Zomerse geheimzinnigheid ROND DE KOEKOEK SNUFFELEN VAN MOORDDADIGE PLEEGKINDEREN EN OUDERS DIE AAN BROEDEN EEN BROERTJE DOOD HEBBEN ZATERDAG 16 JUNI 1962 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 BIJ DE FOTO'S 1. Tussen drie vogelnestjes (grasmusje). 2. De één-dag-oude koekoek heeft reeds het eerst uitgekomen vogeltje op de rand van de afgrond, die onder het is, geworpen. 3. Koekoeken strijden op leven en dood. 4. Een jonge koekoek met zijn pleegvader het bosrietzangertje. 5Elegant zit de kwikstaart op het nest Schrik van de pleegbroertjes DE PLEEGOUDERS hebben het zwaar, want ze zijn met hun eigen kinderen in veertien dagen van alle hongerige last af. De koekoek houdt echter drie weken zijn rode bek open en vliegt daarna nog veertien dagen achter zijn pleegouders aan, die ook dikwijls genoeg bezwijken. Het is een harde natuurwet, dat het ene dier leeft ten koste van anderen! Overigens blijft de koekoek een aardige vogel, zijn mooie roep, die kilometers ver klinkt, wordt graag ge hoord door mensen, die voor de natuur open oog en oor hebben. ïEn laten wij dankbaar zijn, dat hij niet vies is van harige rupsen. Er zijn maar heel weinig vogels, die hem bij deze verdelging helpen. Zo, alles heb ik ingepakt en ga weer verder. En u bent iets wijzer geworden over één van de geheimzin nigste, maar ook een van de interessantste der Neder landse vogels! JOOP WARMENHOVEN "iïTAT EEN LEEUW IS onder de landdieren, is de arend bij de vogels en is de eik onder de bomen! Na deze wijsheid in de uitgestrektheid der dui nen zomaar voor mij uitgelispeld te hebben, keur de ik de schaduw van een eikje goed en liet mij met een plof er in vallen. En daar lig ik dan. Voor ik mijn schuilhutje op ga stellen, „dop" ik vak kundig een sinaasappel. Ik doe n.l. aan vogel studie, daarom ook al die bagage. Zo, het is half zes aan de slag. Het geraamte gaat in elkaar en de camouflagebekleding er over. Keurig gemaakt door mijn vrouw, die zich thuis nu nog lekker een keertje omdraait. Zo, op deze plaats zet ik de hut neer. Geen rode mieren? Nog eens even goed kijken, nog een beetje schaduw van een vliert over het dakje en dan vlug erin. Van een paar uitgesneden plaggen maak ik een stoeltje. En danja en dan, zult U ongetwijfeld vra gen, wat voor bijzonders daar dan wel gebeuren moet, zodat het de moeite is om reeds om drie uur het bed te verlaten, een uur te lopen en te fietsen en dan nog midden in de duinen in een hutje gaan zitten van amper een kubieke meter. Het antwoord is, dat ik wel eens wat meer wil weten van onze geheimzinnige koekoek. Bij de foto: Een eind weste lijk van Rijnsburg tussen Kat wijk Binnen en Katwijk Bui ten, lag een Frankisch grafveld. Hier werd een groot aantal skeletten gevonden in vierhoe kige kuilen. Twee van deze skeletten zijn hier tentoon gesteld, juist zoals ze gevon den werden, het ene geheel zonder bijgaven, het andere, dat van een krijgsman, met het grote zwaard, de spatha, in zijn arm, de speer aan zijn schoi - der en boven bij het hoof.' het typische Frankische glazen drinkbekertje zonder voet. De Romeinen hadden hun verster kingen in Katwijk (Brittenburg) en Valkenburg (waar sinds enige tijd weer belangwekkende opgravingen worden gedaan). Vele vondsten wij zen er op, dat er aan de Rijnoevers reeds vroeg een belangrijke activi teit werd ontwikkeld. Het is moeilijk na te gaan onder welke omstandigheden deze Mero- vingers aan de