v IN DE KRANTENTUIN
.24X
Het knutselhoekje
HET HONDENPARADIJS
ZATERDAG 12 MEI 1962
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
DE KIST OF DE BRUID
In het graafschap W. in Oost-Duits-
land, zou de bruiloft gevierd worden
tussen 's grdvendochter en een Russische
vorst. De graaf was zeer in zijn schik
met dit huwelijk, want het verhoogde
zijn aanzien in de wereld en mogelijk
zou hij dan ook vorstelijke nakomelingen
krijgen. Zijn dochter evenwel had haar
hart al lang weggeschonken aan een
jonge ridder Rudolf. Maar in vroeger
tijden was bij huwelijken alleen de wil
van de vader beslissend en ondanks de
smekingen en tranen van zijn kind en
trots het algemeen bekend feit, dat de
Rus zijn eigen fortuin verbrast en ver
speeld had, wilde de vader zijn wil toch
doorzetten.
Op. de vooravond van de plechtigheid,
toen er ter inleiding van de feestelijk
heden een groot bal werd gegeven, had
Alwine, zo heette de bruid, haar vader
op haar knieën gebeden en gesmeekt
het huwelijk af te gelasten. Ze had hem
nogmaals gewezen op de slechte naam
van de vorst en op haar heilige over
tuiging, dat de vorst haar niet nam uit
liefde maar om haar geld. Zijn eigen
fortuin had hij verkwist en nu aasde hij
op haar geld. De graaf was n.l. onge
looflijk rijk.
De graaf meende dat al die praatjes
over de Rus wel heel erg overdreven
zouden zijn, maar hij besloot toch ter
liefde voor zijn kind, de echtheid van
de vorstelijke liefde op de proef te stel
len. Dan zulen we weten, of hij een man
van eer .is, ja dan neen.
Het huwelijk zou voltrokken worden
in de kathedraal van de hoofdstad van
het graafschap op 5 km. afstand van het
grafelijk slot. Nu had de graaf 's avonds
8 jonge edellieden, waaronder ook ridder
Rudolf, bij zich ontboden en hen ver
zocht zich de volgende morgen als rovers
te willen verkleden en een schijnoverval
op het bruidsrijtuig te ondernemen.
Toen de stoet zich had opgesteld en
het bruidspaar was ingestapt, kwamen
2 bedienden met een mooie kist aandra
gen en zetten die voor de voeten van de
bruidegom.
„Wat heeft dat te beduiden?'' zei deze
verwonderd.
„De graaf- heeft gezegd, dat zij de
bruidsschat bevat. Het is hier n.l. de ge
woonte, dat de bruidegom die reeds mee
krijgt naar de huwelijksplechtigheid. De
graaf zelf heeft van morgen weer vre
selijk last van zijn jicht, zodat hij zieh
gedwongen voelt om thuis te blijven."
De stoet zette zich dus in beweging
zonder de graaf. Het was een lust voor
het oog, de prachtige costuums, de fraaie
rijtuigen, de fiere, prachtige opgetuigde
paarden. Of de bruidgom daar veel oog
voor had? Het was te betwijfelen. Zelfs
de bruid, hoe schoon en lieflijk ook,
scheen nauwelijks zijn aandacht te trek
ken. Des te meer wendde de berooide
vorst zijn blikken naar die kist aan zijn
voeten.
Welk een enorme rijkdom aan goud
stukken, aan juwelen en edelstenen zou
ze wel bevatten? O, kon hij eens door
het zorgvuldig gesloten en verzegelde
deksel heenkijken!
Maar wat gebeurde daar? Opeens kwa
men er een achttal struikrovers uit het
eikenhout te voorschijn. Met flikkerende
wapens stelden zij zich voor de stoet
op en dwongen deze om te stoppen. Hun
hoofdman reed vervolgens op" de bruide
gom toe en bulderde hem toe:
„Wij weten, dat u twee schatten met
u mee voert, één van vlees en bloed en
een bestaande uit zuiver goud en edel
stenen. Eén van beide eisen wij op. U
mag zelf kiezen, welke u wenst te behou
den. Maar beslis snel, we hebben weinig
tijd. Daarna zal u verder geen leed of
last worden aangedaan."
