RADIO-VERONICA Een uur varen voor de kust ligt... Een week aan boord en maar bandjes draaien. WIM HORNMAN Enthousiaste medewerkers aan het Grote Avontuur ]^[ag ik Uw paspoort alstublieft?" Stomverbaasd staarde ik de douanebeambte aan, die op het kantoor aanwezig was van G. de Ruiter's Kustvaart- en Redeftjbedrijf aan de Tweede Zeesluisdwarsweg in Scheveningen. „Ik ga maar even naar het schip van Radio Veronica," verduidelijkte ik de man voor me. Deze bleef echter onbarmhartig. „Kan wel waar zijn, maar dat schip ligt buiten de territoriale wateren en U verlaat dus het land." De heer De Ruiter knikte. „De stalen motorkotter, de Ger-Anna, die driemaal per week de verbinding met de wal onderhoudt, wordt in- en uitgeklaard alsof we telkens een reis naar Engeland maken. En dat is eigenlijk niets bijzonders, want wij verlaten inderdaad het land, al varen we er dan maar een uurtje over." Tegen dit officiële vlagvertoon konden we niets beginnen en dus lieten we alle papieren zien, perskaarten incluis. Al vlug kregen we toestemming en enkele minuten later stonden we, tezamen met de aflossingsploeg", op de „Ger-Anna", die met ronkende motor al op ons lag te wachten. "pindelijk kon de tocht naar het licht schip, de oude Borcum Rif, die nu omgedoopt is in Veronica dan toch beginnen. Wij hadden er al dagen op gewacht, maar de najaarsstormen had den alle afspraken verbroken. Bij wind kracht acht kan de „Ger Anna" onmo gelijk zodanig langszij komen, dat men over kan stappen en zo zat de ploeg, die afgelost had moeten worden, al drie dagen te lang op de Veronica. Het was wat men noemt een rustige zee i elke Scheveningse visser zou me uitgelachen hebben, als ik hem ge zegd had, dat de golfslag toch nog be hoorlijk was. Rustig en zekef van zich zelf doorkliefde de Ger-Anna" de zee en de stuurman stond "glimlachend aan het roer, want er was vandaag tenmin ste geen regen, om van wind niet eens te spreken. „Het is een goed schip De Veroni ca", zei de stuurman, die kapitein De Ruyter af ging lossen, en zelf een week op het lichtschip zou blijven. „Het is 400 ton groot, 56 meter lang, 7 meter breed en heeft een diepgang van 4.25 m. Ze hebben het indertijd voor 70.000 Mark in Duitsland gekocht, daar de zender erin laten bouwen en toen zijn we ermee naar Katwijk gevaren. Daar voldeed het niet zo goed, zodat we het schip een uur buitengaats van Scheve ningen hebben gebracht, waar het met een paraplui-anker aan een'ketting van 200 meter lengte wordt vastgehouden. Omdat het een oud lichtschip is en dus speciaal gebouwd om stil in de zee te liggen, voldoet het goed, al kan het hier wel eens lelijk spoken." In de eerste tijd van Radio Veronica onderhield een pendelbootje de verbin ding met de wal, daarna ,,De Wiebe" een houten vissersbootje, dat echter werd afgekeurd door de Scheepvaart in spectie en tenslotte kocht men deze boot, die een 160 P.K.-motor heeft, en die zelfs de stormen niet schuwt om de bandjes over te brengen. Textiel en radio "l^arende op de „Ger-Anna" herinner- de ik me mijn bezoek aan radio Veronica in Hilversum. Voor ik daar heen ging, had iemand me gevraagd of Corry Brokken Rita Reys en al die andere sterren, die af en toe voor radio Veronica optreden, het nu niet verve lend vonden om een week lang daar op dat lichtschip te zitten, een uur varen van de kust van Scheveningen. In Hilversum in het kantoor van een der drie directeuren van radio Veronica, de heer H. Verwey werd me al spoedig duidelijk, dat dat deel van het sprookje rondom deze veel beluisterde zender niet bestaat. Want noch Corry Brokken, noch Rita Reys heeft ooit opname op het schip gemaakt. Zij deden dat in de kleine, maar gezellige studio's in Hil versum, die voor een buitenstaander moeilijk te vinden zijn. Wilt U er eens heendan hes-paart U zich veel moeite door eenvoudig hij de firma Verwey, textiel-grossier annex sokkenfa- briek binnen te stappen. Hun ruime zaak, gevestigd aan de Herenstraat, doet in