DE BAARD ALS SYMBOOL
Smakelijke grapjes met Spaanse hapjes
Hoe Klaas Vaak ZwartePiet redde....
DE LEIDSE COURANT
VAN MANNELIJKHEID EN WAARDIGHEID
OOK DE BAARD WAS DOOR DE EEUWEN
HEEN AAN MODE ONDERHEVIG
OINT NICOLAAS en lijn baard,
dat zijn twee zaken die ona"-
scheidclijk zijn, want er is nie
mand, die zich de goedheiligman
zonder baard zou kunnen voor
stellen. Een bisschop zonder de
brede, fraai golvende patriar-
chenbaard kan geen Sint Nico-
laas zijn. Wij treffen dit fraaie
type baard in onze tijd nog aan
bij geestelijken van de Grieks-
orthodoxe kerk, waar de baard
nog steeds het symbool van man
lijkheid en waardigheid is. een
symbool, dat wij in onze weste
lijke wereld kwijt zijn. Bij ons
moet een welverzorgde man vol
gens de mode en heersende op
vattingen, keurig glad geschoren
zijn. In heel oude tijden werden
juist baardelozen als onwaardigen
en barbaren beschouwd. Zo zien
we wat er in de loop der tijden
al niet kan veranderen.
IN OUDE TIJDEN WAS DE BAARD
IN HOGE ERF
r\E BAARD als teken van waardig-
heid treffen we reeds aan in het
oude Egypte, en zelfs voor die tijd.
De Egyptische vorsten droegen
zelfs een kunstbaard, als teken van
hun koninklijke waardigheid. Op af
beeldingen zien we deze baard over
het algemeen sterk gestyleerd, waar
door ze helemaal iets onwerkelijks
krijgt. Van een snor is echter geen
sprake.
De oude Sumeriërs daarentegen
kenden de baard niet, althans niet
als symbool van manlijkheid en
waardigheid. De baard deed daar zijn
intrede, toen er sprake was van een
sterk Semietische invloed in het land
tussen Eurhraat en Tigris. De Semie
ten kenden namelijk aan de baard
een hoge waarde toe. Sindsdien zien
we dat er baarden gedragen werden,
aanvankelijk eerst bij de Babyloniërs
in een vorm lang afhangend lar.gs
de kaken en aansluitend op de sla
pen. Later zien we deze baarden bij
de Assyriërs, waarbij deze er krullen
inlegden in verticale rijen. Op di
verse afbeeldingen kunnen we deze
mode duidelijk waarnemen.
Bij de Joden vooral stond de baard
in hoog aanzien. Behalve als rouw
betoon werd baardeloosheid be
schouwd als eerloosheid. Bij bijzon
dere gebeurtenissen werd de baard
gezalfd en bij betuigingen van sterke
genegenheid gekust.
In de bijbel kunnen we ook lezen,
dat er zelfs bij de baard gezworen
werd, hetgeen duidelijk aantoont
welk een grote morele waarde er aan
de baard werd toegekend.
BIJ GRIEKEN EN ROMEINEN
DIJ AFBEELDINGEN van Griekse
helden zien we, dat in het oude
Griekenland een fraai soort ring
baard in de mode was, die dikwijls
afhankelijk van de leeftijd van de
drager langer was. By de Grieken
gold de baard als teken van rijpe
manlijkheid. Onder Alexander de
Grote zien we de baard verdwijnen,
althans bij voorname lieden met uit
zondering van redenaars en wijsge
ren. Bij het gewone volk bleef de
ringbaard mode.
Aanvankelijk droegen ook de Ro
meinen een baard. Doch omstreeks
de derde eeuw voor Christus gaat de
baard verdwijnen. Volgens overleve
ring zou Scipio Africanus de eerste
Romein zijn geweest die zich dage
lijks schoor.
Toen de baardeloosheid mode werd
in Rome, ging het afscheren van de
eerste baardharen bij jongelingen
gepaard met een plechtige ceremo
nie, waarbij het symbool van hun
manlijkheid werd geofferd.
