„Ik leefde als een zwarte hond Blanke zet zijn leven op het spel door negers te ontvangen Grote meerderheid der blanken zwijgtbang voor represailles J. H. Griffin (SLOT) Toen ik met de bus in Hattiesburg aankwam werd ik in bescherming genomen door een soort geheime negerorganisatie en ik werd van de ene naar de andere „vriend" gestuurd. Zo kreeg ik onderdak in de Mobilestraat. Bij het afscheidnemen van Bill verzekerde deze me, dat hij wel te weten zou komen, waar ik woonde en vanaf de volgende dag zou hij voor mijn veiligheid instaan. Weer was ik stomver baasd te zien, hoe een vreemde zich om mijn lot bekommerde Toen ik een half uurtje later door de Mobile straat wandelde, reed een auto in volle vaart rakelings langs me heen. Ze zat vol jonge en minder jonge blanken, die me allerlei verwen singen toeriepen. Een rotte sinaasappel vloog langs mijn oren en petste tegen een muur uiteen Ik werd bang en angstig. Met een angst, bovendien gevoed door de opvallende vriende lijkheid en de bezorgdheid van de negervrien den. De toestand moest hier wel verschrikke lijk zijn voor de negers, dat ze mij zo in be scherming namen Een van mijn nieuwe vrienden raadde me zelfs aan niet zo maar voor de pret uit wandelen te gaan maar me slechts op straat te begeven als het werkelijk nodig was Als de negers achter mjjn ware identiteit kwamen, zouden ze mij niet eens de tyd laten iets uit te leggen. Ze zouden my als een spion beschouwen, door de blanken betaald om achter hnn geheime organisatie te komen. Ik voelde me dan ook allesbehalve op m|jn gemak en zocht myn toevlucht in een milkbar. Ik sprong verschrikt op, toen ik de baas recht op ine at zag komen. Hy vroeg me of ik meneer Griffin was. Ik zei hem van ja en hy antwoordde, dat hy een kamer voor me had gereserveerd. Ik kon die betrekken, zodra ik dat wenste. Weer stond Ik verbaasd over die uitstekende clandestiene organisatie van de negers. Op weg naar myn kamer werd ik voortdurend uitgefloten. Dit een naburige bar klonk een blues Ik sloot me op in mijn kamer. Men had m|j gezegd, dat ik er veilig zou zyn. De leiders van de geheime negerorganisatie zouden enkele wachten opstellen. Die zouden me waarschuwen ingeval er iets tegen mij ondernomen zou worden. Maar het kon me allemaal niets meer schelen Moe plofte ik ln myn bed. Mijn zenuwen waren tot het uiterste ge spannen. Ik voelde mij ln groot ge vaar. Ik zocht in mijn geheugen naar de namen van enkele blanken, die ik in de Staat Mississippi moest kennen. Ik vond er drie. Zij alleen zouden me kunnen helpen. Maar of ze het zouden doen? Het waren alle drie journalisten. Geen van hen was direct voorstan der van volkomen gelijkheid tussen negers en blanken. Maar ze hadden toch de moed gehad om een al vrij gevaarlijk standpunt te verdedigen. Ik ging mijn kamer uit en zocht een telefooncel Ik draaide het num mer van een van mijn bekenden, Peter D. Hij was niet thuis maar ik legde mijn geval uit aan zijn vrouw. Ik wil u geen moeilijkheden bezor gen, zei ik haar nog. Ik ben bang voor mezelf maar als Peter of u ge vaar zouden lopen door mij te helpen, meng u dan niet in deze zaak Ze weigerde om op deze waarschu wing ln te faan. Ik zal Peter waarschuwen. Hij zal u hier brengen zonder dat iemand het merkt. Wacht aan de deur van de bar, waar u naast woont. Hij zal u in het voorbijrijden oppikken. Enkele minuten later kwam de ze moedige vriend al in volle vaart aangereden. De deur had hij al opengedaan. Ik sprong in de