EEK GLAZEN JAMPOT
VOL
BROKJES GOUD
DE LEIDSE COURANT
Hardheid van verleden maakt plaats voor huiselijker bestaan.
IN AUSTRALIE'S ACHTERHOEK
(Bijzondera medewerking
Als U een jarige vriendin wilt
feliciteren, moet U tegen een
autotocht van 500 km niet op
zien (aldus mevrouw MacDo-
nald), maar tegenwoordig is
zo'n rit geen bezwaar, want de
weg is goed en de logeerkamer
van Uw vriendin is geriefelijk.
TMOG STEEDS is het mooie nieuwe
huis der MacDonolds te Fossil
Downs iets, waar men in de Kimber
leys (een deel van Austraiië's Ach
terhoek) vaak ovei spreekt. Geen
wonder, want het huis is een teken
des tijds, een symbool van de ingrij
pende veranderingen die zich in
de Achterhoek voltrekken. Fossil
Downs is - dit diient U te v/eten -
een veeboerderij naar ouderwetse
trant. De terreinen, die tot het bedrijf
behoren, beslaan een oppervlakte
Van ruim 4000 km2, dat is meer dan
Utrecht en NoordhoLland samen. De
afstand tot het naastbij gelegen stad
je bedraagt 320 km en die tot de West-
Austraiische hoofdstad Perth is ruim
3000 km. Bill MacDonald en zijn
vrouw hebben hun huis vrijwel ge
heel eigenhandig gebouwd, maar toch
ziet het er uit als een modern land
huis in de buitenwijken van een
grote stad. Het heeft twee verdiepin
gen. De hal is ruim en stijlvol. De
trap is een juweeltje van binmen-
h Uisardhiteotuur.De verandas zij n
koel. De, tropische tuin is weeldering.
De kamérs zijn modern en geriefelijk
irtgerioht .Kortom, het huis der Mac-
Donaids is een ideaal home.
nleys, gelegen
noorden van West-Australië .tellen
veel grote veebedrijven. De geschie
denis van de streek is die van de
pioniers. Het typische huis op die
bedrijven was tot voor kort van hout.
De bijgebouwen waren nog primitie
ver dan het woonhuis. Eigenlijk was
dit woonhuis niet veel anders dan
een basis voor de cowboys en vee
knechten ,die immers vaak weken
achtereen van huis moeten zijn.
Overdag zijn zij dan in den zadel,
's Nachts slapen zij onder de blote
hemel. Het „woonhuis" was de bed
en eetbasis, het vaste purat in het
zwervende bestaan der „vee-man
nen".
Zij bouwden
DILL MACDONALD had een ande-
re opvatting van „huiselijkheid".
Hij was en is van oordeel dat een
geied pas waarlijk „bevolkt" kan
worden, als men de mensen behoor
lijke woningen biedt. „Toen mijn
man de leiding op Fossil Downs
overnam", vertelde de Maxine Mac
Donald, „waren de toestanden nog
aan de erge ruwe kant hier. Dat was
in 1931 .Er waren toen maar drie
of vier blanke vrouwen in de streek.
Ik kwam op Fossil Downs aan in
1937, Als bruidje. Ik had nooit bui
ten Sydney gewoond en wist niet
wat mij te wachten stond. Het be
gon al direct, toen onze machine
landde bij Fitzroy Crossing. De Mar
garet Rivier was overstroomd. Een
g>litieman reed ons naar de rivier.
n toen moesten we waden! Ik
kwam zo uit de stad, droeg nog
zijden kousen en schoenen met hoge
hakken. Zo weinig wist ik van de
Achterhoek! Na de waadpartij moes
ten we nog 3 km lopen om bij het
huis te komen.
Een huis? Vroeger misschien, maar
de witte mieren hadden het vrijwel
opgegeten. We gingen toen maar
enige tijd in een klein huisje wo
nen. En onze cowboys en andere
knechten moesten kamperen".