„Wel", zei de huichelaar nog spierwit
van angst, ,,'t is vorstelijk en edel niet
het slechtste te geven, maar het beste.
Nemen jullie dus de bruid!"
Rudolf sprong van zijn paard en tilde
zijn Almine uit de bruidskoets. Stralend
van geluk liet zij zich door hem in het
zadel zetten. Daarna beval hij de beide
koetsiers van de koets. „Breng de vorst
met zijn kist tot aan de grens en keert
dan vlug terug.
Vervolgens hief hij zich hoog in het
zadel, rukte zijn vermomming af en riep
met luide stent tot de bruiloftsstoet:
„Waarde gasten, als u genoegen neemt
met de nieuwe bruidegom, dan kunnen
we het feest voortzetten."
„Hoera, hoera!"
„Volgt ons dan."
Teruggekomen aan het grafelijk slof,
zette Rudolf zijn gelukkige bruid af op
het terras. Daarna vloog zij naar binnen
en wierp zich in de armen van haar va
der met de woorden:
„Hij heeft de kist gekozen"!
En als even later Rudolf zich bij hen
voegde, sprak de vader, terwijl hij hen
beide omarmde:
„Kinderen, weest gelukkig met elkan
der en dankt God, dat hij mijn dwaze,
eerzuchtige hart nog bijtijds de juiste
ingeving heeft geschonken en dat Hij de
Russische vorst de juiste keuze heeft
doen maken."
En dit zeggende barstte de door jicht
gekwelde graaf ondanks zijn pijnen in
een luide schaterlach uit.
Van de vorstelijke bruidegom heeft
men later het volgende vernomen. Hij
had zijn kist naar een hotel laten bé-
zorgen en op zijn kamer laten brengen.
De gastheer had hem gereedschap ge
leend en later druk horen timmeren.
Toen het geluid verstomde, kwam de
gast even later met een ontsteld ge
zicht naar beneden en zonder een woord
te zeggen, verliet hij het hotel!
De kist, waarvan hij zo'n hoge ver
wachting had gekoesterd, bevatte niets
dan kiezel, leem en lood!
Niemand heeft ooit meer iets van hem
gehoord; mogelijk heeft hij zijn ontgoo
cheling niet overleefd.
Correspondentie
Greet Berg, Zoeterwoude vertelt haar
droom
MIJN DROOM
„Kom Greet, het is tijd om naar bed
te gaan", zei moeder toen de klok half
negen sloeg.
Ik kleedde me gauw uit en na een
kwartiertje sliep ik als een roos. Toen
begon mijn droom:
Moeder moest uit en ik moest oppas
sen. Als ze terugkwam zou ik een zakje
snoep krijgen. Ik ging buiten in een
luie stoel zitten en viel in slaap. Daar
kwam een oud vrouwtje aan, die me
vroeg: „Zeg meisje ga je even mee?" Ik
wilde wel graag en liep met haar mee
naar haar huisje. We gingen er binnen
en we gingen bij het vuur zitten. Ik
kreeg een kopje chocolademelk met een
koekje. Ze begon te vertellen van een
kabouter die drie kilometer ver weg
woonde.
„Ik ga eens naar die kabouter toe",
zei ik, toen ze klaar was met vertellen.
„Dat gaat niet. Het is al laat. Het is
al zes uur".
Het vrouwtje vroeg of ik bleef slapen
en dat vond ik goed. Toen ik 's morgens
wakker werd, kleedde ik me aan en zei
het vrouwtje goede morgen. Ze gaf me
nog een boterham te eten en toen ging
ik op stap en op zoek naar een heel
brede boom. Daar moest ik rechtsaf. Ik
had zeker al" twee uur gelopen toen ik
het kleine mannetje met een puntmuts
tegenkwam.