niets vermoeden, dat men hier bijna bij radio-Veronica is. Men vraagt zich wan hopig af wat nylonkousen, gebreid boven goed en sokken met die veelbesproken zender Radio-Veronica hebben te maken. Maar wie in het kantoor van de heer H. Verwey wordt binnengelaten, wordt alles veel duidelijker. „De studio-ruimten zijn hierachter, loopt U maar mee". We komen in een tot radio-studio omge bouwd woonhuis. Elk hoekje, élk gaatje ts gebruikt en de studio's, waar de opnamen worden gemaakt, zijn miniaturen verge leken bij de ingewikkelde grote gebouwen van onze omroepen, waar deftige portiers kantoren zitten. Men ziet er ook geen van zichzelf overtuigde mensen. Men wordt niet be keken met die glimlach van ,,0, daar heb je weer zo'n buitenstaander, nu ja, wat weet hij van onze radio-wereld af." Men wordt niet ontvangen door een gewichtige programma-leider, die af deze groep mensen, die vreemdelingen eenvoudig accepteren, geen vragen stellen, maar ze beantwoorden. Ze ver tellen onmiddellijk wat er allemaal aan de hand is en ze bekennen dat de eerste dag,na het vertrek uit een Amsterdams huis zo moeilijk was. Dat ze hun appa ratuur op lege kousenkisten moesten zetten, om zó hun programma's te ma ken. Daar schamen ze zich ook niet voor, integendeel. Het is een onderdeel van het avontuur, dat Radio Veronica voor elk van hen tot op de dag van van daag nóg is. Ze weten ook, dat ze het moeilijk hebben gehad. Eerst een directeur, die gelukkig maar kort bleef, toen aan tijgingen van alle mogelijke zijden. Maar desondanks zijn ze doorgegaan, zoals eigenlijk alleen de jeugd dat nog maar kan, even vrolijk, schijnbaar even on bezorgd. Nu hebben ze geen last meer* en daarom kunnen ze, terugziende op het verleden, nog wel eens bitter reage ren: „Iedereen schijnt het gewoon te vin den, dat Radio Luxemburg reclame in de ether zendt. Maar als Nederlanders dat gaan doen, dan mag het ineens niet meer." Duizenden brieven T"lie propaganda is eigenlijk al een heel verhaal op zichzelf. Men sluit gewoon contracten af met grote firma's, die dan hun eigen programma betalen. Vooral de verzoek-program- en toe steels op zijn polshorloge kijkt in de hoop dat wij dat ook zullen zien... Neen, hier ontmoet men mensen, jon ge enthousiaste, misschien een tikkel tje overmoedige mensen, die soms gie rend van het lachen een programma in elkaar zetten, omdat ze het toch zo ge zellig vinden dat te doen. Misschien is dat het geheim van de zender-Veronica, die geen sprekers kent, geen politiek, geen dure lieden met dure stemmen, geen wetenschappelijke beschouwingen, geen politieke commentators, maar al leen frisse muziek, met af en toe een Dobbelmannetjeof een Philips-shave er tussen, zodat mén tenminste weet wat er op de markt te koop is. Er gaat iets enerverends, iets lucht hartigs, iets temperamentvols uit van ma's hebben veel belangstelling, hoofd zakelijk van de jeugd. In de carthoteek, waar duizenden platen zorgvuldig zijn gerangschikt, worden ook de brieven behandeld. Men krijgt er ongeveer 40000 per week en soms wordt er onbedaar lijk om.gelachen. Zie hier enkele voorbeelden, ongecor rigeerd, wel te verstaan! „Hilversum, niks dan pratten, kletzen en klasziek." of: „Draait U voor ons s.v.p. het „Avé Maria" uitgevoerd door het Nonnen koor van Casanova." of: „Wij zijn één jaar getrouwd. Zoudt u voor ons de plaat willen spelen „Och was ik maar bij moeder thuis gebleven." „Mijn vader zit in de petoet. Nu had ik graag, dat U voor hem speelde „De ballade van een gevangene." of: „Pappie drinkt zoveel, daarom graag „Ach Vaderlief, toe drink niet meer." of: „Zuilen Zat Zijnde verzoek ik U voor mijn vrouw „Zeeman van Lolita" te draaien", of: „Ik ben vijftien jaar. Ik vind Uw programma's reuze leuk, maar zoudt U er alsjeblieft de reklame uit willen laten." Die „Postbus 128 van Radio Vero nica" in Hilversum is eigenlijk één grote langspeelplaat van het dagelijkse, leven, van zoveel facetten daarvan die rustig op papier worden