Waar komt de Paashaas eigenlijk vandaan SCHOONMAAK EN MEIBOOM LOTEN VAN DEZELFDE STAM VELE SPELLETJES MET PAASEIEREN ZATERDAG 13 APRIL 1863 DE LEIDSCHE COURANT PAGINA 12 er, afgezien van dennen, in ons land immers gewoonlijk niet veel bomen met een groene bladerkruin te vin den. TXe Franse revolutie heeft tal van oude, ten dele gekerstende volks gebruiken verboden. De „verlichte" inzichten deden godsdienst en folk lore gelijkelijk als bijgeloof af. Zul- bloed waar het niet gaan kan. De meiboom verdween. Er kwam echter Het planten van de meiboom, naar een kopergravure van Gerrit de Broen uit het einde van de 17e eeuw en getiteld „De lente". een „vrijheidsboom" voor in de plaats: óók een versierde boom waar bij de bevolking vrolijke dansen uit voerde. Opnieuw konden stads- en ke uitbundigheden als het carnaval en sommige rumoerige paas- en pink- stergebruiken heetten in strijd met OOK HANEN, VOSSEN EN OOIEVAARS LEGGEN PAASEIEREN Door de schoonmaak, door het het betrekken Ta^rn'nieuwe ZELFS DE LEGENDE VAN WILLEM TELL woning drukken wij in het f nleuwreven "n IS ER IN DE VERTE MEE VERWANT QMSTREEKS deze tijd JTTW van het jaar maakt ft zich van onze Neder- landse huisvrouwen weer de schoonmaak- i woede meester. Mannen i kunnen er over moppe- f ren of glimlachen. Te gen het verschijnsel xelf, dat zich voltrekt met de onweerstaanbare f kracht van een lawine of een aardbeving, staan zij machteloos. Zover zij folkloristische belang- stelling hebben, trekken zij zich wellicht in een hoekje terug met een j boek over paas- en pinkstergebruiken, waarbij het plaatsen van de meiboom een grote rol speelt. Zijn ze meer historisch aange- j legd, dan laten zij de f bewogen tijd van de 1 Franse Revolutie aan zich voorbijgaan, toen (ook in ons land!) het opgezweepte volk uit gelaten om de vrijheids- boom danste. Misschien P geven zij echter de voorkeur aan het toneel en lezen zij nog eens Schillers drama van Wilhelm Teil, de Zwitserse vrijheidsheld die trots wei gerde eerbied te betonen aan de hoed van de tyrannieke landvoogd Gessier. TT vindt, dat wij wel wat van de hak op de tak springen? Volstrekt niet. Meiboom, schoonmaak, vrij heidsboom en hoed van Gessier zijn letterlijk en figuurlijk van dezelfde stam. Wij zouden er zelfs nog de ver- huisdrang bij kunnen voegen, die zich vóór de oorlog in het voorjaar van duizenden brave Nederlanders mees ter maakte. Vooral op 1 mei werden de verhuisondernemingen er door tot vertwijfeling gebracht. Want verhui zen op een andere datum scheen ve len eenvoudig ondenkbaar. Alleen door de woningnood is dat tegen woordig anders geworden. Naar christelijke opvatting is Pasen het feest van de Opstanding. In de volksgebruiken, die ook hier tot ver in een heidens verledens terug blij ken te gaan, geldt Pasen vooral als het feest van de lente. De parallel is duidelijk: Pasen is de belofte van nieuw leven. En symbolisering van dit nieuwe leven in de vorm van de „meiboom" is door heel Europa in de folklore terug te vinden, Voor de primitieve mens was een boom altijd het zinnebeeld van de kracht. „Een boom van een kerel", zeggen wij nog. In de legende die de volksmond om de figuur van Willem Teil heeft geweven, laat de despoti sche landvoogd Gessier een paal (boom) plaatsen als symbool van macht. En hij laat er zijn hoed bo venop zetten, om uit te drukken, dat hijzelf de belichaming van die macht is. TTe Fransman Lévy-Bruhl maakte de gebruiken bij primitieve vol ken tot onderwerp van een uitgebrei de studie. Hij verhaalt van een stam hoofd in Rhodesië, dat ernstig ziek werd. De medicijnman van