c IN DE KRANTENTUIN
Het knutselhoekje
DE SISSENDE SAMPAM!
SJOKI
Baggeren naar
geldtas gestaakt
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1963
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
een Antilliaans
negerjongetje
HET SCHOOLREISJE
Als ze het hek van de speelplaats
binnenkomen, gaat juist de school
bel. De vluggerds gaan meteen in
de rij staan voor hun eigen klas,
maar de meesten spelen nog even
door of geven elkaar nog haastig
even een trap of een duw. Bij de
tweede bel moeten ze stil zijn, maar
je hoort meestal nog wel een woord
je fluisteren.
Niemand heeft een jas aan, dus ze
gaan zo de klas binnen. Gangen zijn
er niet en kapstokken evenmin, al
leen aan iedere bank een haak om
tas of riem aan op te hangen. Een
paar jongens draaien de glazen
shutters open, zodat de frisse wind
kan binnen waaien. Na het bidden
hebben ze Nederlands en vandaag is
het spreekbeurtendag, dan moeten 3
jongens in het Nederlands een klein
verhaaltje vertellen. Het laatste ver
haaltje ging over het schoolreisje
van het vorige jaar. De jongen ver
telde het zo leuk, dat de jongens er
meteen weer zin in kregen. En het
nu volgende klassegesprek ging over
het komende schoolreisje. „De vol
gende week, dat lijkt me het beste",
zei de broeder, „dan ligt ook de
Karei Doorman, het vliegdekschip,
hier en dat mag bezichtigd worden.
Dan zal ik vragen of ik een rondlei
ding krijg". De jongens waren met
een enthousiast en wilden alles over
vliegdekschepen, jagers, kruisers en
onderzeeërs weten. De broeder ver
telde lachend, wat hij ervan wist.
In de loop van de week maakte de
broeder het programma op en voor
bereidselen werden getroffen, maar
daar merkten de jongens niets van,
want de rest van de dag was geheim.
Je stond verbaasd hoeveel moge
lijkheden je nog had op zo'n klein
eiland van 30 bij 6 km.
Om half negen zou de bus van het
kerkplein vertrekken en om 8 uur
stonden er al jongens op het plein
met brood en flesjes coca-cola of
vruchtensap. Tegen half negen
kwam de schoolbus het plein oprij
den. Er zaten al jongens in, want
de jongens die ver de Koenoek in
woonden werden altijd met de bus
afgehaald. Achterin de bus stonden
teilen met grote staven ijs. Twee
jongens, die een yspriem bij zich
hadden, hakten één staaf in kleine
stukjes en ieder jongen mocht z'n
flesje tussen de ijsbrokjes leggen,
dan was het straks lekker koud en
dat hielp beter tegen de dorst.
Toen ze ingestapt waren, maakte
de broeder eerst het programma be
kend. Eerst naar de Hooiberg (168
m.) hoog met een wedstrijd wie het
eerst boven zou zijn, dan de boot
bezichtigen en dan naar het strand
zwemmen en boterhammen eten.
Daarna een tocht langs de mooie
noordkust en tot slot een bezoek aan
de grotten, helemaal aan de punt
van het eiland. Niemand van de
jongens was daar nog ooit ingeweest,
omdat ze maar weinig bezoekers
toelieten, er was een goede gids voor
nodig. Met een luid „hoera" lieten
de jongens merken, dat ze het reuze
vonden. Ze waren al gelijk in een
uitgelaten stemming. Naar iedere
bekende werd gezwaaid en af en toe
werd er gezongen.
Bij de Hooiberg werd halt gehou
den en sommige jongens wilden
meteen de trap op stormen, maar
een broeder hield hen tegen en de
ander liep alvast naar boven.
De broeder zei: „Jullie mogen niet
langs de trap, dat is goed voor ouwe
dames en toeristen, maar jullie lo
pen zo de berg op tussen cactussen
en stenen door en de eerste, die de
broeder boven een hand geeft, heeft
gewonnen. Zoek nu maar een goed
plekje onder aan de berg, maar zo,
dat ik je zien kan en als ik fluit be
gin je te klauteren.