Een uitzondering was wel keizer
Hadrianus, die wel een baard droeg,
doch dit deed om de moedervlekken
op zijn gezicht te verbergen. Het ge
volg van het dragen van een baard Onder invloed van de Spaanse
door de keizer was, dat de baard mode zien we dan het slanke, smalle
weer gedurende ongeveer een eeuw spitse baardje zijn intrede doen, dat
in de Romeinse mode kwam. Daarna aan het Franse hof tot een klein
zien we haar weer verdwijnen. sikje wordt teruggebracht.
In de loop der volgende eeuwen
zien we de baard vele modestadia
doorlopen, om tenslotte in het begin
van onze twintigste eeuw langzaam
op de achtergrond te geraken, door
de opkomst van de Engels - Ameri
kaanse mode van het „clean-shaven"
'gelaat.
1"\E VERDERE geschiedenis van de
U baard is als het ware een gol
vende lijn met perioden met en zon
der baard.
De eerste christenen volgden de
Romeinse mode en zo zien we Chris
tus veelal baardeloos afgebeeld. Bij
de oosterse christenen is het echter
anders. Daar bleef de baard in ere
en dus beeldden zij de Christus af
mèt baard.
In west-Europa blijft de baard tot
omstreeks 1200 in zwang en wel in
diverse vormen. Tussen 1200 en on
geveer 1350 is baardeloosheid weer de
mode. Daarna komt de baard weer
in de mode en wel in volle brede
verm of in twee lange punten.
Gedurende het opkomend huma
nisme heeft men in Italië en later
ook in de westerse landen volslagen
baardeloosheid naast brede, massale
baarddracht, voorts dunne ringba; r-
den zonder snor en na 1515 een volle
baard met afhangende snor. Overi
gens was de snor voordien een ty
pisch vorstelijk attribuut, dat eerst
later onder het volk navolging vond.
Later stijgt de snor, tot opgedraaide
punten.
Toch zien we in onze tyd soms de
baard weer opduiken en wel vooral
bij kunstenaars en zogenaamde „mo
dernisten", waarbij de baard niet
meer zozeer het symbool van man
lijkheid en waardieheid is, doch veel
eer een ornament, waardoor men
zich onderscheidt van de massa.
Iets dergelijks kende men vroeger
niet. Sint Nicolaas de goede oude
heilige, droeg en draagt zijn baard
volgens het zuivere oude principe,
namelijk als symbool van zijn man
lijkheid en waardigheid en wel
in het bijzonder als bisschop, belang
rijk geestelijk leider. Daarom is Sint
Nicolaas zonder baard voor ons on
denkbaar. want diep in ons hart voe
len en begrijpen wy toch, welke
waarde en betekenis de baard in
diepste wezen eigenlijk heeft. Sint
Nicolaas is een van de weinigen, die
ons in deze moderne tijd daarmee
confronteert.
r\E MEESTEN van ons
zullen de Sint-Nico-
laasavond wel weer op de
oude vertrouwde traditio
nele wijze vieren. Gezellig
in de huiselijke- of fami
liekring, elkaar verblij
dend met de talloze kleine
en grote geschenken en
dat alles in naar wij hopen
gezellige en vrolijke sfeer,
vol scherts en kleine pla
gerijen.
De vrouw des huizes zal
er voor zorgen, dat alle
huisgenoten en eventuele
gasten niets tekort komen,
want de Sinterklaasavond
is niet alleen een avond
van geschenken, maar ook
van snoepen en lekker
eten.
Dikwijls horen we tegen
het eind van de avond wel
eens de verzuchting sla
ken: „Nu zou ik toch wel
eens trek hebben in iets
hartigs, iets pittigs!" Een
dergelijke ontboezeming is
volkomen begrijpelijk,
want alle sinterklaassnoe
perij is wel erg aan de zoe
te kant. Gaat u zelf maar
lna. chocola, koek, specu
laas, marsepein enzovoort
het is allemaal, even zoet.