de stam liet een boom omhakken en naar de hut van het stamhoofd brengen. Uit die boom zou de stervende nieuwe levenskracht toevloeien. Dat gebeur de volgens de waarneming van de eenvoudige negers inderdaad, want het stamhoofd genas. Bij het dansen om de meiboom zien wij eigenlijk iets dergelijks. Na de winter, die algemeen in het volksge loof vervuld is van gedachten aan de dood, doet de dorpsbevolking by de meiboom nieuwe levenskrachten op. Die gedachte komt ook tot uiting in het uiterlijk van de boom, die men als „meiboom" benut. Vaak kiest men er een den of een spar voor, omdat deze bomen altijd groen blijven en daardoor het eeuwige leven symboli seren. Heel vaak echter is de mei boom een loofboom. Maar dan zijn bijna alle takken er afgehakt en laat men alleen aan de top een stukje van de bladerkroon over. Op die wijze wekt de meiboom de indruk, nog maar pas aan het uitbotten te zijn: nieuw leven! Commige volksgebruiken met be- trekking tot de meiboom zijn niet met zekerheid te verklaren. Vaak moet de boom bijvoorbeeld gestolen worden om in de ogen van het volk waarde te hebben. Dat is bijvoorbeeld het geval met de Valkenburgse mei boom. Jonge mannen roven een boom, jonge meisjes sieren hem op. Als verklaring is wel aangevoerd, dat de primitieve mens juist aan gestolen voorwerpen bijzonderetoverkracht toekent. In Noorbeek haalt men zijn meiboom over de Belgische grens, waarna hij, met alleen een groene top en overigens van alle takken ont daan, als Brigidaboom tot volgend Pa sen voor de kapel van de Heilige Bri- gida blijft staan. De bevolking van Denekamp haalt de meiboom plechtig uit het bos, maar verbrandt hem daarna in het paasvuur. Ook elders, zoals bijvoor beeld in Deventer, wordt of werd de boom na het feest verbrand of in het water gegooid. Op Terschelling en Schiermonnikoog is de meiboom geen paas-, maar pinksterboom. Boven in de boom is een mand met een haan Een echte, die bovendien gestolen moet zijn. De haan is het dier dat met zijn gekraai de nieuwe dag aan kondigt. In dit geval: het nieuwe, jon ge leven. De naam „meiboom" drukt trouwens al uit, dat d3 dans om de levensboom in noordelijke streken veelal van Pa sen naar Pinksteren is verschoven. Op klimatologische gronden, mag men aannemen. Omstreeks Pasen z(jn de menselijke waardigheid en werden niet langer toegestaan. Maar volgens de oude volkswijsheid kruipt het dorpsbewoners nieuwe levenskrach ten putten uit een boom, al werd die vernieuwing door de voormannen der Franse revolutie dan ook in een an der gewaad gestoken: dat van een vernieuwing van het maatschappelijk bestel. Symbolen van nieuw leven zijn na tuurlijk ook de bomen die op open bare pleinen worden geplant bij de geboorte van een vorstenkind. En menige particulier plant in zijn tuin een jonge boom ter gelegenheid van een stamhouder. Zonder dat men er zich omstandig rekenschap van geeft, leven op deze wijze heidense tradi ties tot in onze dagen voort. Maar het verband met de schoon maak? In vele streken steken de jon gelui zich voor de traditionele dans om de meiboom van top tot teen in nieuwe kleren. Alleen „op hun Paas- best" menen zij werkelijk de algehele levensvernieuwing uit te drukken. Maar nieuwe kleren alleen zijn niet overal voldoende. Thuis wordt alles netjes opgeruimd, nieuw geschilderd, behangen en g >wit. Men begint wer kelijk een „nieuw leven", ook in zijn dagelijkse omgeving. De „grote schoonmaak" heeft in oor sprong precies dezelfde strekking. Waarom zou hij anders juist in het voorjaar moeten worden gehouden? De meeste huisvrouwen vinden het helemaal