Toen de broeder floot begonnen
ze als wilden op handen en voeten
te klauteren. Chibo en Sjoki bleven
dicht bij elkaar en liepen niet zo
hard van stapel als de anderen. Wat
een geluk dat ze oude spullen aan
hadden en stevige schoenen. Hage
dissen schoten haastig weg en de
geiten en schapen wisten niet hoe ze
het hadden en waarachtig, daar liep
zowaar een half wilde ezel haastig
weg. De jongens joegen het beest
naar boven. Het moest wel naar bo
ven, want beneden liepen allemaal
jongetjes. Daar kwam de ezel langs
Chibo, die er opeens met een zwaai
triomfantelijk bovenop zat. De ezel
rende naar boven, af en toe spron
gen makend om z'n berijder kwijt
te raken, maar Chibo liet zich niet
afschudden.
(Wordt vervolgd)
WIST JE
Dat onze kardinaal Alfrink, aarts
bisschop van Utrecht is.
Dat hij een bijzonder goede vriend
van de overleden Paus Johannes
XXIII was.
Dat deze Paus Johannes op zijn
ziekbed aan kardinaal Alfrink een
gedachtenis gegeven heeft.
Dat het een relikwie was van de
H. Gregorius VII, die ook paus was
1073-1085.
Dat Paus Johannes XXIII zeer aan
deze relikwie gehecht was en dat
deze op zijn werktafel dicht bij hem
stond.
Dat deze relikwie is vervat in een
wit lederen étui met witte zijde ge
voerd, gesloten is met een zilveren
slot en versierd is met het wapen
van Paus Johannes.
Dat op de voet van deze relikwie
staat gegraveerd: „Opdat de Kerk
vrij, zuiver en katholiek blijve".
Dat de kardinaal met dit geschenk
heel blij was, vooral ook omdat hij
wist dat Paus Johannes tijdens zijn
langdurige en smartelijke ziekte, op
deze wijze nog aan hem gedacht
heeft.
CORRESPONDENTIE
Peter Rodenburg, Wassenaar. Zeg
Peter, die toch naar het Wassenaarse
Dierenpark, was voor jou niet zo
lang, hu je in Wassenaar woont. Je
zit er met je neus op. Je gaat er ze
ker meermalen heen. Je hebt er goed
uitgekeken. Vertel het maar aan de
kinderen.
MET Z'N DRIEën NAAR HET
DIERENPARK
Met m'n twee broertjes ging ik
naar het Dierenpark. Mijn oudste
broer gaf het geld aan de kassa en
we kregen de kaartjes. Vlak bij de
ingang stond een patates-friteskraam
en we namen eerst ieder een zakje.
Toen ging het langs de hokken. We
zagen vossen, die ons met sluwe
ogen aankeken. Ik dacht: misschien
heeft hij ook wel trek in een patate.
De kraagberen liepen heen en weer
te pronken met hun prachtige witte
kragen. Bij de kamelen hebben we
een hele poos staan kijken naar het
jonge kameeltje, dat al stevig op zijn
hoge poten stond. We zijn in de
Louise-hal geweest, waar heel veel
vogels zijn, zoals de Witnek Picat
Hartes, de enige ter wereld. Om half
vier zorgden we bij de apen te zijn,
want die gaven dan een voorstel
ling. Ze deden verschillende spellet
jes zoals koorddansen, fietsen, ballen
enz. Er waren pas zwarte panters
aangekomen en juist toen wij er wa
ren, werden ze in hun hok gedaan.
Nadat we een tijdje langs de ver
schillende dieren gewandeld hadden,
zijn we naar de speeltuin geweest.
Een fijne grote speeltuin met van
alles er in. Later hebben we nog wat
gewandeld en zijn toen naar huis
gegaan. Het was een leuke middag
geweest.
Marian Opdam, Oud-Ade.
ZO JE DOET, ZO JE ONTMOET
„Joke kwam uit school. Ze ging
meteen naar huis.
„Dag moe!"
„Dag Joke!"
„Och moe, ik heb zo'n honger".
„Nou kindje, dat komt goed uit.
Ga maar aan tafel zitten, dan zal ik
brood klaar maken".
Al gauw zat ze aan de tafel. Daar
kwam de poes aan.
„Miauw! miauw!"
Joke wist wel dat de poes ook
honger had.
„Wacht", dacht ze, „ik geef hem
wat zout, dan gaat hij misschien wel
weg".
„Moe, mag ik nog een boterham?"
„Ja hoor kind, er is nog brood ge
noeg".
Moe maakte een boterham klaar
en deed er stiekum wat zout op, juist
zoals Joke het voor de poes gedaan
had. Joke nam een flinke hap.
„Bah, wat vies!" riep ze uit.
