v IN DE KRANTENTUIN .24X Het knutselhoekje HET HONDENPARADIJS ZATERDAG 12 MEI 1962 DE LEIDSE COURANT PAGINA 13 DE KIST OF DE BRUID In het graafschap W. in Oost-Duits- land, zou de bruiloft gevierd worden tussen 's grdvendochter en een Russische vorst. De graaf was zeer in zijn schik met dit huwelijk, want het verhoogde zijn aanzien in de wereld en mogelijk zou hij dan ook vorstelijke nakomelingen krijgen. Zijn dochter evenwel had haar hart al lang weggeschonken aan een jonge ridder Rudolf. Maar in vroeger tijden was bij huwelijken alleen de wil van de vader beslissend en ondanks de smekingen en tranen van zijn kind en trots het algemeen bekend feit, dat de Rus zijn eigen fortuin verbrast en ver speeld had, wilde de vader zijn wil toch doorzetten. Op. de vooravond van de plechtigheid, toen er ter inleiding van de feestelijk heden een groot bal werd gegeven, had Alwine, zo heette de bruid, haar vader op haar knieën gebeden en gesmeekt het huwelijk af te gelasten. Ze had hem nogmaals gewezen op de slechte naam van de vorst en op haar heilige over tuiging, dat de vorst haar niet nam uit liefde maar om haar geld. Zijn eigen fortuin had hij verkwist en nu aasde hij op haar geld. De graaf was n.l. onge looflijk rijk. De graaf meende dat al die praatjes over de Rus wel heel erg overdreven zouden zijn, maar hij besloot toch ter liefde voor zijn kind, de echtheid van de vorstelijke liefde op de proef te stel len. Dan zulen we weten, of hij een man van eer .is, ja dan neen. Het huwelijk zou voltrokken worden in de kathedraal van de hoofdstad van het graafschap op 5 km. afstand van het grafelijk slot. Nu had de graaf 's avonds 8 jonge edellieden, waaronder ook ridder Rudolf, bij zich ontboden en hen ver zocht zich de volgende morgen als rovers te willen verkleden en een schijnoverval op het bruidsrijtuig te ondernemen. Toen de stoet zich had opgesteld en het bruidspaar was ingestapt, kwamen 2 bedienden met een mooie kist aandra gen en zetten die voor de voeten van de bruidegom. „Wat heeft dat te beduiden?'' zei deze verwonderd. „De graaf- heeft gezegd, dat zij de bruidsschat bevat. Het is hier n.l. de ge woonte, dat de bruidegom die reeds mee krijgt naar de huwelijksplechtigheid. De graaf zelf heeft van morgen weer vre selijk last van zijn jicht, zodat hij zieh gedwongen voelt om thuis te blijven." De stoet zette zich dus in beweging zonder de graaf. Het was een lust voor het oog, de prachtige costuums, de fraaie rijtuigen, de fiere, prachtige opgetuigde paarden. Of de bruidgom daar veel oog voor had? Het was te betwijfelen. Zelfs de bruid, hoe schoon en lieflijk ook, scheen nauwelijks zijn aandacht te trek ken. Des te meer wendde de berooide vorst zijn blikken naar die kist aan zijn voeten. Welk een enorme rijkdom aan goud stukken, aan juwelen en edelstenen zou ze wel bevatten? O, kon hij eens door het zorgvuldig gesloten en verzegelde deksel heenkijken! Maar wat gebeurde daar? Opeens kwa men er een achttal struikrovers uit het eikenhout te voorschijn. Met flikkerende wapens stelden zij zich voor de stoet op en dwongen deze om te stoppen. Hun hoofdman reed vervolgens op" de bruide gom toe en bulderde hem toe: „Wij weten, dat u twee schatten met u mee voert, één van vlees en bloed en een bestaande uit zuiver goud en edel stenen. Eén van beide eisen wij op. U mag zelf kiezen, welke u wenst te behou den. Maar beslis snel, we hebben weinig tijd. Daarna zal u verder geen leed of last worden aangedaan." „Wel", zei de huichelaar nog spierwit van angst, ,,'t is vorstelijk en edel niet het slechtste te geven, maar het beste. Nemen jullie dus de bruid!" Rudolf sprong van zijn paard en tilde zijn Almine