niet nodig, haar voorkeur voor dit tijdstip te verklaren. Het is schoonmaaktijd en daarmee uit! Maar de rationele figuren leggen uit: „De kachel is een bron van stof en vuil. Wij gaan schoonmaken als de kachel wordt opgeruimd". Dat klopt hele maal niet. Meestal drijft een atavisti sche lentedrang de vrouwen al tot de schoonmaak, als de kachel nog lang niet kan worden gemist. En in gezin nen met centrale verwarming vindt de schoonmaak niet op een ander tijdstip plaats dan in gezinnen met een ouderwetse kachel. Klaarblijkelijk gaat het bij de schoon maak, precies als bij de dans om de meiboom, om de menselijke behoefte, „een nieuw leven te beginnen". Dat is op heel in het oog lopende wijze het geval bij de voorjaars-verhuizingen van de vroegere generatie. In een nieuwe woning heeft men immers heel sterk het gevoel, een nieuwe le vensfase in te luiden! OP PAASMORGEN MAAKT DE ZON DRIE SPRONGETJES XT'AN alle folkloristi sche paas-attributen is het ei ongetwijfeld het meest verbreid. Mis schien raken vele volks gebruiken in onze nuchtere en haastige tijd hoe langer hoe meer in het vergeet boek. Maar ook in Ne derland zijn ongetelde duizenden er niet mee tevreden, een in zilver papier gewikkeld cho colade-ei van de ban ketbakker te betrekken, maar kleuren en versie ren zij hun eigen „ech te" paaseieren. Het is nog niet eens zo onver standig, dat dit dan ge beurt met moderne, speciaal voor dat doel gekochte, gif vrije kleur stoffen. Zo mooi als in sommige streken van Duitsland hebben wij in Neder land echter de kippeeie- ren nog nooit zien ver sieren. Natuurlijk kent Nu de paashaas met een mandje vol kleurige eieren op zijn rug weer in ontelbare banketbakkersetalages pa radeert, van suikergoed, van chocola, van plastic of van papiermaché, nu diezelfde paashaas ons van ontel bare prentbriefkaarten aanstaart met zijn grote, goedige, een beetje dom me ogen, vragen velen zich misschien tussen het nuttigen van hun paaseit jes door wel eens af, waar dit in bio logisch opzicht allerwonderlijkste dier eigenlijk vandaan komt. Er zijn heel wat meer of minder we tenschappelijke theorieën over de paashaas opgesteld, maar weten schappelijke zekerheden zyn daar niet bij. Wy moeten het stellen met waarschijnlijkheden. Over één ding is natuurlijk niemand in het onge wisse: paashaas en paaseieren hebben met de christelijke belevenis van Pa sen als feest van de Opstanding niets te maken. Hoogstens mag men van een ver verwijderde, heidense paral lel spreken. Het ei is een vruchtbaar heidssymbool, dat in tal van (in oor sprong heidense) volksgebruiken een rol speelt. In het bijzonder in de len te, als zich overal in de natuur nieuw leven aankondigt. Allerlei dieren die de primitieve mens in het* voorjaar door hun levendigheid opvielen, wer den eveneens tot symbool van dat vernieuwde en verjongde leven. De gewoonte om paaseieren te kleu ren en te versieren is oeroud. Wij kunnen ons voorstellen, dat nieuws gierige kinderen wilden weten, waar die ongewone eieren vandaan kwa men, die toch onmogelijk door alle daagse kippen konden zijn gelegd! De volwassenen knoopten voor een re delijk klinkend antwoord op die las tige kindervraag het éne lentesym bool aan het andere. Wonderlijke eie ren moesten een wonderlijke oor sprong hebben. Zo kwam het verhaal in de wereld, dat de paashaas paas eieren legt. Het schichtige dier heeft daarvan overigens in de volksverhalen niet het monopolie. In Beieren en in Oos tenrijk kijkt men er de haan op aan, die dan voor één keer in het jaar de kippen concurrentie aan zou willen doen, om te laten zien, dat