Moe begon hartelijk te lachen.
„Ja kind, zo je doet, zo je ont
moet".
Joke schaamde zich wel een beetje
Arnulfa van Vliet, Hazerswoude.
Een pluim op je zondagse hoed Ar
nulfa, zó mooi en zó netjes zag je
werk er uit. De oplossing was ook
goed. Volgende week de uitslag van
de verloting.
Jeanette Waterma, Voorhout. Dit
is zeker de eerste keer, dat je met
ons mee doet. 't Zag er keurig uit
en alles was goed.
Kees Ruigrok, Leiden.
UIT VISSEN
Met m'n vriendjes was ik in de
vakantie al een paar keer gaan vis
sen, maar nooit hadden we iets goeds
gevangen. Ja, een paar kleintjes, dat
was alles. We waren die keren ook
kletsnat thuis gekomen, niet omdat
we in de sloot gevallen waren, maar
omdat er steeds flinke regenbuien
kwamen opzetten. De aardigheid was
er voor ons een beetje af.
„Kees, zouden we het vandaag
eens wagen?" vroeg vader op een
vrije zaterdagmorgen.
„Nou vader graag".
„Maak dan je spullen maar klaar,
dan gaan we".
't Was wel een betrokken lucht,
maar droog en vader dacht, dat het
tot de middag wel droog zou blij
ven. We fietsten de kant van Hoog-
made op, daar was een fijn viswater.
Toen we er waren, zetten we de
fietsen langs de kant en we begon
nen onze spullen klaar te maken.
Vader had een snoekenhaak en het
eerste kleine visje, dat ik ving werd
aan die haak geslagen. Wel eng hoor,
zo'n klein zilver visje te zien krin
gelen. We zaten doodstil en waren
vol verwachting. Er zat snoek, zei
vader. Na bijna een half uur stil ge
zeten te hebben, kreeg vader beet.
Aan de beweging van het water za
gen we, dat het een flink beest moest
zijn. Ja hoor, de dobber ging schie
lijk omlaag en een snoek zat aan de
haak en een flinke. Ik liet mijn
eigen hengel in de steek en keek
naar mijn vader, die met grote stap
pen langs de sloot begon te rennen,
de snoek achterna, die gewoon wild
geworden was.
„Ik moet hem afmatten", riep va
der en hij holde weer verder.
Eindelijk was de snoek moe ge
noeg. Met een fikse zwaai zwiepte
vader de hengel uit het water en
de snoek lag op het droge. Een mooi
groot beest. Terwijl we stonden te
kijken, probeerde de vis zich op te
richten om weer naar het water te
gaan, maar vader drukte hem met
een stevig visnet naar omlaag. De
haak werd uit z'n grote bek gedaan.
Ik wist niet, dat een snoek zo'n grote
bek had. Tussen een paar bossen
gras, pakte vader de snoek in een
oude tas. We fietsten naar huis, blij
met de buit. De volgende dag, heeft
moeder hem lekker gebraden en wy
hebben er fijn van gesmuld.
Frieda Hooymans, Leiden.
SAMEN MET MOEDER NAAIEN
't Was in het begin van de vakan
tie. Ik zou met mijn zusje Nettie
mogen logeren in Heemstede en
mama zou voor ons ieder nog een
nieuwe jurk maken. Mama stond
aan de grote tafel te knippen. Smal-
le reepjes stof vielen op de grond
en Nettie en ik vlogen op de lapjes
af. Toen mama klaar was, hadden
we een handvol lapjes. Moeder
zuchtte eens en keek naar buiten,
waar de regen op de planten in de
tuin neer plensde. Met ons tweetjes
om zich heen, zou ze niet op kun
nen schieten en wij konden niet
naar buiten.
„Willen jullie ook wat naaien voor
de pop?" vroeg ze.
„Ja! hoi! hoi!" dansten we gelijk.
„Goed, ik knip twee rokjes op de
maat van de pop. Hier hebben jul
lie ieder een naald, hier is een klos
je garen en de spelden zitten in dit
doosje".
In de hoek van de kamer, bij ons
eigen tafeltje gingen we zitten naai
en. Ik leerde Nettie zomen, want dat
had ik op school pas geleerd, 't Ging
wel langzaam, maar we deden er on
ze best op. De naaimachine van moe
der snorde en voor het avond was,
mochten we onze jurken al passen
en zaten onze poppen met hun nieu
we rokjes te pronken.
