LUCHTGEVECHTEN OP LEVEN EN DOOD BOVEN LEIDSE VUILNISBELT ÜP i jfT-fy z f Ir J. A. van der Laan (Leiden) heeft tientallen projecten op zijn naam staan Stemmen bij volmacht Ifc HONGERENDE VOGELS BIJ DE „NOORDWIJKERHOEK" De eisen van de situering WOENSDAG 7 MAART 1962 DE LEIDSE COURANT PAGINA 4 MÉ m m Duizenden spreeuwen zoeken naar voedsel MAG IK U EVEN meenemen uit uw verwarmde woonvertrek? Even de kou in....?? Ik ga naar mijn canvastentje op de belt! Bij de „Noordwijkerhoek" stap ik van mijn fiets en kijk met de kijker over de verkleumde weilanden. De vorst is ingevallen.koud steken de wieken van het wipmolentje de blauwe lucht in. Het waterrad is in een ijzige ban gevat en alleen een milde dooi zal hem hieruit verlossen. Gek, wat in het voorjaar vredig aandoet, lijkt je nu vijandig aan te staren.. Neem knotwilgjes, hoe vriendelijk wuiven ze straks met de met katjes getooide twijgen naar de bezoekers van de bollenvelden. En nü ga ik ze uit de weg, omdat ik weet, dat die taaie takken in de stugge oostenwind, gevoelige tikken geven op je verkleumd gezicht. Ik laat mijn fiets achter, neem de fotospullen en ga stampend op de hardbevroren weg in de richting van de Leidse vuilnisbelt. In de zomer is hij een blikvanger aan de entrée van een beroemde badplaats. In de winter een toevluchts oord voor een hongerende zwerm vogels. Veel? Denkt U eens in: duizenden! Ik wissel een groet met de man die daar altijd is; hij zit op een bulldozer en duwt elke aangebrachte vracht resoluut de diepte in. Terwijl ik mijn hutje in kruip hóór ik hem denken: „die stumper, waarvoor toch eigenlijk?" De stumper zit achter zijn fototoestel, kompleet met 3 lange onderbroeken en 3 truien. Een gekras op een paal brengt me bij mijn positieven. Een bonte kraai, 'n prachtige vogel, die alleen in de winter naar Nederland komt. Hij volgt een vreemde taktiek, hij houdt alleen maar spreeuwen in de gaten. Heeft een spreeuw een lekker worstvelletje gevonden, of een korstje kaas dan wekt dit direct de jaloezie op bij zijn soortgenoten. Het een en ander gaat gepaard met veel geschreeuw en gekwetter. Dan zeilt de bonte kraai als een schim er op af en gaat als zegevierende derde met de buit naar zijn paal terug. Maar nu wordt hij op zijn beurt belaagd door tientallen kauw tjes, 'n klein soort kraai met prachtige blauwe oogjes. Als driftige gevechtstoestelletjes vallen zij hem aan, raken hem met de vleugels tot hij toch de lucht in gaat om een rustig plaatsje te zoeken. Ik zie ze verdwijnen boven de met riet bedekte bollenvelden. Dan zie je de groep stijgen, dan dalen, het lijkt een boeiend spel, maar helaas is het een gevecht van leven op dood. - "V" dn zelfs de ijsvogel zit te kleumen De kapmeeuw en zijn rumoerige buren... ER KOMT EEN GROTE zilvermeeuw uit de grote groep wandelen, hij loopt waggelend. Het is niet van een restje „Beaujolais", dat uit een fles drupt. Nee, hij heeft verloren, zijn kop bloet. Roofzuchtig en wreed als ze zijn, ontzien ze elkaar niet, als het gaat om dat stillen van de honger. Nu is er blijkbaar een wagen met slachtafval gekomen. Het wórdt een paraplu van vogels boven de belt. De meesten zijn kapmeeuwen. U kent ze wel, in het voorjaar en zomer hebben ze een chocala-kleurig kapje aan hun kop. Dan de zilvermeeuwen, wat kijken hun ogen toch fel. Opvallend, dat er haast geen volwassen zilvers bij zijn. En dan de mantelmeeuwen, schitterend met hun zwarte jacket. In Noord-Holland noemt men hem wel dominee, een naam die hun waardigheid geeft en ik moet zeggen: ze ver dienen het. Alle reservetroepen komen uit de naburige weilanden op de wieken en zelfs de bulldozer kan ze niet verjagen, slechts op de laatste halve meter weken ze uit om onmiddellijk er achter weer aan te sluiten, als een levend tapijt. Links van mij kleumt een ijsvogel, hij kijkt in het zwarte vuile water, waar geen visje in zwemt. Het water blijkt open, blijkbaar door de broei van de vuilnis. Even veert hij op, als een overvliegende