Ik liep met het kaboutertje mee. Hij
bracht me naar de koning.
„Zou je voortaan hier willen blijven?"
vroeg de koning.
Ik was er over aan het denken, wat
ik doen zou, toen ik opeens wakker
schrok van moeders stem.
„Greet sta op. Je moet vlug naar
school".
Jammer, de mooie droom was uit.
Jan Hoogenboom, Missiehuis „Alden-
ghoor", Haelen, Limburg.
Dat is een leuk idee van jou om de
geschiedenis van het missiehuis „Alden-
ghoor' 'te beschrijven. Het is een brokje
Limburgse geschiedenis en ik heb het
met belangstelling gelezen. Het wordt
een vervolgverhaaltje, want ik begrijp
wel, dat je weinig tijd daarvoor hebt.
Studie gaat voor.
„ALDENGHOOR"
Aldenghoor heeft een 8 eeuwen oude
geschiedenis. Vanaf 1150 leefden er ze
ven adelijke geslachten, toch waren er
in al die tijd slechts 25 Heren, terwijl
er tweemaal een Meesteresse optrad.
In 1903 stierf Aldenghoor's laatste ade
lijke bezitter; nadien werd het klooster,
zoals het in de volksmond nog heet.
De meest wetenswaardige bijzonder
heden zijn:
1150: Bouw van „Huize Ghoor". On
dernomen door de graven van Looz.
Het werd een ridderhofstee midden in
het Haelense „goor". De omwonenden
doopten het „Huize Ghoor" en de eerste
Heren noemden zich daarom en bleven
bekend als „Heren van Ghoor de Looz".
Toen in 1212 de graaf van Horn eige
naar werd en zijn zoon als vazal met
Huize Ghoor beleende, bleef deze en
ook zijn nageslacht de naam houden van
Heren van Ghoor de Horn (1212-1380 en
1428-1501).
Wordt vervolgd
Marijke Berg, Zoeterwoude vertelt
ons over:
EEN ONGELUK
„Anneke je moet zo naar schbol, want
het is bij half negen".
„Ja moeder, ik kom dadelijk eten".
Daar .kwam Anneke al aan. Haar boter
ham stond al op tafel klaar en ze begon
te eten.
„Dag moeder!"
„Dag Anneke!"
Toen ging ze gauw naar school.
„Ha Anneke ben je daar!" riepen Els
en Gerda. „Doe je mee wegkruipertje?"
„Ja, mag ik hem dan zijn".
„Dat is goed" en Els en Gerda holden
weg. Opeens ging de bel. De kinderen
gingen in de rij de school in, ook Els en
Gerda, maar Anneke was er nog niet.
Wat was er gebeurd? Anneke moest de
straat oversteken. Ze keek niet links of
rechts en zag daardoor de auto niet, die
juist aankwam. Remmen hielp niet meer.
Anneke zat er onder. Er werd een dokter
gehaald en die liet haar naar het zie
kenhuis brengen. Ze had een arm en
een been gebroken. Nu moest ze 6 we
ken op bed blijven.
