DE SISSENDE SAMPAM!
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1963
DE LErDSE COURANT
PAGINA 5
'N MIERENTREK IN
T OERWOUD
Overdekt met schrammen en vuil
van het gevecht met het oerwoud
strompelen vijf menselijke gestalten
een verlaten hut finnen. Het zijn
twee blanken en drie Indiaanse dra
gers. Ze zijn allen totaal uitgeput
van de strijd tegen lianen, doorn
struiken, moerassen en muskieten.
Maar ze zijn dankbaar, dat 't lot hun
tenminste een veilig onderkomen
voor de reeds vallende nacht ver
schaft.
Nauwelijks echter zijn ze bezig de
hangmatten aan de zoldering op te
hangen, of er ontstaat een vreemde
beweging in het oerwoud. Allerlei
angstige geluiden van de dierenwe
reld dringen tot hen door. Ze klin
ken van steeds dichterbij, alsof de
beesten, die ze uitstoten, door een of
ander gevaar achtervolgd worden. De
drie Indianen die alle gevaren van
de wildernis kennen, staan met grote
schrikogen in een hoek bij elkaar. Er
moet wel iets heel bijzonders op til
zijn, anders toch zouden zij zeker
geen duidelijke tekenen van angst
aan de dag leggen.
Op de vraag van èèn der blanken,
waarom zij zo bevreesd zijn, ant
woordt èèn hunner: „mieren". De
beide „bleke mannen" staan op het
punt in lachen uit te barsten, als
plotseling allerhande wilde dieren,
groot en klein, langs de hut voorbij
rennen. Als in hoogste vertwijfeling
razen zij in dreunende vaart voort.
Roof- en niet roofdieren hollen alle
door dezelfde panische schrik aan
gegrepen naast elkander voort.
Als èèn der mannen even de deur
opent om een blik naar buiten te
werpen, hupt een allerliefst aapje
naar binnen. Het krijst van angst en
wipt onmiddellijk op èèn der bagage-
kisten. Maar zich daar nog niet vei
lig voelend, springt het op de schou
der van èèn der blanken en houdt
zich daar krampachtig met z'n voor
pootjes aan 't hoofddeksel en de ha
ren van de man vast. Deze neemt het
zenuwachtig rillend diertje eraf, aait
het geruststellend over zijn kopje en
zet hem vervolgens weer op de ba
gage kist. Hier begint het diertje-on
middellijk in zijn haren te plukken
en nu zien we, dat deze krioelen-van-
grote, donkere mieren.
Terwijl men de vreemde handelin
gen van het beestje gadeslaat, is de
stroom van vluchtende dieren zo goed
als opgehouden. Maar dan nadert er
een wonderlijk geruis, 'n machtig ge
ritsel alsof duizenden spinnen en an
dere insecten tegen een behang op
kruipen, 't Zwelt aan als tot een he
vige druisregen. „Daar de mieren!
Ons opeten, vluchten!" En tegelijk
komen ze met duizenden van alle
zijden de hut binnendringen, grote,
roodzwarte mieren met 'n ongekende
vraatlust.
De Indianen, die de waarschuwings
kreet daarnet lieten horen, zijn in
'n ogenblik met hun naakte lijven
overdekt met het ongedierte, dat zich
terstond vastbijt in hun huid. De be
ten der ongure beesten branden als
vuur in hun lijven. Gillend rennen
zij naar buiten, gevolgd door de beide
blanken, die nog even door hun kle
ding en hun schoeisel enige bescher
ming hebben genoten tegen de aan
vallers. Terwijl zij allen de mieren
van hun gezicht, lijf en benen tracht
ten te vegen, renden zij vertwijfeld
voort, met elke stap honderden van
de lastige belagers verpletterend.
