VORSTENHUIS MIDDEN IN ONS VOLK
Gulden devalueerde, maar zeker
niet de opgewektheid
Er is voor Uprachtig werk
te doen in Nederland
PRQCi.AM.VI
Wij allen „kennen"
koningin en prins
SIADGKNOOTEN
Wij «crwiten de blijde c;«k li re
i magen rncick-»-, <faf heden. IXxvmhe;-
irs ntiderti'ouw zij» «pgsaiomeiv.
Zune !>:x.rlueh!igc H.:x..ghci(l t'dns Ikrnl^al
Leoj>>kl l-Vuh.'rik F verhard juHu-. G.icrt K.ird
GixhrioJ Fiere» vjt» kiupe-Uiwertehl
Cf)
Hare koninklijke U'fogheicl Prinsis 0mm
f Miise Efonw' Mine wdheimou der Neder-
l;ifi<ien, !'rii>HA, :v;in Ontnje N'.exiu,
va» .Vlak ietibiffg, cf>/„ civ/.
HET VORSTEÜjK BRUIDSPAAR 1IK1L
Uet is voor de tweede maal in deze
eeuw, dat een Nederlandse konin
gin en haar prins-gemaal het zilveren
huwelijksfeest vieren, want in 1926
herdachten koningin Wilhelmina en
prins Hendrik dit blijde feit. Maar in
die dagen stond „het Hof" nog wat
ver van het volk af; er was nog pas een radio in opkomst en natuurlijk helemaal
nog geen televisie, die ook van vorsten dicht-bij-het-volk-staande figuren hebben
gemaakt.
De tijden zijn democratischer geworden. Wij allen „kennen" koningin Juliana
en prins Bernhard zo heel veel beter dan men vroeger ooit de hoogsten in den
lande heeft kunnen gadeslaan in hun doen en laten. Er is ook een wisselwer
king geweest door al die nauwere contacten. Koningin en prins voelen zich
echt middenin ons volk staan.
Natuurlijk heeft ook de oorlog de barrière van voorheen tussen volk en ko
ninklijke familie totaal geslecht. Koningin Wilhelmina bleek helemaal niet de
wat ongenaakbare vorstin te zijn, die zij wel eens leek, maar werd het levend
hart van het verzet. Prins Bernhard nam actief deel aan de krijgsverrichtingen
en was in mei 1945 de mede-zegevierende bevelhebber der Nederlandse strijd
krachten.
Prinses Juliana was om de nog kleine kinderen uitgeweken naar Canada
waar ook prinses Margriet werd geboren doch trotseerde het oorlogsgevaar
door haar moeder te Londen een bezoek te brengen. Ook wist zij de eerst wat
gereserveerde en zelfs soms vijandige houding van de Amerikanen tegenover
het h.i verouderde koningschap eensklaps in sympathie om te zetten.
Op een persconferentie te Chicago ging een vraag af als een kanonskogel:
„Well princess, denkt u wel ooit eens terug te gaan naar uw land?"
Er was even stilte. Daarna antwoordde prinses Juliana rustig met haar zachte
stem: „Twijfelt u eraan, dat wij de oorlog zullen winnen?" Met één slag was
de stemming voor haar.
Hofprediker prof. Obbink
jDij het huwelijk van prinses Juliana
en prins Bernhard was het ont
roerendste moment tijdens de kerkelij
ke plechtigheid in de Grote Kerk, toen
de hoogbejaarde oud-hofprediker, ds.
Weiter, zijn handen zegenend naar het
jonge paar uitstrekte en sprak: „Mag
ik u thans verzoeken, samen neder te
knielen tot het ontvangen van den ze
gen des Heeren?"
Toen prins Bernhard en prinses Ju
liana op de kussens waren neergeknield
klonk de zwakke, oude stem van de
zieleherder innig en bewogen: „De Va
der der Barmhartigheid, die u tot de
ze heilige staat des huwelijks geroe
pen heeft, verbinde u met rechte lief
de en trouw en geve u Zijne zegen. Ja,
de Heer zegene u en behoede u. De
Heer doe Zijn aangezicht over u lichten
en zij u genadig. De Heer verheffe Zijn
aangezicht over u en geve u vrede.
Amen."
