In de Krantentuin
Het knutselhoekji
ZATERDAG 12 JANUARI 1963
DE LEIDSCHE COURANT
PAGINA 9
De schaatswedstrijd
't Vroor dat 't kraakte.
De sneeuw, die als een flinke laag op
de weg lag, knispte onder de voetstap
pen. De kinderen op het schoolplein
hadden frisse, gezonde kleuren. Het
was ook fijn om op de schaats of al
glijdend naar school te gaan
De schoolbel luidde en de jongens
stoven in de rij. In de vrieskou zag je
de adem over de rijen dampen.
In de zesde klas was het een beetje
roezemoezig, de jongens hadden ge
hoopt op een middag ijsvrij. Niets daar
van. Mijnheer begon onmiddellijk met
het gewone gebed. Daarna kwamen de
leesboeken voor de dag en alsof 't zo
moest zijn, er was vandaag een les van
sneeuw- en ijspret aan de beurt. Een
paar jongens kregen een beurt en toen
begon mijnheer:
„Zeg jongens, ik ben gisteravond op
een vergadering van de ijsclub geweest
en als het weer zo blijft, -vordt er voor
a.s. woensdag een wedstrijd in 't hard-
schaatsen uitgeschreven. Wie heeft er
zin om mee te doen?"
Verschillende vingers gingen omhoog.
Ja, bijna allemaal.
„Mooie prijzen mijnheer?" vroeg
iemand.
„Ja, verschillende prijzen. Een paar
rolschaatsen of een complete verfdoos,
zijn de hoofdprijzen".
Nou dat was de moeite waard. Er
waren nog twee avonden om te oefe
nen. De jongens konden hun gedach
ten haast niet meer bij de lessen hou
den. Uiterlijk woensdagmorgen konden
ze zich nog opgeven.
Om 4 uur stoof iedereen naar huis en
dan naar het ijs om te oefenen. Met
man en macht werd er een flinke baan
geveegd en toen begonne- ze.
Bert van Veen, één van de jongens,
maakte een goede kans. Hij was een
flinke schaatsenrijder en in vergelijking
met zijn vrienden, was hij een van de
snelsten.
„Vader, wilt u mijn schaatsen van
avond wat bijslijpen en nazien?" vroeg
hij 's avonds. In geuren en kleuren ver
telde hij van de wedstrijd met mooie
prijzen.
„Nou joh, die rolschaatsen zijn niet
gek", zei moeder omdat ze wist dat
Bert die zo graag had. Zi stonden bo
venaan op zijn verlanglijstje met Sint
Nicolaas, jnaar omdat het gezin zo groot
was, kon zo'n groot cadeau er niet af.
Het hele gezin leefde mee, ook Ge
rard. Gerard was een ongelukkig
broertje, even jonger dan Bert. Hij had
kinderverlamming gehad en zat nu met
lamme benen in een rolstoel. Vanaf z'n
plaatsje voor het raam had hij de jon
gens zien schaatsen. Toch nog wel even
jaloers. De wedstrijdmiddag was daar.
De schaatsen werden aangebonden.
Louis de Wekker had zelfs voor die
gelegenheid een paar nieuwe gekregen.
Bert bekeek z'n schaatsen' nog eens,
ging voorzichtig met z'n duim langs het
scherpe ijzer, voelde aan de riemen
en ja hoor, dat was prima in orde.
De baan was prachtig. Met vieren ge
lijk moesten ze de 500 meter rijden.
Bert was bij het tweede viertal aan
de beurt. Veel jongens uit andere klas
sen stonden langs de kant te roepen en
„Hup Bert. hup, geef 'm van Jetje".
De eerste 200 a 300 meter gaven nog
weinig verschil te zien. Maar Bert had
op raad van zijn vader zijn krachten
een weinig gespaard, maar toen de 300
meter achter de rug waren, begoi hij
zijn reserve aan te spreken. Daarbij had
hij veel vriendjes, die hem steeds maar
luide aanmoedigden tot groter inspan
ning en dat scheelt heus ook wel. Al
gauw bleek nu. wie de overwinnaar in
het viertal zou worden. Toen de andere
drie eenmaal tegen Berts rug moesten
aankijken, die zich maar steeds verder
van hen verwijderde, raakte de fut - er
bij hen lelijk uit en met grote voor
sprong gleed Bert over ie eindstreep.
