„Hageveld" veertig jaar
in Heemstede
WEEKELYKSE CRONYCKE
De Kort een „praatjesmaker", Luns' beleid
„slecht", regeringsprogram „dom"
Wordt Jos van Driel
ook de man van het Aalsmeerse corso
ZATERDAG X OKTOBER 196S
DE LE1DSE COURANT
PAGINA
Zondag 27 en maandag 28 oktobergaat het kleinseminarie
Hageveld te Heemstede zijn veertigjarig bestaan vieren. Daartoe
is een heel feestprogramma opgezet, waarvoor op maandag alle
priesters van het Haarlemse diocees zijn uitgenodigd. Uit het feit
echter, dat die uitnodiging tot de priesters van het Haarlemse be
perkt is gebleven, mag men afleiden, dat de jubileumviering een
bescheiden, in ieder geval besloten karakter zal dragen. Want
feitelijk zouden ook de priesters van het bisdom Rotterdam, die
vrijwel allemaal op Hageveld gestudeerd hebben, op het feest
present moeten zijn. Maar dat zal over een paar jaar gebeuren,
wanneer, ook naar buiten, het 150-jarig bestaan van het seminarie
als instituut met meer luister gevierd gaat worden. Daartoe is
inmiddels een commissie-van-voorbereiding samengesteld.
Niettemin is een achtste lustrum
een vierenswaardig jubileum, dat on
getwijfeld de gedachten terugvoert
naar het eerste en tweede Hageveld.
Het seminarie werd immers in 1817
te Velzen gesticht en werd in 1847
naar Voorhout overgeplaatst. Aan
dat eerste Hageveld heeft niemand
natuurlijk meer enige persoonlijke
herinneringen, maar- het tweede leeft
nog volop bij een groot deel van de
priesterschap in het Haarlemse en
Rotterdamse diocees. Vijf en zeventig
jaar heeft de Hageveldse gemeen
schap geleefd in Voorhout, onder de
rook van Leiden. Daar werd een tra
ditie gevormd, die onsterfelijk scheen
te zijn. Hageveld en Voorhout waren
in de loop der jaren één begrip ge
worden. Maar omstreeks 1910 bleek
reeds, dat het gebouw onvoldoende
was geworden. Het voldeed niet meer
aan die eisen van die tijd. Afdoende
voorzieningen te treffen bleek niet
helemaal mogelijk.
Daarom zag het bisdom Haarlem
naar andere mogelijkheden uit en
het meest practisch bleek het over te
gaan tot de stichting van een nieuw
gebouw. Onder Heemstede werd een
groot terrein aangekocht, waar vroe
ger het Bernardijnerklooster „Porta
Coeli" had gestaan. Bij de reforma
tie was het verloren gegaan en se
dertdien was het gebied in handen
van verschillende regentenfamilies.
Op die grond werd het derde Hage
veld gebouwd naar een ontwerp van
architect Jan Stuyt. In september
1923 was het gebouw in zovere klaar,
dat de 21 leraren en 318 studenten
onder dak gebracht konden worden.
WEEMOED BIJ AFSCHEID
Niet zonder weemoed had men, in
aanwezigheid van de toenmalige bis
schop van Haarlem, mgr. A. Callier,
afscheid genomen van het Hageveld
se Voorhout, waar vele generaties
priesters hun eerste opleiding had
den genoten. Het had er alle schijn
van, dat het oude niet meer zou pas
sen in het nieuwe. Maar ondanks de
moderne entourage trok Voorhout
zijn sporen door in Heemstede. Jan
Stuyt had een illuster gebouw neer
gezet, fraai van compositie. In 1923
was de kapel nog niet gebouwd. Wel
legde mgr. Callier de eerste steen
daarvan en twee jaar later kon hij
de kapel, overhuifd door een impo
sante koepel, constateren. Voor die
dogen heette Hageveld zelfs veel te
mooi, maar van mgr. Callier zijn de
woorden: „Als het te mooi gevonden
wordt, hoop ik, dat van allen, die
hier opgevoed worden - wat zij later
in de maatschappij ook mogen berei
ken - steeds gezegd zal kunnen wor
den: het mooiste, het rijkste en het
schoonste van Hageveld is hetgeen
daaruit is voortgekomen.