uit de bruidskoets. Stralend van geluk liet zij zich door hem in het zadel zetten. Daarna beval hij de beide koetsiers van de koets. „Breng de vorst met zijn kist tot aan de grens en keert dan vlug terug. Vervolgens hief hij zich hoog in het zadel, rukte zijn vermomming af en riep met luide stent tot de bruiloftsstoet: „Waarde gasten, als u genoegen neemt met de nieuwe bruidegom, dan kunnen we het feest voortzetten." „Hoera, hoera!" „Volgt ons dan." Teruggekomen aan het grafelijk slof, zette Rudolf zijn gelukkige bruid af op het terras. Daarna vloog zij naar binnen en wierp zich in de armen van haar va der met de woorden: „Hij heeft de kist gekozen"! En als even later Rudolf zich bij hen voegde, sprak de vader, terwijl hij hen beide omarmde: „Kinderen, weest gelukkig met elkan der en dankt God, dat hij mijn dwaze, eerzuchtige hart nog bijtijds de juiste ingeving heeft geschonken en dat Hij de Russische vorst de juiste keuze heeft doen maken." En dit zeggende barstte de door jicht gekwelde graaf ondanks zijn pijnen in een luide schaterlach uit. Van de vorstelijke bruidegom heeft men later het volgende vernomen. Hij had zijn kist naar een hotel laten bé- zorgen en op zijn kamer laten brengen. De gastheer had hem gereedschap ge leend en later druk horen timmeren. Toen het geluid verstomde, kwam de gast even later met een ontsteld ge zicht naar beneden en zonder een woord te zeggen, verliet hij het hotel! De kist, waarvan hij zo'n hoge ver wachting had gekoesterd, bevatte niets dan kiezel, leem en lood! Niemand heeft ooit meer iets van hem gehoord; mogelijk heeft hij zijn ontgoo cheling niet overleefd. Correspondentie Greet Berg, Zoeterwoude vertelt haar droom MIJN DROOM „Kom Greet, het is tijd om naar bed te gaan", zei moeder toen de klok half negen sloeg. Ik kleedde me gauw uit en na een kwartiertje sliep ik als een roos. Toen begon mijn droom: Moeder moest uit en ik moest oppas sen. Als ze terugkwam zou ik een zakje snoep krijgen. Ik ging buiten in een luie stoel zitten en viel in slaap. Daar kwam een oud vrouwtje aan, die me vroeg: „Zeg meisje ga je even mee?" Ik wilde wel graag en liep met haar mee naar haar huisje. We gingen er binnen en we gingen bij het vuur zitten. Ik kreeg een kopje chocolademelk met een koekje. Ze begon te vertellen van een kabouter die drie kilometer ver weg woonde. „Ik ga eens naar die kabouter toe", zei ik, toen ze klaar was met vertellen. „Dat gaat niet. Het is al laat. Het is al zes uur". Het vrouwtje vroeg of ik bleef slapen en dat vond ik goed. Toen ik 's morgens wakker werd, kleedde ik me aan en zei het vrouwtje goede morgen. Ze gaf me nog een boterham te eten en toen ging ik op stap en op zoek naar een heel brede boom. Daar moest ik rechtsaf. Ik had zeker al" twee uur gelopen toen ik het kleine mannetje met een puntmuts tegenkwam. Ik liep met het kaboutertje mee. Hij bracht me naar de koning. „Zou je voortaan hier willen blijven?" vroeg de koning. Ik was er over aan het denken, wat ik doen zou, toen ik opeens wakker schrok van moeders stem. „Greet sta op. Je moet vlug naar school". Jammer, de mooie droom was uit. Jan Hoogenboom, Missiehuis „Alden- ghoor", Haelen, Limburg. Dat is een leuk idee van jou om de geschiedenis van het missiehuis „Alden- ghoor' 'te beschrijven. Het is een brokje Limburgse geschiedenis en ik heb het met belangstelling gelezen. Het wordt een vervolgverhaaltje, want ik begrijp wel, dat je weinig tijd daarvoor hebt. Studie gaat voor. „ALDENGHOOR" Aldenghoor heeft een 8 eeuwen oude geschiedenis. Vanaf 1150 leefden er ze ven adelijke geslachten, toch waren er in al die tijd slechts 25 Heren, terwijl er tweemaal een Meesteresse