vogel wat brood laat vallen, om dan weer 'n vormloos diertje te worden. Een Bokje (een soort watersnip) rent zenuwachtig langs de waterkant, blijkbaar loerde op hem daar in de struiken een hermelijn. Ook een waterhoen maakt dat hij aan deze kant komt, het wordt druk. OP EEN BUS zit een roodborst, zijn kopje schuin naar de lens alsof hij zegt: „Ben ik niet fotogeniek genoeg?" Wanneer enkele meeuwen zich, al of niet verzadigd, op mijn hut neer zetten en de schaduwen van de voor mij liggende oude canapé steeds langer worden, is het hoog tijd om op te stappen. Als ik mijn hut verlaat, vliegen de vogels slechts even op. Op een paal van een hek zit een eenzame kraai, die iedereen nü alvast een goede raad wil geven voor de volgende winter, want hij roept? Spaarrrspaarrrr En wij? Natuurlijk uw afvalbrood behoeft niet via de vuilnisman bij de vogels te komen, laat uw zoontje of dochtertje het in de vensterbank leg gen of gooi het zelf even op de gracht. Ook voor het afval van de sla zijn de koeten u dankbaar. Dank namens mijn gevleugelde vrienden. JOOP WARMENHOVEN Een toevluchtsoord voor hongerende vogels VEERTIG JAAR BOUWHEER KERKEBOUW HET MOOISTE, MAAR MOEILIJKSTE WERK JR. J. A. VAN DER LAANRijnsburgerweg 160 te Leiden, is on derscheiden. Zoals reeds werd bericht, werd hij op een verga dering van de bisschoppelijke situeringscommissie te Haarlem in het zoeklicht van de algemene belangstelling geplaatst, toen mgr. v. Dodewaard meedeelde, dat Z.H. de Paus het adviserend lid van de commissie, ir. Van der Laan, benoemd had tot commandeur in de Orde van St. Gregorius de Grote. „Het is geloof ik wel hoog," zei ons gistermorgen ir. Van der Laan tijdens een gesprek bij hem thuis. „Ik heb me tenminste zoiets laten vertellen; ik had er nog niet zo'n studie van gemaakt." „Om heel eerlijk te zijn, maar dit is dan ook werkelijk éérlijk, houd ik er niet van om in het centrum van de belangstelling te staan. Hoewel het hier op een heel gemoedelijke manier gebeurde. Daar komt nog bij, dat ik deze onderscheiding gekregen heb voor iets, wat ik heel graag doe. Ten eerste vind ik het werk voor de situeringscommissie prettig. Je spreekt met stedebouwkundigen, met bouwpastoors en het is prachtig zo'n project te zien groeien. Ten tweede is mijn werk mijn hobbie. Als ik me wil ontspannen, teken ik', er blijft trouwens weinig tijd over voor andere hobbies. Als je dan bovendien voor zulk een gelukkig samengaan van werk en hobbie nog onderscheiden wordt, sta je toch wel even te kijken." Ir. Van der Laan was twee maan den getrouwd, toen hij opdracht kreeg voor zijn eerste kerk: de kerk van O.L. Vrouw Hemelvaart en St. Jozef aan de Herensingel te Leiden. Hij glimlacht bij de herinnering en zegt dan schertsend: „een jeugdzon de". Natuurlijk is dat slechts waar in de gedachten van een man, die de hoog ste eisen stelt aan zijn werk en nooit tevreden is. „Dat is nu juist het be roerde van ong vak," zegt hij lachend „je moet lijden voor de eigen zon den, want iedere keer als je langs een gebouw van eigen ontwerp komt heb je kritiek." Ir. Van der Laan is een bekend architect. Vele projecten: kerken, stadhuizen, ziekenhuizen etc., staan op zijn naam. De medische faculteit van de Nijmeegse universiteit wordt thans onder leiding van zijn bureau gebouwd, er is daarvoor in Nijmegen een speciaal sub-bureau in het leven geroepen. Hij won de eerste prijs bij een prijsvraag voor een nieuw stad huis in Eindhoven, welk stadhuis nu binnenkort gebouwd ga»t worden: „het gemeentebestuur gaat nu haast maken." Bouwde ook het stadhuis van Apeldoorn, maakte het ontwerp voor het stadhuis te Venlo en zette dat van Voorburg op zijn naam. Ziekenhuizen behoren voorts tot de projecten van zijn bureau: de metamorfose van het Leidse St. Eli- sabethziekenhuis, nog niet zo lang geleden voltooid, is er één van (een van zijn weinige werken in Leiden). Maar de kerkenbouw heeft hem toch altijd het meest gefascineerd: „Het eist geheel je persoonlijkheid." Iedere