In veel families is het
al een gewoonte geworden
om in verband hiermede
aan het eind van de avond
wat hartige hapjes te pre
senteren, om op die manier
tegemoet te komen aan de
behoefte aan wat pittigs.
telen. De Spanjaarden
zijn mensen, die ook wel
weten hoe men 'n heerlijk
hartig hapje moet creëren.
Elk land heeft zo zijn ei
gen eetgewoonten en die
hebben de Spanjaarden
uiteraard ook. Hierdoor
krijgen htm gerechten een
geheel eigen karakter.
Er zullen ongetwijfeld
Nederlanders zijn die niet
waard het eens te probe
ren.
Heel eenvoudige hapjes
zijn er te maken, die de
huisvrouw maar weinig
moeite en tijd kosten.
Koopt u eens gedroogde
vijgen en een pittig stuk
kaas. De kaas snijdt u in
kleine blokjes. Nu prikt u
aan cocktailprikkers een
vijg en een blokje kaas. 'n
LAAT HET IN UW KEUKEN EENS
SPAANS TOEGAAN
1. De baard van de grote Chinese wijsgeer Confucius,
een typische Mongoolse baarddracht, sluik en dun.
2. De krullende woeste baard en snor van Barbarossa,
de Turk, omstreeks 1500.
3. De zware, forse vorstelijke baard van Frederik
Barbarossa, Duits keizer, omstreeks 1150.
4. Franz Joseph, typisch modebeeld van het eind der QM IN STIJL te blijven
aann, ZOUden we op 5 de~
negentiende eeuw.
5. Het van oorsprong Spaanse puntbaardje, zien we cember onze huisgenoten
nog bij Napoleon in, omstreeks 1850.
en gasten eens hartige hap-
6. De volle, forse ringbaard der Griekse helden zien jes uit het land van Sint
we bij Homerus, ongeveer 800 v. Chr.
Nicolaas kunnen voorscho-
houden van olijven en
knoflook, twee ingrediën
ten die dikwijls in Spaanse
gerechten worden ver
werkt. Maar voor hen dóe
daar wel van houden, of
hen die met deze hapjes
nog geen kennis maakten,
is het beslist de moeite
Schaal met deze hapjes zal
ongetwijfeld aftrek vinden.
Ook kunt u de vijg in een
stukje bacon wikkelen en
deze bakken. Ontpitte da
del gewikkeld in ham en
dan gebakken in fiete olie
is ook een aantrekkelijke
lekkernij.
PEN WAT UITGEBREI-
der hapje, dat van de
huisvrouw wel wat werk
vraagt, is het volgende. U
neemt een stuk smeerle-
verworst, dat u in een
kommetje fynwrijft. Hier
door mengt u slasaus tot
er een mooie gladde masfa
ontstaat. Dan voegt u al
■roerende wat mosterd toe
en kleine stukjes knappe
rig gebakken bacon. Deze
heerlijke pittige massa
wordt op toastjes ge
smeerd. Deze toastjes wor
den op een schaal geplaatst
en gegarneerd met olijven
en kleine stukjes gesneden
augurk. Iets dergelijks valt
vast en zeker in de smaak,
Iets dergelijks kunt u
ook maken met zalm. U
maakt de zalm in een
kommetje fijn en vermengt
deze met slasaus. Dan roert
u er wat fijngehakte olij
ven en een klein beetje
Worcestersaus door. Het
mengsel smeren we op
toastjes. Het geheel be
strooien we met geraspte
kaas en zetten het in de
oven onder de grill, tot
dat de kaas is gesmolten.
Voor dames met 'n klein
beetje fantasie en goede
smaak is het zeker moge
lijk hierop nog de nodige
variaties te bedenken.