De ademhaling der vluchtenden
wordt sterk belemmerd door 't mie-
renzuur, dat zich van de lichamen
der verpletterde mieren met de lau
we, vochtige lucht vermengt. De bei
de blanken beginnen hun toestand
reeds als hopeloos te beschouwen,
want neervallen betekent verloren
zijn. Want in de kortste tijd zal een
gevallene door 't vraatzuchtig on
gedierte verslonden zijn. Zij zijn in
't nadeel tegenover de naakte Iridia-
Maar als de nood 't hoogste is, is
de redding vaak nabij. Dat was ook
hier 't geval. Ze stuiten n.l. op hun
vlucht op een rivier, waar een kano
a.h.w. op hen ligt te wachten. Ze had
waarschijnlijk toebehoord aan de
hutbewoners, die wellicht in het oer
woud op èèn of andere wijze om het
leven was gekomen.
Hier is de enige grens, die zo'n
verschrikkelijke mier en vloed kan te
genhouden. Wanneer ze dus de
zijde van de rivier bereiken, zijn ze
gered. Even gunnen ze zich de tijd
om elkander de vastgebeten mieren
van het lijf te spoelen, maar ook
slechts even, want in het Amazone
gebied, waar èèn en ander zich af
speelde, liggen overal krokodillen op
de loer. Dart storten ze zich in de
kano om aan de overzijde nog een
angstige nacht door te brengen, ge
kweld door muskieten en de vrees
voor wilde dieren en gevaarlijk moe
raskoortsen.
Als de eindeloze, angstvolle nacht
ten laatste plaats maakt voor een
nieuwe dag, steken ze weer over en
tot hun grote vreugde ontdekken
zij, dat de mierentrek voorbij is. Zij
keren naar de hut terug, waar zij
tot de onaangename ontdekking ko
men, dat alles wat maar verteerbaar
is aan hun bagage, door het ongure
ongedierte verslonden is. En helaas,
van 't lieve aapje, dat 's avonds zijn
toevlucht in de hut gezocht had, wa
ren nog slechts enkele beentjes over.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE RAADSELS
I. Alkmaar.
II. Koffiemolen.
III. Vondel. Hij was een dichter.
Deze keer heeft Elly Hoogenboom,
Narcisstraat 10, Roelofarendsveen het
boek gewonnen.
Na de vakantie -komen de nieuwe
Goede oplossingen
Marianne Zandvliet Woubrugge,
Lieneke v. d. Born Leiden, Ellie en
Lia v. d. Veer R'veen, Ans Hooy-
mans Voorschoten, Marijke en Lidya
Bontje Nieuwe Wetering, Thea Jan-
son Noordwijk, Cokkie Zoetendaal
Nieuwe Wetering, Quirina van Leeu
wen Voorhout, Jacques Peeters N.w.-
hout, Nelly van Veldhuizen Bode
graven, Adriaan v. Egmond Alphen,
Jan Vreeswijk Stompwijk, Pierre v.
d. Lans Lisse, Agnes Witteman Lei
den, Anneke Vester Voorhout, J. Bak
ker R'veen, Maria Disseldorp Hoog-
made, Ineke Vermeulen Langeraar,
Hans v. d. Kerkhof Zoeterwoude, Ria
v. Diemen Zoeterwoude, Anja Smits
Wassenaar, Roza Harteveld Lange-
raar, Anneke Kerkvliet R/veen, Gie-
neke Schalkwijk Noorden.
DE VERHAALTJES VAN DE
KINDEREN
Ineke Verdegaal N.w.hout vertelt
over:
HET SCHOOLREISJE
Het was maandag en iedereen was
vol van het schoolreisje, want we
zouden morgen gaan. Eindelijk was
het dan half vier en de schoolbel
ging. Alle kinderen renden naar huis
om de tassen in de pakken. Mijn
moeder had een lange broek voor
me gemaakt en die mocht ik aan.
's Avonds konden we haast niet in
slaap étomen maar eindelijk was de
ochtend toch aangebroken en zouden
we gaan. Mijn vriendinnetje Tonnie
de Vos was al misselijk voordat we
weggingen. Ik had van mijn moeder
serpentines meegekregen. Toen we
in de bus zaten zat in een mum van
tijd de hele bus vol slierten serpen
tine. Dat was een feestelijk gezicht.
Ik zat helemaal voor in de bus en
daar had ik een mooi uitzicht. We
waren met twee bussen. Alleen de
klassen vijf en zes mochten mee.