optrad. In 1903 stierf Aldenghoor's laatste ade lijke bezitter; nadien werd het klooster, zoals het in de volksmond nog heet. De meest wetenswaardige bijzonder heden zijn: 1150: Bouw van „Huize Ghoor". On dernomen door de graven van Looz. Het werd een ridderhofstee midden in het Haelense „goor". De omwonenden doopten het „Huize Ghoor" en de eerste Heren noemden zich daarom en bleven bekend als „Heren van Ghoor de Looz". Toen in 1212 de graaf van Horn eige naar werd en zijn zoon als vazal met Huize Ghoor beleende, bleef deze en ook zijn nageslacht de naam houden van Heren van Ghoor de Horn (1212-1380 en 1428-1501). Wordt vervolgd Marijke Berg, Zoeterwoude vertelt ons over: EEN ONGELUK „Anneke je moet zo naar schbol, want het is bij half negen". „Ja moeder, ik kom dadelijk eten". Daar .kwam Anneke al aan. Haar boter ham stond al op tafel klaar en ze begon te eten. „Dag moeder!" „Dag Anneke!" Toen ging ze gauw naar school. „Ha Anneke ben je daar!" riepen Els en Gerda. „Doe je mee wegkruipertje?" „Ja, mag ik hem dan zijn". „Dat is goed" en Els en Gerda holden weg. Opeens ging de bel. De kinderen gingen in de rij de school in, ook Els en Gerda, maar Anneke was er nog niet. Wat was er gebeurd? Anneke moest de straat oversteken. Ze keek niet links of rechts en zag daardoor de auto niet, die juist aankwam. Remmen hielp niet meer. Anneke zat er onder. Er werd een dokter gehaald en die liet haar naar het zie kenhuis brengen. Ze had een arm en een been gebroken. Nu moest ze 6 we ken op bed blijven. Nog liggen er goede oplossingen van: Charlotte Jaspers, Leiden; Bert van Diemen, Nw. Vennep; Piet v. d. Berg, Noordwijkerhout, Lucia Castelein, R' Veen; Dlnant Fase, Hazerswoude, Elliei v. d. Veeer, R' Veen; Lia v. d. Veer, R' Veen, Jan Volgering, Langeraar; Toni Lelieveld, Zoeterwoude;, Kinderen de Zwart, Noordwijk; A. Droogh, Leiden, Ellie van Kins, R'Veen, Joke v. d. Kamp Lisse; Theo Volgering, Langeraar, Joke v. Haastert, Zoctermeer, Nellie van Ber- kel, R'Veen; Wim Warmerdam, Voor hout; John de Jeu, Oude Wetering, Ans Kompier Wassenaar, Sjaak Haastrecht, Leiden, Dick Barreveld, Voorschoten; Thea Augustinus, Noordwijkerhout, Ida v. d. Veer, R'Veen, Zusjes Haagen, Zoe terwoude, Margèt v. d. Lans, Sassen- heim, Ben Sassen, Langeraar; A. Dui venvoorden, Noordwijkerhout; Jacque- Voorschoten; Cobie Zwetsloot, Warmond Rina Heemskerk, Rijpwetering, Maria Bunnik, Aarlanderveen, Bep v. Rijn, Warmond, Kees v. d. Berg, Noordwijker hout, Sieneke Schavemaker, Warmond, Angela v. Ruiten, Lisse, Aad v. Berkel, Lisse, Annie v. d. Geest, Warmond. Joop Goosen, Leiden maakte: DE DANKBARE HOND Er woonde eens een houthakker vlak bij een groot bos. Hij was zeer arm. Het zag er bij hem thuis armoedig uit en zijn vrouwhad geen geld om nieuwe spullen zoals gordijnen, stoelen en een nieuwe tafel te kopen. Alles was kapot. De houthakker probeerde al om de meu bels weer te maken maar dat hielp wei nig want ze hadden 9 kinderen. Op een dag moest Wim boodschappen doen. In de stad was het erg druk en toen Wim het zakje geld wilde pakken was het weg. „Zeker verloren", dacht hij en hij be gon nog eens al zijn zakken na te voelen, maar hij vond het niet. Ook liep hij de zelfde weg terug om te zoeken, maar nergens was iets te zien. Hij durfde niet naar huis terug en ging spelen met zijn vriendjes. Daar zag hij in de verte zijn vader aankomen. Vlug klom hij in een boom en zei tegen zijn vriendjes: „Niets tegen vader zeggen". „Zeg jongens hebben jullie Wim ook gezien?" vroeg hij. „Nee mijnheer", jokten de jongens. Maar één lief jongetje zei: „Ja mijn- meer, daar in die boom". „Kom uit die boom Wim", riep vader. „En waar zijn de