BhSHHHH
Bont tafereel van opperhoofden,
wilde stieren, aardige meisjes en
HET TOVERWOORD RODEO ONTKETENF
ALLER KRACHT
kinderen,
kalveren
DE LEIP8CHE COURANT
JONGE BLOEDINDIANEN
BEVECHTEN WILDE PAARDEN
wordt en allen, die zioh opwerpen als
zijn berijder, in het zand doet bijten.
Zo'n paard kan dan zeker zijn van
die bewondering van iedereen, die de
rodieo bijwoont.
Ruiters zijn zij, die jonge Bloed-
Indiianen, ruiters naar hun aard! Ve
len hunner werken thans ails cow
boy op de grote veeboerderij en. Ook
„door de week" hebben zij dus vod-
op gelegenheid om te rijden, maar
dat is toch wel iets anders verze
kerde men ons dan rodeo-rijden.
Niet alleen de jonge rodeo-ruiters,
ook het rodeo-publiiek is horse-min-
ded. Eoht paardenvolk! Dit geldt zo
wel van de opperhoofden waarvan
sommigen in Indiaanse staatsiekledij,
anderen „in burger" gestoken zijn
als voor die kinderen en de vrouwen,
die de verrichtingen der paarden en
ruiters gespannen en aandachtig vol
gen.
Er staan op de meeste rodeo-pro
gramma's twee punten, die misschien
meer doen denken aan een circus
voorstelling dan aan een ruiterfeest.
Die punten zijn: 1. Wilde stieren te
berijden; 2. Kalveren met de lasso
te vangen. Zo'n wilde stier ver
telde een oude Indiaan ons is
moeilijker dan drie broncs samen.
Wie zo'n stier de baas blijft, verdient
als ruiter ieders hulde. En het vangen
van kalveren? Och (zei de Indiaan)
daar is natuurlijk niet veel moed
voor nodig, maar wel moeten de rui
ters bijzonder behendig zijn met de
lasso's en moet het samenspel van
paard en ruiter bijzonder goed en
soepel zijn. Zo'n kalf maakt immers
de meest onverwachte bewegingen.
De boys vinden het echter aardig
werk, dat vangen van kalveren, en
het publiek geniet van, zo'n lasso
demonstratie.
Gevaarlijk!
Wie van paarden houdt, kan ge
nieten van die aanblik, die de in
kralen verzamelde broncs bieden.
Prachtige, vurige, temperamentvolle
Om een kalf met de lasso te 1
vangen is niet veel moed nodig,
maar wel moet de ruiter vaar-
dig zijn met het touw en een
man, die zijn paard ten volle
beheerst. i
paarden zijn het. De jonige B'loed-
Indianen inspecteren van achter de
omheining de dieren en kiezen hun
rijdier uit. Dan gaan zij de kraai bin
nen en vangen in die regel met de
lasso de paarden, waarop zij hun
rijkunst willen vertonen. Die vangst
in de kraal is het eigenlijke begin
van de strijd tussen man en paard.
Is zo'n rodeo een gevaarlijk spel?
Als wij dit vragen en het woord „le
vensgevaarlijk" op de lippen nemen,
antwoordt onze Indiaanse buurman1:
Nu ja, er is wel gevaar bij, maar
kfleine blessures zijn gemakkelijk te
verhelpen en als er eens iets ernstigs
gebeurt, nu, dan is er altijd een dok
ter bij de hand. Weet u, vroeger was
dat anders. Onze overgrootvaders de
den minstens zulke halsbrekende toe
ren als nu de rodeo-ruiters. Maar
voor hen was het ernst en er was
nooit een arts in de buurt, als er ge
vochten werd tegen vijandige stam
men of bleekgezichten. Edgenlldjk is
zo'n rodeo nog maar een zwakke
echo van wat vroeger gebeurde, toen
de Bloed-Indianen nog heer en mees
ter waren ..p de prairie. Maar ja,
we hebben nu toch Tom Drie-Per
sonen (Ton Three Persons), die we
reldkampioen broc-rijder werd!
Terwijl hij dit zed, viel een Bloéd-
Indiaan van zijn bokkende bronc. Een
jonge Indiaanse in onze buurt grin
nikte, toen zij het zag. „Grijze Duif",
zei onze gesprekspartner, „vroeger
zou geen vrouw het gewaagd hebben
te lachen om een krijger!"