Wanneer u b.v. de zo
juist genoemde zalm ver
vangt door gepelde gar
nalen, dan krijgt u na
tuurlijk een geheel andere
smaak zeer zeker ook
iets heel aparts.
Deze hapjes zullen er
ongetwijfeld toe bijdragen
uw Sint-Nicolaasavond tot
een groot succes te maken.
^ATUURLIJK hebben Sint-Nicolaas en zijn zwarte
Pieten het in deze tijd verschrikkelijk druk. Alle
kinderen die hun schoen hebben gezet, moeten bezocht
worden en dat is heel veel werk. Dat is ook de reden,
dat Sint-Nicolaas een heleboel zwarte Pieten heeft,
want natuurlijk kan de goede kindervriend niet alleen
al die presentjes rondbrengen.
Wanneer St. Nicolaas 's nachts gaat rijden, dan gaat
hij samen met de baas van de zwarte Pieten en dan
doen ze samen een heleboel huizen aan. De andere
huizen worden bezocht door andere zwarte Pieten en
zo neemt elke helper een pgar straten voor zijn reke
ning.
Op de avond waarvan ik je nu ga vertellen, deelde
Sint Nicolaas weer de zakken uit aan zijn zwarte
knechten. „Piet nummer één", riep de Sint. Een flinke
stevige nikker kwam naar voren. „Ja Sint, hier ben
ik", zei hij netjes. „Goed Piet, neem jij deze zak en
hier is een lijstje met de kindertjes die vannacht iets
in hun schoen krijgen." Sint Nicolaas gaf de zak en het
briefje aan de Piet en die nam de zak op zijn schouder
en stak het briefje in zijn broekzak. Daar ging hij
door de donkere straten op weg naar de kindertjes, die
hij moest verrassen. Zo ging het met alle Pieten.
OP STAP
r\E LAATSTE PIET die overbleef, was de kleinste
U en de jongste. Hij werkte dit jaar voor het eerst
voor Sint Nicolaas. Vol goede moed stapte hij naar
voren. „Ja Sint, hier ben ik", meldde hij zich. „Pietje,"
zei de bisschop, „hier is jouw zak en het lijstje met
de namen. Het is de eerste keer dat je op stap gaat,
vergeet niet wat je in Spanje op de zwarte-pietenschool
hebt geleerd. Val niet van het dak en kijk goed uit, dat
je niet de verkeerde cadeautjes in de verkeerde
schoentjes doet. Pietje, ik reken op je."
Kleine Pietje's borst zwol van trots. „Ik zal mijn
best doen, Sint Nicolaas. Het zal allemaal wel in orde
komen, ik beloof het u!" zei hij. Ook hij nam de zak op
zyn rug en stak het briefje in zijn broekzak. Vlug trip
pelde hij de deur uit en zo snel als zijn kleine beentjes
hem dragen konden, holde hij door de straten op weg
naar de buurt waar hij de cadeautjes moest bezorgen.
Het was al nacht en er was niemand meer op straat
te zien. Doodstil was het en aan de hemel glansde de
maan en pinkelde de sterretjes. Pietje vond het een
mooie avond. Hij had het slechter kunnen treffen, be
dacht hij. Pieten die al veel jaren voor Sint Nicolaas
werkten, hadden hem wel eens verteld, dat het in
Nederland dikwijls heel naar weer kan zijn. Het kon
er verschrikkelijk regenen en waaien en dan was het
echt niet leuk meer om de hele nacht over de daken
te klimmen.
Klein zwart Pietje was vol goede moed en besloot
deze eerste keer eens te laten zien, dat er uit hem wel
een heel goede zwarte Piet zou groeien.