gezet. Maar op het schip van Radio Veroni ca komen nooit brieven aan. Daar wach ten de kapitein, de stuurman, de kok, de matrozen, de technici en de bandjes- draaiers op aflossing. En ze zijn blij als ze eindelijk de kleine „Ger-Anna" in de verte zien komen. Want een week aan boord van de Veronica is lang en het bandjesdraaien geestdodend, maar noodzakelijk. Ze weten dat er met dit 45 Bruto Register Ton-scheepje weer voor 300 levensmiddelen aan boord komt, drie ton drinkwater en weer nieu we bandjes voor de week, die komen gaat. Dichter en dichter naderen we nu, zodat we eindelijk de gezichten op Vero nica kunnen onderscheiden. Jonge men sen weer, die al met koffers en tassen gereed staan om straks over te stap pen op de „Ger Anna", op weg naar de wal, waar ze tenminste weer vaste voet onder de schoenen hebben. Het welkom is rustig. Er wordt wat heen en weer geroepen, het scheepje wordt vastgelegd aan zijn grotere zus en eerst worden de levensmiddelen en de banden van het ene schip op het andere overgebracht waarna de slangen gereed liggen voor het overpompen van het drinkwater. Voor de passagiers is het dan wach ten tot de deining de kleine „Ger-Anna" ongeveerterhoogte brengt van de Vero nica, zodat ze rustig van het ene schip op het andere kunnen overstappen. Kapitein De Ruyter ontvangt ons vriendelijk. Zijn tijd zit erop, hij gaat straks aan land. „Kijkt u maar eens rond, veel is tr niet te zien, maar och voor een buiten staander..." Stemming opperbest "tTet schip is groter dan ik verwacht had. In 't achterschip is een matro zen-verblijf voor vier man, verder een hut voor drie personen voor de band jesdraaiers, midscheeps en daarnaast de hut voor de machinist. Beneden slapen kapitein en technicus in één hut en daar zijn ook de draaitafels met in een andere hut de grote zender, die op zovele plaatsen in Nederland door dringt en daar een goede, oude bekende is geworden. Het eten is er goed, want dat is voor een verblijf van een week noodzakelijk. Er is een nieuwe mess- room in aanbouw, maar voorlopig kun nen de mensen in de oude mess-room naar de radio luisteren of naar de tele visie kijken, want die heeft men ook aan boord. De stemming is opperbest, al slingert het schip nogal wat, want toen wij er waren lag de Veronica dwars op de gol ven. „Och, daar raak je wel aan gewoon. De eerste week heb je soms wel last van zeeziekte, maar ook daar groei je overheen," zegt een van de bandjes draaiers. De technicus doet het werk graag. Het is weer wat andes dan ge woon, een soort avontuur, dat niet elk mens meemaakt." De geest op het schip is bijzonder goed. 's Avonds wordt er veel gekaart of naar de televisie gekeken en de dag is zo voorbij, want er valt h.el wat te doen op zo'n drijvend huis. En ook hier vindt men weer dat aanstekelijk enthou siasme, dat zich het beste demonstreert als de banden met de muziek aan boord moeten worden gebracht, wanneer het slecht weer is. Dat doet men dan met Boven: proviand voor een week wordt aan boord gebracht. Onder: de tape-recorder met de bandjes, draaien, altijd maar draaien. vismanden, waarin de banden zijn ge legd. Ze worden met kabels aan boord gebracht, een moeilijke sport overigens want met zwaar weer kun je praktisch niet langszij komen. Maar het is nog nooit mislukt en daarom kan radio Veronica altijd op tijd zijn muziek bren gen, muziek, die dus op oen tape-recor der in de studio's in Hilversum wordt opgenomen en dan per schip naar Vero nica wordt gebracht. Als we tenslotte terugvaren zegt een der bemanningsleden: „Ik werk hier graag als matroos. Je bent maar één werk van huis en anders, duurt het maanden. Geef mij Veronica maar." In het kantoor van de rederij staat de douane weer op ons te wachten. „Iets aan te geven, mijnheer?" Ik knik. „Ja, een artikel over radio-Veronica, maar ik moet het nog maken." Ja, wat zeg je dan als dóuane-be ambte? U mag driemaal raden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 11