„Oom", antwoordde de jonge In
diaanse, die beslist niet vrij was van
moderne smetten, „vroeger is thans
voorbij
best tijdens een rodeo. Van tijd tot
tijd organiseren de BLoed-Indianen
namelijk ruiterfeesten, die zij rodeo's
noemen. Zo'n rodeo is een ruiter
feest, een ruiterwedstrij d en een cir
cus tegelijk. Men kan dan de ge-
durfdste en knapste staaltjes van rij
kunst zien. De opzet is, wilde of half
wilde paarden „broncs" zeggen de
Bloed-Indianen te onderwerpen.
Zo'n onbereden paard is een leven
de combinatie van vurigheid, kracht,
eigenzinnigheid, onafhankelijkheids-
wil en bokkesprongenneigingen! Maar
toch komt uit het gevecht van man
en paard de jonge Bloed-Indiaan in
de regel als overwinnaar te voor
schijn. In de regel! Het komt echter
ook voor, dat een paard kampioen
(Bijzondere medewerking).
Hun martelpalen en scalpeer-
ilpessen zijn weggeborgen in
musea, maar hun paarden zijn
nog steeds de trouwste kamera
den van de Bloed-Indianen.
Heel duidelijk blijkt dit, als de
jonge krijgers tijdens een rodeo
wilde en half-wilde paarden
bevechten met het doel, de die
ren tot helpers en vrienden van
de mens te maken.
In de zestiende eeuw veroverden
en bezetten de Spanjaarden het Mexi
caanse rijk. Het ging in die tijden in
Mexico zeer Spaans toe, zó Spaans
dat zowel de Mexicaanse staat als de
Mexicaanse beschaving praktisch ge
sproken verdwenen.
Het paard was in de zestiende eeuw
een onbekend dier in Amerika. De
Spaanse ruiterij was, uiteraard, be
reden, zodat de Spaanse cavaleristen
de importeurs werden van het paard
in de Nieuwe Wereld. De Spanjaar
den vernietigden een Amerikaans
rijk, Mexico. Hun ruiters kwamen
wiet veel noordelijker dan de Mexi
caanse grenzen. Hun paarden echter
wel. Deze dieren bereikten de Noord-
Amerikaanse prairiegebieden. De In
dianen daar werden al spoedig uitste
kende ruiters. En toen zij eenmaal
bereden stamformaties hadden, waren
zij m staat om ten noorden van Mexi
co nieuwe rijken te stichten. Het
paard zei een historicus eens
herstelde wat de Spanjaard verniel
de!
Onder de Indiaanse ruitervolken
namen de Zwartvoeten e§n belang
rijke plaats in. Die „Zwartvoeten"
omvatten de stammen der Söksika
(eigenlijke Zwartvoeten), der Kaipah
(Bloed-Indianen) en der Piegan. De
Bloed-Indianen waren van deze drie
groepen het krijgshaftigst en de bes
te ruiters. Met de Siksika en de Pie-
gans beheersten zij een territorium,
dat zioh uitstrekte van het Rotsge
bergte tot in Montana en diat de hui
dige Canadese Provincies Saskatche
wan en Alberta geheel omvatte. Dat
zij dit reusachtige prairierijk konden
beheersen, dankten zij aan hun paar
den, want deze viervoeters maakten
hen voldoende bewegelijk in de oor
log. Het wekt derhalve geen ver
wondering, dat het paard bij al'le
Zwartvoeten en vooral bij de BILoed-
tndianen hoog in ere stond. Dit bleef
■o ook nadat de .blanke kolonisten
De wilde paarden, bijeengedre
ven, zullen zich straks met de
cowboys meten, als de jonge
Indianen de dieren de baas zul
len willen blijven.
Ja, bokken doet zo'n bronc of
wild paard geducht, maar de
meeste Bloed-Indianen blijven
hun rijdieren toch de baas.
de rode krijgers verslagen en van
hun rijk beroofd hadden.
De glorie van weleer is nog heden
levende glorie voor de Bloed-India
nen. En evenals hun voorzaten zijn
zij ruiters in de beste zin des woords.
Man en paard!
Dat dit geen overdreven kenschet
sing is, bemerkt men wellicht het
Vol spanning en kritiek bekij
ken de jonge Indianen de paar
den, waarmede ze weldra hun
zadelvastheid zullen moeten
vertonen.