keer wil je er weer iets bij zonders van maken. Van groot be lang is dan in welk contact je met de bouwpastoor staat. Soms heb ik wel eens het gevoel, dat van een minder goede bouwpastoor een min- der-goede kerk komt. Veertig jaar bureau In januari van dit jaar is in intie me kring het 40-jarig jubileum van het architecten-bureau, waarin ook de compagnons Hermans, Van der Ende en Kirch zijn opgenomen, ge vierd. Er blijven nog wat projecten over die ir. Van der Laan in eigen hand houdt, onder meer dat van Eindho ven, hetgeen hem zeer na aan het hart ligt. Voor deze stad heeft hij na de oor log ook de wederopbouwplannen ge maakt, evenals voor Arnhem. Het is de ervaring met stedebouwkundige problemen, die hem goed van pas komt in de situeringscommissie. Ook hier heeft hij geregeld te maken met stedebouwkundige vraagstukken, waarbij de eisen, die de gemeente stelt, wel eens afwijken van die van een toekomstige parochie. De stede bouwkundigen willen meestal nog graag representatieve plaatsen, maar dit ligt niet meer zo in onze lijn. Verspreiding over een parochie van de scholen bijvoorbeeld kan veel ef ficiënter zijn. /"\VER DE MODERNE experimen- ten in de kerkebouw, is ir. Van der Laan niet zo te spreken. „Ze ex perimenteren maar," zegt hij, „ter wijl er in de kerkebouw niet ge- experimenteer d kan worden. Zij moet profiteren van hetgeen in de experimenten met andere gebouwen gewogen en niet te licht bevonden is. Maar de kerken staan er intussen toch maar, voor vele tientallen ja ren." Tot de kerken die ir. Van der Laan bouwde behoren de Pius X-kerk in Amsterdam, de kerk aan de Stoep- laan te Wassenaar, aan het Bezuiden, hout te Den Haag en onlangs nog werd de nieuwe kerk van Oosterhout voltooid. „Ik heb het geluk gehad", zegt hij, „gedurende geheel mijn loopbaan steeds aan één project voor een kerk te kunnen werken. Gelukkig niet méér, want in kerkebouw daar moet je alles voor geven. Het is het mooist, maar ook het moeilijkst." VERKIEZING PROVINCIALE STATEN Tot 14 maart a.s. is er gelegenheid tot het indienen van een VERZOEK OM BIJ VOLMACHT TE STEM MEN. De daartoe benodigde formu lieren kunt U verkrijgen: op het Stadhuis en bij C. P. W. Schinck, Hogewoerd 16; A. C. Speel, Lelie straat 112; W. v. d. Holst, Janvos- sensteeg 50; C. H. M. Mentink, Mul- derstr. 6; B. C. Klein, Herensingel 8. (Zie elders in dit blad). Iedere kiezer, die vermoedelijk niet in staat zal zijn persoonlijk te stem men, kan een verzoek indienen bij volmacht te mogen stemmen. Hier onder vallen o.m-: personen, die bed legerig zijn of een lichaamsgebrek hebben tengevolge waarvan zij zich niet kunnen verplaatsen; vrouwen, die rond de stemdag (28 maart voor de Statenverkiezingen, 30 mei voor de raadsverkiezingen) zullen beval len; personen die om goede reden op 28 maart of 30 mei buiten de eigen provincie of gemeente vertoeven en geen gebruik kunnen maken van de regeling voor het stemmen in een andere gemeente (schippers, zeelie den, militairen, piloten, studenten, vakantiegangers e.d.). Kalmer aan Ir. Van der Laan is in 1896 in Lei den geboren als zoon van een be kend architect, eveneens befaamd om de kerken, die hij ontwierp. Na studies in Delft associeerde hij zich in 1922 met zijn vader, die toen zes jaar in Leiden gevestigd was. Hoe wel aan het werkzaam deel van zijn leven zeker nog geen eind is geko men, heeft de architect in overleg met zijn vrouw onlangs het besluit genomen het nu wat kalmer aan te gaan doen. Het echtpaar verhuist in de loop van dit jaar naar Oegstgeest, waar het zijn intrede hoopt te nemen in de laatste ouderlijke woning van de familie Van der Laan. „Ik ben een jaar ziek geweest en dan leer je ervaren, dat het ook zonder kan." Op de secretarie van ieder gemeen te kan men gratis een formulier ver krijgen, waarop het verzoek om bij volmacht te mogen stemmen wordt voldaan. Dit formulier moet men ge heel invullen. De gemachtigde moet op dat formulier verklaren, dat hij de machtiging