Van de geschiedenis van „Rosendael" te Lisse is slechts weinig bekend Ledenvergadering A.N.V.V. kwam niet tot conclusie over logeerbelasting HET NATIONALE BALLET DANST ROMANTISCH graficus Jean-Paul Vroom ZATERDAG 6 OKTOBER 1962 DE LEIDSE COURANT PAGINA 11 V/ Een stokoud gebouw in de bollen streek gaat vallen onder slopershan den: het vervallen, maar vroeger zo statige en voorname Rosendael, aan de Heereweg te Lisse. Hoewel het buiten ongetwijfeld enkele eeuwen oud is, weet men van zijn oude histo rie weinig of geen bijzonderheden. Het is bekend dat er in het begin van de zeventiende eeuw hier een adellijk geslacht Van Rosendael heeft gewoond; het is ook bekend dat in 1732 een zekere Jilles Gilles het bui ten Rosendael te Lisse in zijn bezit had, maar daar houdt het wel zo on geveer mee op. Meer weet men uiter aard over de eigenaars van het huis in de negentiende eeuw. In 1832 was mevrouw de weduwe Maria van der Mey-Brouwer eigena resse. Aart v. d. Mey, uit Rijnsburg afkomstig - in dit bloemendorp komt de naam Van der Mey nog veel voor - legde hier de grondslag voor een befaamde bollenzaak, die thans nog een klinkende naam in de bollenwe- reld heeft Na zijn overlijden ver kocht zijn vrouw Rosendael in 1832 aan Ernst Joseph v. d. Berg, de (laat ste niet katholieke) burgemeester van Lisse. Na diens dood kwam het huis in handen van mevrouw Gesina van den Berg, echtgenote van de heer Hermanus Scherpenzeel. Op 2 janu- arie 1844 eigenaresse geworden ver kocht mevrouw Scheerpenzeel het huis op de 19de april van hetzelfde jaar al aan de Amsterdammer H. J. Huysmans. De volgende eigenaar was een in Lisse en ver daarbuiten veel besproken man: de eeiwaarde heer J. F. Fick, oud-pastoor van Berkel en Rodenrijs. Pastoor Fick was een vermogend, maar hoogst eigenaardig man, die in zijn parochie in Berkel- Rodenrijs een boerdefij bezat en er helemaal niet tegenop zag om zelf te gaan hooien of op de mestkar te klimmenToen de katholieke in Lisse een nieuwe kerk wilden gaan bouwen, beloofde de oud-pastoor Fick voor dat doel een ton op tafel te zul len leggen. Hij kreeg later echter hooglopende meningsverschillen en trok zijn beloften weer in. De tuin van Rosendael was in die tijd geheel ommuurd. Op de plaats waar nu ongeveer de Incassobank staat, was een poortje, in de (Lissese) volksmond het „poortje van Fick" genaamd. Toen pastoor Fick de weg van alle vlees was gegaan bleek Rosendael door hem vermaakt te zijn aan het R.K. Kerk- en Armbestuur van Ber kel en Rodenrijs, onder de conditie dat het nooit verkocht mocht wor den. Zelfs vanuit het graf wilde pas toor Fick nog invloed op de gang van zaken uitoefenen! „Rosendael" werd echter tóch ver kocht. Het kerk- en armbestuur te Berkel en Rodenrijs verkreeg hier voor dispensatie. Dat was op 1 ja nuari 1912, toen is de Lissese arts M. de Graaf het pand kocht voor f 15.000. Dokter de Graaf kende het huis dan al door en door, want hij bewoonde het pand reeds sinds januari 1902. Voor hem woonde ook een geneesheer in het huis: dokter Metzlar Op de palen van het inrijhek ston den twee leeuwen. Die waren niet in de koopprijs begrepen. Dokter de Graaf wilde die leeuwen echter graag bij Rosendael houden en betaalde hiervoor f 500 extra. Thans zijn de leeuwen „aftands" geworden. Vroeger kregen ze regelmatig een beurt, zo vertelde ons wethouder Jac. de Graaf van Lisse, een zoon van dokter De Graaf, die het pand in het begin van deze eeuw kocht en er jarenlang in woonde. De leeuwen werden toen geelgrijs geschilderd, terwijl de schil den fel rood getint waren. Op die Zo zag Rosendael er begin 1600 uit. Ommuurd was de tuin van het bui ten ook toen. Later is Rosendael herhaaldelijk verbouwd en vergroot. Gistermiddag is wereldkampioen ploegen geworden Hans O Sylling uit Noorwegen met 148,56 p. Tweede werd Eero Aalto uit Finland met 147,56 p.; derde is W. G. Wright uit Noord-Ierland met 146 pnt. Eerste Nederlander, J. H. Burgers, is no. 17 geworden rr.et 136,82 pnt, tweede Nederlander A. van Dijke, no. 23 met 132,26 pnt. De minister van landbouw en vis serij, mr. V. G. M. Marijnen, heeft gisteravond in de buitensocieteit te