auto. Eenmaal naast hem gezeten, voel de ik me zeer onprettig. Ik was gewend om te handelen en te den ken als een neger en ik had de in druk, dat ik iets zeer strafbaars deed Zyn vrouw stond hem b\j de gara ge op to wachten. Een verschrikke lijke waarheid drong toen tot my door: in het atoomtydperk zet ®®n blanke in de Staat Mississippi zijn leven op het spel door een neger thuis te ontvangen Zelfs In ae villa van myn vrienden was ik niet op mijn gemak. Toen ik naar de badkamer ging om me wat op te frissen, zocht ik automatisch naar het bordje „alleen voor kleur lingen". Dezelfde nacht voerde Peter me naar New Orleans terug. Vandaar vèftrok ik naa.r eén andere streek van de Staat Mississippi. Van Biloxl af lifte ik om Mobile in Alabama te bereiken. Ik vroeg me af, Welke blan ken het 2ouden wagen om een neger mee te nemen. Verschillende kilometers moest ik te voet afleggen, voordat ik door een auto werd opgepikt. De chauffeur was een galante jonge man met rood haar. Hg was geboren In Massachusetts en voelde niets voor de „zuidelijke opvattingen". WE JAGEN JULLIE HET LAND UIT In Alabama moest ik hetzelfde vaststellen als in New Orleans: om iets te eten of te drinken moet een neger soms kilometers ver lopen... In Mobile kon ik geen werk vinden. Een ploegbaas op eer plantage vroeg me wat ik kon. Ik somde een reeks beroepen op, waarin ik inderdaad wel het een en ander afwist. Ze vielen min of meer ondér het domein „spe cialisatie" Nee, zei hy koel. Dat soort werk zal u hier niet vli. .en. Zyn stem klonk niet vijandig. Eerder onper soonlijk. Ik bleef aandringen: Maar als lk u gespecialiseerde ar beid kan leveren voor een salaris, ver onder dat van een blanke? Zelfs dat niet. Jullie zyn hier niet gewenst. Begrijpt u me? Ja, ik begin het een beetje te be grijpen... Geleidelijk aan ontnemen we de ne gers de beste plaatsjes op de plan tage. Het gaat langzaam, maar ze ker. Binnenkort zullen de zwarten in Alabama nog slechts jobs vinden, die geen enkele blanke meer wenst te doen. Hoe moeten wij dan leven? vroeg ik voorzichtig. Dat moeten jullie weten. Hy keek me recht in de ogen met een tikje sympathie. Net of hij het jammer vond op één mens een maat regel te moeten toepassen, die voor een heel ras bestemd was. VVy blanken zetten alles op alles om de negers hier weg te krygen. He>t enige middel om hen uit onze bars en onze scholen te weren is hen het leven hier onmogelijk te maken. Ze moeten weg voordat ze van hogerhand gesteund worden en zelfs wettelyk gelijkgesteld wor den Het was een wrede, af schuwelijke opvatting maar hij had het. me koel, zakelijk en zonder ha- tel tfkheld meegedeeld. OP BEZOEK BW NEGERDOMINEE 'a Middags maakte ik een wande ling door de straten van Mobile. Al spoedig maakte ik kennis met een oude neger. Hy was dominee van een klein kerkje en hij vroeg me te gast. In zyn huis bewoonde hg twee kamers aan de straatkant. De andere kamers werden bewoond door zijn getrouwde dochters. Hij had ook twee zonen. Een ervan studeerde rechten m het noorden. Als ik tien jaar geleden voorzien had, wat er hier zou gebeuren, dan zou ik hier weggegaan zijn, zei hg. Maar nu ben ik te oud en bovendien heb ik hier mijn dochters en mijn kleinkinderen nog. Komen uw zonen nooit terug? Ja Als ik begraven wordt Het is verschrikkelijk om dit te zeg gen maar het Is nu eenmaal zo. Als wy, negers, onze kinderen iets willen laten leren, móeten wè ze ver weg sturen., Zo liggen de meeste neger families uit