Rijnoever geleefd hebben, maar we nemen aan: onder moeilijke, want de meeste waren tot de grijnzende tanden gewapend. De Merovingers behoorden dan ook in deze streken niet thuis, verkeer den onder de niet gunstig gezinde Germaanse stammen als uiterste voorpostc van het Frankische rijk. Zoals we ons van onze goede oude schoolmeester herinneren, behoor den de Merovingers tot het eerste Frankische koningshuis, beginnend bij Claudio. Later was de beroemde Clovis (481511) die de koning van de Franken werd en zich bekeerde tot het katholicisme, na zijn over winning op de Alemannen. Hij ver sloeg achtereenvolgens de Bourg m- diërs en de West-Goten en heerste bij zijn dood van óver de Rijn tot aan de Pyreneeën. Vandaar, dat er bij de Rijn in Katwijk een Mero- vingisch grafveld gevonden kon worden, dat in het begin van deze eeuw werd blootgelegd. Baron van Wassenaar van Cat- wijck heeft het op een goede dag ean het Rijksmuseum te Leiden cadeau gedaan. Muzelman Ie hebt er geen idee van wat er op zolders van musea aan curiosi teiten te vinden is. De voorraad, die niet tentoongesteld kan worden, is doorgaans driemaal zo groot als de geëxposeerde en een nachtmerrie voor de museum-directeuren, hoewel ze ook wel weer zo gierig-behoud- zuchtig zijn, dat zij niets van hun voorraden willen missen. 't Grote probleem is meestal ech ter, dat de zolders doorbuigen onder het gewicht van het onrendabele goed. Op een wandeling door het oud heidkundig museum te Leiden kwa men we per ongeluk op een zolder terecht en daar troffen we bijgaand griezelig beeld aan: skelet in graf, juist zoals de boer het op een mis tige morgen uit zijn land heeft opgegraven. De skelet is ruim 1400 jaar oud, en het komt uit Katwijk aan de Rijn, waar het met vele andere geraamtes werd aangetroffen in een Merovingisch grafveld. Het zal de lezers niet onbekend zijn, dat de oevers van de Rijn nabij Rijn mond een zeer rijke oogst aan oud heidkundige bodemschatten opleve ren. De Franse couturier Pierre Cardin presenteert la ligne longitudinale voor heren. Op de foto kunnen we er kennis mee maken. En nu staat mijn hutje midden in een duinvallei, tussen drie vogelnestjes. Defce liggen mooi verscholen in de struiken en die houd ik in de gaten. Terwijl ik mijn fototoestel klaar maak, zie ik voor mijn kijkgaten muggen dansen, wat is het hier heerlijk stil. Nu de zon opkomt, lijken de dauwdruppels wel parels. Hé, het nestje vlak voor mij is plotseling bezet door een vogeltje, dat met recht de naam kwikstaart draagt. De gele kwikstaart HEEL ELEGANT zit ze op het nest, het staartje bijna loodrecht omhoog, het is een gele kwikstaart, het borstje verraadt het. Er komt nu leven om mij heen. Een paar konijntjes, die kennelijk voor mij gevlucht waren, komen terug Onhandig, maar listig! EEN VAN DE REDENEN zou kunnen zijn, dat hij niet handig genoeg is om voedsel te zoeken voor zijn jongen. Maar nu zit ik hier midden in de natuur tussen wat zangvogelnestjes om eens zelf te ontdekken wat anderen reeds voor mij zagen. „Onze koekoek" heeft intussen een plaats gevonden waar hij de hele omtrek kan overzien. Bij tussenpozen zweeft hij roe pend tussen de duindorens en kamperfoelie door en nu gaat mij een licht op! Juist omdat hij dit doet op een roofvogelmanier, schrikken de zangvogeltjes, die aan hun nestje aan het werk zijn, en zo ontdekt hij ze. Na een paar uur, juist toen ik dacht, „nu komt hij niet meer