INVLOED VAN DE TELEVISIE
OP DE OPGROEIENDE JEUGD
Alleen voor getrouwde vrouwen is
boodschappen doen in Aragon een feest
Versterking van
gemeenschapszin
DE LKIDSE COURANT
HAM IS ALLEEN TE KOOP IN DE DURE IJSSALON EN PACO'S
Caspe (Aragón)
Ja, boodschappen doen is
hier een feest! Tot deze
ontdekking kom je al heel
vlug, als je een ochtend
met de Aragonese Huis
vrouwen inkopen gaat
doen.
Allereerst valt het je op,
dat de armoede minder
groot is dan zij op het eer
ste gezicht schijnt. Zeker,
in de kleding is er een aan
merkelijk verschil tussen
rijk en arm. In de arme
gezinnen is men heel zui
nig op de zondagse kleren.
Alleen bij heel uitzonder
lijke gelegenheden schaft
men iets nieuws aan. Het
allerlaatste, waar men op
bezuinigt, zijn de maaltij
den. In ieder gezin komt
er minstens tweemaal per
dag een uitgebreid warm
maal op tafel, la comida
(middageten) en la cena
(avondeten).
Daar de huisvrouwen maar
heel weinig vertier hebben
paren zij het nuttige met
het aangename door alle
tijd te nemen voor de
boodschappen. Zelfs als ze
alles in één of twee win
kels kunnen kopen, zullen
ze dat beslist niet doen!
Liefst in zoveel mogelijk
winkeltjes en alles op haar
gemak.
Rijk of arm, in ieder Arago-
nees gezin stelde onze thans
in dat Spaanse land vertoeven
de medewerkster mevrouw
Aline van Loon vast komt
minstens tweemaal per dag een
uitgebreide warme maaltijd op
tafel. Het allerlaatste, waarop
men daar bezuiningt, is het
eten!
Ja, het is een feest om te winkelen in Aragon en te slenteren door oude
pittoreske straatjes.
OOK DE GOEDKOOPSTE WIJN SMAAKT
NAAR ZON DOORDRENKTE DRUIVEN
Bij de visboer is altijd de
meeste drukte. Iedere och
tend is het voor de huis
vrouwen een verrassing,
wat voor soorten vis het
boemeltreintje heeft aan
gevoerd uit de dichtstbij
zijnde kustplaats. Er zijn
sardientjes, inktvissen in
enige soorten en maten,
alsmede veel andere vis
sen en zeegedrochten,
waarvan je als Nederland
se op het eerste gezicht
niet zou zeggen, dat ze
heus eetbaar zijn. Het-
duurt een hele tijd vóór er
eindelijk besloten is, wat het vandaag
zal zijn. Natuurlijk koop je niets zon-
der eerst kritiek te uiten over de
prijzen, ook al liggen deze nog zo
laag.
In ieder winkeltje ontmoeten de
vrouwen vriendinnen en kennissen.
Zo onder het kopen door bespreken
zij alle dorps- en familienieuwtjes. De boodschappenmanden worden tjes zijn van koper en glimmend ge-
Iedereen praat met iedereen. De al tamelijk vol, maar er is nog veel poetst. Aan de lopende band wordt
vrouw van de burgemeester babbelt meer nodig. Olijven, tomaten en kom- er getapt, liter na liter. Zelfs de
met het kleine krantenvrouwtje, dat kommers voor de salade, aardappels goedkoopste wijn is hier nog dieprood
zo volledig in zwarte rokken en om- voor de tortilla en altijd heel veel van kleur en heeft de smaak van
slagdoeken is gehuld, dat je alleen stokbrood en wijn. zon door drenkte druiven. Als er een
nog maar haar gerimpeld gezichtje jn de winkel van de wijnhandelaar vat leeg is, gaat men rustig op klei-
kan zien. is het heerlijk donker en koel. De ne, lage stoeltjes zitten wachten, want
De schoenwinkelier heeft een moes- grote eikenhouten vaten liggen op- pas nadat de wijnhandelaar zelf de
tuintje bij het riviertje buiten het Setast te8en de wanden. De kraan- inhoud van het volgende vat gekeurd
dorp. Hij kweekt daar paprika's.
Daarom prijken er vandaag prachtige
rode en groene paprika"s tussen de
schoenendozen. Natuurlijk heeft hij
ze een paar centimos goedkoper ge
prijsd dan zijn buurman de groente-
man-kruidenier, want hij wil heel
graag zijn nieuwe schoenencollectie
aan de dames laten zien.
Even verderop is het hoeden- en
modezaakje van Senora Carmen. Pa-
co, haar man, is vrachtwagenchauf
feur en uit liefhebberij houdt hij
kippen. De kippenren is op zolder.