Nadat er nog 3 viertallen gereden
hadden, kwam de spannende eindstrijd
van de 4 overwinnaars. Nu kon Bert
erop rekenen, dat hij het moeilijker zou
hebben, vooral Louis de Wekker die met
zijn prachtige nieuwe -chaatsen ook no.
1 was geworden.
Daar staan ze dam met z'n viertjes op
cie startlijn. De scheidsrechter heft z'n
vlaggetje in de hoogte, maar pas op
het woordje „af" mogen ze vertrekken.
Maar Louis kon dat blijkbaar niet af
wachten en ging te vroeg weg: valse
start dus. Maar de tweede start was
goed en precies gelijk vertrokken ze.
Al gauw had Louis de Wekker een aar
dige voorsprong, hij trok geweldig vam
leer. Maar Bert in tweede positie dacht:
„Dat houd jij niet vol en dan is het mijn
beurt om aam kop te gaan".
Tot ongeveer tweederde van de baan
bleef Louis voor, maar toen leek het
of hij opeens lood in zijn benen had
gekregen. Zijn slagen werden steeds
korter en trager.
Iedereen langs de kant had 't in de
gaten en degenen, die gevreesd hadden
dat Bert het ditmaal niet halen zou,
begonnen hem nü dubbel luid aan te
moedigen. Nou, dat had hij nauwelijks
nodig, want steeds stond de le prijs
een paar machtige rolschaatsen
voor de geest. Met vlotte, fikse slagen
schoot hij zijn sterkste tegenstander
voorbij en hoewel deze zich weer enigs
zins herstelde, 't mocht niet meer ba
ten; hij mocht zelfs blij zijn, dat hij
nog net de tweede plaats kon behouden.
Luide toegejuicht flitste Bert met nog
grotere voorsprong dan straks over de
streep.
Daar er nog wedstrijden voor de klei
neren zouden plaats hebben, moest de
prijsuitdeling nog zolang wachten. In
die tussentijd kon Bert zich dus be
denken, welke van de vier prijzen hij
zou kiezen. Er waren 2 bijna gelijk
waardige prijzen: de rolschaatsen en 'n
mooie tekendoos. Natuurlijk trokken
hem de rolschaatsen 't meest. Maar ter
wijl Bert langs zijn huis reed, w-ar Ge
rard in de hoogste spanning voor het
raam de wedstrijd volgde, kwam er in
zijn geest een mooie, liefdevolle ge
dachte op: „Wat zou het -oor die arme
broed heerlijk zijn, als hij zo'n mooie
tekendoos had". Tekenen was haast het
enige, wat de stumper doen kon.
En zie: toen Bert als eerste voor de
voorzitter moest verschijnen om zijn
keuze te doen. verwachtte iedereen, dat
hij natuurlijk de rolschaatsen zou kie-
zey.
Maar op de vraag van de voorzitter:
..Wat kies je Bert?" antwoordde hij met
flinke stem: .De tekendoos, mijnheer
de voorzitter". Niemand begreep het dan
alleen Bertjes hart.
HOE ZE VADERS VERJAARDAG
IN DE HONGERWINTER VIERDEN
De vorige week hebben we gezien
hoe de familie Jansen Kerstmis en
Nieuwjaar vierde in de hongerwinter
1945. Toen is er een foutje geslopen en
die moet ik eerst verbeteren. Daar
stond: ze maakten aardappelenmeel van
geraspte suikerbieten, en dat moet zijn:
ze maakten aardappelmeel van geraspte
aardappelen. Daar werd een slecht soort
aardappelen voor genomen. Op een
grote rasp werden de aardappelen, die
eerst goed gewassen waren, geraspt. Dat
Dat raspsel werd opgevangen in een
teil en goed omgeroerd, als bezinksel
bleef dan aardappelmeel op de bodem
liggen. Dat werd gedroogd en zo kre
gen ze prachtig aardappelmeel. Maar
ook dat raspsel werd nog gebruikt om,
met wat tarwe vermengd, pannekoeken
van te bakken. Niets werd weggegooid.
