SPOOKACHTIGE
beeldencollectie
II
II
IN DE AUSTRALISCHE WILDERNIS
ZIJN OPENLUCHTMUSEUM IS THANS EEN NATIONAAL PARK
DE LEIDSE COURANT
William Ricketts,
beeldhouwer en
boetseerder,
voelt zich verbonden
met de natuur
en de inboorlingen
William Ricketts, autodidact,
heeft zich ontwikkeld tot een
kunstenaar van formaat. Er
zijn critici, die hem zien als
een mysticus. Doch wat hier
van zij, zijn werk is fascine
rend en getuigt van onmisken
bare oorspronkelijkheid.
(Bijzondere medewerking)
In de Dandenong Ranges ligt op on
geveer 40 kilometer van Melbourne
Australië's merkwaardigste open
luchtmuseum. Om het voor het na
geslacht te bewaren, werd het on
langs verklaard tot nationaal park.
In dat museum bevindt zich uitslui
tend werk van de kunstenaar Wil
liam Ricketts, Wie er een kijkje wil
nemen, moet een tocht over een nau
welijks gebaande weg door de wilder
nis maken. En de eerste indruk van
allen, die er komen, is: Dit is een
door geesten en spoken bevolkt stuk
grond. Inderdaad, de geesten en spo
ken zijn er. Maar ze zijn zichtbaar
en tastbaar. Zij zijn niet anders dan
de gebeeldhouwde en geboetseerde
figuren, die ontsproten zijn aan de
fantasie, de kunstenaarsverbeelding
van William Ricketts, die men in
Australië wel bestempelt als „the
prophet in clay".
Ricketts' werk boeit en pakt de
beschouwer ongetwijfeld. Het doet
tevens de vraag rijzen: Maar wat is
dit allemaal, wat stellen die figuren
voor? Ricketts heeft zijn „produkten"
opgesteld in de wildernis en werke
lijk daar maken zij de indruk vol
maakt „thuis" te zijn. Zij passen vol
komen in die omgeving van bemoste
steenklompen, boomstronken, reuze
varens, beekjes, bloemen, nissen, klo
ven en bizarre vogels. Sommige beel
den maken een patriarchale indruk.
Zij zijn geïnspireerd op de voorouder-
verering der inheemse Australiërs,
op de inheemse mythologie en door
Ricketts' eigen levensbeschouwing, 't
Zonlicht lijkt te spelen met de rijke
haardos en zware baarden der in
heemse oerstamvaders, die soms uit
de rotsen oprijzen en ook wel een
lichaam hebben als een kangeroe of
een emoe. Men ziet in Ricketts' mu
seum een beeld van Numlbakulla, de
fundamentele figuur in vele stam
mythen, die de schepper is van de
mensen, de reptielen, de zoogdieren,
de vissen en de vogels. Ricketts zegt
weliswaar geen vertolker der in
heemse mythen te zijn. maar toch is
het onmiskenbaar, dat zijn werk tal
van inheems-mythologische elemen
ten bevat.
Elders weer wordt men een groot
hoofd gewaar, dat met schouders en
al gegroeid lijkt te zijn op een boom
stronk. Aan de voet van de stronk
maakte Ricketts beelden van wilder-
nisdieren, die niet vrij zijn van to-
temistische elementen. In de omge
ving van die stronk plaatste de kun
stenaar beeldjes en kopjes van kin
dergeesten. Wat verder ligt het beeld
van een dromerig kijkende jonge
lubra (inheemse vrouw) te rusten op
een bed van steen. Zij stelt de avond
ster voor, die volgens de inheemse
opvatting een mooi jong meisje is,
dat het levenslicht aanschouwde hoog
aan de hemel en later aan de hori
zon neerzeeg op een stenen sponde.