Dat is hier gebruikelijk, want onder
de pannen is het veel te warm om te
wonen en bovendien krijgen de kip
pen op deze manier geen kans om
te ontsnappen. Hoe Paco het voor
elkaar krijgt, weet niemand, maar hij
heeft de grootste en lekkerste eieren
van het hele dorp. Men fluistert wel,
dat hij het grootste deel ergens an
ders koopt, want hoe kunnen zijn
kippen zó veel eieren leggen? „Het is
alleen maar reclame voor de hoeden",
zegt de visvrouw, die ook een kip
penhok op zolder heeft. Doch hoe
di tzij, in Carmen's winkeltje is het
altijd even druk. Om eieren te ko
pen en om hoedjes te passen.
MARKTHAM EN WIJN
Alleen als je heel vroeg op pad
gaat, vindt je op het dorpspleintje
nog de boerenvrouwtjes, die een paar
keer per week met haar ezeltjes vol
geladen naar het dorp komen om al
les, wat geoogst is, aan de man te
brengen. Met schelle stemmen bieden
ze haar koopwaar aan en omdat ze
allen zo ongeveer het zelfde verko
pen, beconcurreren ze elkaar bijzon
der fel. Als ze uitverkocht zijn, gaan
ze op haar beurt zelf winkelen. De
korven op de ruggen der ezeltjes
worden volgeladen met brood en an
dere levensmiddelen. Vervolgens
gaan ze op zoek naar manhef, die
meestal de ochtend doorbrengt met
domino-spelen in zijn stamcafé. Vóór
de zon al te fel gaat schijnen, zijn ze
alweer op weg naar huis.
Stomverbaasd is de slagersvrouw,
als je om een onsje ham vraagt. Maar
weet de Senora dat dan niet? Ham
verkopen ze toch alleen in de dure
ijssalon op het plein! Zij verkoopt
alleen vers vlees. De ene dag een
varken. De andere dag een schaap
*>f een koe. Alles gaat voor dezelfde
prijs per kilo weg. Wie het eerst ko
men, kunnen de lekkerste stukjes
uitzoeken!
heeft, gaat de verkoop door. En
steeds wordt er honderduit gebab
beld!
KOPJE KOFFIE MAG NIET!
Iedere dag te winkelen is hier een
feest en een voorrecht, maar uitslui
tend voor de getrouwde vrouwen!
Zelfs een vrouw, die veel personeel
thuis heeft, laat zich het voorrecht
van te mogen winkelen niet ontne
men. De jonge meisjes, die 's och
tends het huishoudelijke werk moe
ten doen, zien al verlangend uit naar
de tijd, dat zij zelf ook Senora, ook
mavrouw zullen zijn. Dan mogen ze
immers meedoen aan dat dagelijkse
festijn!
Tegen twaalf uur krijg ik, als echte
Nederlandse, reuze-zin in een kopje
koffie. Bovendien ben ik doodmoe na
al dat slenteren bij de voor mij bij
zonder hoge temperatuur. Dus nestel
ik me behagelijk op een terrasje in
de schaduw en bestel een kopje kof
fie. De gewoonste zaak van de we
reld, zou je zeggen. Maar neen hoor!
Ten eerste drinkt niemand hier kof
fie vóór het eten en ten tweede gaat
een vrouw hier niet alleen op een
terrasje zitten! In no time staat er
dan ook een drom vrouwen en ^kin
deren voor mijn neus. Ze gapen me
aan alsof ik een wezen van een an
dere planeet ben. Van de koffie heb
ik niet veel geproefd en ik heb maar
gauw gemaakt, dat ik weg kwam.
Om het vertrouwen van de mensen
hier te winnen, is het het beste, zich
zoveel mogelijk bij hun gewoonten
en gebruiken aan te passen. Wie dit
niet doet, blijft altijd een buiten
staander.
Langzamerhand wordt het rustiger
op straat. Alle vrouwen zijn terug in
haar huizen en bezig met de voor
bereidingen voor het middageten. Om
klokslag één uur schrikt iedereen op
door het verscheurende geluid van
een moderne sirene, die sedert kort
bovenop het gemeentehuis prijkt.
Verplichte winkelsluiting! Binnen
vijf minuten zijn alle etalages en in
gangen der winkeltjes afgesloten met
grote luiken. Het dorp schijnt vol
komen uitgestorven. Zelfs nu, begin
oktober, is de hitte om deze tijd van
de dag nog zó groot, dat geen zinnig
mens zich buiten zou wagen.
