Het knutselhoekje
ZATERDAG 1 DECEMBER 1962
DE LEIDSCHE COURANT
PAGINA 9
BELEVENISSEN
MET EEN AAP
(Vervolg)
Als Slim onderweg moe was van al het
geklauter, dan wipte hij op de rug van
één mijner honden, die hem dan gewil
lig soms wel een paar uur droeg. Maar
juist de grootste en en sterkste hond
was van die last niet gediend en als
de aap toch wel eens handig op zijn
rug sprong, dan bleef hij stokstijf staan
en liet ons voorbijgaan zonder zich te
verroeren .Slim beantwoordde deze truc
met even rustig en geduldig te blijven
zitten. Pas als hij ons uit het oog dreig
de te verliezen, stapte hij af en was het
een wedren tussen de beide dieren, wie
ons het eerst inhaalde. Maar de hond
zorgde daarbij toch steeds iets achter te
blijven om de aap geen gelegenheid te
geven hem weer op de rug te springen.
Pas op het laatste ogenblik schoot hij
hem echter met een machtige spurt
voorbij.
ontzag voor Slim aan de dag legden.
Wanneer hij b.v. aan zijn maal was en
één der honden probeerden ook een
graantje mee te pikken, dan was een
enkele oorvijg voldoende om hen op een
afstand te houden. Slim was overigens
voor geen enkel dier bang, uitgezonderd
voor zijn soortgenoten en voor slangen.
Wanneer hij andere apen in het ge
bergte hoorde schreeuwen, dan schrok
hij op, maar antwoordde niettemin op
hun roep, maar als hij merkte, dat ze
dichterbij kwamen, dan hief hij een
angstig geschrei aan en kroop sidderend
van schrik tussen onze benen. Dan
duurde het soms een hele tijd, voordat
hij weer een weinig bekomen was.
Slim bezat een bijzondere handigheid
in het losmaken van touwen en knopen.
Gewoonlijk bewaarden we onze levens
middelen in een groe korf, afgedekt
met een stuk zeildoek, dat weer met
touw vastgebonden was. Maar herhaal
delijk heeft hij het touw los weten te
krijgen, waarna hij dan, dat hem naar
de zin was, wegkaapte. Telkens_ werd
hij daarvoor getuchtigd door mijn be
diende, maar het hielp niet. Als ik zelf
hem er wel eens van langs gaf voor zijn
dieverij, dan bleef hij verder de hele
dag weg en kwam pas tegen de avond
terug.
Op een keer had ik voor mijn middag
maal bonen gekookt en opgeschept op
een bord. Juist zou ik beginnen te eten,
toen ik opeens het geluid- van een on
bekende vogel hoorde. Ik liet mijn maal
staan, en greep mijn geweer en was met
één sprong buiten. Na een kwartier
kwam ik met de vogel in mijn hand
weer binnen en ontdekte toen, dat er
geen boon meer op mijn bord lag. Slim
had ze alle gestolen en zich daarna
uit de voeten gemaakt. Al meer had hij
zo'n streek uitgehaald en dan bleef hij
altijd weg tot aan het theeuurtje. Dan
kwam hij met z'n onnozelste gezicht op
zijn gewone plaatst je zitten en deed net
of er helemaal niets gebeurd was. Maar
ditmaal verscheen hij zelfs niet tegen de
avond én toen de volgende nog nie
mand hem te zien kreeg, begon ik te
vrezen, dat ik hem voorgoed kwijt was.
Maar toen mijn bediende de derde dag
aan een bron drinkwater ging halen,
zag hij hem, maar onmiddellijk ver
stopte de rakker zich. Terstond begaf ik
me met mijn honden op weg en zocht
de hele omgeving af. Na lang vergeefs
zoeken hoorde ik opeens een schreeuw
van Slim, precies zoals hij die altijd
liet horen, als ik van een jacht terug
kwam zonder hem meegenomen-te heb
ben. Ik keek rond en zag hem eindelijk
in een boom, waarin hij zich achter
een .dikke tak trachtte te verbergen.
Vriendelijk sprak ik hem toe, terwijl
ik hem beduidde, dat hij naar beneden
moest komen. Maar hij vertrouwde mij
niet en ik moest zelf wel in de boom
klimmen om hem te halen. Hij ging niet
op de vlucht en samen gingen we naar
mijn kamp terug. Gelaten wachtte hij
hier zijn verwachte straf af, maar ik
deed hem niets, omdat het toch niet
zou geholpen hebben.
Op een dag was ik van vermoeienis
uitgeput en door de vreselijke zonnehit
te als verbrand. Een ontzettende dorst
verschroeide mijn tong en mijn keel.