Nu naderde 15 januari, vaders ver
jaardag.
Moeder Jansen zit te piekeren om
ook van die dag iets bijzonders te ma
ken. Ze heeft al een kleine verrassing.
Er liggen in de linnenkast achter een
stapeltje lakens twee fijne sigaren, zui
nig en zuinig bewaard, niemand weet
er iets van, dat zal de grote verras
sing zijn: een lekkere fecstsigaar.
De kinderen zijn naar school, ze heb
ben nu 3 maal per week les. 't Is stil
in huis. Bep, de hulp in de huishouding,
is boven aan het werk. Ze is vandaag be
droefd, haar moeder is ernstig ziek; die
kan die surrogaatthee niet verdragen en
nu heeft Bep voor haar moeder 'n pakje
echte thee gekocht, 1 ons voor 95.
,,'t Is schande", vindt mevrouw Jansen,
„dat er mensenzijn, die van deze om
standigheden gebruik maken en zo ont
zettend veel winst maken.
Moeder Jansen zit triest gebogen over
een boekje. We kijken even over haar
schouder en zien dat 't een „dagboekje"
is. Heel even lezen we een paar blad
zijden mee:
We zitten al vier dagen in 't donker.
Dat is heel erg, maar we blijven welge
moed. 's Avonds zitten we bij 'n kaars
spelletjes te doen. Ook leest er wel eens
iemand voor. Als er Lof is, gaan we naar
do kerk en die is dan verlicht met drie
lantaarns, om niet tegen de banken op te
lopen, 's Morgens bij 't uitdelen van
H. Communie wordt de pastoor met een
lantaarn bijgelicht.
Er zijn nieuwe bonnen uitgekomen,
maar er is bijna niets op te krijgen. Voor
ieder winkelraam hangt een lijst: geen
vet, geen boter, geen snoep, geen stroop,
geen gloor enz. De melkboer komt al in
geen 14 dagen. We kunnen voor de klein
tjes 2 liter taptemelk krijgen in 14 da
gen.
Deze week is er in onze kerk een in
zameling gehouden van kleren, dekens en
levensmiddelen voor de armen. De op
brengst was schitterend. Heel wat ge
zinnen konden weer gelukkig gemaakt
worden.
We eten nog steeds van de gaarkeu
ken. Het eten wordt iets beter, maar de
porties worden kleiner. (Voor de kinde
ren die niet weten wat een gaarkeuken
is het volgende: op verschillende punten
in de stad worden grote ketels voedsel,
meestal dikke soep. gebracht en dan
kunnen de mensen, op bonnen, de por
ties in een pan komen halen). We heb
ben al in maanden niets van onze oudste
zoon gehoord en bidden dagelijks voor
zijn behouden terugkeer.
Intussen gaan de ontploffingen van de
V I's maar door.
Bom aanslagen op onze stad, huizen
worden onbewoonbaar door glas- en dak-
schade. Veel doden en gewonden. Mevr.
Jansen slaat het boekje dicht en zucht:
hoe lang nog? Ze veert op. daar komt va
der thuis. Wat zal hy koud zijn! Gauw
wat melk warmen op de kachel want de
surrogaatkoffie is niet lekker, 's Jonge,
wat heeft hij een zak bij zich.
„Mama, kom eens gauw kijken" roept
hij verheugd.
Mevrouw Jansen snelt naar de keuken
en wat ze daar ziet doet haar de hand
voor de mond slaan. Daar ligt op de aan
recht een halve varkenskop, de tanden
en kiezen er nog in. Even griezelt ma
ma, 't ziet er zo bloederig uit, maar den:
„O wat fijn, voor erwtensoep voor je ver
jaardag".
De kinderen moeten het ook zien al6
ze uit school komen.