Hoe is het gekomen, dat Ricketts
zo ingesteld is op de inheemse Aus
traliërs? Als jonge man las hij veel
over de botsing tussen de inheemse
cultuur en de westerse invloeden in
het begin der kolonisatie van Austra
lië. Dit gegeven boeide hem en hield
hem bezig. Later trok hij een keer of
6 naar Midden-Australië. In de een
zame, weinig bekende gebieden nabij
de grens van West-Australië werkte
en leefde hij geruime tijd met zwer
vende inheemse stammen. „Maar
vóór ik bij die mensen kwam", zegt
hij, „wist ik mij reeds met hen ver
bonden!" Een zijner mooiste herin
neringen is het, dat eens een der
stamoudsten na geruime tijd een
werk van Ricketts zwijgend te heb
ben bekeken, tot de kuntsenaar zei:
„Het is echt de waarheid. Het is
goed."
Het was voor Ricketts geen opof
fering om het Spartaanse, harde be
staan der inboorlingen te delen. Hij
woonti bijna even eenvoudig als zij
in zijn hut in zijn museum. Hij is ve
getariër. Hij eet weinig en drinkt
slechts slappe thee. Behalve in zijn
werk schept hij slechts vermaak in
muziek, die hij dank zy zijn radio
toestel kan beluisteren in de een
zaamheid. Wie zijn museum bezoekt,
kan altijd met hem praten. Hij
spreekt snel en enigszins nerveus.
Soms, als het gesprek gaat over din
gen, waarover hij een geprononceer
de opvatting heeft, flitsen zijn ogen
en windt hij zich op. Een leermeester
heeft Ricketts nooit gehad en geen
enkele andere kunstenaar heeft hem
ooit beïnvloed. Hij streeft er naar,
de natuur en de raadselen des levens
zoveel doenlijk op heterdaad te be
trappen. Let wel: De natuur en de
levensraadselen, zoals hij ze ziet of
aanvoelt.
William Ricketts werd ruim 55
jaar geleden geboren in een buiten
wijk van Melbourne. Na zijn school
jaren leerde hij viool spelen en werd
hij lid van een orkest. Als kind reeds
vatte hij een grote liefde op voor de
natuur en voor de bloemen en dieren
der wildernis. Later rijpte die liefde.
Toen hij 31 jaar oud was, gebruikte
hij zijn hele „vermogen", zegge
250,als aanbetaling op het stuk
wildernis in de bergen, waar nu zijn
museum is. Hij bouwde er een hut en
hierin woonde hij met zijn moeder.
Sedert zij een paar jaar geleden ge
storven was, heeft hij er alleen ge
woond.
Volgens Ricketts zelf behoeft zijn
werk geen verklaring of toelichting,
maar lang niet allen zijn het op dit
punt met hem eens. Ook wij zijn van
oordeel, dat men, wil men Ricketts
werkelijk begrijpen, enigszins ver
trouwd moet zijn met de inheemse
mythen en legenden. Zijn werk is
namelijk doordrenkt met de symbo
liek en mystiek der Australische in
boorlingen. Dr. Strehlow, lectoi in de
inheemse talen aan de universiteit
van Adelaide, is zelfs van mening,
dat Ricketts de enige blanke is, die
er ooit naar heeft gestreefd om de
eenheid en de verbondenheid van
mens en natuur zoals de inheemse
Australiërs die zien tot uitdrukking
te brengen in zijn kunst.
En wat zegt Ricketts zelf? „Ik heb
gezocht naar de innerlijke zin des le
vens en mijn speurtochten hebben
mij gebracht tot een diepe liefde
voor de wildernis. Ik ben deel gewor
den van mijn omgeving en er on
scheidbaar mede verbonden. Zo ben
ik gekomen tot een begin van kennis
van het leven ais geheel. Mijn werk
vindt zijn oorsprong in mijn gevoel
van eenheid, van .erbondenheid met
alles wat om mij heen is."
Wie Ricketts' werk aanschouwt,
kan deze uitspraak van de kunste
naar begrijpen.
Linksboven: De originele scheppende geest van de
inheemse mythologie en de geesten der volken
worden in sculpturen door Ricketts gesuggereerd.
Linksonder: In dit werk vereenzelvig Ricketts zich
met het bos en de inheemse bevolking.
Rechts boven: De inheemse verering van het oude en
inheemse geloof in de eenwording van een per-
soon met zijn omgeving, zijn de twee thema's die
Ricketts in dit werk wil uitbeelden.
Rechtsonder: Rimboe-wezens en inheemse oerdier
figuren vormen de stof van Ricketts filosofie.