ONDER DE OORLOG
Onder regent Ebbinkhuizen werd
het nieuwe Hageveld in gebruik ge
nomen, zijn opvolgers Wijtenburg en
Ammerlaan zetten zijn werk voort,
totdat in 1938 dr. C. J. Henning tot
regent benoemd werd. De oorlog te
kende zich reeds af, maar niemand
kon vermoeden, dat binnen enkele
jaren heel het leven een ander ge
zicht zou krijgen. Ook de Hageveld
se gemeenschap zou sneller van sfeer
veranderen dan een normale ontwik
keling had mogelijk gemaakt. De
bezettingsjaren versnipperden de stu
dentengemeenschap over het bisdom.
Het seminarie zelf viel ten prooi aan
de Duitsers. Dat betekende, dat na
1945 heel wat opgeknapt moest wor
den, eer leerlaren en seminaristen
weer volledig aan de slag konden gaan
Nog steeds hebben de Duitsers met
hun camouflageverf hun sporen op
de daken van het seminarie achter
gelaten. Het materiële herstel vlotte
overigens wel.. De toeneming van het
aantal studenten gaf vele proble
men, doch behoorden spoedig tot het
verleden, toen het bisdom Rotterdam
werd opgericht en een eigen semina
rie in Noord wij kerhout bouwde.
TRADITIES VERDWENEN
Anders was het met de sfeer. De
jongelui brachten een andere menta
liteit mee. Het leven kon niet meer
besloten blijven binnen de seminarie
muren. Er was een doorbraak naar
buiten, een verrasend contact met
andere jongelui, een veelvuldiger
contact ook met de huiselijke kring
Vele taboe's werden, afgeschaft en
verschillende tradities, hoé gehèiligd
ook door hun eerbiedwaardigheid,
verdwenen als vanzelf. De oud-Hage
veld er zal er dus niet meer terug
vinden van wat hij als onaantast
baar ooit heeft achtergelaten. Het
feit bovendien, dat Hageveld een er
kend gymnasium is geworden, heeft
de zogenaamde vrije vorming in wat
strakkere banen geleid. Dat is een
eis van de tijd gebleken, waarbij men
dankbaar mag zijn, dat het oude Ha
geveld met behoud van een sfeer, die
moeilijk te beschrijven is. maar er
varen moet worden, volledig in de
nieuwe tijd is opgegaan.
VERNIEUWINGEN
Ook het interieur is of wordt nu
ingrijpend gewijzigd zonder dat de
opzet van de oorspronkelijke archi
tect geweld wordt aangedaan. De
oude studiezalen bijvoorbeeld zijn
verdwenen. Er zijn frisse en vooral
lichte lokalen gekomen, waarin de
jongelui zonder al te dwingende sur
veillance aan studietafels hun werk
kunnen doen. Te zijner tijd zullen
de bestaande klaslokalen voor hob
by's benut kunnen worden, want op
de cour zal naar ontwerp van het ar
chitectenbureau Ta en en Nix een
nieuwe school en gymnastieklokaal
elkaar verbinden. Aldus gaat het der
de Hageveld onder regent E. Hupe-
retz en met rector Th. Kramer als
hoofd van de school via dit achtste'
lustrum zijn 150-jarig bestaan tege
moet. Er is inderdaad veel veran
derd. Leke-lararen - 16 tegen 12
priesters - hebben hun intrede ge
daan, veel van wat per traditie be
staansrecht had verworven, behoort
tot het verleden, maar toch proeft
men bij een rondgang door het ge
bouw, dat ergens het oude Hageveld
is gebleven. Dat zal men op de laat
ste zondag van oktober merken, meer
nog in 1967. De commissie, die de
viering van laatstgenoemd jubileum
voorbereidt, heeft er hoge verwach
tingen van. In die commissie hebben
behalve de regent, zijn voorganger,
mgr. Henning, en de leraren Th
Straathof en J- Schut, zitting mevr.
Woltering, moeder van een der semi
naristen en voorts de heren C. Enke
laar, J. Onstenk, dr. ir. H. J. A. de
Goeü en dr. H. Beek.
In een gekneusde stad
(Hoe sou 't oock anders syn)
daer staen soo veele kneusjens
soo langhe langhs de lyn.
De hoopen schroot en bliek
staen daer maer te verroesten,
ofschoon se, soo gekneusd,
maer naer de belt heen moesten.