Zwolle de gouden ploeg uitgereikt aan de winnaar van de wereldkam pioenschappen. De volle zaal beloon de de winnaar met ovaties, toneel, applaus en voetgetrappel. In een korte toespraak zei de mi nister dat in deze twee dagen vriend schapsbanden zijn gesloten tussen jonge boeren uit tal van landen. Hij dankte alle deelnemers en de orga nisatie. Namens de winnaar dankte de trainer van de Noorse ploeg. De uitreiking had een feestelijke omlijsting van koorzang, folkloris tische dansen en toneelstukjes van plattelands-jongelui uit verscheidene plaatsen in het land. Het geheel werd besloten met een bal. Veertigduizend mensen hebben donderdag en vrijdag de bij Dronten gehouden wereldploegwedstrijden bij gewoond. MAN MET HANDKAR REED TREIN AAN Op een particulier overpad bij Nij- kerk is gisteravond een man met een handkar tegen de trein Amersfoort- Zwolle opgelopen. Hij werd gewo-id en moest naar een ziekenhuis in Amersfoort worden gebracht. De trein kreeg 20 minuten vertra- Met een luid en nadrukkelijk „neen" van de in Groningen vergaderende ledenraad van „Horecaf" in de oren heeft een bijzondere algemene leden vergadering van de Alg., Ned. Ver. voor Vreemdelingenverkeer A.N.V.V. in Utrecht geen uitspraak gedaan over de vraag of in Nederlandse toe ristenoorden al dan niet een toeris tenbelasting zal moeten worden ge heven. Tijdens de vergadering kwam een zodanige menigte van opvattingen naar voren, dat de argumenteringen tegen van de economische adviseur van Horecaf dr. J. F. van Saarloos en de argumenten voor van mr. G. W. Toebes, directeur van de Ver. van Ned. Gemeenten, neergelegd in pre adviezen, bijna verdronken. Ethische bezwaren Boeiende en soms heftige betogen voor en tegen een dergelijke belas ting werden in het Utrechtse espla nade gehoord. De oud-directeur, te vens erelid van de ANW, jhr. W. Boreel bracht internationaal erkende ethische bezwaren uit de eertijds ging. De daaropvolgende trein uit de tegenovergestelde richting kreeg eveneens een oponthoud van 20 mi nuten en werd, voor wat het gedeel te Amersfoort-Amsterdam betreft, opgeheven. schilden prijkten vroeger familie blazoenen, maar in de Franse tijd moesten die verwijderd worden. Alles wat aan adel herinnerde, diende te verdwijnen. Nu Rosendael is verkocht, mag men zich afvragen, wat met die leeuwen gaat gebeuren. Op oude prenten van Keukenhof prijken n.L op de palen van het inrijhek óók twee leeuwen die als twee druppels water gelijken op die, welke thans nog voor Ro sendael staan. De beelden vallen on der Monumentenzorg. Een der leeu wen heeft maanden en maanden los en ietwat scheef op de paal gestaan en kortgeleden heeft men er cement onder aangebracht. Men fluistert dat er plannen bestaan om de leeuwen weer daar te plaatsen waar ze ver moedelijk oorspronkelijk hebben ge staan - bij de Keukenhof dus. Voorlopig echter zullen ze worden opgeborgen in de magazijnen van „Openbare Werken", wachtend op hun nieuwe bestemming. j^f ET GENOEGEN hebben we het Nationaal Ballet zien optreden in het gebouw voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te Den Haag. Sonia Gaskell de directrice van het ballet geeft haar dansers en danse ressen een gedegen opleiding. Zij timmert met haar uitvoering niet hoog, maar be( reikt, dat de zaak bin nen het bereik van dansers en toe schouwers blijft. Bij haar triomfeert het dansgenot. De décors zijn sterk- romantisch en hetzelfde geldt voor de kleding en niet minder voor de dansen zelf. Het Nationale Ballet houdt ook het stièl in ere. Wat met goede training te bereiken is toon den bijvoorbeeld de enthousiast toe gejuichte Sylvester Campbell en Pan- chita de Péri in een sierlijk gedanste Pas d-1 Deux Romantique op muziek van Rossini. Duidelijk bleek hier, dat Sonia Gaskell sterk de nadruk legt op verschil tussen weke vrouwelijke en krachtige maar sierlijke manne lijke dans. „Les Presages" op muziek van Tsjaikofsky in een choreogra- fiek van Leonida Massine met als ster in de wals „Katleen Smith" was als een getuigeschrift voor de be heerste techniek van de groep, ook al waren hier enige ongelukjes te be treuren, waaraan de vervangingen