In de Krantentuin
Het knutselhoekje
DE WILDE WELDOENER i *9
GEZELSCHAPSSPELEN VOOR DE
KERSTTIJD
ZATERDAG 9 DECEMBER 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Voor ik jullie ditmaal een klein
haal over 'n voetbal vertel, moet ik nog
even terugkomen op de drakengeschie-
denis van de laatste weken.
Het land, waar het verhaal zich heeft
afgespeeld volgens de legende, was nog
bijna geheel heidens. Er woonden nog
slechts heel weinig christenen. Ook de
koning en de prinses geloofden nog aan
afgoden. Maar toen 's konings dochter
op zo'n wonderbare wijze door een
christenridder gered was, die uit het ge
loof in zijn God de moed en de kracht
putte om het tegen de draak op te
nemen, toen zijn koning en prinses en
heel 't volk tot 't christendom overge
gaan.
De koning had ook beloofd dat hij de
redder van zijn kind de helft van zijn
rijk zou schenken en bovendien de prin
ses tot gemalin. Maar St. Joris, ook wel
Sint Jeroen, had zijn hart al reeds weg
geschonken nl. aan God. Hij wijdde
zich aan de bekering der heidenen. Vele
kerken in binnen- en buitenland hebben
hem later tot hun patroon gekozen, o.a.
Noordwijk-Binnen.
Tot slot wil ik nog een paar coupletjes
opschrijven uit het „Drakenlied" (ik ken
ze niet alle meer).
't Is gebeurd vóór onze tijden
dat Sint Joris kwam gerijden
door ene stad in 'n heidens land,
waar hij zeer weinige christenen vand.
In die stad hoort hij verkonden,
dat er velen zijn verslonden
door enen draak zo menig keer
wat is die draak toch 'n giftig deer.
Iedereen die kwam er klagen
bij den koning alle dagen
zowel c^ie groten als die kleen
zowel die rijken als gemeen.
Toen sprak de koning tot z'n groten
(ministens)
hierom zullen wij gaan loten.
Wie het lot valt zal zonder tegenspraak
zich laten eten al van den draak.
5, 6 en 7?
De koning sprak tot zijn vazallen
het lot is thans gevallen
op mijn dochter, mijn enigst kind,
door haren vader zo teer bemind.
Enz.
reau; 't moet maar eens uit zijn met dat
gevoetbal en 't ruiten intrappen met dat
ding.
Jaap klautert tegen de goot op en
trekt zich aan de rand op. Opeens krijgt
hij een lumineus idee. De diender kan
de bal van beneden niet zien door de
hoge dakrand. Er liggen tal van ge-
improviseerde balletjes in de goot: din
gen van oude lappen of papier met elas
tiekjes erom, Jaap pakt er eentje en
roept: „Hier is hij mijnheerMet een
sierlijke zwaai mikt hij 't ding naar 't
hoofd van de wetsdienaar, zodat deze
op zij moet springen. Woedend kijkt hii
naar boven, raapt het „gevalletje" op,
steekt het in z'n zak en zonder 'n woord
te zeggen stapt hij op z'n fiets. Als hij
uit het oog verdwenen is, komt Jaap
onder 't bulderend gelach van zijn maats
met z'n mooie bal naar beneden en
CORRESPONDENTIE
Annemieke Stolwijk. Leiden. Heb je
al dikwijls naar je verhaaltje uitgeke
ken? Je begreep zeker wel dat de Sint
Nicolaasverhaaltjes voorgingen?
MIJN VERJAARDAG
's Avonds kon ik maar niet In slaap
komen, want ik zou morgen jarig zijn
Ik had een fiets gevraagd en 2 boeken:
Marie streepje Anneke, en Heidi en Pe
ter. Eindelijk viel ik in slaap en 's mor
gens werd ik vroeg wakker. Ik ging
direkt naar beneden. Vader en moeder
waren ook al op. „Wel gefeliciteerd met
je verjaardag", zeiden ze. Ik ging weer
naar boven om me aan te kleden. Daar
na gingen we met drieën naar de kerk.