Van de vuilste poelwater zou ik ge
dronken hebben, maar de bodem was
overal uitgedroogd. Als voelde Slim m'n
ellendige toestand aan, hij week, mij
met een meewarige blik telkens aan
kijkend, geen ogenblik van mijn zijde.
Op een gegeven ogenblik echter week
hij van onze weg af e noodde mij, tel
kens omkijkend, a.h.w. uit om hem te
volgen. Opeens hield hij stil en begon
op een plek in de grond te krabbelen.
Ik zag niets dan een paar dorre sten
gels, maar met mijn mes hielp ik hem
te graven en al gauw kwamen er dikke,
sappige wortels te voorschijn, waarmee
we onze kwellende dorst konden stil
len. Het instinct en zijn scherpe reuk
hadden het dier de plaats aangewezen,
waar onze redding zat verborgen. Je
begrijpt, dat ik na dit voorval aan
Slim al zijn poetsen, die hU ons al zo
vaak gespeeld had, van harte vergaf.
BT. NICOLAASRAADSEL
m
1 x a x
2 x x r x x
3 xxxsxxx
marsepe in
4 xxxpxxx
5 x x e x x
6 x i x
1 houten stokje.
2 soherp kijken
3 zei je in een circus
4 ander woord voor drempels
5 om iets vast te steken
6 gevleugeld huisdier.
Oplossing deze week insturen aan:
Tante Jo en Oom Toon, Krantentuin
Leidse Courant, Papengracht, Leiden.
Omdiat het Sint Nicolaas is verloten
We drie mooie boeken onder de goede
oplossingen.
DE KINDEREN
VERTELLEN
Paul van Bergen Henegouwen, Leiden.
NU IS HET 5 DECEMBER
Sint Nicolaas is op 6 december jarig,
maar wij vieren op 5 deecmber feest.
Toen het een beetje donker was gewor
den zaten we allemaal bij de kachel,
want het was buiten koud. We zaten
heel stil en luisterden. Daar hoorden
we iemand op het dak lopen. Even was
het stil en toen gingen de voetstappen
weer verder. Na een tijdje zei ik tegen
mijn broertje: „Haal .jij even een paar
Sint Nicolaasboeken, ze liggen in de la
Gauw kwam hij met de boeken terug
en we begonnen liedjes te zingen. On
der het zingen hoorden we bonzen en
bang bang, iets zwaars neerzetten.
We legden de boeken neer en holden
naar de gang. Daar stond een grote
doos vol spullen. Ik liep naar de doos
en wou hem optillen, maar dat ging
niet. Moeder kwam helpen en we sleep
ten de doos in de kamer. Toen begonnen
we uit te pakken. Er waren voor ons
allemaal cadeautjes. Na het uitpakken
waren we zo moe, dat we dadelijk naar
bed gingen.
Hans Bink, Lelden.
5 DECEMBER
St. Nicolaas heeft het op 5 december
bijzónder druk, want dan moet hij de
verlanglijsten van de kinderen na kijken.
Ein dan, niet te vergeten, de pakjes die
moeten worden rondgebracht.
St. Nicolaas rijdt dan op zijn schim
mel, maar dat wordt steeds moeilijker
met die antennes op de daken. Zo ge-
gebeurde het 't vorige jaar, dat de mijter
van Sint Nicolaas aan zo'n antenne
bleef hangen, terwijl het paard rustig
doorliep. Piet zag het gebeuren, hij nam
de zak met cadeautjes op zijn rug en
klom op het dak. Met de mijter in z'n
hand wilde hij de Sint acherna rijden,
maar met z'n beide handen vol kon hij
haast niet klimmen. Even zette hij de
mijter zelf op om 'n fikse sprong te ne
men, maar dat was erg moeilijk, want
de mijter zakte over z'n ogen en er zou
iets ergs gebeurd zijn als niet een an
dere zwarte Piet hem bij de arm ge
pakt had. St. Nicolaas was blij z'n mij
ter weer terug te hebben. Maar toch
had hij een kou gevat en moest telkens
niezen. Diezelfde nacht bleef ook de
wijde, wapperende mantel van Sint Ni
colaas aan de antennes haken. Een gro
te soheur! Met de nachtboot vertrok hij
nog naar Spanje.
Ineke Henzlng, Leiden.
WAT ER 'S NACHTS GEBEURT
Het feest van Sint Nicolaas komt weer
in zicht. Moeder zegt: „Kinderen zetten
jullie je schoentje maar voor de kachel.