te elfder ure in het programma niet vreemd geweest zullen zijn. Het Nationale Ballet demonstreert steeds een gelukkige keuze in mu ziek en onderwerp. In „Shirah" was (muziek Alan Hovhanes) vooral het raffiment in belichting, kleur en kle ding opvallend. De symboliek was in Pearl Langs choreografie wellicht wat gezocht, maar men kan bewonde ring hebben voor de prachtige ritmiek en figuren met de witte koorden die een nieuwe dimensie op het toneel brachten. Tot slot was er de „Kaukasische Gevangene" op muziek van Katcha- turian door George Skibine met Rus sische Volksdansen in samenstelling met Ch. Abachidze. Het revue-achtige décor en de operette-kleding deden niets aan de voortreffelijke presta ties van dit ballet af. Deze vorm van dans, met een duidelijk verhaal, woest romanitsch van décor en aankleding, spreekt het publiek aan. Zulks be hoeft geen degardering te zenn, zeker niet als de leiding in veilige handen is by Sonia Gaskell. B De leeuwtjes die thans op de palen van het inrijhek bij de Rosendael staan, lijken opmerkelijk veel op de exemplaren, die volgens oude pren ten destijds op de palen bij Keuken hof prijkten. Dat laat een detail van •en prent uit 1600 duidelijk zien. HOOIGRACHT 54 LEIOEN briuens irmrniTimull PRINS BERNHARDSTR. 51 NOORDWIJK (Advertentie) door hem geleide internationale unie van toeristische organisaties tegen enigerlei vorm van belasting op toe risme naar voren. Toeristen worden geworven teneinde de welvaart van een gemeente, een streek of een land te verhogen. „Het gaat niet aan", zo riep de Arnhemse WV-directeur J. Vet uit, „dat de komst van een vreem deling beloond wordt met een be lasting, een boete, op zijn komst". „Kurtax" Toch zagen andere deelnemers geen al te grote bezwaren in een zeer ma tige logeerbelasting of toeristenbij- drage, mits deze op grond van een te wijzigen gemeentewet dan ook 'n gemeentelijk karakter zou dragen. Deze principiële bestemmingsbelas ting zou het karakter van een „Kur tax" moeten hebben en zou dus uit sluitend ter veraangenaming van het verblijf van een toerist middels al gemene voorzieningen moeten wor den bestemd. „Maar het sociaal toe risme (campings etc.) zou er buiten moeten vallen, vond de een. Dat was helemaal niet in de redeneertrant van de ander, die vond, dat een logeerbelasting zowel voor geregis treerde logiesverstrekkende bedrij ven als voor de 50 percent beun hazen in deze sector zou moeten gelden. Gemeentelijk of Rijks De vraag bleef open of logeerbe lasting een gemeentelijke ofwel een rijksbestemmingsbelasting ter verbe tering van de toeristische infrastruc tuur zou moeten zijn. De tendens van de sprekers ging in de richting van de eerste, maar duidelijk werd de zaak niet. De tegenstanders ten slotte meenden, dat bijzondere ge meentelijke, uitgaven voor toeristi sche accommodatie gedekt zouden moeten worden uit bijzondere bij dragen uit het gemeentefonds op grond van het wisselende aantal in woners. Een suggestie om ook dagbezoekers op de een of andere wijze in een „toeristen-bijdrage" te betrekken, werd vrijwel algemeen van de hand gewezen. BOEIEND WERK VAN IN „DE LAKENHAL" TE LEIDEN In de Haagse Houtrusthallen is de 80-jarige goochelaar Henri Nolles ge huldigd. Namens het huldigingscomité werd hem door Alex de Haas een enveloppe aangeboden. (Van onze kunstredactie) Jean-Paul Vroom, die op het ogen blik in „De Lakenhal" schilderijen en grafisch werk exposeert, blijkt een veelzijdig artist te zijn, al ligt de hoogte van zijn artistieke kunnen wel op zeer verschillend niveau. De in 1922 in Den Haag geboren kunstenaar volgde een opleiding aan de Academie van die stad, waar hij lessen volgde van o.a. Paul Citroen, Willem Sclirofer en Sierk Schroder. In 1939 reeds hield hij zijn eerste eertse tentoonstelling in Den Haag, al spoedig door meerdere exposities gevolgd, ook in andere steden als Amsterdam (1941 en 1949), Parijs (1944 en 1951), Lyon (1951) en Straatsburg (1951, 1952 en 1953). Tijdens de oorlog kwam hij in Pa rijs terecht, na gearresteerd te zijn door de Gestapo en weer ontvlucht. Aan de Ecole Estienne in de Franse hoofdstad bekwaamde hij zich in