Na de H. Mis gingen we vlug naar huis.
Toen ik de huiskamer binnenkwam zag
ik tot rp'n grote verbazing dat er op mijn
stoel 2 pakken lagen. Uit 't eerste pak
haalde ik een boek en een schrift en uit
't tweede een boek en een balpen. Toen
nam vader me mee naar de voorkamer,
waar een nieuwe fiets stond met versnel
lingen en handremmen. Ik vloog vader
en moeder om de hals en kuste ze op
bei^e wangen. Wat was ik blij! Op
school mocht ik trakteren en om 4 uur
kwamen er 5 vriendinnetjes spelen- Daar
kreeg ik een ringetje, een armband, een
ketting, een boek en een balpen van. Ze
gingen pas om acht uur weg en om half
negen kwamen de ooms en tantes. Die
brachten ook nog mooie dingen mee.
Om half 11 ging ik naar bed. Het was
een fijne dag geweest, een dag om nooit
te vergeten.
was toen in de stad. En eindelijk was
het dan zover. Met vader, moeder, mijn
broer en zusjes wandelden we naar het
circus. We waren nogal vroeg en dus
konden we al die mensen binnen zien
stromen. Dat was een leuk gezicht. Het
was half drie toen begon het circus.
Het allereerst kwamen er 6 leeuwen
in de piste. De grootste moest over een
smalle plank lopen. Daarna kwamen er
snoezige kleine beertjes. Ook nog een
stel apen. De ene ging in een bedje lig
gen, en vertoonde daarpa allerlei kunst
jes aan de rekstok en de schomme1
Maar daarna kwam het allerleukste: de
clowns. Ze hadden prachtige pakken
aan, die mooi glinsterden en de ene was
helemaal wit en had een vuurrode mond.
De flauwste grapjes hadden ze zoals:
Waarom stak het kuikentje de straat
over? Om aan de overkant te komen.
Tenslotte waren er nog vuurvreters,
jongleurs en koorddansers, die zomaar
boven in het circus met een fietsje op
een koord reden.
Het was reuze jammer toen het afge
lopen was, dat vonden we natuurlijk al
lemaal. Maar aan alles komt een einde,
dus ook aan het circus. Buiten trakteer
de vader ons nog op een heerlijk ijsje
en daarna gingen we allemaal blij naar
huis. Thuisgekomen ging moeder voor
het eten zorgen en deden wij nog een
spelletje.
Na het eten bedankten we vader en
moeder nog eens voor de heerlijke dag,
die we gehad hadden en daarna gingen
we lekker slapen!
Corrie Groen, Hazerswoude. Leuk dat
je ons nog een briefje schreef. Zou je
ook eens een verhaaltje proberen? Mis
schien heb je met Sint Nicolaas wel
een plakboek gehad, om de briefjes en
verhaaltjes in te plakken. Dag Corrie,
tot schrijfs!
Martha v. d. Klugt, R.A.veen. Lees jij
bet briefje hierbvoen maar eens en
dan.... ik ben benieuwd.
Jos Hydra, Langeraar. Heb je dit ver
haaltje pas gelezen? Of is het in school
verteld? Dan mag je het gerust naver
tellen, maar denk er om Josje, geen
verhaaltjes overschrijven. Daar is geen
kunst aan hè!
Eigenlijk had ik je verhaaltje moeten
bewaren tot Dierendag, 4 oktober, maar
dat duurt nog zó lang.
DE WOLF VAN GUBBIO
Op zekere dag kwam Franciscus in het
stadje Gubbio. De mensen leefden daar
in grote angst voor een vreselijke wolf.
Hij roofde niet alleen het vee, maar viel
ook mensen aan. St. Franciscus had me
delijden met de bewoners en wilde hen.
helpen.
Geheel alleen ging hij naar het bos
waar de wolf verbleef. Zodra het dier
de heilige zag, rende hij naar hem toe
en dreigde hem aan te vallen. Maar St.