aanneemt. Voor de statenverkiezingen moet het ingevul de formulier uiterlijk .14 maart 1962 gezonden of gebracht zijn naar de secretarie der gemeente waar men staat ingeschreven. Voor de raads verkiezingen is de datum: 16 mei. De gemachtigde ontvangt dan later de oproepingskaart voor de stemming thuis. Wie kan gemachtigde zijn? a. de echtgenoot of ochtgenote; b- een bloedverwant of aanverwant in de eerste tot en met de derde graad; dus ouders, grootouders, overgrootouders, kinderen, klein- broei-s, zusters, kinderen van kinderen, achterkleinkinderen, broers of zusters; c. de echtgenoot van een schoonzus ter of de echtgenote van 'n zwa ger; d. de huisgenoten van de volmacht gever (die dus op hetzelfde adres wonen). Willen deze personen onder a. t.m. d als gemachtigde optreden, dan moe ten zij nog aan de volgende eisen voldoen: 1. opgenomen zijn in hetzelfde kie- zersregister, waarin de opdracht gever staat ingeschreven op 13 fe bruari voor di statenverkiezingen en op 7 april voor de raadsverkie zingen; opdrachtgever en gemach tigde moeten dus in dezelfde ge meente wonen; 2. bevoegd zijn aan dezelide verkie zing deel fe nemen; 3. de rechterzijde van het formulie. hebben ondertekend ten bewijze dat ie volmacht is aanvaard; 4. niet meer dan twee aanwijzingen als gemachtigde hebben aan vaard: 5. stemmen in het stembureau waar de volmachtgever had moeten stemmen (dus een gemachtigde kiezen die niet te ver weg woont). Stemmen in een andere gemeente Dit kan alleen bij de verkiezingen voor de Frov. Staten. De gemeente waar men wil stemmen moet dan in dezelfde provincis liggen als de eigen gemeente. Deze regeling is zeer gun stig voor degenen, die buiten de eigen gemeente werken en alleen tij dens het weekend thuis zijn W:e de toestemming krijgt heeft dan de keus om in de eigen gemeente of in de andere gemeente te stemmen. Wie van deze regeling gebruik kan ma ken krijgt geen verlof om bij vol macht te stemmen in de eigen ge meente. Wat doen om in een andere ge meente te mogen stemmen? Zich uiterlijk 14 maart persoonlijk naar de secretarie van een gemeente begeven. Dit hoeft dus niet de eigen gemeente te zijn. Op die secretarie ontvangt men een verklaring, die op de stemdag gelijk met de oproepings kaart moet worden ingeleverd. In openbare vergaderingen zullen Gedeputeerde Staten in Zuid-Holland morgen behandelen: beroep van J. M. Nouwens te Voorschoten, tegen het besluit van burgemeester en wethou ders dier gemeente d.d. 8 augustus 1961, waarbij afwijzend is beschikt op zijn verzoek om een slijt vergunning voor de fabriekshal A van perceel Veurseweg no. 214, aldaar; beroep van M. J. Lafeber te Oegstgeest, te gen het besluit van burgemeester en wethouders dier gemeente d.d. 4 juli 1961, waarbij afwijzend is beschikt op zijn verzoek om een slijtvergun- ning voor de lokaliteit, gelegen voor het woonhuis Morsweg no. 84, aldaar; verzoek om voorziening ingevolge ar tikel 73, 4e lid der Woningwet van de Hoofdingenieur-Directeur van de Volkshuisvesting en de Bouwnijver heid in de provincie Zuid-Holland, tegen het besluit van burgemeester en wethouders der gemeente Sassen- heivi d.d. 23 oktober 1961, waarbij aan J. Nieuwenhuizen aldaar vergun ning is verleend tot het oprichten van een houten noodwoning op het terrein, kadastraal bekend gemeente Sassenheim, sectie B no. 1385; beroep ingevolge artikel 126, juncto artikel 13 der Lager Onderwijswet 1920 van P. Domburg te Zevenhoven, tegen de besluiten van burgemeester en wet houders dier gemeente d.d. 24 jan. 1961, waarbij afwijzend werd be schikt op zijn verzoek om een tege moetkoming in de kosten van ver voer van twee zijner kinderen naar de protestants-christelijke school voor slechthorenden te Leiden; ver zet van S. de Lange te Leiden, tegen de beschikking van burgemeester en wethouders dier gemeente d.d. 27 ok tober 1961, tot vordering van het per ceel Van Bemmelenstraat no. 5, al daar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 4