hij het nog beter kan dan zy! In sommige streken van Duitsland is de vos het dier dat de paaseieren legt, in andere de ooievaar of de koekoek. In de li teratuur gaat de geschiedenis van de paashaas tot de 16e eeuw terug, maar men neemt vrij algemeen aan, dat hij in de volksgebruiken al vele eeuwen eerder van zich deed spreken. Die ge bruiken leven voort in allerlei vor men van gebak, waarbij een haas van deeg soms met een echt ei tot een wat wonderlijk geheel wordt samen gevoegd. Pasen als lentefeest vindt men over al in Europa in de volksgebruiken terug. In allerlei vormen verbeeldt men daarbij allegorisch de strijd tus sen zomer en winter. In de omgeving van Heidelberg kent men nog de zo genaamde .Sommertagszug". In de dorpen draagt men in optocht een stroman naar buiten die de winter voorstelt en die onder algemeen ge juich verbrand wordt of in het water gegooid. Ook hier is de heidense oor sprong van het volksgebruik gemak kelijk te herkennen. De volksgebruiken op en omstreeks Palmzondag echter knopen wel dege lijk bij het evangelie en bij Jezus' in tocht in Jeruzalem aan. In vele de len van Duitsland bewaart men voor dit grote feest zorgvuldig een levens grote .palmezel" van hout, die wordt meegevoerd ln een optocht waaraan de gehele dorpsbevolking deelneemt. Pasen gaat als geen ander feest met een overvloed van kleurige volksgebruiken gepaard. In Zuid-Duitsland „sterven de klokken" en ze worden tijdelijk vervangen door ratels. De „Paaswielen" die men in Westfalen brandend van een helling laat rollen, leveren een fantastische aanblik. In Schwa- benland doet oud en jong mee aan „Eierschieben" en eitje- tikken. Eierrollen of eierschuiven is een spel dat met een men allerwegen spina- schuin opgestelde plank wordt gespeeld en dat ziesap en een aftreksel floor de schommelende gang van de eieren vaak van uien als natuurlijke een onverwachte wending neemt, verfstoffen om de eie ren groen, geel of bruin te kleuren. En in sommige dorpen wryft men de eieren met spekzwoerd .in, waardoor ze prachtig gaan glimmen. De werkelijke eiersierkunstenaars plakken echter grashalmen en kleine blaadjes (bijvoorbeeld klaver) op de eieren en dompelen ze pas daarna in het kleurbad. Als de opgeplakte be standdelen later zijn losgemaakt, blij ken er op de gekleurde schaal in wit ve middelen waarvan de holbewoner de prachtigste figuren te zijn uitge- van de prehistorie zich bediende: door spaard. Een moderne variant van dit twee volmaakt droge stukken hout procédé bestaat in het aanbrengen heel lang tegen elkaar te wrijven, tot .van tekeningen met gesmolten was. ze door de hitte ontbranden. Of des- Na de onderdompeling in het kleur- noods met behulp van vuurstenen, bad krabt' de eierkunstenaar de was rnaar dan met „echte", uit de natuur, van de eierschaal en ook Tiier is het en niet met de synthetische dingetjes resultaat een fraaie witte tekening die wij in onze aansteker met ons op een effen gekleurde achtergrond, meedragen. Aan het aldus gemaakte „nieuwe guiten onze grenzen bepaalt men Vuur" kent het volksgeloof een reini- zich overigens niet tot Tiet meer gende, genezende en ook inspireren- of minder fantasierijke kleuren van de kracht toe. Paartjes, die hun liefde de eieren alleen. Er zijn landen waar door de verwanten gedwarsboomd men de eieren „aankleedt", ja, er een zien, springen door een vuurtje van hele pop van maakt. Soms ook wor- „nieuwe" vlammen en tien tegen één den de eieren beschreven: met grap- komt het dan allemaal in orde! Vroe- pige ulevel-rijmpjes, met vrome ver- ger geloofde men in Burgdorf zelfs