstaan, die met z'n alle dezelfde oppervlakte hebben als het vierkant uit fig. d? Oplossing: Je begint vanuit de hoe ken de stippellijnen te trekken door het midden van de zijden van het vierkant. Dan knip je de driehoekjes, waarin de pijlen beginnen en plak ze op, waar deze naar toe wijzen kopen en om hun zijn toorn te tonen zou hij de maan blussen. Eerst wilden de Indianen zich van die bedreiging niets aantrekken. Maar toen kort daarop de uiterste rand van de aardschaduw over de maan gleed en tegelijk de hemel roodach tig werd, maakte zich een grote schrik van de Indianen meester. Toen de verduistering over was, vertoonde Columbus, die zich na zijn toespraak had teruggetrokken, zich weer en zei: „Ik- heb met de God der blanke mannen gesproken en hij heeft beloofd de maan weer te laten schijnen, als jullie ervoor zorgen, dat wij zoveel te eten en te drinken krij gen als wij nodig hebben". De volgende morgen reeds werd de verlangde proviand aan boord ge bracht en zolang Columbus en de zij nen voor. Jamaica lagen, ontbrak het hun aan niets meer. Een vervolgverhaal van Suske en Wiske Het Indianenopperhoofd „De Zittende Stier" 7. Het duurde niet lang meer of de „Zittende Stier" kwam in de groep der „Moedigsten". Ze heette „De Ster ke Harten" en een tijdje later werd hij „Drager van de rode Sjerp" Slechts één man uit de stam had de zelfde rang. Zij mochten eenzelfde hoofdtooi uit kortgeknipte kraaieve- ren en buffelhorens dragen. De rode sjerp was eigenlijk een brede cein tuur, dde bij 't lopen achter de „Zit tende Stier" aansleepte. Als een dra ger van de rod? sjerp vocht, dan stak hij de rode sjerp met z'n speer in de grond en moest daarbij blijven staan en vechten, tot één zijner vrienden de speer eruit trok en hem bevrijdde 8. Tenslotte werd „Zittende Stier" opperhoofd van zijn stam. Zijn strij ders waren de „Hunkpapa's en in de omgeving woonden nog vele andere groepen Sioux-Indianen. Ze waren alle met elkander bevriend doch had den ieder hun eigen jachtgronden. Er leefden toen nog zoveel buffels, dat deze voor allen volop voedsel leverden. Maar nu kwamen de „blanke man nen" (bleekgezichten) duizenden buffels doden om hun huid. Ze ver dreven de Indianen van hun jacht gronden en dwongen hen tot de strijd, wilden zij niet van honger en ellende omkomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1963 | | pagina 13