Nog liggen er goede oplossingen van:
Charlotte Jaspers, Leiden; Bert van
Diemen, Nw. Vennep; Piet v. d. Berg,
Noordwijkerhout, Lucia Castelein, R'
Veen; Dlnant Fase, Hazerswoude, Elliei
v. d. Veeer, R' Veen; Lia v. d. Veer, R'
Veen, Jan Volgering, Langeraar; Toni
Lelieveld, Zoeterwoude;, Kinderen de
Zwart, Noordwijk; A. Droogh, Leiden,
Ellie van Kins, R'Veen, Joke v. d. Kamp
Lisse; Theo Volgering, Langeraar, Joke
v. Haastert, Zoctermeer, Nellie van Ber-
kel, R'Veen; Wim Warmerdam, Voor
hout; John de Jeu, Oude Wetering, Ans
Kompier Wassenaar, Sjaak Haastrecht,
Leiden, Dick Barreveld, Voorschoten;
Thea Augustinus, Noordwijkerhout, Ida
v. d. Veer, R'Veen, Zusjes Haagen, Zoe
terwoude, Margèt v. d. Lans, Sassen-
heim, Ben Sassen, Langeraar; A. Dui
venvoorden, Noordwijkerhout; Jacque-
Voorschoten; Cobie Zwetsloot, Warmond
Rina Heemskerk, Rijpwetering, Maria
Bunnik, Aarlanderveen, Bep v. Rijn,
Warmond, Kees v. d. Berg, Noordwijker
hout, Sieneke Schavemaker, Warmond,
Angela v. Ruiten, Lisse, Aad v. Berkel,
Lisse, Annie v. d. Geest, Warmond.
Joop Goosen, Leiden maakte:
DE DANKBARE HOND
Er woonde eens een houthakker vlak
bij een groot bos. Hij was zeer arm. Het
zag er bij hem thuis armoedig uit en
zijn vrouwhad geen geld om nieuwe
spullen zoals gordijnen, stoelen en een
nieuwe tafel te kopen. Alles was kapot.
De houthakker probeerde al om de meu
bels weer te maken maar dat hielp wei
nig want ze hadden 9 kinderen.
Op een dag moest Wim boodschappen
doen. In de stad was het erg druk en
toen Wim het zakje geld wilde pakken
was het weg.
„Zeker verloren", dacht hij en hij be
gon nog eens al zijn zakken na te voelen,
maar hij vond het niet. Ook liep hij de
zelfde weg terug om te zoeken, maar
nergens was iets te zien. Hij durfde niet
naar huis terug en ging spelen met zijn
vriendjes. Daar zag hij in de verte zijn
vader aankomen. Vlug klom hij in een
boom en zei tegen zijn vriendjes: „Niets
tegen vader zeggen".
„Zeg jongens hebben jullie Wim ook
gezien?" vroeg hij.
„Nee mijnheer", jokten de jongens.
Maar één lief jongetje zei: „Ja mijn-
meer, daar in die boom".
„Kom uit die boom Wim", riep vader.
„En waar zijn de boodschappen?"
Wim begon te huilen: „Ik heb het
geld verloren".
„Dan ga je het zoeken".
En weer ging hij zoeken, maar vond
weer niets.
Toen dacht hij aan Herta, zijn hond.
die hij eens uit het water had gered. Hij
ging hem halen. Al gauw had de hond
een spoor gevonden. Hij liep dezelfde
weg, die Wim had gelopen. In de stad
snuffelde hij rond. tot hij opeens tegen
een man opsprong die voor een winkel
stond te kijken. Herta beet een stuk uit
zijn broekzak en daar rolde het zakje
met geld op de grond. Wat was Wim blij,
maar gelijk zag hij een agent en gaf de
dief aan. Het was een zakkenroller.
Rudie Verplancke, Leiden.
FEEST OP KONINGINNEDAG
Het was Koninginnedag. Mijn moeder
had - zij het met veel moeite - onze
oude vlag uitgestoken. We kregen des
ochtends bij het ontbijt heerlijke sneet
jes krentebrood. Later op de dag kre
gen we koffie met gebak, 's Middags
gingen we met zijn allen, vader, moeder
en zeven kinderen met de auto weg om
feest te vieren. Waarheen? Dat wisten
we zelf nog niet. Vader zei, we gaan
eerst maar eens naar de kermis. We
kwamen bij een wat kleine kermis aan.
„Is dat nou een kermis?" vroeg ik, want
wij, Leidenaars, zijn wel een grotere
kermis gewend.