„Papa, mag ik de kiezen en de tan
den?" vragen ze gelijk.
's Avonds wordt de kop in stukken
gehakt, goed gewassen en in de grootste
pan met water en erwten op de kachel
in de kamer gezet. Wat een feest! Met
wat prei en selderij uit de tuin, belooft
het een heerlijke soep te worden. Als een
voorproefje snuiven ze de heerlijke geu
ren al op. 't Duurt lang eer het zaakje
kookt, maar dan heeft iemand een reuze
idee. Ze gaan oude schoenen opstoken.
Dat zal een hitte geven! Maar dan ge
beurt er iets! Een lelijke damp komt in
de kamer, iedereen moet hoesten en tra
nen komen in de ogen. De tuindeuren
moeten open en dat bij die strenge
vorst. Ze doen allemaal jassen, sjaals en
mutsen op. De oorzaak? Wel, er waren
schoenen bij met rubber hakken, van
daar die lelijke geur of liever stank.
De erwtensoep begint echter te prut
telen en in het vooruitzicht van 'n heer
lijke maaltijd is iedereen allang met de
narigheid verzoend.
Behalve de halve varkenskop bracht
meneer ook nog een zakje koekjes mee,
gekregen van een heel goede kennis in
Zoeterwoude.
De 15e januari begon 's morgens met
een H. Mis voor de jarige vader en voor
de behouden terugkeer van de oudste
zoon. Liesbete en Tini werden op de
slee meegenomen omdat ze zulke winter
voeten hadden.
Thuisgekomen werd eerst de kachel
aangemaakt en het duurde vanzelf nogal
lang eer er surrgogaatthee gezet was.
Maar geen nood, er was geen school, dus
iedereen had de tijd. Voor ieder een paar
heel dunne boterhammen en toen
kwamen de twee sigaren. Wat was vader
Jansen blij. Een feestsigaar!
Gedurende de dag kwamen veel men
sen feliciteren en iedereen werd getrak
teerd op een kopje erwtensoep,
zelfs de kapelaan genoot er van.
Tussen de middag moest één van de
kinderen met een pan naar de gaarkeu
ken. Ze moest zeker anderhalf uur in de
rij en buiten in de kou staan en toen
ze bijna aan de beurt was, was de ketel
leeg. Huilend en met verkleumde vin
gers kwam ze thuis: „Ik moet over een
uurtje terugkomen", snikte ze.
„Hoeft niet hoor kind!' suste vader.
„We eten vandaag onze eigen soep.
Wat hebben ze gesmuld die dag. Een
dajg om nooit te vergeten.
CORRESPONDENTIE
Jozefientje de Jong, Oude Wetering.
Hier komt je verhaaltje, meiske.
DE TOVERSTEEN
In een ver land was een groot bos, een
groot toverbos. Dat bos heette zo omdat
er een heks in gewoond had. Maar ik kan
beter het hele verhaal vertellen.
Kabouter Sik bezat een toversteen en
daar had hij al heel wat mee getoverd.
Hij toverde dat en dat, zus en zo. Op een
dag kwam een heks in het bos, het was
heks Wazewiesem. een zeer gemene
heks. Zij had al heel wat dieren laten
verdwijnen zoals bambi, het hertje en
kri en kra, een jonge kraai en brom, het
beertje. Ze waren allemaal verdwenen.
Toen kwam Sik met zijn toversteen te
voorschijn en liet de heks verdwijnen,
maar hij liet ook de verdwenen dieren
weer versohijnen. Natuurlijk was er toen
groot feest in het bos. Sik werd onder
koning van koning Langhaard. Was dat
even wat!
Trees Ammerlaan, Zoeterwoude.
EEN VRIJE WOENSDAGMIDDAG
Het was woensdagmiddag en ik had
vrij van school. Ik holde naar huis en
ging eerst eten. Toen ik klaar was ging
ik aardappelen schilen. Daarlna ging ik
met mijn zusje naar de speeltuin maar
dat was maar even, want ik wilde ook
nog naar het kinderuurtje van de tv kij
ken. De tv was die middag erg leuk.