Franciscus maakte een kruis over de
wolf en onmiddellijk sloot het dier zijn
bek en kwam als een lam naar de hei
lige toe. Toen Franciscus zijn hand uit
strekte, legde de wolf zijn poot daarin.
„Broeder wolf", zei Franciscus, „gij
hebt veel kwaad gedaan door het vee
te stelen en de mensen aan te vallen.
Maar kom mee naar de stad en ik zal
het volk vragen voor je te zorgen."
Als een trouwe hond liep de wolf met
St. Franciscus mee. Vol verbazing ston
den de mensen langs de straat en ze
volgden de heilige tot op de markt.
„Mijn broeder", sprak Franciscus te
gen de menigte, „de wolf zal voortaan
niemand meer kwaad doen, maar dan
moeten jullie beloven trouw te zorgen
voor zijn voedsel." Terwijl de mensen
riepen, dat ze trouw voor de wolf zou
den zorgen, legde het dier zich naast
Franciscus neer en boog zijn kop.
Nog twee jaar liefde de wolf te Gub
bio en kwam dagelijks bij de mensen om
eten. Franciscus hield veel van de die
ren en daarom viert men op zijn feest,
4 oktober, werelddierendag.
Maria den Eisen, Leiderdorp. Jij krijgt
van mij een pluim voor het mooie schrij
ven. De juffrouw op school is zeker ook
wel tevreden over je?
Ella Olierook, Hazerswoude. Ook reu
ze je best gedaan meiske.
Willemien v. Vliet, Hazerswoude. Dat
is mooi versierd met tekeningen. Ben je
een vriendinnetje van Ella?
Riet v. d. Werf, Hazerswoude. Kijk
eens aan, drie jongedames uit Hazers
woude achter elkaar. Ook goed je best
gedaan' Riet.
Cora Klink, R.A.veen. Zo Cora, doe jij
vandaag voor het eerst mee. Je vraagt
of je ook eens een verhaaltje mag ma
ken. Nou dat vind ik erg fijn. Als 't
goed is komt 't in de krant. Probeer eens
een kerstverhaaltje, maar dan vlug in
sturen, dan krijgt het gauw een beurt.
Martha v. d. Klugt, R.A.veen. Heb je
het verhaaltje nog uitgeknipt en in je
plakboek geplakt?
Lia v. d. Akker, Leiden. De volgende
keer moet je eens een goed velletje pa
pier opzoeken. Toch was het niet slordig
Lia.
Tineke Ouwerkerk. Leiden. Je ver
haaltje over het 3 oktoberfeest kwam
wel wat laat. We gaan nu alweer aan
Kerstmis denken. Weet je daar iets over
te vertellen?
Mien Koot, Warmond. We kunnen wel
zien, dat je in het bloemenlanó woont
Zo'n blad vol getekende bloemen! Mooi
zo Mien!
Plonie den Han, De Kwakel; Ben de
Frankrijker, Hazerswoude; A ad v. d.
Kamp, KatwUk; en P. v. Leeuwen, Zoe-
terwoude, stuurden ook nog goede op
lossingen.
Johan Thelen, Leiden.
EEN VERHUIZING
Woensdag verhuisden onze buren, nou
en dat was fijn. Ik mocht meehelpen
alles uit de kamer dragen en toen alles
er uit was, mocht ik mee naar Rijswijk.
Daar mocht ik weer helpen uitladen en
toen dat gedaan was mocht ik met de
buurjongen, die even oud is als ik, naar
een boerderij waar nog een mooi speel
terrein bij was. Er groeiden daar ook
nog late pruimen en peren en die moch
ten we gerust plukken. Ze hadden daar
ook een jong hondje, dat was toch zo'n
leuk diertje van een half jaar. Als ik
op de grond ging zitten, dan stond hij
op me en beet in mijn oren en neus,
voor de grap natuurlijk. De moeder van
dat hondje heette Trix en was ook erg
speels.
Aan een middag komt gauw een einde
en een grote jongen bracht me op een
brommer naar huis. Ik was wel wat laat,
maar ja ik had ƒ2,verdiend. Ik ga
er zaterdagmiddag weer naar toe, maar
dan op de fiets.