We gingen de kermis op en vonden
een tent met paardjes, auto's en fietsjes,
die allemaal ronddraaiden.
„Hé moe, magge we daarin?" vroeg
mijn zusje van vier jaar. Dat mocht en
met een ander zusje van vijf jaar, gin
gen ze op een paardje. Ze vonden het
leuk. Verderop zegen we een draaimo
len met boten. Daar wilden Jan en ik
wel in. Maar toen ik er uit kwam heb
ik me voorgenomen nooit meer in zo'n
boot te gaan. Weer verderop zagen we
de botsautootjes. We moesten vechten
om een autootje, eindelijk hadden we er
een, we stopten er een penning in en
daar gingen we. Ik had nog maar even
gereden of ik zat al in de knoop. Het
duurde lang eer ik uit die knoop was en
toen kwam al gauw het sein van uit
stappen. We gingen naar een andere
kermis en toen we daaruit kwamen,
zochten we een plaatsje om te pick
nicken. Daarna reden we naar huis.
Jan Bots, Leiden
MIJN VAKANTIE OP DE VELUWE
Op een woensdagmorgen om half tien
vertrokken we uit Leiden over Alphen
naar Utrecht en verder naar Hoenderlo
waar we een week zouden blijven. Wij
kwamen er. om half één aan. Mijn gro
tere broers waren met de trein naar
Utrecht gegaan en toen verder op de
fiets naar Hoenderlo. Zij kwamen om
één uur aan, precies toen we gingen
eten.
's Middags gingen we de fietsen halen
uit Apeldoorn, die we per trein opge
stuurd hadden. We gingen er heen met
de bus. Twee fietsen vonden we gauw,
maar de twee andere fietsen bleken in
een stalling aan de overkant te staan.
Mijn kleine broertje, die nog geen fiets
had, ging bij mijn vader achterop. Wij
fietsten alvast vooruit, heuvel op en
heuvel af. Fijn was dat. Vader kwam
wel 10 minuten later aan.
De tweede dag gingen we naar het
park „De Hoge Veluwe" wandelen en
fietsen. De derde dag mochten we met
de jachtopziener het park bekijken. We
gingen heel vroeg weg en zagen veel
reeën en allerlei andere dieren. Ook
fietsten we naar Otterlo en dan terug
met een grote omweg naar Hoenderlo.
Ik ben er nog twee dagen ziek geweest.
Toch is het een fijne vakantie geweest.
Dag kinders, volgende week weer
nieuwe raadsels en.wie zpu het boek
gewonnen hebben?
1)3336 TANTE JO EN OOM TOON
Barneveld gaat nog
groot feest geven op
verjaardag van Prins
B. en W. der gemeente Barne
veld hebben in een onderhoud over
het conflict tussen dit college en het
Oranjebestuur, met nadruk verklaard
dat de afwijzing van het Oranjebal
uitsluitend gebaseerd is geweest op
de verwachting, dat het bal zou lei
den tot wanordelijkheden. In dit ver
band verwees het college naar een
onderdeel van de verklaring, die het
bestuur van de Oranjevereniging in
de dezer dagen gehcuden buitenge
wone ledenvergadering heeft afge
legd:
„Het bestuur kon niet akkoord
gaan met de houding van B. en W.
inzake het programma voor Konin
ginnedag, maar verder gaat de kri-
EEN OLIFANT VOUWEN
Begin met een vierkant stuk papier,
liefst grauw en tamelijk stijf. Vouw het
diagonaal (2) (van een hoek naar de
tegenover liggende hoek) strijk het weer
glad en buig nu hoek A en B naar
de vouwlijn om. Vouw het papier weer
naar de middenvouw (3), houd het daar
na bij X met duim en wijsvinger vast,
steek de wijsvinger tussen de twee bla
den helemaal tot bij E en maak nu met
de rechterhand een vouw van E naar F
(4) en je olifant heeft opeens twee oren.