Mik en Mak kwamen er en dan nog de
verrekijker. Maar het fijnste kwam nog,
toen moeder zei: „nu mag je vanavond
tot 8 uur opblijven omdat je zo goed je
best hebt gedaan. Nu dat vond ik nog
het fijnste van alles
Truus Cozljn, Noordwijkerhout. Van
jou ligt er nog een verhaaltje.
DE HERFST
of een stuifbolletje. Die plukte ik natuur
lijk ook. Het werd al gauw donker, toen
moest ik naar huis. Ik heb alle padde
stoelen aan mijn moeder laten zien, toen
heb ik ze in een doos met zand gedaan.
De volgende morgen nam ik de doos
mee naar school De juffrouw vond het
mooi. Ik mocht langs de banken gaan,
om het de kinderen te laten zien en
nam toen de doos weer mee naar huis.
's Middags heb ik nog mooie bladeren
gezocht, gele, groene en rode. Daarmee
versierde ik de doos. Dat was prachtig.
UITSLAG VAN DE RAADSELS
Voor de kinderen van 710 jaar.
25 woordjes: boom, oom, mest, rest,
kers, stok, rok, os, ros, mos, boos, kroost,
roest, moe, koe, roet, best, bom, tor, rot,
mes, berm, berk, korst, kost, en nog heel
veel andere woordjes. Sommige kinde
ren stuurden er wel 75.
Willy v. d. Peet, Tuinpad 87, Wasse
naar, heeft het boek gewonnen.
Voor de groten 1014 jaar.
EEN TEKENING IN EEN TREK
(Denksport)
Lis
Dordrecht
Kip
Leeuwenbek
Deventer
Kalf
Lelletje van dalen
Delfzijl
Kalkoen
Lupine
Di om
Kuiiten
Lelie
Delft
Kcineel
Sanneke Vermey, Femminckstraat 42,
Leiden, heeft het boek gewonnen
Hartelijk dank aan alle kinderen, die
ons een nieuwjaarswens stuurden
Dag allemaal. Tot de volgende week.
Tante Jo en oom Toor
Probeer fig. c eens na te tekenen: a.
zonder de reeds getrokken lijn te krui
sen en b. zonder een tweede maal over
een reeds aanwezige lijn terug te keren.
Daar moet je beslist eerst even over
denken en aandachtig uitkijken!
d. Maar bedenk eerlijk fig. d om 't zelf
uit te proberen. Lukt 't maar niet, dan
kun je het tenslotte van fig. 4 leren en
er later eens een ander mee laten tob
ben.
VAN VIJF TOT VIER MAKEN
EEN SPAARPOT
Als je een spaarpot nodig hebt, kun je
die vlug voor elkaar knutselen van een
leeg busje, wat vilt en garen.
Maak het busje goed schoon en ver
wijder de overblijfselen van het deksel.
Trek op een stuk vilt een cirkel met
de bodem van het busje en knip hem uit.
Vervolgens knip je een vierhoekig stuk
vilt uit, dat zo breed is als de hoogte
van het busje en zo lang, dat 't precies
rondom het busje past. Omzoom dat al
les met kleine knoopsgat-steken. Knip
daarna een grote gleuf in het midden
van het ronde viltlapje voor het inwer
pen der geldstukjes. Naai vervolgens
eerst de mantel om het busje en dan met
overhandse knoopsgatsteken het deksel
eraan vast. Je hebt dan een vilten om
hulsel, diat je over het busje kunt trek
ken en evenzo eraf halen, wanneer je
iets uit de spaarpot wilt halen.
Je kunt de spaarpot ook nog aardig
versieren met vilten uitgesneden figuur
tjes, die je er gewoonweg oplijmt, na
tuurlijk van verschilende kleuren. Meis
jes kunnen er ook leuke dingen, bloe
men en dieren b.v., op borduren. En dan
maar sparen!