Simon Duindam, Leiden:
KAMPEREN
Jan en Piet, twee broertjes, hadden
met St. Nicolaas een tent gekregen. Wat
waren ze blij.
„Wanneer mogen we gaan kamperen?"
vroegen ze aan moeder.
„In de zomervakantie, 't is nu veel te
koud."
Eindelijk was het zomervakantie. Wat
hadden Jan en Piet er naar verlangd.
Eindelijk konden ze gaan. Ze zouden
naar een open plek in het bos gaan. Ze
gingen met de fiets en vader ging mee.
Met de fiets waren ze er extra vlug.
Vader hielp mee de tent in elkaar zet
ten. De andere dag was het zondag en
dan zouden ze salamanders gaan van
gen. Ze gingen eerst naar de H. Mis. Ze
vingen wel vijf grote salamanders. Na
2 weken gingen ze weer naar huis. Wat
hadden ze genoten.
Dag kinders, volgende week weer
weer verder.
TANE JO EN OOM TOON
NOTEN WERPEN
(walnoten, hazelnoten, apenootjes
Je neemt 3 schaaltjes van verschillen
de grootte en niet te ondiep. Dan een
behoorlijk aantal noten (nootjes). Zet
de schalen tegen de muur: de grootste
links, de kleinste in het midden en de
andere rechts.
De spelers gaan beurt om beurt op
dezelfde afstand van de schaaltjes staan.
Ieder mag 7 keer werpen. Voor elke noot
die in de grote schaal terecht komt, ver
werf je 1 punt - in de middelste 5 punt
en in de rechtse 3 punt. Een der deel
nemers noteert de punten en telt ze op.
Wie het grootste aantal punten behaalt
krijgt b.v. 10 noten (of minder, als er
niet al te veel zijn!). Herhaling zolang
er belangstellinig en noten zijn.
Landlucht (hemel) zee
OPLOSSING NOG EVENTJES EN
DAN....
1. Muts linksonder is van binnen
zwart, 2. rookpluim is zwart, 3. glij-
spoor boven rechts, 4. streep om rech
ter arm van man in pullover, 5.
kwast aan muts van meisje linkson
der, fi. top van vierde boom van links,
7. touwtje aan slee rechtstonder is
korter, 8. sneeuwvlok links boven.
VAN EEN VOETBAL
Op het dorpsplein waren jongens, on
danks de warme zomernamiddag, aan
het voetballen. Verboden! De veldwach
ter had blijkbaar 't daarbij horende
geroep en geschreeuw gehoord. Rustig
en statig kwam hij op z'n karretje aan
rijden om de overtreders van de dorps-
verordeningen zo mogelijk in de kraag
te grijpen. Maar hij was door de waak
zame ogen van de overtreders in de
verte reeds gesignaleerd en toen hij 't
pleintje naderde was er geen sterveling
meer te bekennen. Maar de dienaar der
wet kende zijn pappenheimers en' reed
rustig door, alsof hij nergens erg in had
gehad.
Een paar minuten later vliegt opeens
een prachtige rode bal met gele sterre
tjes de straat op. Uit poortjes, van achter
heggen en bomen schiet meteen de hele
club weer de straat en 't plein op. In 'n
ogenblik verbeelden 4 jasjes weer de
goalpalen en 't spel begint weer. On
danks de warmte wordt er fel gestre
den. Rusteloos vliegt het rode monster
heen en weer, van Jan naar Piet, van
Kees naar Dré, de goalgetter. Om beur
ten moeten de wachters tussen de „pa
len" in actie komen, maar plots krijgt
Bert, de keeper met vuurrood haar, 'n
onverwachte kanjer van Dré te verwer
ken, die hem te machtig is en 'n gewel
dig gejuich van de tegenpartij door
snijdt de lucht, ondanks de afspraak om
niet hard te schreeuwen.