elkaar. Schande! Vervolgens spraken wij over de blanken: Natuurlijk, ze zyn evenals wij kin deren van Gód maar ze gedragen zich er niet naar. God zegt, dat wij moeten liefhébben, zonder „maar", zonder „als"... Trouwens als wij hen zouden haten, zouden wij ons tót hen veirl- gen. Dat zou hun gróótste overwinning zijn. Toch zyn Jullie niet van plan om hen hun gang te laten gaan? Natuurlyk niet. Maar wij moeten onze rechten als gentlemen verdedi gen. Voor hen Is het tenslotte ook niet gemakkeiyk om van denkwijze te veranderen. Wy moeten een bly- vende druk uitoefenen om onze rech ten terug te krygen. We mogen niet met ons laten spelen. Dat is niet zo gemakkeiyk, meneer Gclffin! Hier in het zuiden zit het vol met negers a la „Oom Tom", die niet de noodzakelijkheid van een verbetering van hun positie inzien en ons voor twee dollar zouden verkopen. Voor hen is het een hopeloze zaak. Maar wy moeten vechten voor onze kinde ren... Met veel spyt verliet ik het huis van de neger-dominee. GEVAARLIJKE LIFT Ik lifte verder naar de moeras streek, die tussen Mobile en Mont gomery ligt. De weg was zeer een zaam. Ik moest verschillende kilo meters lopen voordat een auto stil hield. Het was a®11 vrachtwagen, be stuurd door een blanke, een grote, stevige kerel. Hy gaf me een teken, dat ik kon instappen. Maar opeens ontdekte lk een jachtgeweer aan zijn linkerknie. Ik aarzelde- lk wist, dat sommige blanken er een sport op na; hielden: „negerjacht"... Stap in! riep de man lachend. Die paffer is bestemd voor meer eetbaar wild. Onder het rijden stelde hij me vragen die blijkgaven van een volkomen ge mis aan respect voor de negers. Bent u getrouwd? Ja, meneer... Is uw vrouw al eens met een blan ke uit geweest? Ik antwoordde hem iets onverstaan baars, in de hoop, dat hg over iets anders zou beginnen. Maar de man ging door en vertelde mij in bijzon- derheden, hoezeer de blanken in deze streek op negermeisjes uit waren. De weg was eindeloos lang. De chauf feur wees me op de uitgestrekte moe rassen: Hier zou je een neger kunnen do den en in het moeras kunnen wer pen, Geen haan zou er naai' kraaien... Dat was me teveel. Ik bedankte de man en vroeg hem of ik kon uitstap pen. Schaterend stopte hy. Ik stapte uit maar hield me zo, dat ik dadelijk achter de wagen dekking kon zoeken als hy het in zijn hoofd zou halen om te schieten. Hy deed het niet en stel de zich tevreden met een sadistisch gelach. Ik begreep het pas later: ik was nu verplicht hier de nacht door te brengen... op een weg, waar het 's nachts krioelde "an slangen en alligators. EINDELIJK WAT TE ETEN Ik had honger en dorst en dat kwelde me verschrikkelijk maar het moet ongeveer half tien zijn geweest toen ik in de verte een lichtje zag. Dolbly versnelde ik myn pas. Na een minuut of tien Wist ik wat het was: een benzinestation. In een klein kamertje zag ik een al bejaard echtpaar (blanken) zdtten. Tegen de muren stonden kasten en drank- en sigarettenautomaten. Zo wel de man als de vrouw zagen er vriendeiyk uit. Ik hoopte er iets te kunnen kopen om te eten en te drin ken. De vrouw zag me het eerst en ze kwam naar buiten. Toen de deur openging, sloeg een wolk aangena me warmte me tegen. Ik groette hoffelijk en vroeg: Mevrouw, ik ben op weg naar Montgomery. Ik heb gelift... en ze hebben me midden op de weg afgezet Nu kan ik geen auto meer vinden. Ik zou Iets willen kopen om te eten en te drinken... Ze keek me wantrouwend aan. We sluiten, sprak ze koel. Och, neem