maningen, of met toespelingen op de algemeen, dat ook de zon op de eerste hebbelijkheden van hem of h^aar die paasmorgen aan de horizon drie geacht wordt het ei te zullen oppeu- vreugdesprongetjes maakte, alvorens zelen. Op het platteland, waar eieren definitief op te gaan. In heuvelachtig minder kostbaar zijn dan in de grote land valt het niet mee, dé horizon stad, blaast men wel eens eieren uit. te vinden. Cynische lieden schrijven Door een gaatje dat niet groter mag daaraan de hardnekkigheid toe van zijn dan voor het doel strikt nood- het geloof in die springende zon. zakelijk is, brengt men een dun op- „Naar Emmaus gaan" is in Schwa- gerold strookje papier in de lege benland de term voor de traditionele schaal. In Saksen, Wurtemberg en an- wandeling op de ochtend van de eer dere streken van Duitsland waar dit ste Paasdag. Het doel is daarbij on- gebruik bewaard bleef, dienen zulke veranderlijk het naburige dorp. De „correspondentie-eieren" uitsluitend wandeling is strikt individueel, geen voor het uitwisselen van tedere ge- optocht. Boeren trekken na de kerk- voelens tussen gelieven. dienst het dorp uit, kijken eens hoe miHo ihet er met hun akker voorstaat en ^ïündoMarïa#' en fet volksle gaan dan d°°r naar het dienstbijzyn. bruTwü dat die Iroene kllur nie de dorp in de 01 'gevillg- Niet zelden allien Mi het vSvfl Taar ook bi moeten zij daa™oor een tocht van aueen by net verven, maar ook bij vele kjlometers maken en het wordt te'pi? w™dttebr1c°hPt "eefdal hun daarom niat gaduid' dat z« bijvoorbeeld fpfnazt de ei Vindingrijke koks schiepen voorts P.f g binnengaan, tal van toepasselijke gerechten. Tra- Als ?et weer meewerkt, dromt de be- ditionele paaskost zijn de zogeheten volking bij die herberg samen om er „Maultaschen" of „Maulschellen": te kijken naar allerlei eierspelen. Vol- van deeg gemaakte, eivormige zakjes, wassenen beoefenen er hetzelfde die met spinazie worden gevuld. De ..eitje-tikken' dat wij uit onze jeugd voorliefde van groen is in dit ver- we^ kennen. Maar het gaat niet al- band stellig niet toevallig. In de ,een om het sPel» maar terdege om volksgebruiken is Pasen vooral het de knikkers. Of juister: het gaat niet lentefeest en het jonge groen neemt aJleen om het tikken, maar om de daarom een centrale plaats in. eieren. Want wie zijn ei heel weet te ,T i houden, mag het ingedeukte ei van Paasvuren kent men ook in Neder- zijn tegenstander als buit opeisen. Jfronoïo Pi St' uf1" In sommige dorpen prikt men met vreugde al met het byeenbrengen een muntstuk in het ei, dat de ander van het brandbare materiaal In Oos- in de vuist gekiemd houdt. Blijft de gebeurt dat munt met één prik in het ei steken, iï0 2» SS?' i A1" dan is dit ei tot goede buit verklaard. Jppr pn w, Hip°« t ïïf8* Luk* de prik niet, dan is het munt- teer en stro in die optocht mee en s^uk verloren wie zich niet meer tot de jeugd mag rekenen, staat langs de weg toe te kijken. In Westfalen stelt men zich met een laaiend, maar aan de plaats gebonden vuur niet tevreden. Daar maken de dorpelingen van gevlochten takken grote vielen met vier spaken. Deze wielen zijn doorgaans twee meter in middellijn en worden met stro om wikkeld. Is h tijdstip van het paas vuur gekomen, dan steekt men het ene wiel na het andere in brand en laat het van een glooiende weide naar beneden rollen. Vooral op een don kere, sterrenloze avond is het een Verreweg het meest beoefende eier- fantastisch gezicht, een half dozijn spel is het „Eierrollen" of „Eierschie- yan zulke vlammende wielen de hel- ben", waarvan de regels verre gelij- ling af te zien