Toén Ton, de man. waarop de hoop
der tegenpartij gebouwd was, 'n hoge
bal kreeg toegespeeld, gaf hij hem zo'n
geweldige lel, dat hij niet bij of in de
goal aan de overzijde belandde, maar op
't schuine dak van 'n huis. Het rode ding
rolde naar beneden, huppelde nog wat
in de goot en bleef daar rustig liggen.
Jaap, de eigenaar van de bal, maakt zich
reeds klaar om tegen de afvoergoot op
klimmen. Maar daar klinkt opeens de
barse stem van de veldwachter: „Ha, ik
dacht 't wel, toch weer aan het voet
ballen! Ik zal jullie leren. Waar is de
bal?" „In de goot, mijnheer." „En van
wie is hij?" Jaap stapt naar voren, een
beetje bleek. „Van mij, mijnheer." „Zo,
dan klim jij naar boven en haal hem.
Tot straf neem ik hem mee naar 't bu-
Helpt
't muisje
(spel voor
kleintjes)
EEN KWARTJE VOOR BARTJE
„Ma", vroeg Bartje, „krijg ik een
kwartje voor die arme man, die daar
ginder op de hoek staat?"
„Ja", zei moeder.
Maar opeens ging er b(j moeder een
lichtje aan, in haar hoofd.
„Heeft die man een bel bij zich en een
wagentje waar „ijs'* op staat?"
„Ja", zei Bartje, „maar hoe weet u
dat?"
„En roept die man „IJsco?" ging moe
der verder.
„Ja", knikte Bartje.
„Maar mag jtf dan zeggen, dat het
voor een arme man is?"
Bartje begon te huilen, maar toch
kreeg hij «en ijseo.
Jople Zaal, Leiden, komt met:
OUDE WILLEM
Het dorp is maar klein. Het heeft één
brede straat en daar komen drie smalle
straatjes op uit Er staan niet veel hui
zen, dus er wonen niet veel mensen,
dat spreekt van zelf. In die smalle straat
jes staan kleine huisjes en in één van
die kleine huisjes koonde oude Willem.
Hij is al 68 jaar. Oud hè? Hij woont daar
helemaal alleen, hij kookt zelf zijn potje
en maakt zelf zijn bed op. Af en toe
komt er een buurvrouw om zijn kleren
te wassen en na te kijken, maar de rest
doet hij allemaal zelï. Ook betaalt hij
zelf zijn huur en haalt de boodschap
pen. Wat zou Willem geweest zijn? Scha
renslijper? Koopman? Schoenmaker?
Timmerman? Nee, niets van dat alles.
Oude Willem is muzikant. In het schuur
tje achter zijn huisje staat een draai
orgel. Dat heeft hij tien jaar geleden
voor heel weinig geld gekocht, want het
ging al slijten. Nu loopt hij er mee langs
de huizen. Hij draait aan de slinger en
dan hoor Je: Ping, ping, pingeling, tra
lala! Zo verdient oude Willem zijn
brood.
Vera Schoots, Leiden:
NAAR HET CIRCUS Wie dit beproeven wil, gaat op zijn
rug liggen. Dan legt iemand een leeg lu-
Moeder had ons beloofd een keer naar ciferdoosje op zijn voorhoofd. En nu op-
het circus „Toni Boltini" te gaan. Dat staan zonder het doosje aan te raken en
2 543-6 24
sultaat van die beurt 0. Wie het eerst in
dat spel met zijn worpen de honderd be
reikt, is winnaar. Daarna wordt er op
nieuw begonnen. Je kunt daarbij een
potje maken, waarbij de winnaar 1 cent
of 1 noot of een knikker of een snoepje
uit het potje mag halen.
De deelnemers gaan in een kring op
de grond (of vloer) zitten net als bij het
spel: „Mijn schip is geladen met
(raden)". Als een speler de bal in de
schoot van één der zittenden werpt en
daarbij b.v. „zee" zegt, moet de ander
binnen de 20 seconden (tellen) een dier
noemen, dat in zee leeft.