VADER ZAL WOEDEND ZIJN
Op een eenzame landweg rijdt een
boerenzoon met een hoog opgeladen
vracht hooi. Opeens rolt er een wiel
van de wagen af en de hele vracht
komt op de weg terecht. Wat een
ongeluk!
Het gebeurde gelukkig in de buurt
van een boerderij, die langs de weg
stond. De boer komt naar buiten.
„Ik zal je helpen jongeman, maar
kom eerst eventjes mee naar binnen,
dan drinken we een kop koffie".
De boerenjongen ging mee naar
binnen, maar mompelde zachtjes bij
zich zelf: „Wat zal vader woedend
zijn".
Ze drinken hun koffie op, die de
boerin heeft ingeschonken en na 'n
kwartiertje gaan ze naar buiten om
te proberen het wiel er onder te
zetten.
„Wat zal vader woedend zijn",
zegt de jongen nog eens.
„Wat praat je toch van je vader",
zegt de boer. „Hij hoeft er niets van
te weten. We maken samen de zaak
klaar".
„Dat zegt umaar voor 't on
geluk gebeurde, lag mijn vader bo
ven op het hooi, ziet u
RAADSELS
Welke naald naait nooit?
Wat moet je steeds halen, zonder
dat je het merkt,
het merkt?
WELKE ZIJN HETZELFDE!
Al deze fakirs lijken hetzelfde,
maar als u goed kijkt, ziet u, dat er
maar twee hetzelfde zijn. Welke
twee? (Oplossing elders).
Drie meikevers zijn op weg naar
de boom, in het midden van het
plaatje. Welke van de drie kevers
komt uiteindelijk te bestemder plaat
se? (Oplossing elders).
WAAR ZIT DE TUINMAN?
Jantje ziet de laatste appel aan de
boom. Voorzichtig heeft hij om zich
heen gekeken, of hij nergens de tuin
man kon ontdekken, maar die was
nergens te vinden. Als u goed kijkt,
ziet u, dat Jantje zich lelijk heeft
vergist, want de tuinman komt er al
aanhollen om Jantje een flink pak
rammel te geven.
Ik ben een lengtemaat. Je hoeft
niets aan my te veranderen, dan ben
ik ook een tante. Verander je mijn
eerste letter dan ben ik een oom,
maar dan ben ik ook een jongens
naam.
Oplossing: Breinaald; adem; die-
rentaal; meter, peter.
Dag allemaal. Tot de. volgende
week.
TANTE JO EN OOM TOON
Brutale inbrekertjes
in Den Haag
Het vinden van een gestolen auto
in een rustige, deftige Haagse straat,
heeft de politie op het spoor gebracht
van drie zeldzaam weinig belovende
jongelieden die, zoals ze zelf zeiden,
van het beginsel uitgingen: „je leest
van veel inbraken weinig buit;
daar zullen wij van maken: veel in
braken veel buit".
Overigens was het drietal aan veel
inbraken nog niet toegekomen toen
het gisteren door de Haagse politie
werd aangehouden. Een grote buit
was er echter wel.
Vorige week vrijdagavond hadden
de jongens (allen scholieren, twee
van zestien en een van zeventien
jaar) zich via een in aanbouw zijnde
vleugel toegang verschaft tot een wa
renhuis aan de Grote Marktstraat in
Den Haag. Ze pakten een paar tas
sen en laadden daarin radio's, band
recorders, horloges, snoepgoed, twee
luchtdrukpistolen, twee luchtdruk-
geweren en twee alarmpistolen. Een
van de bandrecorders was voor een
achttienjarig vriendje dat dit appa
raat bij hen „had besteld". Op de
etenswaren na werd de gehele buit
teruggevonden in de gestolen auto.
Daaruit ontbrak echter weer een
gouden horloge van de eigenaar.
De jongens hadden de auto op 21
augustus gestolen in de Haagse bin
nenstad. Sindsdien hadden ze er een
paar ritjes mee gemaakt en er een
kleine aanrijding mee gehad.
Hoe zeldzaam brutaal ze zijn werd
wel gedemonstreerd toen een van
hen een rechercheur die hen verhoor
de een sigaret aanbood.
„Zeker ook gestolen", opperde de
politieman. „O ja, dat is waar ook",
was de reactie van de jongen.
Het drietal is ingesloten.
KRO-STUDIEREIS NAAR
VERENIGDE STATEN
Een delegatie van de KRO ral eind
oktober een studiereis door de Ver.