„Op Nieuwjaarsdag, het was mid
den in het natte seizoen, paalden
we het terrein voor het nieuwe
Carol Crowther en haar man
dragen hun banksaldo bij zich,
en wel in *e vorm van een met
brokjes goud (nuggets) gévul-
de jampot.
Hier ziet u, dit goudzoëkCnde
echtpaar met de „schat" iö het
hotel van Hall's Creek.
knechten en brood moest bakken
voor 50 inboorlingen .Op zo'n groot
veebedrijf moest je als vroüw van
de baas van al'ie markten thuis zijn.
Zonder enige hulp moest je soms
maanden achtereen de bedrijfsboe-
ken bijhouden, de tuin verzorgen, ge
wonde cowboys verplegen voor de
inboorlingen zorgen, kortom, je had
zoveel te doen, dat je vaak voor niét
wist, dat je achter leefde...."
D„„jw v „De grote trek van de eerste Mac-
JkL* mkm tatvJïu D01131^ met hun 2000 stuks vee geldt
klaar. Na enige weken öp Fossl) steeds als een hirtnri^aha pp
ITZU? ^kenge™™St'onTet20k'vSt beurtenis in de f„ lffj
ik moest koken voor onze 20 vee- vertrokken zij van in
Nieuw-Zuid-Wales. De weg was 5000
km lang. Hij voerde grotendeels
door ongerepte woestenijen. Drie
jaar hadden zij nodig om de Marga
ret Rivier te bereiken. Overstromin
gen, droogte, branden, vijandige in
boorlingen en koortsen moesten zij
overwinnen. Gans hun hebben en
houden hadden zij geladen op twee
zware doro Osseh getrokken wagens.
Een van dlie wagens staat nog op d«e
oever van de Margaret Rivier. Het
is héUs eën beetje vreemd, als je
naast die ossenwagen de snelle
Jaguar van Billl zifet. Maar die twéé
voertuigen naast elkaar symbolise
ren toch wel heel duidelijk, dat het
hier in d'e Kimberleys anders is ge
worden
„En het nieuwe huis, Maxine",
vroegen wij mevTouw MacDonald.
„Ja, dat zou ik je vertellen, dat is
waar ook. De bouW was niet gemak
kelijk. De muren moesten we md-
ken van cementblékken, die wij in
de droge bedding van de Margaret
Rivier vervaardigden. Op de dag,
dat ons laatste blok gereedkwam,
bleek er geheel onverwacht hoogwa-
jaardagspartijtje bij ae buren op 160
km af9tand gegaan. Een vliegmachi
ne dropte nog een waarschuwing bij
Fossil Downs, dooh er was niemand
thuis. Onderweg hoorden we, dat
de rivier bezig was vol te lopen.
Snel keerden we huiswaarts. We mo-
bilisêerden alle beschikbare knech
ten. De gehele nacht werkteh we
door om onze cemehtiblokken op een
veilige plaats te brengen. Nauwe
lijks waren We klaar of het water
kwam. Onze vormen werden meege
sleurd. Nooit zagen we ze weer!"
„Als ik terugdenk aan mljh eef-
ste jaren op Fossil Downs (vervolg
de mevrouw MacDonald) begrijp ik
niet, hoe ik het klaarspeelde. We
gebruikten nog bzelspannen, zó
slecht waren de wegen. Dagen Waren
we onderweg om in Derby - het
naastbij gelegen stadje - te komen.
In acht jaar tijds kwam ik slechts
tweemaal in Perth. Dat was ter ge
legenheid van de geboorte van mijn
beide kinderen. Contact met de bui
tenwereld hadden We vrijwel niet.
Dit weid iets beter, toen mijn man
(in het kader van de werkzaamheid
van de Vliegende Artsen Dienst)
een radio-zend- en ontvangtoestel in
gébruik nam. Ja, nog herinner ik mij
hoe blij ik ivas, toen de vrachtrijder
van Dery zijn vrouw eens mee
bracht. Ik had toen in een half jaar
tijds geen enkele blanke vrouw ge
sproken of zelfs meer gezien. Nu is
dat allemaal anders. Er wonen tegen
woordig blanke vrouwen en kin
deren op de meeste veeboerderijen.