boodschappen?" Wim begon te huilen: „Ik heb het geld verloren". „Dan ga je het zoeken". En weer ging hij zoeken, maar vond weer niets. Toen dacht hij aan Herta, zijn hond. die hij eens uit het water had gered. Hij ging hem halen. Al gauw had de hond een spoor gevonden. Hij liep dezelfde weg, die Wim had gelopen. In de stad snuffelde hij rond. tot hij opeens tegen een man opsprong die voor een winkel stond te kijken. Herta beet een stuk uit zijn broekzak en daar rolde het zakje met geld op de grond. Wat was Wim blij, maar gelijk zag hij een agent en gaf de dief aan. Het was een zakkenroller. Rudie Verplancke, Leiden. FEEST OP KONINGINNEDAG Het was Koninginnedag. Mijn moeder had - zij het met veel moeite - onze oude vlag uitgestoken. We kregen des ochtends bij het ontbijt heerlijke sneet jes krentebrood. Later op de dag kre gen we koffie met gebak, 's Middags gingen we met zijn allen, vader, moeder en zeven kinderen met de auto weg om feest te vieren. Waarheen? Dat wisten we zelf nog niet. Vader zei, we gaan eerst maar eens naar de kermis. We kwamen bij een wat kleine kermis aan. „Is dat nou een kermis?" vroeg ik, want wij, Leidenaars, zijn wel een grotere kermis gewend. We gingen de kermis op en vonden een tent met paardjes, auto's en fietsjes, die allemaal ronddraaiden. „Hé moe, magge we daarin?" vroeg mijn zusje van vier jaar. Dat mocht en met een ander zusje van vijf jaar, gin gen ze op een paardje. Ze vonden het leuk. Verderop zegen we een draaimo len met boten. Daar wilden Jan en ik wel in. Maar toen ik er uit kwam heb ik me voorgenomen nooit meer in zo'n boot te gaan. Weer verderop zagen we de botsautootjes. We moesten vechten om een autootje, eindelijk hadden we er een, we stopten er een penning in en daar gingen we. Ik had nog maar even gereden of ik zat al in de knoop. Het duurde lang eer ik uit die knoop was en toen kwam al gauw het sein van uit stappen. We gingen naar een andere kermis en toen we daaruit kwamen, zochten we een plaatsje om te pick nicken. Daarna reden we naar huis. Jan Bots, Leiden MIJN VAKANTIE OP DE VELUWE Op een woensdagmorgen om half tien vertrokken we uit Leiden over Alphen naar Utrecht en verder naar Hoenderlo waar we een week zouden blijven. Wij kwamen er. om half één aan. Mijn gro tere broers waren met de trein naar Utrecht gegaan en toen verder op de fiets naar Hoenderlo. Zij kwamen om één uur aan, precies toen we gingen eten. 's Middags gingen we de fietsen halen uit Apeldoorn, die we per trein opge stuurd hadden. We gingen er heen met de bus. Twee fietsen vonden we gauw, maar de twee andere fietsen bleken in een stalling aan de overkant te staan. Mijn kleine broertje, die nog geen fiets had, ging bij mijn vader achterop. Wij fietsten alvast vooruit, heuvel op en heuvel af. Fijn was dat. Vader kwam wel 10 minuten later aan. De tweede dag gingen we naar het park „De Hoge Veluwe" wandelen en fietsen. De derde dag mochten we met de jachtopziener het park bekijken. We gingen heel vroeg weg en zagen veel reeën en allerlei andere dieren. Ook fietsten we naar Otterlo en dan terug met een grote omweg naar Hoenderlo. Ik ben er nog twee dagen ziek geweest. Toch is het een fijne vakantie geweest. Dag kinders, volgende week weer nieuwe raadsels en.wie zpu het boek gewonnen hebben? 