Zonder al te veel moeite heb ook
ik deze gewoonte aangewend. Een
uitgebreide comida en daarna: Tijd
vopr de siësta voor een heerlijk
middagdutje!
(Bijzondere medewerking)
DE EERSTE TELEVISIETOESTELLEN verschenen
ongeveer zes jaar geleden in Sydney. Thans zijn 77
van de 100 woningen in die stad „uigerust" met zo'n
apparaat Het behoeft wel geen betoog, dat deze zege
tocht van de beeldbuis ingrijpende wijzigingen heeft
veroorzaakt iny het tijdsbestedingspatroon van ouderen
zowel als van jongeren. Vóór de televisie in Australië
debuteerde kon men dikwijls de voorspelling ver
nemen. dat het nieuwe medium het gezins- en ge
meenschapsleven, alsmede de houding der opgroeiende
jeugd in ongustige, althans in ongewenste zin zou gaan
beïnvloeden.
De Australische „Broadcasting Control Board" ver
nam die voorspellingen ook en achtte het zijn plicht,
vast te stellen, hoe de invloed van de televisie op de
adolescent zou zijn. De Board verzocht derhalve de
Universiteit van Sydney om een nauwgezet gedegen
onderzoek in te stellen naar de houding, het gedrag
en de vrijetijdsbesteding van de opgroeiende jeugd
vóór en na de komst der beeldbuis. Het verzoek werd
ingewilligd en een ploeg ervaren onderzoekers ging
aan de slag. Het proefmateriaal bestond uit 619 jongens
Ook in Nederland vragen velen zich af, wel
ke invloed de beeldbuis heeft op de jeugd.
Daarom is het de moeite waard, kennis te
nemen van de feiten en cijfers, die dr. Camp
bell tot de conclusie brachten, dat de voor
spelling „de televisie zal op de jeugd een
verderfelijke invloed uitoefenen" in Australië
niet uitgekomen is.
en meisjes, die vóór de invoering der televisie 12 en 15
jaar waren, en uit 644 jongens en meisjes, enige jaren
na de invoering van de tv., 12 en 15 jaar oud waren.
De resultaten van dit conscienueus verrichte onder
zoek heeft dr. J. W. Campbell verwerkt in zijn korte
t(jd geleden verschenen boek „Television and the
Australian adolescent". Enige cijfers, feiten en conclu
sies willen wij in dit artikel naar voren brengen èn
omdat ze op zich interessant zijn èn omdat ook in
Nederland velen de invloed van de televisie op de
opgroeiende jeugd als een brandend probleem zien.
GEZINSVERBAND VERSTERKT
Aan geen enkele vorm van vrijetijdsbesteding bleken
de „proefkinderen" zoveel te doen als aan beeldbuis-
kijken. Zowel de jongens als de meisjes in de groep
der twaalfjarigen keken 11 a 12 uur per week. De jon
gens van 15 beperkten zich tot iets minder dan 9 uur
en de meisjes van 15 tot ruim 7 uur. Daar dit gemid
delden zijn en er ook proefkinderen waren, bij wie
thuis geen tv-toestel stond, was de voor de beeldbuis-
kijkerij besteede tijd van hen, die thuis wel een
toestel hadden, dus langer dan hier vermeld werd.
Zoals te verwachten was, heeft de televisie andere
vormen van vrijetijdsbesteding, die min of meer het
zelfde bieden, voor een deel verdrongen. De „verlie
zen" uitgedrukt in procenten van de tijdsduur, die
de opgroeiende jeugd vóór de komst der televisie aan
onderstaande vormen van vrijetijdsbesteding schonk
bedroegen:
Concerten, schouwburgen e.d71
Niets doen, rondlummelen, e.d67
Film64
Radio luisteren54
Uitstapjes, tochtjes53
Huishoudelijke bezigheden30
Op bezoek gaan30
Bezoek ontvangen29
Winkelen29
Gezellig verkeer (diverse vormen)27
Godsdienst (kerk, godsdienstonderwijs, e.d.) 24
Lezen20
Kijken naar sportwedstrijden16
De grootste verliezers waren dus muziek, toneel,
„niksen", film, radio en uitstapjes. De kleinste ver
liezers waren godsdienst, lezen en kijken naar sport
wedstrijden. Helemaal geen verliezen leden: Eten,
persoonlijke relaties, reizen, aanvullende studie, Wed
strijdsporten en verenigingsleven. Al met al dus beslist
geen verontrustende verlieslijst, al zal hij de exploi
tanten van concertzalen, theaters en bioscopen wel tot
nadenken hebben gestemd.