Staten maken.
Tijdens een verblijf van veertien da
gen hopen de KRO-functionarissen over
leg te plegen met directies en mede
werkers van de grote Amerikaanse
radio- en televisie-ondernemingen ten
einde nader kennis te maken met de or
ganisatie en werkwijze van de commer
ciële en niet-commerciële radio en tele
visie.
Bovendien wil de KRO zich een dui
delijk beeld vormen van de wijze, waar
op de radio- en televisiewetgeving in de
V. S. in de praktijk wordt nageleefd,
hoe het toezicht hierop is georganiseerd
en wat hiervan het resultaat is.
Aan de reis, die 22 oktober begint en
per vliegtuig zal worden gemaakt zul
len deelnemen de heren J. Castelijns.
adjunct-directeur en hoofd televisie
programmadienst, mr. W. Wagenaar
adjunct-directeur en hoofd radio pro
grammadienst, J. van der Valk, regis
seur amusement en B. Brans, hoofd van
de pers- en publiciteitsdienst van de
KRO.
Het baggeren in de Schinkel te
Amsterdam naar de geldtas met
157.000 heeft men gistermiddag op
gegeven. Van maandag af is in op
dracht van het centraal expertise
bureau enkele honderden meters van
het Schinkelwater bij de Overtoomse
sluis afgebaggerd, doch zonder \*e-
sultaat. Zoals bekend zou de tas zich
op 28 augustus in de auto hebben
bevonden, welke die middag te water
was geraakt en waarbij de 31-jarige
bank chauffeur J. P. Yalks is ver
dronken.
De beloning voor het eventueel te
rugvinden van de tas blijft niettemin
gehandhaafd.
De prinsessen Beatrix en Irene die,
als gemeld, thans Parijs bezoeken,
zijn ontvangen in het gebouw van de
„Hawk"-organisatie in de Rue il-
Malmaison. in een westelijke voor
stad van Parijs. De „Hawk"-fabrie
ken bouwen onder meer de raket van
die naam en de daarbij behorende
afvuurinriehting. De prinsessen wer
den vergezeld door ambassadeur dr.
H. N. Boon, de permanente verte
genwoordiger van Nederland bij de
NAVO.
Prinses Beatrix en Prinses Irene
zaten vrijdagmiddag aan een mid
dagmaal aan, dat te hunner ere werd
aangeboden door mr. D. U. Stikker,
de Nederlandse Secretaris-Generaal
van de NAVO.
De prinsessen bezochten gistermid
dag ook het in een Parijse voorstad
gelegen kamp van Satory, waar zij
demonstraties zagen met enkele der
modernste wapens, waaronder de
nieuwe Franse „amx-30"-tank.
•;ee;s ueeiapuo aiQ
óKOoa aa
XHI3H3H H3A3H 3X33M
SCHOENLAPPER MARUF
27. Maar Maruf had nog maar even
geploegd, of zijn ploeg stiet tegen
wat hards. Hij wou die hindernis uit
de weg ruimen, maar ontdekte tot
zijn grote verbazing een gouden ring
die op een marmeren plaat bevestigd
was. Toen hij deze optilde, ontdekte
hij daaronder een trap, die naar een
ondergrondse schatkamer leidde. Zij
was tot aan het plafond met goud,
paarlen, robijnen en andere edel
stenen gevuld. In 'n grote kristallen
vaas lagen paarlen ter grootte van
een flinke noot, en daarbovenop
stond een gouden kistje, waarin een
zegelring lag, waarin lettertjes ge
graveerd waren, zó klein als de
voetspoortjes van mieren.
28. Nauwelijks was Maruf begon
nen de ring wat op te wrijven of
'n heldere stem sprak: „Ik ben 'tot
uw dienst, edele heer, wat wenst
u?" „Wie ben je?" vroeg Maruf. „Ik
ben de dienaar van de ring en ge
hoorzaam niet alleen hem maar ook
zijn bezitter en niets is voor mij on
mogelijk".
„Kun je de schatten uit deze ka
mer ook boven de grond brengen?"
zei Maruf. „Niets makkelijker dan
dat", antwoordde de wonderlijke
stem en op hetzelfde ogenblik open
de zich de aarde en zag Maruf een
menigte jonge knapen, die de schatr
ten in gouden mandjes aan het dag
licht brachten.
(Wordt vervolgd).