AAN 'T WERK
P INDELIJK kwam hij bij de straat waar hij moest
beginnen. Precies zoals het hem op de zwarte-
pietenschool in Spanje geleerd was, zoch hij vlug een
stevige regenpijp en handig als een volleerd acrobaat
in een circus klauterde hij met de zak op zijn rug naar
boven. Zonder veel moeite kwam hij op het dak. Nou,
Sint Nicolaas had het hem wel erg gemakkelijk ge
maakt. De huizen die hij moest bezoeken, lagen alle
maal tegen elkaar aan, hij kon zo doorlopen en
deze huizen hadden mooie platte daken, waar de
schoorstenen keurig op een rijtje stonden. Uit zijn
broekzak haalde hij het lijstje tevoorschijn met de
namen en daar ging hij.
Eerste schoorsteen! Hier woonde Marietje. Die kreeg
een heerlijke reep chocolade met rozijnen in haar
schoen. Snel diepte hij een reep op uit de zak en liet-
die door de schoorsteen glijden. Ja hoor, keurig, precies
in haar schoentje. Bij de volgende schoorsteen woonde
Kareltje, Robje en Ansje, twee broertjes en een zusje.
Alle drie kregen ze een worstje van marsepein. Ook die
cadeautjes kwamen keurig in de schoentjes. Zo ging
klein zwart Pietje alle schoorstenen af en natuurlijk
was hij zo aan het eind van de straat. Nu weer langs
een stevige regenpijp naar beneden om zo vlug de
volgende straat te kunnen bedienen.
De daken van de volgende straat waren wel moei
lijker, want die waren schuin. Maar ook hier lagen
de huizen tegen elkaar aan, dus kon hij snel doorwer
ken.
DE HOGE PIJP
HPOEN HIJ vijf schoorstenen had gehad en nummer
zes aan de beurt was, gebeurde er iets waar
zwart Pietje niet op gerekend had. Die zesde schoor-
steenwas heel hoog. De mensen die hier woonden,
hadden er een extra lange pijp op laten zetten en dat
was niet zo makkelijk, zeker niet wanneer je zo klein
was als zwart Pietje. Met het cadeautje in zijn hand
draaide Pietje om de grote schoorsteen heen. Ach, er
zat niets anders op dan erin te klimmen en dan het
presentje erdoor laten zakken.
Zo gezegd zo gedaan. Als een aapje zo vlot klom
hij in de schoorsteen, keek er even door en liet het
geschenk naar beneden zakken. Zo, dat was gebeurd.
Snel en vlot liet zwart Pietje zich langs de schoorsteen
naar beneden glijden, maar. wat was dat?
Halverwege de schoorsteen kon hij niet verder! Hij
zat ergens vast! Voorzichtig keek hij om zich heen.
Aha, hij zat met zijn broekje vast aan een televisie
antenne. Die nare dingen ook op de daken. Daar moest
je nu echt rekening mee houden. En dat had Pietje
niet gedaan. Zijn handen kon hij niet gebruiken want
die had hy nodig om zich aan de schoorsteen vast te
klemmen. Hoe moest hij nu los komen? Voorzichtig
probeerde hij weer omhoog te klauteren, maar zijn
broekje zat blijkbaar stevig vastgehaakt, w^nt ook dat
ging niet. Dan maar weer zakken! Weer bleef hij
steken. Nu kreeg klein zwart Pietje het toch echt
wel benauwd. Hoe moest hij nu verder?
IN DE LUCHT
PVEN DACHT HIJ NA, nog steeds geklemd tegen de
schoorsteen. Als hij zich nu eens stevig met zijn
benen en één hand om de schoorsteen vastklemde,
dan had hij de andere hand vrij om te proberen zijn
broekje van die nare antenne los te maken. Zo gezegd,
zo gedaan. Daar hing Pietje en met zijn vrije hand
trok en rukte hij aan zijn broekje. Het wilde niet luk
ken.
Nog eens een flinke ruk! Oh daar gleden zijn
benen van de schoorsteen! Pietje schrok ontzettend
en verwachtte niet anders dan dat zijn broekje zou
scheuren en hij" met een plof op het dak zou vallen.