de grafische technieken en in 1944 kwam zijn eerste belangrijke bibliofiele werk van de persen: acht koper- Portret van de cabaret-artiste Conny Stuart, door Jean-Paul Vroom. gravures bij „Les Cenci" van Stend hal. Na de bevrijding werkte hij af wisselend in Parijs en Amsterdam, in welke laatstgenoemde stad hij momenteel woont. „Les Cenci" werd door andere bi bliofiele werken gevolgd, zo onder meer „Salomé" van Oscar Wilde (7 burijn-gravures, uitg. Stichting de Roos, Utrecht), „De blinde zwem mers" (57 gravures in hoogdruk bij een prozagedicht van Bert Schier- beek; ed. Boucher, Den Haag) en „La Campagne romaine" van Cha teaubriand (8 burijn-gravures, even eens een uitgave van de Roos). In de beginperiode van zyri artis tieke loopbaan als schilder volledig figuratief, ging hij in de jaren rond 1958 de vorm sterk abstraheren, zon der nochtans het figuratieve geheel los te laten. De laatste jaren legt hij zich voornamelijk op de portretkunst toe. De 24 portretten, die op het ogen blik in de Lakenhal worden ge- exposeerd, behoren tot het werk van die laatste periode. Ze geven blijk van een gedegen technisch kunnen, waarvan wij echter sterk de indruk meenemen, dat die vlotte techniek leidt tot al te oppervlakkig routine werk. De gelijkenis met de modellen is dikwijls frappant, de kleur char mant, maar te veel van deze por tretten missen diepte en zijn naar ons gevoelen meer het resultaat van ,koel beschouwen" dan van „indrin gend observeren"; met vaardige hand geschilderd weliswaar, maar zonder artistieke drift. Opmerkelijk is daarbij, dat de ge voeligste werken zijn het portret van zijn vrouw, een mooi werk met lie felle schakering van rood op Twart, en dat van het zoontje n ïaamgenoot van de schilder. Deze beeltenissen zijn inderdaad geschil derd na „liefdevolle observatie" We mogen dan ock nog wijzen op *en welig gesel'ilderd zittend naakt, een wel sterke tegenstelling met een staand naakt in een weinig fraaie, grauwe toon geschilderd. Wel tracht Vroom in zijn al6 „koel" genoteerde portretten de typische eigenaardigheden van zijn sujetten ook al blijven deze dan aan de buitenkant te benaderen. Type rende voorbeelden daarvan zijn de portretten van Conny Stuart en van Jan-Willem Hofstra b.v. Het grote portret van Caro van Eyck, bestemd vcor de Kon. Schouwburg in Den Haag, is charmant dcor pose en het fraaie groen van de robe. Andere portretten daarentegen doen wel eens al te veel denken aan bioscoop-recla mes, zoals dat van Henriette Davids. \7eel liever is ons dan ook zijn gra- fische werk, dat hij van een negental bibliofiele werken, date rend van 1945 tot 1959, expo seert. Hierin zien we Vroom niet alleen als een gedegen vakman, doch ook als een begenadigd artist. We zien op de/.e expositie de groei van de gravures en daaruit blijkt met hoeveel zorg hij zijn'prenten maakt vanaf de eerste naald- of burijnkras tot aan de uiteindelijke druk. Met hoeveel zorg wordt elk detail uit gewerkt, of het nu de fantastische vorm is van een schelp of een miste- rieuze menselhke figuur, een schrik wekkend gelaat of de arm van de Gekruisigde uit „La Doulou" van Alphonse Daudet. We wijzen dan ook op de prachtige reeks prenten uit „Salomé" van Oscar Wilde, waarbij diens portret, de bewegelijke prent van de dan sende Herodias, de plaat Salomé en Iokanaan en de aangrijpend-gruwe lijke ets van Salomé, die het afge houwen hoofd van Johannes de Do per kust. We wijzen ook op de pren ten uit „Trois Contes Cruels" van Villiers de l'Isle Adam, uit „Fleur de Colchique" van Michel Deon en uit „Les revenants futurs", gedich ten van Georges Hug.iet. De gravures in hoogdruk bij „De blinde zwemmers", een prozagedicht van Bert Schierbeek, steekt bij al het voorgaande wat schril af, hoe wel de typografie van het boekje (eveneens door Vroom) zeer goed is verzorgd. De kennismaking, nieuw of her nieuwd, met een kunstenaar, die een werkelijk eigen plaats onder de Ne derlandse grafici inneemt, is een gang naar de Lakenhal alleszins waard. Tot 29 oktober duurt de ten toonstelling, die open is op de ge wone museumuren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 11