Toen we een hele tijd gereden had
den kwamen we bij de boten voor
de rondvaart. We stapten de boot in.
Af en toe schommelde de boot hevig.
Nou dat vonden we fijn. We gingen
langs de grachten en zagen huizen
met klok- en trapgevels. Toen de
tocht was afgelopen moesten we uit
stappen en we gingen de bus weer
in. Nu reden we naar het Muiderslot.
Wat was het daar mooi. Meubels uit
de zestiende eeuw, oude stoelen met
heel hoge leuningen. We zagen ook
mooie schilderijen. Toen we ook dat
weer bekeken hadden, gingen we
met de bus verder naar Valkenveen,
daar was een heel grote speeltuin,
met van alles er in. Daar was een
doolhof. Met ons vieren Jannie Faas,
Jannie v. d. Bos, Yvonne Buisman en
ik, gingen we die doolhof in. We lie
pen en liepen tot we bij de lachspie
gels kwamen. Dat was pas leuk. We
gingen nog naar de schommels, de
wippen en op de glijbaan. Wat heb
ben we daar heerlijk gespeeld. Het
werd tijd om naar huis te gaan en
we gingen weer met de bus verder
naar huis. Thuis moesten we alles
vertellen. Het was toch zo'n fijne dag
geweest.
Anja Smits, Wassenaar. Schrijft me
nog gauw, achter de oplossingen, dat
ze overgegaan is. Fijn Anja!
Ineke Vermeulen, Langeraar, ver
telt over:
MIJN DROOMVERJAARDAG
Op zekere dag was ik jarig. Alle
kinderen zijn dat ook eens in het
jaar en ik was dat toevallig op 26
februari. Natuurlijk gingen we 's mor
gens met z'n allen eerst naar de kerk
en daarna een feestelijk ontbijt. De
kamer en mijn stoel was mooi ver
sierd. Het was gelukkig op een
woensdag dus 's middags mochten
mijn klasgenootjes op het feest ko
men. 's Morgens trakteerde ik op
school, 's Middags kwamen er 26 kin
deren op de fuif. Daar had mijn moe
der niet op gerekend en we kregen
allemaal een halve lolly en een slok
je limonade. Dat was zó op. Mijn
moeder wist raad. We kregen 25 gul
den om lolly's te gaan halen. Omdat
deze bestelling zo groot was, bracht
de winkelier de drie baalzakken met
de auto thuis. We hoefden ze dus
niet te dragen. Toen we alle lolly's
op hadden, was het onderdehand 1
uur in de nacht en te laat geworden
voor de kinderen om nog naar huis
te gaan. We sliepen toen allemaal op
de lege baalzakken, maar we werden
prompt om 4 uur wakker van de kies
pijn. Dat kwam natuurlijk van die
lolly's. De andere morgen stuurde
moeder ons allemaal naar de tand
arts en die had een vreselijk werk
om onze tanden en kiezen weer op
te knappen. Na 3 weken waren onze
tanden en kiezen weer schoon en
mochten we naar huis gaan. We kre
gen de boodschap mee dat we nooit
meer lolly's mochten eten, alleen
drop en pepermuntjes. Gelukkig was
alles maar een droom, want kiespijn
is geen pretje.
Maria Disseldorp, Hoogmade. Zeg
Maria weet je wat je doen moet?
Wel, als je 's zaterdags de kranten-
tuin leest, meteen maar de raadsels
oplossen en schrijven, want op zon
dag komt er meestal niets van. Zou
je in de vakantie niet een aardig
verhaaltje kunnen maken, b.v. over
een heel prettige vakantie dag? Ik
zal eens zien wat je doet. Dag Maria!
Jeannette Bakker, R'veen heeft
ook de oplossingen goed en boven
dien op zulk aardig postpapier ge
schreven.
Peter de Wil, Leiden. Je aardig ver
haaltje over een prettige vakantie
dag, komt na de vakantie aan de
beurt. 'tWas leuk hoor,dat bessen
sap maken. Dus nog even geduld.
ENIGE LEUKE SPELEN
Je kunt ze zelf maken.