Maar er gebeurde niets! Pietje bleef hangen aan zijn
broekje. Want de broekjes van zwarte Pieten zijn
van een "heel stevige stof gemaakt. Daar hing zwart
Pietje hoog boven het dak en zo ver van de schoor
steen, dat hij die niet meer kon pakken.
Nu kreeg kleine Piet het toch werkelijk benauwd.
Hoe lang zou hij hier wel moeten hangen? Als het
licht werd zouden de mensen hem zien en ze zouden
hem uitlachen. De tranen sprongen hem in de ogen.
Daar hing zwart Pietje
Dat zyn eerste werknacht voor Sint Nicolaas nu zó
moest eindigen!
Er ging één uur voorbij en nog steeds hing klein
Pietje er. Hij durfde niet om hulp roepen, want dan
zouden de mensen hem horen. Hoe hij ook nadacht,
hij kon geen oplossing vinden om zich van die nare
televisieantenne te bevrijden.
ONVERWACHTE HULP
jyiAAR WAT HOORDE hij daar? Voetstappen op het
dak! Maar wie kon dat zijn? Sint Nicolaas had
geen andere zwarte Piet naar deze straat gestuurd!
Die moesten in andere straten werken.
Voorzichtig en zachtjes riep Pietje: „Psssstt! Wie is
daar?" De voetstappen kwamen dichterbij en wat
Pietje toen zag zal hij zijn leven lang nooit vergeten.
Daar klauterde een klein mannetje met een lange
baard en een puntmuts op zijn hoofd over het dak.
Dat mannetje had op zijn rug ook een zak! Maar het
was geen zwarte Piet.
Toen het mannetje bij de schoorsteen was gekomen,
begon hij te lachen. „Zo Pietje, hang je aan een an
tenne?" zei hij vrolijk. „Ja jongen, dat zijn nare dingen
daar kan ik over meepraten. Maar je wilt er natuurlijk
wel graag af hè?", babbelde hij lustig door.
De kleine man met de puntmuts en de lange baard
zette zijn zak in de dakgoot en klauterde vlot in de
schoorsteen. „Zo, nu zullen we eerst eens even probe
ren je broekje los te maken," mompelde hij verder.
KLAAS HIEP
DIETJE STOND verstomd over de lenigheid en de
kracht van dit kleine mannetje.
Zonder moeite klemde die zich alleen met zijn benen
om de schoorsteen en met beide handen vrij peuterde
hij het broekje van zwart Pietje los van de antenne.
„Houd je goed aan mij vast!" waarschuwde het man
netje. Nu, dat had Pietje al gedaan. Toen de kleine
man zijn broekje losmaakte, had Pietje met twee han
den zich aan zijn been vastgegrepen. Nauwelijks was
Pietje los of samen zakten ze naar beneden.
„Dank u wel, meneer!" zei Pietje. „Zeg maar gewoon
Klaas Vaak tegen me", grinnikte het mannetje, „zo
noemen ze me allemaal!" „Oh, bent u Klaas Vaak?"
riep het negertje verwonderd uit. „U bent dus de ka
bouter, die de kinderen zand.in de oogjes strooit, zodat
ze lekker kunnen slapen!"
„Precies Pietie", prees de dwerg. „Moet je nog veel
wegbrengen?" informeerde hij toen. Nou, Pietje was
wel erg laat door dit oponthoud aan de televisie
antenne en hij moest nog heel wat schoorstenen be
zoeken.
Maar, Klaas Vaak,-die zijn werk al klaar had, be
loofde klein zwart Pietje te helpen. Samen met de
dwerg bracht Pietje de laatste presentjes rond en toen
was alles heel gauw klaar. Alle kinderen kregen die
nacht toch nog op tijd hun cadeautjes en klein zwart
Pietje bedankte Klaas Vaak hartelijk voor zijn red
ding en hulp. Vrolyk en opgewekt ging het kleine
negertje terug naar Sint Nicolaas. Blij, dat zyn grot*
avontuur zo goed was afgelopen!