1)3336 TANTE JO EN OOM TOON Barneveld gaat nog groot feest geven op verjaardag van Prins B. en W. der gemeente Barne veld hebben in een onderhoud over het conflict tussen dit college en het Oranjebestuur, met nadruk verklaard dat de afwijzing van het Oranjebal uitsluitend gebaseerd is geweest op de verwachting, dat het bal zou lei den tot wanordelijkheden. In dit ver band verwees het college naar een onderdeel van de verklaring, die het bestuur van de Oranjevereniging in de dezer dagen gehcuden buitenge wone ledenvergadering heeft afge legd: „Het bestuur kon niet akkoord gaan met de houding van B. en W. inzake het programma voor Konin ginnedag, maar verder gaat de kri- EEN OLIFANT VOUWEN Begin met een vierkant stuk papier, liefst grauw en tamelijk stijf. Vouw het diagonaal (2) (van een hoek naar de tegenover liggende hoek) strijk het weer glad en buig nu hoek A en B naar de vouwlijn om. Vouw het papier weer naar de middenvouw (3), houd het daar na bij X met duim en wijsvinger vast, steek de wijsvinger tussen de twee bla den helemaal tot bij E en maak nu met de rechterhand een vouw van E naar F (4) en je olifant heeft opeens twee oren. Vouw de slurf een paar maal in (6). knip benen en staart uit en teken de ogen. maar anders dan bij ons. Een Chinese jongen of meisje, zou natuurlijk ook zeer verbaasd zijn, als zij zagen, hoe dat alles bij ons is. SAFARI Twee groot wildjagers Smith en Thom son zaten in hun tent en schepten tegen elkaar op over hun heldendaden op jacht. „Ik wed voor 1000 dollar, dat ik maar even voor de tent behoeft te gaan staan om een leeuw te schieten", zei Thomson. „Aangenomen", zei Smith en terstond verdween Thomson in de duisternis. Vijf minuten later stak een leeuw zijn kop door de tentingang. „Ken jij een man die Thomson heet!" „Ja," stotterde Smith. „Goed", zei de leeuw weer, „dan is hij jou 1000 dollar schuldig." tiek niet. Het beleid van b. en w. heeft voor de rest steeds ruime aan dacht geha<j voor minderheden in de ze gemeente. Op vele plaatsen is er dansgelegenheid, er kan op zondag gevoetbald worden, er zijn café's en hotels op zondag open, en dat alles onder een bestuur van een raad, die in overgrote meerderheid principi eel sterk tegen al deze zaken gekant is. Dit wijst niet op een bekrompen en benepen levenshouding. Des te meer spijt 't het bestuur dat het con flict juist met dit college van b. en w. moest uitbreken" Het bestuur van de oranjevereni ging heeft echter de weigering van b. en w. om één der gemeentelijke hallen voor een Oranjebal te verhu ren kennelijk als een correctie op het feestprogramma gezien, zoals uit een ander deel van de verklaring blijkt, en wel als de correctie ten behoeve van leden die nooit ter vergadering komen, stichtelijk bedanken voor een bestuursbaantje, en zelfs van hen, die geen lid zijn. Beide partij en verwachten nu, dat men zal sa menwerken om te komen tot een groot feest op de verjaardag van prins Bernhard, waarmee Barneveld voledig gerehabiliteerd moet wor den. Nieuwe verlangens Metaal: Meer vacantie en kortere werkweek De belangrijkste materiële ver langens uit het actie-programma van de Algemene Nederlandse Bedrijfs- bond voor de Metaalnijverheid en de Elektrotechnische Industrie, die in de komende maanden volgens secre taris R. Baarda van de bond, een belangrijke rol zullen gaan spelen zijn: Een vijfdaagse werkweek met een arbeidstijd van achteneenhalf uur per dag, drie weken vakantie voor ieder een, verhoging van de vakantietoe slag van vier op zes procent, ofwel van twee op drie weken van het loon of salaris per jaar, geleidelijke af schaffing van de gemeenteklassen, verbetering van de pensioenvoor- waarden voor diegene die een derge lijke voorziening hebben en invoe ring voor hen die noj-' geen voorzie ning hebben, vereenvoudiging en verhoging van de ploegentoelagen, gunstiger bepalingen bij ziekte en ongeval, verwerking van de huur- toeslagen in de loon- en salarista bellen, verlaging /an de eindleeftij- den in de loon- en salarisschalen, verbetering van de salarissen voor de jongere beambten. ALS