En dank zij de betere wfe.;en kun
nen we nu ook' vaker op bezoek
gaan. Maar dan moëteri we tegen
een rit van 500 km niét opzien
En de ontvangst is altijd gul en har
telijk!"
„En de warmte, Maxine?? Is die
uit te houden?"
„Stellig. Soms is de tropische hit-
Hiernaast: Een verjaardagsfeest bij de Mac-
Donalds op Fossil Downs. De ontvangkamer
in het nieuwe huis mag er wezen!
Foto boven: Dit is een der ossewagens, waarmee
de MacDonalds in de jaren 1883-1886 hun
trek van 5000 kilometer over land maakten
van Goulburn naar de Margaret Rivier. Zij
brachten 2000 stuks vee mee. Naast de osse-
wagen de tegenwoordige baas van Fossil
Downs, Bill MacDonald, met zijn snelle
Jaguar.
te zelfs prettig. Natuurlijk moet
je je eerst acclimatiseren. En het
levenstempo is hier langzamer. Bo
vendien hebben we tegenwoordig
tal van moderne gerieven, waarvan
de vorige generatie niet kon dro
men. En kijk eens naar onze tui
nen met heerlijke vruchten en
prachtige bloomen. BU dit alles
komt nog, dat de blanke vrouwfen
in de Kimberleys minder huiselij
ke beslommeringen hebben dan de
vrouwen eklere in Australië. Er zijn
genoeg inheemse meisjes en vrouwen
voor het huishoudelijke werk. Ze hou
den van kinderen en zorgen goed
voor het kleine grut. Wel zijn scho
len hiér nog vrij schaars, maar wie
het eVen kan betalen, stuurt zijn klh-
deren naar een kostschool of inter
naat in de stad. Dat betekent een
luchtreis van 3000 km! De regering
betaalt voor ieder koshschoo lkin d
jaarlijks een retourbiljet. Toch is het
duur, want de schoolgelden en kost
gelden zijn aan de hoge kant
Pioniervrouwen
IJE VROUWEN IN DE AUSTRALI
SCHE Achterhoek waren vroeger
allemaal aan een hard leven gewend.
Nog zijn er van die piorwerovrouwen
te vLnden. Men ontmoet zc soms.
Mevrouw Moody bijvoorbeeld. Haar
man Wil een verlaten goudmijn tot
nieuw leven wekken. De mijn Ligt op
ongeveer 100 km afstand van Halt's
Creek, dat eens een bloeiend mijh-
bouwcentrum was. MevrouW Moody
verdeelt haar tijd tusseh een oud en
schilderachtig lemen huis vroeger
postkantoor van Hall's Creek en
het mijnkamp van haar man. In dat
kamp bezochten wij haar.
„Vroeger woonden er (vertelde zij)
op de plek, waar wij nu kamperen
zowat 2000 mensen. Er lag n.l. een
veelbelovende goudmijn. Na een paar
jaar, bleék dat de mijn toch niet aan
de verwachtingen voldeed. De men
sen ging weg. Toen mijn man en ik
hier onze tenten opsloegen, vonden
wij vrijwel niets meer, dat op vroe
gere menselijke bedrijvigheid wees.
Ja, toch wel iets. En wel een ijzeren
emmer zonder bodem en het graf van
een onbekende Ier. Wegen zijn er
hier in de streek nog maar weinig.