GROEN OP DE VENSTERBANK
Als je „groene vingers" hebt, zoals
men in Engeland zegt van mensen, bij
wie alle planten willen groeien en ge
dijen, dan moeten jullie 't ook eens in
't klein proberen. Als b.v. je moeder
weer eens peentjes schoonmaakt, vraag
haar dan, of je de min of meer groen
achtige boveneindjes mag hebben. Zet
ze dan in een schoteltje met wat kiezel
en een weinig water en al gauw zul je
zien, dat er frisgroene blaadjes te voor
schijn komen. Maar je moet daarbij op
twee dingen letten: 't schoteltje moet al
tijd in 't licht staan b.v. op het venster
kozijn en de bodem moet steeds vochtig
blijven.
Pitmanschool
Plantsoen 65 Telef. 26558
Nieuwe clubs
TYPEN
STENO in 4 talen
DUITS ENGELS
FRANS
NEDERLANDS
CONVERS. - CORRESP.
HANDELSKENNIS
In deze figuur zijn met 16 lucifers (of
andere stokjes) 5 gelijke vierkanten ge
maakt. De opgave luidt nu; maak van
die 5 kwadraten 4 vierkanten door
slechts 2 stokjes te verschuiven, 't Moe
ten gesloten vierkanten blijven!
Probeer 't eerlijk eerst zeil en ais nel
niet lukt, vind je de nieuwe figuur in f,
waarna je dan kunt uitzoeken, hoe het
Je kan ook 'n heel klein grasveldje
aanleggen, maar leuker is een graaegel
laten groeien. Neem een zakje of bloem
potje met graszaden erin, leg er een
vochtige spons op, liefst een weinig aan
drukken en af toe wat vocht bijvoegen.
Al heel gauw zul je 't leuke resultaat
zien. 'n Poreus aarden varkentje leent
(Advertentie) zich er ook prachtig voor.
Ondanks het zware drijfijs sla
gen de sleepboten Stortemelk en
Vlieland, die de dienst van Harlin-
ge naar Vlieland en Terschelling
v.v. onderhouden, er nog steeds in
zich door de ijsmassa heen te wer
ken.
EEN BEROEMDE VUURTOREN
De vuurtoren van Eddy stone op een
rots in het Engelse Kanaal is één der
beroemdste vuurtorens ter wereld
De eerste vuurtoren op Eddystone
werd opgericht in 't jaar 1700 De bouw
meester et van was Henry Winstanley
Hij had zeer veel moeilijkheden te over
winnen, vóór er eindelijk tot de bouw
kon worden overgegaan. Toenmaals ge
loofden nl. veel mensen, dat vuurtorens
meer schade dan nut brachten: zij kon-
dien aan zeerovers en vijanden de weg
wijzen.
Zonderling genoeg werd Eddystones
bouwer Winstanley zelf overvallen en
door Franse kapers gevangen genomen,
toen hij zich eens op de plek bevond,
waar de toren gebouwd werd. Maar door
tussenkomst van de Franse koning zelf
werd hij spoedig daarop weer vrijgela
ten.
Eindelijk kwam de toren klaar, maar
hij leek in geen enkel opzicht op de
vuurtorens, die wij tegenwoordig ge
wend zijn. Hij leek veel meer op een
Chinese tempeltoren en was geheel van
hout gemaakt. Winstanley was overtuigd
dat hij voldoende sterk was. Om dit te
tonen, nam hij zich voor om bij de eerst
volgende orkaan zich in de toren op te
houden. Wel, in 1703 kwam dde orkaan
en Winstanley liet zich naar de Eddy
stone roeien. De orkaan bulderde liefst
een week lang over En ge lands westkust.
Toen eindelijk de zee weer enigszins
kalm was geworden, was er van heel het
bouwsel niets meer over. De vuurtoren
was met zijn ontwerper in de golven
van de oceaan verdwenen.
Later werd een tweede houten toren
op de rots gebouwd, maar deze werd
door blikseminslag verwoest. Toen be
greep men, dat een vuurtoren, dde het
geweld van stormen en golven kon
weerstaan, uit hechte stenen muren
moest worden opgetrokken. Daaraan
heeft men zich dan ook sindsdien ge
houden.