De onderzoekers hebben eveneens aandacht besteed
aan de inwerking van de komst van de beeldbuis op
de gezinsverhoudingen. Zij stelden vast, dat reeds vóór
de komst van de televisie de jeugd vertrouwen had in
de ouders en dat de jongeren de normen „van thuis"
in ere plachten te houden. Na de komst van de televisie
zo constateerden zij was de binding van de jon
geren aan de ouders en „thuis" nóg sterker geworden.
De waardering der proefkinderen voor een hecht ge
zinsverband bleek nóg groter te zijn dan in 1956. De
vrees van sommigen, dat de komst der televisie het
gezinsleven en de eenheid van het gezin zou doen
verslappen, is dus niet bewaarheid.
Wij achten dat een heuglijk verschijnsel en velen
zullen dit met ons eens zijn. Dr. Campbell vindt ook,
dat versteviging van de gezinsbanden gunstig is voor
de ontplooiing der opgroeiende kinderen. Maar, zegt
hij vermanend, al te sterk mag de gezinsbinding nu
ook weer niet worden. Opgroeiende kinderen moeten
niet te veel steunen op „thuis". Het gevaar is niet ge
heel denkbeeldig, dat bij een te hechte gezinseenheid
de ouders vinden er recht op te hebben, dat hun op
groeiende kinderen alle vrije tijd met hen doorbrengen
en hun alles vertellen wat zij doen met hun vrienden
en vriendinnen. En de adolescenten zouden (bij een te
sterke gezinsband) wel eens kunnen gaan denken,
dat zij de plicht hebben om zich aldus te gedragen.
Zulk een ontwikkeling zou op de duur schadelijk zijn
voor de ontplooing der opgroeiende jeugd en zou tot
conflicten tussen ouders en jeugd kunnen leiden.
GEMEENSCHAPSZIN VERSTERKT
DE TELEVISIE, zo bleek uit het onderzoek, heeft
de gezinsbanden hechter gemaakt Ook de banden met
de (onmiddellijke) omgeving, de „buurtschapsbanden"
zouden wij ze willen noemen, blijken na de komst
van de televisie steviger te zijn geworden. Uit de ge
sprekken met de proefkinderen bleek voorts, dat er
meer „echte vriendschappen" waren ontstaan dan vóór
de komst van de beeldbuis. Op het eerste gezicht
schijnt dit misschien wat vreemd, omdat de komst der
televisie immers een daling van wat we nu maar
samenvattend zullen noemen het „gezellig verkeer"
(spelen, dansen, praten, bezoeken uitwisselen) tot ge
volg heeft gehad. Dr. Campbell is van oordeel, dat béide
verschijnselen zeer wel kunnen samenhangen, ja, dat
bij minder „gezellig verkeer" de wens om te komen
tot „echte vriendschap" en tot nauwere aansluiting
bij de nabije omgeving (buurtschap) zal groeien. Als
een bron weinig water bevat, waardeert men het water
immers meer dan wanneer hij diep en schier onuit
puttelijk is!
De versterking van de „buurtschapszin" acht dr.
Campbell een gunstig gevolg van de komst der tele
visie, omdat „buurtschapszin" de eerst stap kan zijn
naar gevoelens van gebondenheid met „grotere buurt
schappen", zoals de staatsgemeenschap, het volk, ja,
het mensdom. Anders gezegd: de televsie kan bij
adolescenten zowel de zin voor samenhorgheid als het
maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef stimule
ren. Heeft de televisie ook minder goede dingen ge
bracht? Het antwoord luidt bevestigend. Terecht vra
gen sommige ouders zich af of hun kinderen niet te
veel tijd besteden aan beeldbuis-kijken? Ja, dat komt
voor. Tijdens het onderzoek, ingesteld door de Univer
siteit van Sydney, bleek, dat 4 a 5 procent van de
„proefjongens" van 12 jaar 30 en zelfs meer uren per
week naar het beeldscherm keken. Als ouders derge
lijke overdreven en dus schadelijke belangstelling
constateren, kunnen zy (volgens dr. Campbell) twee
dingen doen. Zij kunnen het toestel voortdurend aan
laten staan en zich dan ongerust maken over hun
kinderen of helemaal geen aandacht schenken aan de
zaak. Zij kunnen echter ook de kijkuren beperken en
hun kinderen de aldus ontstaande vrije tijd op gepaste,
dus op nuttige of aangename manier laten doorbrengen.
De meeste ouders (stelt dr. Campbeel lichtelijk iro
nisch vast) doen het eerste, maar er is gelukkig nog
een handjevol ouders, die opmerkelijk goede resultaten
bereiken door beperking van de kijktijd.
Dr. W. J. CAMPBELL,
lector man de Universiteit van Sydney.