Hierna trad de hofprediker, prof. Ob
bink, die tevoren zijn lange toespraak
hadbesloteno.a. met de woorden: „Er
is voor u samen prachtig werk te doen
in Nederland", voor de jonggehuwden
tot het verrichten van de ceremonie
van het verwisselen der ringen. On
middellijk daarop zette het orgel de
zegenbede in, staande door allen mee
gezongen:
U zeegne God.
Hij stelle u tot een zegen..
Gezegend zij uw hoofd, uw hart
uw wegen.
Uw aards, uw eeuwig lot.
O God, .verhoor,
En schenk ons deze bede.
Toon hun Uw gunst, doordring
hen met Uw vrede,
Licht met Uw licht hen voor.
Nadat de laatste orgeltonen waren ver
klonken, reikte prof. Obbink aan de
prins een bijbel uit, het geschenk dat
elke man ontvangt bij de kerkelijke in
zegening van zijn huwelijk. Daarna ging
de predikant voor in dankgebed.
De slotzang „Halleluja, eeuwig dank
en ere", werd nog door de gemeen
te gezongen, gevolgd door het uitspre
ken van de zegenbede. Tot slot zong
het koor van Sem Dresden psalm 138
en de lofpsalm van J. P Sweelinck.
Hoofd van gezin met
eigen inkomen
Ofschoon prins Bernhard geen grond
wettelijke officiële functie bekleedt,
heeft hij door zijn voor ons land zo
waardevolle persoonlijkheid thans iede
re actuele zin naar de vraag waarom
een prins-gemaal zo buiten het orga
nieke staatsleven blijft staan, doen weg
vallen.
De grondwet kent hem een eigen in
komen toe. Dit gebeurt niet aan de
vrouw van een regerende koning.
In die wet is sprake van „de gemaal
van de regerende koningin", doch zij
gewaagt niet van de gemalin van de
regerende koning. Daaruit blijkt dus,
dat men officieel de prins-gemaal an
ders ziet dan de gemalin van een re
gerende koning.
Dat ligt ook voor de hand. De prins
is in burgerlijke zin hoofd van het ge
zin en zou, kreeg hij geen eigen in
komsten, geheel zijn aangewezen (bui
ten persoonlijk bezit) op wat zijn
vrouw, de koningin, verdient. Ten tijde
van wijlen prins Hendrik bestond er
voor de prins-gemaal nog geen eigen
inkomsten van staatswege; eerst in
1938 is de grondwet dienaangaande ge
wijzigd. Mede de gemaal van een
kroonprinses ontvangt krachtens de
grondwet eigen inkomsten, doch weer
niet de gemalin van een kroonprins.
Maar buiten regeer-
functie
Dat deze mannelijke echtgenoten
door ons geschreven staatsrecht als
het ware angstvallig buiten iedere re-
geerfunctie worden gehouden, is mis
schien in deze moderne tijd niet hele
maal meer te verdedigen. De koningin
krijgt tenslotte de volle lasten van het
tegenwoordig steeds meer omvattende
koningschap te dragen, naast haar
taak als echtgenote en moeder. Zo ge
zien lijkt het logisch, dat bij tijd en
wijle haar man eens „een handje kon
helpen" met regeren, door byv. nu en
dan eens als „gemachtigde van de
koningin" op te treden, als „waarne
mend koning"!
Maar dat kan in Nederland niet en
ook in Engeland en Luxemburg niet,
waar immers eveneens een vrouw
staatshoofd is. Alleen in ernstige ge
vallen (ziekte) kan een „regent" het
koninklijk gezag waarnemen, na wet
telijke goedkeuring. Is er een kroon
prins of een kroonprinses, dan is hij of
zij grondwettelijk automatisch regent
(es). De prins-gemaal komt dan nooit
in aanmerking.
Vier dochters
Het huwelijk van koningin Ju
liana en prins Bernhard werd
gezegend met vier dochters. Zo
wel koningin als prins hebben
hun kinderen opgevoed in blij
heid en in ernst, zo nodig ook in
gepaste strengheid. Het is dan
ook maar een grapje, de Franse
spreuk, die er staat op een asbak,
die de prins ten geschenke kreeg
van een vriendin der koningin,
zelve moeder van vier dochters:
„Vier dochters en een moeder, dat
is voor dé vader een duivelse be
proeving
De plechtigheid in de Grote
Kerk. Ds. Weiter spreekt prinses
en prins toe en wijst hen op de
plichten van man en vrouw. Een
van de ontroerendste momenten
van de huwelijksverbintenis.