Ringwerpspel. Je neemt een plank
je of een stevig stuk karton. Je neemt
10 spijkers en slaat die op willekeu
rige plaatsen in het plankje. Je zet
er nummers by, van 1 tot 10. Je zet
het schuin op de tafel neer, door het
tegen een trommel of een stapeltje
boeken te plaatsen. Vanaf een flinke
afstand probeer je gordijnringen om
de spijkers te werpen. Wie de meeste
punten heeft, heeft het gewonnen.
Het plankje of karton kan ongeveer
30 cm hoog en breed zijn. Je kunt
dit spel ook groter maken en het dan
op de grond, schuin tegen de muur
Haringspel. Dit is een spelletje
waar iedereen aan mee kan doen.
Elk kind knoopt eert touw om zijn
middel, dat tot de grond reikt. Aan
het eind van dit touwtje is een strook
je papier bevestigd, dat de vorm
heeft van een vis. Elk kind moet pro
beren op de vis van een ander te
trappen om hem aldus af te scheu
ren, maar moet er tevens voor zor
gen, dat zijn eigen haring niet wordt
afgerukt. Het kind dat zijn vis kwijt
is, is af. Wie het laatst overblijft is
de winnaar.
VOOR DE MEISJES
Een gebreide bal
Hiervoor gebruiken we kleine rest
jes wol, 11 of 12 restjes, 2 breinaal
den.
30 steken opzetten en eerste naald
recht breien.
2e naald. 22 steken, recht breien,
dus 8 steken laten staan.
3e naald. 14 steken recht breien,
rest laten staan.
4e naald. 14 steken recht breien
plus 1 steek.
5e naald. 15 steken recht breien
plus 1 steek.
Zolang tot er weer 30 steken zijn.
We nemen nu een ander kleurtje.
Weer 30 steken breien;
weer 22 steken;
weer 14 steken;
weer telkens 1 steek meer, tot er
weer 30 steken zijn. Dit doen me
11 of 12 keer, met verschillende kleu
ren. Dan vullen met watten of klein-
geknipte lapjes, dan dicht naaien.
Ziezo de bal is klaar. Juist iets
voor kleine zus of broer in de box.
Klosje breien
Dit kunnen onze kleuters ook al
doen. We hebben er voor nodig een
leeg garenklosje, waarop 4 kleine
spijkertjes geslagen zijn en een ste
vige naald b.v. een stopnaald. Ver
der een restje wol. We steken een
draad wol door het klosje, zó dat
het einde onder uit het klosje komt.
Nu slaan we om ieder spijkertje een
lusje en draaien de draad zó boven
ieder lusje, dat we gemakkelijk het
lusje met onze naald er overheen
kunnen wippen. Het klopje een beet
je draaien en ook doen met het vol
gende lusje. Steeds het klosje draai-
We wensen alle kinderen een fijne
vakantie en veel zon, veel buiten
spelen en natuurlijk ook moeder hel
pen, dan heeft zij ook een fijne va
kantie. Jullie vergeten toch 's mor
gens de H. Mis niet. Met zoveel vrije
tijd voor jezelf, mag Onze Lieve Heer
wel een half uurtje hebben. Daaaag
tot over 3 weken.
TANTE JO EN OOM TOON
Soms zijn deze heel eenvoudig,
maar vaak ook behoorlijk ingewik
keld, waarvoor je dan zelfs boeken
en handleidingen moet gebruiken.
De kikvors, die we nu eens willen
gaan vouwen, behoort nog tot de
middelmatig moeilijke, maar als je
de aanwijzingen goed opvolgt, kom
je er wel mee klaar.
Neem een vierkant stuk papier met
zijdèn van 15 cm. Vouw dit tot een
driehoek (fig. 1). De loodrechte vouw
buigt men zo, dat de zijde tegen de
tafel aanligt. De schuine loopt dan
in de tegenovergestelde richting.
Neem nu 't bovenste vel bij a en
trek het papierhoek tot b, dan heb
je fig. 2.
Keer de zijde, die eerst tegen de
tafel lag, naar boven en herhaal 't
voorafgaande. Buig bij hoek C (fig.
3) beide papiervellen naar de mid
dellijn om, zoals de stippellijn 't
aangeeft.