Is het antwoord verkeerd, dan moet
de persoon een pand geven. Hij werpt
vervolgens zelf de bal bü een ander in
de schoot, terwijl hij één der drie
„wachtwoorden" noemt en die moet dan
weer binnen de 20 sec. zijn antwoord
geven. Daarbij mag gerust twee of meer-
malen achter elkaar het zelfde wacht
woord geroepen worden, maar niet te
vaak, andera raakt 't leuke er een beetje
af.
Zijn er genoeg panden, dan moeten
deze ingelost worden. Ik noem maar en
kele dingen, die je kunnen opgedragen
worden om je gegeven pand terug te
krijgen. Die geeft natuurlijk de pand
houder (s) op. B.v. drie droge biskwies
kauwen; 'n leuk geschiedenisje vertel
len; 'n l'euke toespraak op de gastheer
houden; om de tafel huppen met een
appel tussen de knieën; 'n karikatuur
(spottekeningetje) van zichzelf maken;
het alfabet van achter naar voren op
zeggen; met de mond 'n appel uit een
schotel water opvissen, enz.
NOG EVENTJES EN DAN GAAN
WE WEER
Over een tijdje kunnen jullie even
vrolijk sleetje rijden als de kinde
ren op de twee plaatjes. Zolang jullie
zelf nog geen pret met de slee kun
nen maken kunnen jullie alvast de 8
veranderinge opzoeken die de plaat
jes verschillend van elkaar maken.
Als je er niet uit kunt komen zoek
dan maar de oplossing ergens anders
in deze krant, maar doe eerst flink je
best.
Het muisje wil graag aan de Kerst
pen zich door het labyrint (doolhof) een
weg te banen. Volgt het de goede weg,
dan belandt het bij de kaas, maar slaat
't de verkeerde in, dan wacht hem de
rpuizeval!
EEN KUN8TSTUK!
te verliezen. Vast niet makkelijk, maar
't kan, al zal 't niet direct de eerste keer
lukken.
EEN SPEL MET DOBBELSTENEN
Je hebt niets nodig dan 1 dobbelsteen
en een beker. Iedere speler, die aan de
beurt is, mag 4 worpen doen: een be-
ginworp, een plusworp (bijtellen dus),
een min worp (aftrekken) en een maal-
worp (vermenigvuldigen).
Voorbeeld: le worp 2, 2e worp 5, 3e
worp 6. Hoeveel punten heb je dan (2
plus 5 min 3) maal 6 is 4 maal 6 is 24..
Mochten de plusworpen samen min
der zijn dan de minworp, dan is het re-
JACKENDEBONESTAAK
Toen de reus naar huis kwam at hij
eerst zoveel hij maar kon en zei toen
tegen zijn vrouw, dat ze de goud- en
zilverzakken moest gaan halen. Dat deed
de vrouw ook en toen Jack door een
scheur in het plafond keek, zag hij de
reus zijn rijkdommen tellen.
Nauwelijks waren de reus en z'n
vrouw in een diepe slaap gedompeld, of
Jack sloop naar beneden om de schat
ten te halen. Maar plotseling begon het
hondje van de reus te keffen. Jack. die
het dier nog niet opgemerkt had, ver
stijfde van schrik, maar noch reus nocb
vrouw werden wakker. Tot zijn geluk
ging ook het hondje weer rustig liggen
en Jack spoedde zich met de zakken
naar buiten.
Jack's moeder verheugde zich over het
veie goud en zilver, maar 't meest ver
blijdde haar toch de terugkeer van haar
zoon, die zo lang was weggebleven, dat
ze hem verloren waande. Na enige tijd
echter bemerkte zij tot haar verdriet,
dat de opgewektheid van haar zoon ver
dween. Ze kon er maar niet achter ko
men, wat er de oorzaak van was. Jack
zelf waagde het niet 't haar te vertel
len, uit vrees voor wat er gebeuren zou,
als z'n moeder van die reus horen zou.
Op 'n morgen was Jack vedwenen. In
alle vroegte was hij reeds tegen de lad
der opgeklommen om de reus andermaal
te gaan verschalken.
(Wordt vervolgd)