Vouw de slurf een paar maal in (6).
knip benen en staart uit en teken de
ogen.
maar anders dan bij ons.
Een Chinese jongen of meisje, zou
natuurlijk ook zeer verbaasd zijn, als
zij zagen, hoe dat alles bij ons is.
SAFARI
Twee groot wildjagers Smith en Thom
son zaten in hun tent en schepten tegen
elkaar op over hun heldendaden op jacht.
„Ik wed voor 1000 dollar, dat ik maar
even voor de tent behoeft te gaan staan
om een leeuw te schieten", zei Thomson.
„Aangenomen", zei Smith en terstond
verdween Thomson in de duisternis.
Vijf minuten later stak een leeuw
zijn kop door de tentingang.
„Ken jij een man die Thomson heet!"
„Ja," stotterde Smith.
„Goed", zei de leeuw weer, „dan is hij
jou 1000 dollar schuldig."
tiek niet. Het beleid van b. en w.
heeft voor de rest steeds ruime aan
dacht geha<j voor minderheden in de
ze gemeente. Op vele plaatsen is er
dansgelegenheid, er kan op zondag
gevoetbald worden, er zijn café's en
hotels op zondag open, en dat alles
onder een bestuur van een raad, die
in overgrote meerderheid principi
eel sterk tegen al deze zaken gekant
is. Dit wijst niet op een bekrompen
en benepen levenshouding. Des te
meer spijt 't het bestuur dat het con
flict juist met dit college van b. en
w. moest uitbreken"
Het bestuur van de oranjevereni
ging heeft echter de weigering van
b. en w. om één der gemeentelijke
hallen voor een Oranjebal te verhu
ren kennelijk als een correctie op het
feestprogramma gezien, zoals uit een
ander deel van de verklaring blijkt,
en wel als de correctie ten behoeve
van leden die nooit ter vergadering
komen, stichtelijk bedanken voor
een bestuursbaantje, en zelfs van
hen, die geen lid zijn. Beide partij
en verwachten nu, dat men zal sa
menwerken om te komen tot een
groot feest op de verjaardag van
prins Bernhard, waarmee Barneveld
voledig gerehabiliteerd moet wor
den.
Nieuwe verlangens Metaal:
Meer vacantie en
kortere werkweek
De belangrijkste materiële ver
langens uit het actie-programma van
de Algemene Nederlandse Bedrijfs-
bond voor de Metaalnijverheid en de
Elektrotechnische Industrie, die in
de komende maanden volgens secre
taris R. Baarda van de bond, een
belangrijke rol zullen gaan spelen
zijn:
Een vijfdaagse werkweek met een
arbeidstijd van achteneenhalf uur per
dag, drie weken vakantie voor ieder
een, verhoging van de vakantietoe
slag van vier op zes procent, ofwel
van twee op drie weken van het loon
of salaris per jaar, geleidelijke af
schaffing van de gemeenteklassen,
verbetering van de pensioenvoor-
waarden voor diegene die een derge
lijke voorziening hebben en invoe
ring voor hen die noj-' geen voorzie
ning hebben, vereenvoudiging en
verhoging van de ploegentoelagen,
gunstiger bepalingen bij ziekte en
ongeval, verwerking van de huur-
toeslagen in de loon- en salarista
bellen, verlaging /an de eindleeftij-
den in de loon- en salarisschalen,
verbetering van de salarissen voor
de jongere beambten.
ALS JE NAAR CHINA REIST...
Zul je gauw merken, dat vele ge
bruiken daar juist tegengesteld zijn aan
de onze.
Twee heren begroeten elkander hier
door de hoed af te nemen e- mekaar
de hand te drukken. In China zet men
de hoed juist op en drukt vervolgens
•zijn eigen hand.
Wij dragen witte kleren bij feestelijke
gelegenheden, de Chinezen houden ze
voor droeve plechtigheden, terwijl ze
voor doop- en trouwgelegenheden rood
aantrekken.