In een gekneusde stad
kan men soo iet verwachten,
soo denckt U. Maer waerom
het oud schoon te verachten
door saem te rotten met
dat twintigh-eeuwse vuyl?
Als er een strootjen leyt
in Leydens schoone straeten,
van wie komt dan
't luydruchtigste gehuyl?
In een gekneusde stad
woonen gekneusde borghers,
die met hun kneusen weeten goeden raed.
Welck fraey gesicht langhs meen'ge
Leydsche straet.
De vreemdelingh, die langhs
't gekneusde schoon heen gaet,
die mompelt (in syn spraeck):
,,'k Heb al gedroncken en gegeeten!"
DE HOOGGELEERDE VONDELING:
de vakbonden en de PvdA. „Bij een
chaos hebben we geen belang, zeker
de werknemers niet, want er moet
weer een klimaat komen voor orde
lijk overleg," zo meende prof. Vonde
ling.
Verplicht onderwijs in
verkeer op ULO
Een apart leervak wordt straks op
de scholen voor ULO en VGLO, het
verkeer. Het onderwijs hierin zal
minstens twintig uur per jaar wor
den gegeven.
Dat wordt het gevolg van een wets
wijziging, die staatssecretaris Gros
heide (Onderwijs) bij de Tweede
Kamer heeft ingediend. Een goede
en de gehele schooltijd volgehouden
verkeersopvoeding acht de bewinds
man noodzakelijk voor een betere
verkeersmeataliteit.
Het verkeersonderwijs is al sinds
1958 een onderdeel van het vak aard
rijkskunde op de lagere scholen en de
kweekscholen. Hiermee is nog geen
regelmatige verkeersop voed ing ge
waarborgd, aldus staatsescretaris
Grosheide. Uit de statistieken blijkt
dat juist bij tenderen veel dodelijke
verkeersongevallen voorkomen. Van
de in de jaren 1959, 1960 en 1961
overleden tenderen in de leeftijd van
5 tot 14 jaar, resp. 1096, 909 en 948,
kwamen er achtereenvolgens 237, 218
en 215 door verkeersongevallen om
het leven.
De 62-jarige bromfietser A. J.
Prosman uit JLeckdriel is vrijdag
middag bij het oversteken van de
weg in botsing gekomen met een
personenauto. Hij sloeg over de auto
heen. De man overleed vrijwel
onmiddellijk.
De leider van de KVP Tweede Ka
merfractie dr. J. de Kort, heeft vol
gens prof. dr. A. Vondeling bij de
kabinetsformatie „smoesjes verkocht"
toen hij verhoging van de AOW-uit-
kering te financieren uit de algeme
ne middelen niet mogelijk verklaar
de. „Het is nu iedereen wel duidelijk
dat dit het woord was van een praat
jesmaker", zei de voorzitter van de
socialistische Tweede Kamerfractie
tijdens een gisteravond in Amsterdam
gehouden kadervergadering van de
federatie Amsterdam van de PvdA.
Prof. Vondeling koos uitdrukkelijk
„praatjesmaker" naar zijn zeggen op
zettelijk en nadrukkelijk. Hij gaf
voorts te kennen dat het hem niet
zou verwonderen als debeloften van
de WD-prominenten over belasting
verlaging ook afkomstig zouden blij
ken te zijn van „politieke praatjes
makers".
„Van de heer Toxopeus wisten we
dat al, maar van prof. Witte veem
hadden we dat toch niet verwacht,"
zo zei de heer Vondeling, die ook mi
nister Luns op de korrel nam. „Een
actieve minister die overal achteraan
draagt, maar zijn beleid is op een
groot aantal punten slecht," zo be
oordeelde de oppositieleider de mi
nister van buitenlandse zaken.
Prof. Vondeling noemde het rege
ringsprogram van lastenverzwarin
gen „bijzonder onitaktisch en heel
dom," want deze plannen hebben vol
gens spr. bijgedragen tot verslechte
ring van het arbeidsklimaat. „Het is
een kind dat gelooft dat de vakbe
weging daardoor in haar eisen zal
worden geremd," aldus spreker. Hij
noemde het „complex van bestedings-
beperkende maatregelen" volstrekt
onaanvaardbaar.