Misschien krijgen jullie wel wat lekkers
als je braaf bent geweest. Zet ook nog
maar wat water en een peen voor het
paard klaar. Dat lust de schimmel vast
wel en ga nu maar gauw naar bed, het
is al bijna half acht. Maar o, dat was ik
bijna vergeten, zing nog maar 'n liedje
en dan hoepsakee naar bed".
's Nachts liep Pieterbaas over de da
ken, keek door de schoorsteen en zag
daar de schoentjes staan en ook water
en een peen voor de schimmel.
„Dat is fijn voor het paard", bromde
Piet.
Sint sloeg gauw het boek open bij
de lijst van brave en stoute kinderen.
Toen Sint al die stoute kinderen zag,
keek hij wel erg bedenkelijk door Zijn
briL
„Kom Sint, kijk hier eens naar die
lekkere peen voor het paard", zei Piet
lachend
„Ja Piet, 't is goed. Geef ze maar een
grote taai-taai pop!"
Piet danste met de roe, zo maar boven
op het dak.
„Ja, ja, hou maar op Piet, laat die roe
maar weg"
's Morgens vroeg gingen de kindoren
kijken in hun schoenen en wat zagen ze
daar? Een lekkere taai-taal pop!
Jaap Wiersma, Lelden.
WAT ER 'S NACHTS GEBEURT
Het was 2 december.
„Piet, we gaan vanavond over de do
ken om wat in de schoentjes te doen",
zei Sint Nicolaas.
„Goed Sint Nicolaas".
„Pak myn paard en maak het klaar".
„Hier is uw paard, Sint".
Piet klom alvast op het dak en luister
de bij elke schoorsteen. Sint Nicolaas
kwam met zijn paard op het dak.
„Oei!" riep Piet. „Wat hebben de men
sen hier veel antennes. Dat is in Spanje
niet. Sint, denk om uw mijter!"
De oude grijze Sint reed maar door
tot opeens zijn mijter aan een antenne
bleef hangen.
„O oooo Piet, waar is mijn mijter?
„Dat weet ik niet Sint".
„Ja, maar zo kan ik niet naar de kin
deren".
Na een half uur zoeken zagen ze de
mijter bengelen aan een antenne.
„Gelukkig" riep de Sint, „en nu gauw
naar de kinderen.
In de warme kamer zaten de kinderen
al te wachten. Ze waren uitgezongen.
Moeder vroeg waarom de Sint zo laat
was en toen vertelde hij de hele ge
schiedenis.
Margo van Zanten, Leiden.
SINT NICOLAAS OP REIS
„Toet! toet! toet!" zei de boot. Sint
Nicolaas ging naar Nederland.
„Alle Pieten aan boord?"
„Ja Sint" zei Pedro, de lijfwacht van
de Sint.
Het hele ruim lag vol cadeautjes, pop
pen, auto's, pepernoten, banketletters,
marsepein, te veel om op te noemen.
Op de boot, in een kleine stal, stond
de schimmel. Een kleine Piet moest voor
hem zorgen. Het schip zou een week
op zee blijven en begin november zou
den ze in Amsterdam aankomen.
Op de romp van het schip stond met
sierlijke letters „Spanje". Dat had de
schilder van de Sint gedaan.
Schrik maar niet, Sint heeft 3000
zwarte Pieten, dikke en dunne, grote en
kleine. Sint Nicolaas had al geprobeerd
om ze allemaal een naam te geven. Hij
kwam maar tot honderd, toen wist hij
er niet meer. Alleen de voorname Pieten
kregen een naam, de andere heetten ge
woon Zwarte Piet.
Eindelijk kwamen ze in Amsterdam
aan. De hele stad was uitgestroomd
om Sint Nicolaas te verwelkomen.
„Hebben jullie je schoentjes al klaar
gezet?" vroeg hij.
„Tuurlijk Sinterklaas", riepen de kin
deren.
„Als jullie stout zijn geweest leg ik een
roe in je schoen", riep Piet, „of ik geef
je een pak voor je broek".
„Maar Piet toch!" riep Sint.
Na de rondrit ging de Sint naar zijn
hoteL
Henrl Martin, Lelden.
DE REIS VAN SINT
De boot lag al te stomen toen Sint
aankwam op zijn paard. Naast hem lie
pen twee Pieten, elk met een zware
zak op de rug. Dat was de laatste vracht.
Alle Pieten waren al aan boord. Ze wa
ren zó blij, dat ze sprongen, dansten en
stoeiden. Maar toen kwam Sint en gelijk
stonden ze allemaal kaarsrecht in het
gelid. Dat hoorde zo. Twee Pieten gooi
den de trossen los en daar gingen ze.