me niet kwalijk. Laat me toch iets kopen. Ik heb sinds gisteren niets meer gegeten of ge dronken. Ik zag hoe de vrouw tegen haar el- gen goede hart streed. Ze had willen weigeren maar ze kon het niet. Ze voelde de koude van de nacht... Zelfs dieren zou men nu geen eten geweigerd hebben. Ik keek eens door het raam. De man zat gebogen voor een kleine radio. Goed. Zeg, wat u wenst. Ik kocht sinaasappelsap en een pakje sandwiches. De atmosfeer was zo gastvry, dat ik naar buiten ging om de fles uit te drinken. Daarna kwam ik terug om het flesje af te geven en een 'weede fles uit de automaat te nemen. Voorts kocht ik nog een koek, een broodje en vyf repen cho colade. Ik stopte deze aankopen in mijn koffer en vertrok. Heel in de verte hoorde ik toen het geronk van een motor. E~en later zag ik vaag het licht van twee koplampen. Ik wachtte en stelde me midden op de weg op. Toen de wagen dicht genoeg genaderd was, begon ik met beide armen te zwaaien. Het was weer een vrachtwagen, en - gélukkig - be stuurd door een neger. Ik zette hem in het kort mijn toe stand uiteen. Dadelyk liet d® man mij instappen. Hy vertelde me, dat hij in een bos woonde, dat öiot zo heel veel verder tussen de moerassen lag. Een recreatiecentrum aan het meer, alleen toegankelijk voor blan ken. Deze foto werd genomeh nabij Holly Springs in de staat Missis sippiwaar de verhouding tussen blank en gekte ird nog veel scher per is, dan b.v. in Alabama. „Geert Ik heb zes kinderen en slechts twee kamers. Ik kan u geen bed aanbie den maar nietttemin bent u welkom. Ik antwoordde, dat ik al heel big zou zyn als ik op de grond mocht slapen. We reden van de weg af een bos in. De man vertelde me, dat hij hout hakker was en nooit genoeg verdien de om zijn schulden te betalen. Elke keer als hg zyn cheque op de zagery wilde innen, beweerde men. dat hg meer geld betalen moest dan hy te ontvangen had. Dat was een politiek van de blanken waarover ik geduren de myn reis al dikwijls had horen spreken. Door de negers zo in de I IMIil I I I lilt! - I - I IMUTIII i eU 8 door in«SM i sMi mu il»I I III II*I Il'l11> schulden te steken - huur, gebruik van machines enz. - probeerden ze een voorwendsel te vinden om hen nooit t® betalen. Waarvan de negers dan moesten le ven, dat vroegen zij zich niet af. De wagen hobbelde nu over een bijna onbegaanbare weg. Eindelijk stopten wy by een armoedige houten, hut. De vrouw van de houthakker kwam naar buiten om haar man te verwel komen. In het zwakke carbidlicht zag ik ook de kinderen, die hadden mogen opblijven om op vader te wach ten. Mijn nieuwe vriend stelde my voor. Zyn vrouw was erg in de war, dat ze me niets fatsoenlijks kon aan bieden. De kinderen sprongen van blijdschap in het rond. Voor hen was dit onverwachte bezoek een waar feest. Het avondeten werd opgediend. Het bestond uit gele tuinbonen in water gekookt. Voor de kleinste maakte de moeder de tuinbonen fyn ln een busje melk. Na het eten haalde ik de cho coladerepen uit myn koffer. Ik had gewild, dat de vrouw van het ben zinestation had gezien, wat een vreugde deze repen in dit arme ge zin brachten. De kinderen konden hun geluk eenvoudig niet op... Ik wenste de man en de vrouw ge luk met zo'n voorbeeldige familie. kleurling zat het in zijn hoofd ha len, ook maar een poging te doen de staatsuniversiteit van Mississip- pi te bezoeken (in Osford). Hij zal he- niet overlevenf* zegt de jour nalist van het plaatselijke blad in Tuscaloosa. De vrouw