JE NAAR CHINA REIST... Zul je gauw merken, dat vele ge bruiken daar juist tegengesteld zijn aan de onze. Twee heren begroeten elkander hier door de hoed af te nemen e- mekaar de hand te drukken. In China zet men de hoed juist op en drukt vervolgens •zijn eigen hand. Wij dragen witte kleren bij feestelijke gelegenheden, de Chinezen houden ze voor droeve plechtigheden, terwijl ze voor doop- en trouwgelegenheden rood aantrekken. In Chinese scholen schrijven de kinde ren niet met de pen, doch met 'n pen seeltje. Ze beginnen in de rechterboven hoek van het papier, in plaats van links- bovenaan. De lijnen lopen loodrecht en niet hoi'izontaal, zoals bij ons. Wij besluiten het middagmaal met een nagerecht, in China begint men met lekkere dingen en eet daarna pas de soep. Wij heben bedden met matrassen en een zacht hoofdkussen, de Chinezen ge ven de voorkeur aan een hard houten bed met een houten of porseleinen hoofdkus sen. Wij vinden al die Chinese gebruiken vreemd, maar eigenlijk zijn ze alleen Olidin per jaarlj Machtige strips en piachtige ver- halen in Olidin, het blad van i de Shell Junior Clubl Inlichtin- j gen bij elke Shell- pomp' Waarom werd v. d. Putten overgeplaatst Onderzoek thans bijna gereed Naar wij vernemen is het onder zoek dat mr. C. J. F. Caljé uit Am sterdam in opdracht van het ambte narengerecht in de hoofdstad heeft ingesteld naar de in I960 bij de ver bindingsdienst civiele automobielbe drijven van het ministerie van defen sie doorgevoerde reorganisatie, bijna voltooid. Verwacht wordt dat mr. Caljé zijn eindrapport over enkele weken aan de voorzitter van het ambtenarengerecht zal overhandigen. Tengevolge van de reorganisatie, waarnaar de heer Celjó een onder zoek heeft ingesteld, werd de Bus- sumse technisch-hoofdumbtenaar F. H. van der Putten, uit een technische functie als VCA-officier in Amster dam overgeplaatst naar een volgens zijn mening minder belangrijke ad- ministratief-technische functie in Nieuw Millingen. Nadat het ambte narengerecht zich reeds driemaal uit voerig had beziggehouden met de klacht van de heer Van der Putten tegen zijn overplaatsing, gelastte het ambtenarengerecht op 14 april 1961 een deskundigen-onderzoek Hoewel de heer Van der Putten stelde, dat zijn overplaatsing in de hand zou zijn gewerkt door bepaalde top- e; functionarissen van het ministerie, j die hem een lastige dwarskijker 2ou- j den vinden, vond het ambtenaren- gerecht in de stapel gedingstukken niet voldoende gegevens om het ge- Advertentie) schil te beoordelen. THORWALDSEN, de beroemde beeldhouwer Later won hij de grote gouden me daille en een som geld voor een reis naar Rome. Hij mocht de reis met een fregat meemaken, dat een Middellandse Zeereis ondernam. Na een langdurige reis met veel onderbrekingen in vele steden, kwam hij uiteindelijk op 8 maart 1797 in Rome aan. Hij wou er meteen aan de arbeid gaan, maar dat viel hem bitter tegen, omdat alles in de beginne te nieuw en te overweldigend was. In de eerste 5 jaren maakte hij slechts kleine stukken klaar, waarover hij zelf niet erg tevreden was. Ze brachten slechts wei nig op en zo naderde de dag, dat zijn geld op raakte. Maar voor hij naar Denemarken terug keerde, wilde Thorwaldsen toch nog eerst een groot werk scheppen n.l. de Griekse heldenfiguur Jason, waarmee hij de orde van het „Gulden Vlies" ver» wierf. Het werk verwekte allerwegen de grootste bewondering. De kunstenaars waren zelfs van mening, dat het zich met de allerberoemdste werken der oudheid kon meten. Het werd in gips gegoten en toen was het wachten van Thorwaldsen, of iemand zijn standbeeld wilde kopen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 13