terug", zie ik hem plotseling bij het nest van een heggemusje neervallen! Hoe heeft hij het gevon den? Hij blijft in het zand, naast het nestje zitten en het is of hij het warm heeft, zijn bek is wat open. Jammer, dat mijn toestel in de andere hoek van de hut ingesteld staat op het nest van de gele kwikstaart. SLECHTS ENKELE minuten zit hij stil, dan. ja waarlijk, ligt er 'n ei. Het neemt 't in zijn snavel en daar gaat hij er de struik mee in. Het heggemusje rit selt weg. En even later, zonder dat ik protest hoor van het heggemusje, vliegt de koekoek weg met iets in zijn snavel, wat hij bij het neerdalen op een dode dennetak verliest! Als ik later kijk, blijkt dat het een eitje is van het heggemusje. Het aantal is dus gelijk gebleven. En nu het koekoeksei eens bekijken! Het is iets groter, maar de kleur is ongeveer gelijk. Zo, dit heb ik dus gezien, maar voor ik de spullen inpak vertel ik nog iets meer over de jonge koekoek. HET PLEEGMOEDERTJE zet zich nu ijverig aan het broeden en nu gebeurt het bijna altijd, dat het koekoeksjong het eerst ter wereld komt. Een lelijk jong, dikke blinde ogen en zwart van huid. Hij is al sterk als zijn pleegbroertjes uit het ei rollen. Dan ziet men het wrede in de natuur: de jonge, hoewel nog steeds blinde, koekoek, schuift net zolang in het nest tot hij een kleine op zijn rug voelt en dan met een zwaai slingert hij het het nest uit waar het sterft. Dit lijkt wreed, maar het kan niet anders, alléén als de koekoek al het voedsel krijgt wordt hij volwassen. Dit jaar kwamen er bij mij twee kinderen zeggen: „Meneer, eerst waren er 7 jonge vogeltjes en nu zijn er nog maar twee en dat zijn nog spreeuwen gewor den." Nu wordt een jonge koekoek na een dag git zwart, dus ik ging gauw mee. En ja hoor, de kuikens van de leeuwerik waren al over de rand gesmeten en verdraaid, twee jonge koekoeken vochten om 't hardst wie in het nest mocht blijven, want voor elkaar was ook geen pardon. Blijkbaar hadden twee koekoeken het zelfde nest uitgekozen. Dagen hebben deze twee ge streden tot het pleit beslecht was. IN HET MIJ ZEN HIJ IS Vraagt demonstratie aan! MEERPOEUS NAAIMACHINEBEDRIJF Breestraat 171 LEIDEN Tel. 01710-24815 (Advertentie) en verdwijnen tussen de struiken hun beschermend hol in. Een hagedis met zijn prachtige groene voorjaars- kleur ritselt in de richting van de eerste zonnestralen. Terwijl de leeuwerik ergens ver zijn lied jubelt, pro beer ik een sinteltje uit mijn aarden zetel te pakken te krijgen. En dan hoor ik plots zijn roep.... koe koek. koekoek! Voor velen is het alleen een stem, de meesten heb ben hem nog nooit gezien. Het is een echte zomervogel, hij komt pas eind april en in augustus is hij spoorloos verdwenen. Hij is slank, heeft een witte borst met bruine strepen en een prachtig gewaaierde staart, zijn gele ogen hebben rode randen. Daar komt hij aan, laag over de grond scherend. Het is ook niet te verwonderen, dat sommige mensen 's win ters denken, dat de koekoek een sperwer is, want zijn vlucht doet daar meteen aan denken. Zijn snavel en poten zijn natuurlijk heel anders dan die van deze felle roofvogel. U weet dat deze schallende rakker, die zó met zich zelf ingenomen is dat hij de hele dag zijn eigen naam roept, zélf zijn eieren niet uitbroedt. Over het waarom zijn al hele bibliotheken vol geschreven. En nog is dit niet met zekerheid te zeggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 9