Hij waarschuwde tegen „liefdesbe
tuigingen" van de communisten aan
(CORSO-CONSUL VAN DE BLOEMENKUST)
Gaat Jos van Driel, de man die in niet
geringe mate bijdroeg aan het succes
van het bloemencorso in de bollenstreek
straks ook het Aalsmeerse corso diri
geren? De ontwerper uit Amstelveen
zwijgt in alle talen, het Aalsmeerse cor
socomité trouwens ook, maar niettemin
staat er binnenkort wat te gebeuren. De
artistiek adviseur van het Aalsmeerse
bloemenfestyn, de heer A. Noyons, heeft
nl. zijn ontslag aangeboden en het heet
dat dit is gebeurd na hooglopende me
ningsverschillen met het Aalsmeerse co
mité. De meningen hebben daar trou
wens veel gebotst, omdat Noyons naar
de mening van de organisatoren te veel
op eigen houtje handelde. Tijdens de
laatste werknacht kwam het comité tot
de ontdekking dat Noyons contracten
voor publiciteit had gesloten, waar men
niets vanaf wist en men gelastte de heer
Noyons de overeenkomsten te annule
ren. De ontwerper vóelde zich daar
door zeer gekrenkt en hoewel het er
eerst op leek, dat hij in 1964 nog een
corso zou gaan maken hij was reeds
in onderhandeling met de havenautori
teiten van Amsterdam schijnt hij nu
definitief een punt achter zijn corso-
carrière gezet te hebben. De naam van
Van Driel wordt nu overal achter de
coulissen flusterend genoemd en ook
die van Georg Kiersch, die tussen haak
jes ook al in Amstelveen woonachtig is
en de laatste jaren het Rijnsburgse
corso onder zijn hoede had.
Het heet verder dat wanneer men
Van Driel tot artiestiek adviseur wil
benoemen, men hem eerst voor de keus
zal stellen: óf Aalsmeer óf de bollen
streek. Uit Aalsmeer komen althans
stemmen die zeggen, dat twee van de
meest befaamde corso's van het land
niet door één ontwerper gemaakt kun
nen worden. Men meent dat dit de gang
in het streven naar het mooiste en het
beste zou afremmen.
Zoals gezegd wilde Van Driel zich
over een eventuele benoeming niet uit
laten. Hij liet echter wel doorschemeren
dat hij zich niet voor een keus zal laten
stellen. Het Aalsmeerse en het bollen
streekcorso zijn helemaal geen concur
renten en bovendien zo volkomen ver
schillend van karakter dat men, zonder
te overdrijven, van twee aparte groot
heden kan spreken. Daar komt nog bij
dat de betrokken corso's op geheel ver
schillende tijdstippen rijden. Het corso
dat jaarlijk door de bollenstreek trekt
kan nauwelijks door anderen geïmiteerd
worden omdat alleen het bollenvak
en dan nog maar een paar weken per
jaar de benodigde grondstoffen (dui
zenden manden met hyacinten) kan
leveren.
Inmiddels heeft er al een wagen van
Van Driel meegereden in het corso van
Zundert en vertrekt de Amstelvener be
gin volgende maand naar Parijs, waar hij
besprekingen gaat voeren met organi
satoren van corso's en andere bloemen-
festijnen in de Lichtstad. Hij vertelde
ons dat hij druk bezig is met de ontwer
pen van het bollencorso 1964. Over twee,
hoogstens drie weken zal het corso
comité in de bollenstreek de ontwerpen
ter inzage krijgen. En dan duurt het niet
lang meer of men zal de geheimen van
voorjaar 1964 aan de openbaarheid prijs
geven.
Minister Toxopeus heeft in een
brief laten weten, dat het afscheid
van de Commissaris van de Konin
gin in Limburg, dr. F. J. M. A. H.
Houben, omstreeks de jaarwisseling
kan plaatsvinden. Een juiste datum
kon echter nog niet worden vastge
steld.
Reeds nu heeft men een huldigings
comité samengesteld, dat tijdens een
buitengewone vergadering van de
Provinciale Staten van Limburg in
de St.-Janskerk te Maastricht een
huldeblijk aan de scheidende gouver
neur zal aanbieden.
Vrijdagavond is in het Prinsenhof in Delft de Kinderboekenweek geopend.
Op de foto Tonke Dragt uit Den Haag tijdens haar dankwoord, nadat haar
de prijs van het Kinderboek 1963 is overhandigd.