Nog niet zo heel lang geleden hadden
wij eens uur nodig om de laatste
36 km van Hall's Creek n^ar ons
kamp af te leggen. En dan moet U
bedenken, dat wij een jeep réden, die
speoiaal was gebouwd voor moeilijk
terrein. En de afstanden hier! We
hebben een woning in Sydney. Zo'n
reisje naar Sydney betekent voor
ons een autorit van 500u km door
Queensland en de Noordelijke Terri
torium. Weet U, hoe lang we over
zo'n tocht doen? Drie weken en een
dag, welgeteld 22 dagen! Dat is wat
anders dan van Amsterdam naar Pa
rijs of Rome!"
Toch is het leven van mevrouw
Moody nog coaf or tabel vergeleken bij
dat Van een andere goudzoekersvrouw
nL van mevrouw Carol Crowther.
Reeds meer dan 15 jaar zwerft zij met
haar man door Noord- en Midden-
Australië. En al die jaren had zij
geen eigen huis. De wildernis is mijn
home, pleegt zij te zeggen. „Goud
(vervolgt Zij dan) oefent een bijzon,
dere aantrekkingskracht uit op som
mige mensen. Ja, haast iedereen, die
er eens naar heeft gezocht, gaat lij
den aan de Gele Koorts, zoals wij de
goudkoorts hier notmen. Mijn man
Norman en iik lijden er chronisch aan.
Denkt U niet, dat ik een soort ambu
lante huisvrouw ben. Natuurlijk was
en kook ik voor mijn man. Maar
verder help ik hem zo goed mogelijk
bij de goudjacht. Er zijn ervaren
goedzoekers, die zeggen, dat ik het
valk door en door ken!"
„Wel eens éeh gmt' Slag geslagen",
vroegen wij,
„Ja, dat deden we. Het gebeurde
een paar jaar geleden. We vonden in
eel» week tijds voor f 65.000.- goud.
Een echte „lucky strike", niet waar?
Nu, dat geld hebben we gebruikt
om heel Australië te bereizen. En toen
we uitgereisd waren, gingen we terug
naar de wildernis in de Achterhoek.
Hitte, voedselproblemen konden Nor
man en mij niet afschrikken. We
gingen opnieuw op de goudjacht. En
hlet succes! Kijkt U maar eerts...."
Mevrouw Carter toonde ons in het
hotel te Hall's Creek een glazen
jampot, die bijna geheel gevuld was
met nuggets of brokjes goud. Het is
altijd gemakkelijk (zei ze) om je
banksaldo bij je te hebben!
De nieuwe tijd
fNTUSSEN WEET zowel mevrouw
Moody als mevrouw Crowther, dat
zij beideh behoren tot het verleden.
Tegenwoordig is het leven anders ge
worden in de Achterhoek. Een meer
huiselijk bestaan vervangt het pio
niersleven van weleer. De bekende
schrijfster mevrouw Mary Durack
Miller, kleindochter van een derd eer
ste kolonisten in de Kimberleys eh
thans moeder van vijf kinderen, zei
daarover: De eerste blanken kwamen
naar de Kimberley als veroveraars.
Zij namen de Uitdaging van het on
gerepte land aan. Maar het land was
vaak veel sterker dan zij, ook al
maakten sommigen er grote fortui
nen. Van een eigenlijke bevolking
was geen sprake. Men kwam er en
men verliet het na enige tijd. Nu be
vindt de Achterhoek zich In een
nieuwe ontwikkelingsfase. De man
nen komen er om zich te vestigen.
Zij willen met hun vrouw en en kin
deren „blijvers" zijn. En omdat zij
hun gezinnen meebrengen, worden
de banden met het land hechter en
hechter. Zij krijgen het gevoel, dat
zij bij het land horen en het land bi)
hen. Zij raken er thuis. En een land is
toch pas echt een bewoond land, als
de tweede en derde generatie der
kolonisten er opgroeien en de streek
als hun „Heimat" beschouwen.
Zo was en is het leven der vrou
wen in de Australische Achterhoek.
„Dehk je", vroeg mevrouw MacDo
nald ons, „dat de Nederlandse vrou
wen zich voor ons leven in de Kim
berleys interesseren?"
Ons antwoord was kort en krach
tig: „JA!"