In de bruidsdagen wordt voor
de tweede maal een bezoek aan
de Haagse Cineac gebracht om
zichzelf in de bruidsdagen te
zien. Geen eenvoudig uitje van
„Ja, gezellignaar de film".
Tn deze tijd beseffen wij ten volle wat ons volk heeft
gemist in dat jaar 1936, het verlovingsjaar van prinses
en prins, zo zonder televisie! Natuurlijk voelde men die
leemte toen nog geenszins. De radio en de kranten waren
de grote favorieten en.... de film! Maar eer die aan
bod kon komen, moest er al het nodige zijn gebeurd.
De grote emotionele schok kwam, toen het jongverloofde
paar plotseling, in het snel vermaarde „witte Fordje", in
Den Haag voor het paleis Noordeinde verscheen. De prinses
zat knusjes naast haar prins, die als geroutineerd auto
mobilist vlug door de residentiële binnenstad zwenkte en
met een sierlijke zwaai het paleisplein
opreed. Wat leefde ons land op in
laaiend enthousiasme! De kranten
kwamen met de „wonderfoto": de
jeugdige vorstelijke verloofden lachten
en wuifden naar de toegestroomde
menigte. De foto laat iets zien van wat
er gebeurde, hoewel de perskiekers van
die dagen lang nog niet de vaak fa
meuze vakbekwaamheid hadden en
ook niet de moderne materialen be
zaten welke thans dergelijke evenementen breeduit en
stralend laten zien. Maar het „plaatje" legde het onver
getelijke moment vast en heeft als zodanig onbetaalbare
historische waarde.
De filmers waren in die dagen intussen natuurlijk ook
toegesneld en spoedig trokken de bioscopen drommen en
drommen mensen om eindelijk eens „levende beelden" van
prinses en prins te kunnen zien! Men genoot van de extra-
journaals, met de nieuwste opnamen van het jonge paar,
in de paleistuin, op de tandem (een leuk idee van de prins
zélf!), van het verloofde paar in het beroemde tweezittertje,
enz.
Witte Fordje en
bezoek aan
Cineac
De Haagse Cineac was begrijpelijkerwijs een i eerste,
die de begeerde opnamen vertoonde. En op een goede
middag wandelen prinses Juliana en prins Bernhard daar
ineens gemoedelijk gearmd door de Haagse binnenstad, op
weg naar de Cineac, om zichzelf eens te gaan bekijken
Het publiek wreef zich de ogen uit
„Ja, warempel, ze zijn het ze zijn het!" In een oogwenk
waren prinses en prins omstuwd door dichte drommen
hartelijk juichende mensen De politie kreeg heksen
werk om zonder storend ingrijpen al die lachende, vrolijke
enthousiastelingen tot zekere orde te brengen Deze
zo spontane blijdschap vanwege de op
bloei van het eerst zo eenzaam ge
worden Oranjehuis verkwikte het hele
land. Sombere berichten over de vrese
lijke burgeroorlog in Spanje, de ellen
dige nasleep van de Italiaanse oorlog
in Abessynië enz., veegde men lucht
hartig weg. Nederland was een „eiland
van-vreugde" geworden in een Europa
vol van angstige voorgevoelens. En dat
ging maanden zo voort!
Zelfs de devaluatie van de gulden een eigenlijk schok
kend iets deed geen afbreuk aan de algemene opgewekt
heid. Nu was het een feit, dat de barre economische-crisis-
periode van 1933 en 1934 wat begon te luwen en dat droeg
natuurlijk het nodige bij tot de zin voor vrolijkheid. Men
leefde als het ware in een roes van rozig optimisme.
In die sfeer begonnen de voorbereidingen van de luister
rijke huwelijksplechtigheid, die werd vastgesteld op donder
dag 7 januari 1937. Het zoveel vreugde gebracht hebbende
1936 spoedde ten einde met gezellige kerstdagen en een in
jaren niet beleefd opgewekt nieuwjaar. In Den Haag was
toen alles al in. rep en roer voor de grote dag.