antwoordde me, dat ze haar kinderen beschouwde als een voortdurende zegen. „Onze kinderen zyn allen goed gezond. We mogen dankbaar zyn. Zoveel mensen hebben blinde of ongelukkige kinderen. Wij zijn de Heer zeer erkentelyk..." Een uurtje later ging ik mét de kleren aan op een strozak liggen, die ze voor my bg de keukendeur hadden klaargelegd. De ouders trok ken zich in hun kamer terug. Ik dacht aan de blanke dames en heren in Mobile, die heerlijk whisky drinkend en sigaretten rokend in hun brede fauteuils zaten. Ik zag de min achting op hun gezichten. Ik walgde van mijn blanke ras. Ik zou willen, dat alle blanken by wijze van antwoord hier eens een nacht zouden kunner doorbrengen Ik dacht ook aan de beperktheid, waarmee de ze mensen hun kinderen konden op voeden. Aan hun dankbaarheid, dat ze geen enkel blind of ongelukkig kind hadden. Aan de hartelijkheid, waarmee zy hun schamel maal lieten delen... Ik kon niet meer in slaap komen. Ik dacht aan mijn dochter Susie, die morgen vyf jaar zou worden. In ge dachten zag ik de taart met de vyf 1 kaarsjes en ik stelde me de feeste lijke atmosfeer thuis voor. Mijn zo nen ln hun zondagse "pak... Nee, op dit ogenblik lagen ze allen natuur lijk m hun heldere bedjes... In ver warmde kamers... Ik dacht weer aan de kinderen van de houthakker. Aan de kusjes, die ze me gaven co en ze ginger slapen, pre cies zoals mijn kinderen doen. Ik zag hun grote, onschuldige ogen, die nog niet vermoeden, wat hen in deze ha telijke wereld nog t® wachten staat, dia vervloekte onre .htvaardigheid on wetendheid en misère. Ik gaf me er rekenschap van hoe veel de mensheid had gefaald door deze lieve kinderen te ontnemen, wat myn blanke kinderen wel kregen. Ik overdacht dit alles niet als een neger of een blanke maar aJs een MENS. Buiten de huidskleur zijn alle kinde ren op de wereld hetzelfde. Maar juist dat volkomen onbelangrijke ele ment, de huidpigmentatie, maakte hen tot een inferieur wezen Handjevol brullers en dreigers regeert In Montgomery, de hoofdstad van Alabama, waar ik tenslotte na zoveel avonturen aankwam, heerste een heel andere atmosfeer dan in Mibile. De invloed van Martin Luther King Jr., een soort Gandhi, was hier duidelijk te voelen. Een vrome weerstand, wars van alle geweld, vindt men er. Een neger, die de voorschriften van King toepast, plaatst zich in een positie van waar digheid. Hij zal zich in de gevangenis laten opsluiten, alle vernederingen lydzaam ondergaan, maar in zijn hart nooit toegeven. Hy zal alle vervloe kingen en verwensingen over zich heen laten gaan. Hy zal zich zelfs laten slaan. En dit alles met één gedachte: door dit apostolaat zullen we het Winnen en onze kinderen dit leed besparen t Ik voelde, hoe de beidé rassen door deze onderlinge mentaliteit als twee blokken beton tegenover elkaar stonden. De blanken hadden zozeer goed en kwaad, recht en onrecht uit het oog verloren, dat ze zich hateiyk en onsym pathiek maakten in htm eigen ogen. Wellicht klinkt het paradoxaal, maar juist hier was de toestand zo verschrikkelyk geworden, dat de blanken zich terecht moesten afvragen: wie zal het winnen? De toestand in Montgomery was zo uitzonderlyk vreemd, zo met elektrici teit geladen, dat ik besloot weer naar de blanken over te gaan om van deze toestand een juister begrip te krygen. Ik stopte dus met mijn pigmentatie- behandeling en verliet myn kamer slechts 's nachts. Weldra kreeg myn huid weer een lichtere kleur waardoor ik van verafschuwd wezen