Ze waren de heven al uit toen Sint eerst
even naar de stal ging kijken, waarin
zijn paard stond. Maar wat schrokken
ze. Het paard lag op het stro helemaal
suf en ziek. Het arme beest had last van
zeeziekte, want het stormde verschrikke
lijk. Trouwens Sint was ook niet zo lek
ker. De Pieten konden er wel tegen. De
jongste knecht Joekoe zon op een mid
del om het paard beter te maken. Opeens
vloog er een kanariepietje binnen. Het
ging op de schouders van Joekoe zitten
en fluisterde wat in zijn oor. tjielp,
tjiep, tjlep! Joekoe begreep het dadelijk
en sloop zacht naar het ruim, waar êen
zak marsepein stond. Heel voorzichtig
haalde hij er enkele stukken uit en ver
mengde die met een poeder. Wat voor
poeder? Ja, dat was nu het geheim van
JJoekoe. 's Morgens kreeg het paard
voor zijn ontbijt een bakje met dit spul
en zie 'smiddags was de schimmel weer
kiplekker. Sint Nicolaas was blij en gaf
zijn knechtje een zak vol suikergoed en
marsepein.
Dag kinders, allemaal een heel prettig
Sint Nicolaasfeest. Er hoeft toch zeker
niemand in de zak?
Dus tot volgende week.
Tante Jo en oom Toon.
EEN STRAATTAFEREELTJK
Onze tekenaar vond dit straatafe-
reeltje wel aardig en hij heeft het
plaatje vlug gemaakt. In de haast
heeft hij echter 8 fouten gemaakt,
die de lezers nu maar zelf moeten
opzoeken, vond hij. Het is te probe
ren; en moeilijk is het. Oplossing
elders.
goed samen met nylonbast verwerken)
en tevens nog wat donkerbruine bast.
Eerst maak je een geraamte uit mid-
delsterk draad (zie 1). De benen maak
je 8 cm. hoog en als afstand tussen
voor- en achterbenen neem je 7 cm.,
terwijl de lengte van het lichaam ruim
14 cm. is. Eerst wikkel je de donker
bruine bast om de enkelvoudige draad
helemaal onder aan het been van on
geveer 1 cm. boven wat we de enkel
zouden noemen, tot 1 cm. eronder (2).
Daarna wikkelt men weer terug over
beide draden (3). Omwikkel dc rest van
het been met natuurkleurige raffia. Als
al de 4 benen zo omwikkeld zijn, om
wikkel daarna verder en zet de achter-
TOCHTJE NAAR VERLATEN
KASTEEL
Het kasteel is al jarenlang onbe
woond, maar nog steeds staan er de
muren, de tinnen en zijn er de gan
gen. En er is ook nog een onderaard
se gang, die van de linker toren onder
de grond naar de rechter toren voert.
Wie kan de weg vinden? Oplossing
elders in de krant.
PANNELAPPEN
Ja, daar zul je moeder waarschijnlijk
een groot plezier mee doen, meisjes. Zo
dikwijls moet zij in keuken en bij het
eten opdragen hete dingen aanpakken.
Maak daarom 2 vierkante zakjes van
25 30 c. lang, van bont, wasecht ka
toen; knip daarna van een oude bad
handdoek een aantal vierkanten, die iets
lappen. Enkele steken op de hoeken
moeten ze op hun plaats houden en naai
ze vervolgens van boven dicht. Ver
volgens maak je een bandje van onge
veer 1 m. lengte en maak daaraan de
2 zakken op een hoek vast. Moeder kan
dus het geval om haal h.'.l hangen en
is nooit een van de 2 zakjes kwijt.
EEN ITALIAANSE EZEL
Deze kleine pakezel kan in zijn beide
korfjes allerhande kleine „lasten" dra
gen, zoals b.v. zout stokjes voor de
soep het zoutvaatje, de peperbus, twee
kleine, flesjes voor olie en azijn, sigaret
ten enz.
Als je zo'n ezel b.v. als Kerstgeschenk
maken wilt, heb je nodig: Bundt na-
tuurkleurig raffia-bast (laat zich heel
midden. Ook de muil van de ezel wordt
evenzo omwikkeld. Leg daarna een wei
nig watten op de wangen, voordat ja
kop en hals van de ezel omwikkeld.
Zet nu de voorpoten op nun plaats en
stopt het lijf van de ezel vol watten,
wikke ldaarna verder en zet de achter
poten op hun plaats en bevestig de ein-
den. Vlecht voor het beest een kleina
staart met kwastje aan de punt. Naai
dan de manen uit lussen en haak een
paar flinke oren van raffia.