In Chinese scholen schrijven de kinde
ren niet met de pen, doch met 'n pen
seeltje. Ze beginnen in de rechterboven
hoek van het papier, in plaats van links-
bovenaan. De lijnen lopen loodrecht en
niet hoi'izontaal, zoals bij ons.
Wij besluiten het middagmaal met
een nagerecht, in China begint men met
lekkere dingen en eet daarna pas de soep.
Wij heben bedden met matrassen en
een zacht hoofdkussen, de Chinezen ge
ven de voorkeur aan een hard houten bed
met een houten of porseleinen hoofdkus
sen.
Wij vinden al die Chinese gebruiken
vreemd, maar eigenlijk zijn ze alleen
Olidin per jaarlj
Machtige strips
en piachtige ver-
halen in Olidin,
het blad van i
de Shell Junior
Clubl Inlichtin- j
gen bij elke Shell-
pomp'
Waarom werd v. d. Putten
overgeplaatst
Onderzoek thans
bijna gereed
Naar wij vernemen is het onder
zoek dat mr. C. J. F. Caljé uit Am
sterdam in opdracht van het ambte
narengerecht in de hoofdstad heeft
ingesteld naar de in I960 bij de ver
bindingsdienst civiele automobielbe
drijven van het ministerie van defen
sie doorgevoerde reorganisatie, bijna
voltooid. Verwacht wordt dat mr.
Caljé zijn eindrapport over enkele
weken aan de voorzitter van het
ambtenarengerecht zal overhandigen.
Tengevolge van de reorganisatie,
waarnaar de heer Celjó een onder
zoek heeft ingesteld, werd de Bus-
sumse technisch-hoofdumbtenaar F.
H. van der Putten, uit een technische
functie als VCA-officier in Amster
dam overgeplaatst naar een volgens
zijn mening minder belangrijke ad-
ministratief-technische functie in
Nieuw Millingen. Nadat het ambte
narengerecht zich reeds driemaal uit
voerig had beziggehouden met de
klacht van de heer Van der Putten
tegen zijn overplaatsing, gelastte het
ambtenarengerecht op 14 april 1961
een deskundigen-onderzoek Hoewel
de heer Van der Putten stelde, dat
zijn overplaatsing in de hand zou
zijn gewerkt door bepaalde top-
e; functionarissen van het ministerie,
j die hem een lastige dwarskijker 2ou-
j den vinden, vond het ambtenaren-
gerecht in de stapel gedingstukken
niet voldoende gegevens om het ge-
Advertentie) schil te beoordelen.
THORWALDSEN,
de beroemde beeldhouwer
Later won hij de grote gouden me
daille en een som geld voor een reis
naar Rome. Hij mocht de reis met een
fregat meemaken, dat een Middellandse
Zeereis ondernam. Na een langdurige
reis met veel onderbrekingen in vele
steden, kwam hij uiteindelijk op 8 maart
1797 in Rome aan. Hij wou er meteen
aan de arbeid gaan, maar dat viel hem
bitter tegen, omdat alles in de beginne
te nieuw en te overweldigend was. In de
eerste 5 jaren maakte hij slechts kleine
stukken klaar, waarover hij zelf niet erg
tevreden was. Ze brachten slechts wei
nig op en zo naderde de dag, dat zijn
geld op raakte.
Maar voor hij naar Denemarken terug
keerde, wilde Thorwaldsen toch nog
eerst een groot werk scheppen n.l. de
Griekse heldenfiguur Jason, waarmee
hij de orde van het „Gulden Vlies" ver»
wierf. Het werk verwekte allerwegen
de grootste bewondering. De kunstenaars
waren zelfs van mening, dat het zich met
de allerberoemdste werken der oudheid
kon meten. Het werd in gips gegoten en
toen was het wachten van Thorwaldsen,
of iemand zijn standbeeld wilde kopen.
(Wordt vervolgd.)