Doe evenzo bij hoek d en je krijgt
figuur 4. Draai nu weer de onder
kant naar boven en vouw ze net zo
(fig. 5). Vouw de driehoek beneden
de stippellijn op fig. 5 over 't hele
vouwwerk (fig. 6). Strijk de onder
ste driehoek en de beide zijdriehoe
ken zó, dat 't weer uitziet als op fig.
3, met dit verschil, dat de vouwen
een driehoek vormen, zoals je die op
de vierhoek van fig. 7 ziet.
Trek nu de bovenspits van 't bo
venste papierdeel naar je toe en weer
naar beneden. Door de vouwen, die
je net gemaakt hebt, ontstaat dan
fig. 8. Keer de onderzijde van het
vouwwerk naar boven en doe dan net
zo met de tweede bovenste spits-
(punt). Dan heb je fig. 9, die we hier
wat van opzij laten zien.
Vouw de voorpoten van de kikvors
in 2 bewegingen: n.l. trek hoek y
opzij, dan door de beide helften en
buig de punt naar boven. Met 't an
dere been doe je evenzo (fig. 10).
Hef daarna x omhoog en buig het
bovenste deel naar beneden onder
het vouwwerk ('t lichaamlijf) van de
kikvors. Knip dan de achterbenen
als in fig. 11 en vouw ze (fig. 12).
Teken nu de ogen ende kikvors
is klaar! (fig. 12).
VERBOND VOOR VEILIG VERKEER
Beweegbare brut
'N KIKVORS VOUWEN
Geen volk is zo bedreven in de
vouwkunst als de Japanners. Dieren,
bloemen en allerlei andere dingen
vouwen zij op kunstige wijze uit al
lerhande soorten papier. Maar van-
NOG 'N GETALGEHEIMPJE
uit Japan heeft deze vouwkunst zich
natuurlijk ook over andere delen der
wereld verspreid. In de V.S. b.v.
wordt zij tegenwoordig op grote
schaal beoefend en is zelfs aanleiding
geworden tot een niet onbelangryke Seheim weer van2el{ ™or °P«e-
uitvoer van deze knutselartikelen. lost; maar niet slordig te werk gaan!
Trek weer een lijn van 1 naar 2
laar 3 enz. tot 91, en dan wordt 't
Knikkerspel. Hiervoor heb je
nodig een grote, stevige schoenen
doos zonder deksel. In één van de
lange kanten heb je een rijtje uit
hollinkjes gemaakt, zó groot, dat er
net een knikker doorheen gaat. Je
zet nummers boven de gaatjes, zet de
schoenendoos omgekeerd op de grond
en je kunt beginnen. Elke speler
krijgt een even groot aantal knikkers
en werpt op zijn beurt. Wie het
SCHOENLAPPER
MARTJF
15. „De man moet enorm rijk zijn"
overlegde de Sultan bij zich zelf.
„Stellig wacht hij op de kostelijkste
waren. Ik moet hem te vriend hou
den om ook een deel van zijn schat
ten machtig te worden. Eerst echter
wil ik hem op de proef stellen".
Daarom liet de Sultan Maruf ha
len. Nu bezat de vorst een kostbare
parel. Deze was zo groot als een ha
zelnoot en hij had er duizend dinar
voor betaald. „Kun jij me zeggen,
wat deze parel waard is?" vroeg de
Sultan, toen Maruf verscheen.
16. Maruf speelde nog steeds de
rol van de rijke koopman. Hij nam
de parel in zijn hand, woog en be
tastte /hem en antwoordde vervol
gens: „U, die arm zij t, houdt deze
parel stellig voor 'n grote kostbaar
heid. Maar waar ik vandaan kom,
heersen andere maatstaven. Wat
kleiner is dan een walnoot, verdient
daar niet eens de naam van parel.
Ik bezit parels, die 70.000 dinar waard
zijn".
Deze snoeverij en deze getallen
wekten in nog hogere mate de heb
zucht van de Sultan op. „Zijn er ook
zulke kostbare parels bij de .waren
die de karavaan straks voor je zal
aanvoeren?" vroeg hij aan „koop
man" Maruf.