De korven worden gemaakt uit aan
elkaar genaaide vlechten. Voor elke
korf zijn nodig 3 maal 4 rarria-draden
(vlechtkoorden) van 150 cm. lengte.
Omwikkel de uiteinden van de vlech
ten en snijd de punten eraf. Neem nu
een uiteinde en leg het uit tot een vlak
spiraal en naai de vlechten met raffia
aan elkaar, tot je een bodem krijgt met
een doorsnede van 4>/> cm. Nu nog de
vlecht opwaarts en de ronden aan el
kaar naaien. De korven worden aan
een bandje van 5 cm. breed over de
ezelsn
ogen.
WOUBRUGGE
IJsvereniging. In „Het Oude
Raedthuys werd donderdagavond on
der leiding van de heer C. Muller de
jaarvergadering van de IJsvereniging
Woubrugge gehouden. De jaarversla
gen van secretaris J. Westmaas en
penningmeester J. Hagel bevatten
weinig bijzonders. Het aantal leden
bleef ruim 90. Bij de bespreking over
het komende winterseizoen werden
nieuwe regels samengesteld over de
lotingen bij hardrijderijen, die tot
nog toe onbevredigend bleken. Voorts
zal meer aandacht worden besteed
aan de afzetting van wakken e.d. op
de omliggende meren bij toertochten
teneinde de risico's te verminderen.
De heer Westmaas bracht nog verslag
uit over zijn bezoek aan districts
vergaderingen van de KNSB en de
Molentochten. Tenslotte werd beslo
ten, om van alle deelnemers aan wed
strijden en voor de leden een W.A.-
verzekering af te sluiten.
Ook nu weer weer uitvoerig gedis
cussieerd over de mogelijkheid van
de aanleg van een eigen ijsbaan, zo
mogelijk met sproei-installatie. Een
en ander zal echter niet eerder te ver
wezenlijken zijn, eer het aantal leden
toeneemt en de financiële positie van
de vereniging gunstiger wordt.
Na afloop bleven de leden nog ge-
Met de kleine klauteraars komen jullie zelhg bijeen en werden prijzen uitge-
wel zonder uitleg klaar, ander vraag ik loofd bij wedstrijder in klaverjassen
te veel ruimte van de krant. en sjoelen.
POPPEKINDJES
UIT VELE LANDEN
1. Duizenden meisjes wensen zich met
Sinterklaas of Kerstmis gaarne een pop
toe. Dat is al vele, vele jaren zo en
overal over de hele wereld kan men in
de musea de poppen vinden en be
wonderen uit alle tijden. Er waren zelfs
al poppen, toen er nog geen Sinterklaas-
of Kerstfeest bestond. De oude Egyp-
tenaren maakten al poppen van klei
voor hun kinderen. Ze gaven ze haren
van fijne parelsnoertjes (1). Ook de
kleinen der oude Grieken (II) en Ro
meinen speelden reeds met kleipoppen.
Bijna overal ter wereld treft men pop
pen aan uit hout gesneden. De Indianen
uit Zuid-Amerika maakten poppen van
palmbladeren (III). Heel oude Zweed
se poppen ziet men vervaardigd uit
Berkerijsjes. De Eskimo's fabriceerden
gapen uit hertsgeweien en beenderen.
n fig. IV laat jullie een pop zien van
hout gesneden, afkomstig uit Engeland
van omstreeks het Jaar 1850.
2. Een Franse prinses kreeg eens een
pop ten geschenke, die duizenden francs
gekost had. Dat was waarlijk 'n flink
vermogen in die tijd, toen Frankrijk nog
zijn prinsessen had. Later werd het in
Parijs mode. om ook onder volwassenen
poppen ten geschenke te geven. De da
mes deden dat onder elkaar niet zozeer
om de poppen, maar meer om de aller
nieuwste costuumpjes, die deze droegen.
Deze poppen werden later een niet on
belangrijk erfstuk. Koningin Victoria v.
Engeland bezat als kind over de hon
derd kleine houten poppen. Ze waren
van verschillende grootte, maar hadden
allen precies dezelfde gezichten. Hun
kleren waren het fijnste deel aan ze;
die stemden n.l. overeen met de kos
tuums van beroemde schouwspelers,
personen uit de geschiedenis en enige
vrienden van het hof. Tegenwoordig
zijn de poppen steeds meer mechanisch
geworden, maar er zit geen fantasie
meer bij en als dat nog verder doorgaat,
zal de fantasie d e kinderen niet
meer ontwikkelen en dat zou toch ei
genlijk heel treurig zijh.