gaan. kenis vertonen met het Franse „jeu de boule". Men laat de eieren langs Vr'ist u, dat er oud en nieuw vuur een schuin opgestelde plank omlaag bestaat? In vele streken is de be- rollen en de waggelende gang die de volking er nog altijd van overtuigd, ovale dingen daarbij aannemen, geeft dat het vuur jaarlijks (en dan na- aanleiding tot veel hilariteit. Nie- drukkelijk in de paastijd) moet wor- mand kan er immers zeker van zijn, den vernieuwd, omdat het oude vuur dat zijn ei terecht komt waar hij het niet langer in staat is, ziekten en on- had willen hebben. Jongelui, maar gevallen te weren. „Nieuw vuur" ook grijze mannen met baarden kun- moet als het ware uit het niets wor- nen uren met dit eierrollen zoek den gemaakt, met dezelfde primitie- brengen De „palmpaas", een stok waarop een haantje van brooddeeg met fruit en vlaggetjes is opgesierd, schijnt in de volksgebruiken op te treden als rem- plagant van de palmtak, waar gewo ne stervelingen in onze streken na tuurlijk niet zo gemakkelijk aan kun nen komen. Overigens heeft het bijgeloof zich in allerlei streken ook van die palm takken en palmpasen meester ge maakt. Ze worden in een hoekje bij de deur of in de stal neergezet, be schermen daar de bewoners van het huis tegen ongelukken en het vee te gen ziekten. Een merkwaardige legende leeft voort in de zuidelijke streken van Duitsland, onder meer in het Schwarzwald en in de Beierse Alpen. Men vertelt daar, dat de kerkklokken op Witte Donderdag sterven, hun plaats in de klokketoren verlaten en een bedevaart naar Rome onderne men. Zaterdag vóór Pasen zijn ze dan weer terug, herboren en gereed om het feest van de Opstanding letterlijk en figuurlijk in te luiden. Op Goede Vrijdag zwijgen de klok ken. Ze zijn immers weg! In hun plaats draagt de dorpsbevolking gro te ratelkasten aan. Die „Ratschen" zijn gemaakt van een flinke kist zon der deksel, waar een soort houten wals met uitstekende latjes in kan ronddraaien. Het geheel heeft veel gelijkenis met een speeldoos, alleen brengt zo'n ratelkast geen melodie voort. In sommige dorpen hijst men de ratelkasten op een hoog voetstuk of zelfs in de klokketoren. Daar ver vangt de ratel, die tot ver in de om trek te horen is, dan de „afwezige" klokken. De paashaas legt paaseieren! Voorbeelden van traditionele paas- produkten van dorpsbakkers, waarbij een echt el in het deeg wordt ge drukt. Er zijn ook streken waar de grote ra telkasten worden aangevuld met tal rijke kleine ratels en met kleppers. De jeugd rekent het zich tot een plicht, met dergelijke ratels uitgerust luid klepperend door het dorp en langs de daarbuiten gelegen boerde rijen te trekken, om iedereen ter ker ke te roepen. Dat is vooral in Zuid- Duitsland een veel voorkomend ge bruik. Ook noordelijker, in de buurt van Hessen en in Saksen, kent men soort gelijke „Klapperumzüge", maar het oogmerk is er wat meer materialis tisch. De jongens vragen al ratelend om eieren, koek, of geld en wie niet vrijgevig genoeg blijkt, kan rekenen op een langdurig, oorverdovend ratel- concert. ln Baden trekt de jeugd rond in groepjes van zes. Niet meer en niet minder, want elk van deze zes ver vult de rol van een met name bij de gehele bevolking bekend figuur uit de volkslegenden. Al ratelend beeldt het zestal de strijd tussen zomer en winter uit, waarbij de winter natuur lijk ten slotte het onderspit delft. Na de voorstelling gaan de kinderen van nuis tot huis om hun beloning op te eisen. Ook hier verwachten en krij gen zij eieren, koek en muntstukjes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1963 | | pagina 20