weer een geëerd staatsburger werd. Ik kon nu mijn studie over het rassenprobleem beter uitwerken door de zaak ook eens als „blanke" te bekyken. Een week na myn aankomst te Montgomery, verliet ik 's nachts myn kamer en begaf me naar het stadsgedeelte. waar de blanken woonden. Na zoveel dagen in een zwarte huid geleefd te hebben, viel het niet mee om me weer aan te passen. In een bar mocht ik zo maar naast een blanke klant aan dezelfde tafel gaan zitten. De klant groette my vriendelyk en het dienstmeisje ook... alsof ik een „mens" was... en geen ding, geen „hond" meer... Niemand zei tegen mij „Wat doe je hier, vuile neger. Maak dat je wegkomt Je verpest hier de lucht!... Mijn reis naar de andere zijde van de „kleurbarrière" is nu afgelopen. De beroering, die mijn geschiedenis in de gehele wereld verwerkt heeft, heeft my overigens wel wat verrast. Tenslotte betrof het niet meer dan een simpele ervaring, die „een eerste klasse burger" ondervindt wanneer hy eens een kykje neemt in de wereld van de „tweede klasse burgers!" Men stelt mij natuurlyk vragen héél veel vragen. Men wil van me weten, waarom ik dit allemaal gedaan heb. Myn antwoord kan echter kort zijn: ik heb het gedaan opdat myn kinderen, uw kinderen, de kinderen van onze kinderen leed wordt bespaard... Ik heb het gedaan, omdat, wanneer men toestaat, dat een kleine tyran- nieke minderheid de zwarte kinderen de meest elementaire mensenrechten ontzegt, de mogelijkheid ook bestaat, dat ééns door diezelfde tyrannieke kliek onze eigen kinderen onderdrukt zullen worden! Men heeft my gevraagd aan welke kant ik sta. Men schijnt er dus van overtuigd te zijn DAT je aan een bepaalde kant moet staan, hetzij de zijde van de blanken, hetzy die van de negers. Myn antwoordik sta aan de kant der mensheid! Of ik vermenging van rassen voorsta? Vele mensen uit het zuiden van Amerika hebben me dat verwyt toegeslingerd. Het is echter absurd want rassenvermenging is niets anders dan een rookgordyn dat door allerlei sinistere geesten wordt afgevuurd om de ware reden van het bedrijven van allerlei onrechtvaardigheden tegenover de negers te camoufleren. Deze negers wensen helemaal niet met de blanken vermengd te worden. Zy vragen niets anders dan gewone burgers te zyn van Amerika, in het bezit van de menseiyke rechten, die we allemaal hebben Ik heb voorts geconstateerd, dat de blanke, die spreekt over vryheid, over waarheid, over rechtvaardigheid en over onderling begrip en onderlinge waardering door een kleine minderheid wordt aangevallen. De grote rest blyft zwijgen, omdat men bang 19 voor represailles. Op deze wijze worden we door een handjevol brullers en dreigers geregeerd in Amerika Is er dan geen oplossing? Natuurlyk! We hebben al die verbeten lieden duidelijk gemaakt, dat ze op de verkeerde weg zijn en dat zelfs de meest knappe theologen in de Bijbel geen justificatie vinden voor een rassendiscriminatie. Dat zou een land als de Verenigde Staten naar buiten uiterst godsdienstig tot nadenken moeten stemmen. Dan zouden we ln Amerika misschien komen waar we willen zyn: onze staat grondvesten op een basis, die de stichters voor ogen hebben gehad. Een algehele, wederzijdse veiligheid, die door het recht wordt verzekerd en die door het gezonde verstand wordt geleid. We zouden in Amerika vrijheid bereiken. Diezelfde vrijheid waar veel Amerikanen nu nog zover vandaan zyn BOBBY de SPORTHELD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1963 | | pagina 7