Het knutselhoekje
DE WILDE WELDOENER
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
DE DRAAK STEKEN
Om de 7 jaren heeft deze gebeurtenis
in mijn geboortedorp plaats, steeds op de
2e dag van de kermis, een maandag. Ze
vangt aan om ongeveer 3 uur in de na
middag. Maar reeds om 'n uur of 12 be
gint de stroom van belangstellenden, die
dit interessante volksfeest willen zien
en tegen de tijd, dat het spel zal aan
vangen, richt de dichte stroom van de
volksmenige zich naar de boorden van
de Maas. Het rijtuig met prinses en hof
dames is dan reeds vooruitgegaan. Om
half drie stellen harmonie en schutterij
zich op de markt op en trekken daarna
onder tromgeroffel en muziek Maas-
waarts, waarbij de ruiterij van het dorp
de flanken en de doortocht vrij houdt.
Wanneer dan de grote stroom op de hoge
wal langs de rivier tot stilstand is ge
komen, staat daar de ongelukkige prin
ses eenzaam op de graszoom langs de
oever. Handenwringend en snikkend
wacht ze daar het gruwelijke monster,
dat zich nog onzichtbaar verborgen
houdt achter het wilgenhout en de riet-
zoom, af. De hofdames staan op enige
afstand meewarig naar hun geliefde
meesteresse te kijken.
Dan opeens komt er over de landweg
langs de Maas een ruiter aangereden,
een voorname godvrezende ridder. Als
hij de geweldige volksmenigte ziet, in
formeert hij, wat er toch wel aan de
hand is. Dan baant hij zich met zijn vu
rig ros een doortocht en rijdt recht op
de prinses toe. Hij brengt haar een rid
derlijke groet en vraagt naar de oorzaak
van haar droefheid en zichtbare angst.
Als zij aan de schone, vreemde ridder
met bevende stem verteld heeft, waarom
zij hier zo eenzaam wacht, stelt hij haar
gerust met de woorden: „Vrees niet lan
ger, edele prinses, met Gods hulp en
die van Zijn lieve Moeder, zal ik het
monster verslaan en u ongedeerd aan
uw vader teruggeven".
„Oh, edele ridder, ik dank u voor uw
edelmoedig aanbod, maar ge weet niet,
hoe machtig en vervaarlijk deze draak
is. Nog nooit heeft iemand de moed ge
had het monster te weerstaan. Gaat u
liever heen en stelt u in veiligheid,
voordat we wellicht beiden door bet
ondier verslonden worden. Ik ben door
het lot aangewezen en zal me. gewillig
ten offer geven voor mijn volk".
„Hoogheid, ik zou geen waardig rid
der zijn als ik niet zou trachten u te be
schermen en ik herhaal u, dat ik daarbij
ten volle vertrouw op de hulp van Bo
ven".
Nauwelijks had de ridder deze woor
den gesproken of een vreselijk gebrul
steeg vanuit het riet en het houtgewas
op. Een ogenblik later komt het mon
ster brullend en vuurspuwend te voor
schijn en wil terstond tot de aanval
overgaan.
(wordt vervolgd)
CORRESPONDENTIE
Kees Schouten, Leiden. Goed zo Kees.
Je verhaaltje is één van de besten en
daarom komt het vandaag al in de krant.
EEN KIND GERED
Het was zondag. Mijn broer en ik wa
ren aan het kanoën. We waren 's mor
gens vroeg al weggegaan en hadden
brood meegenomen.
Het was druk op de Vliet. We waren
al een heel eind op streek, toen we plot
seling, dicht bij ons, een hevige plons
hoorden. Een paar vissers zaten langs de
kant te vissen. Die hadden het ook ge
hoord. We keken alle vier gelijk om.
Daar zagen we een kinderwagen in het
water liggen en de wagen lag onderste
boven, dat was juist zo moeilijk. Ik was
in mijn zwembroek. De eerste ogenblik
ken wist ik niet wat ik doen moest, maar
toen wist ik het wel: ik sprong in het
water en zwom er naar toe. Ik pro
beerde de kinderwagen om te keren, dat
lukte me niet alleen. Intussen was mijn
broer ook in het water gesprongen en
samen lukte het wel. Het kindje lag nog
in de wagen en het huilde. De moeder
stond ook aan de kant te huilen. We
duwden de wagen naar de kant en de
twee vissers trokken mee. Toen de wa
gen op de kant stond pakte de moeder
gelijk het kindje uit de wagen. De vis-
vers, die een auto bij zich hadden,
brachten de moeder en het kind naar
hus en wij gingen ook naar huis.
Nog diezelfde avond- kwam de vader
van het kind voor ons ieder een tientje
brengen. Daarvoor konden we onze kano
een goede beurt geven. We hadden juist
kerstvakantie en we verfden de boot
netjes op. Van binnen maakten we hem
keurig schoon en maakten er 'n nieuwe
vlonder in, die we zwart verfden. Later
gingen we met de kano naar de Leidse
Hout en zochten daar allerlei spulletje
voor een kerststukje, 's Avonds zijn we
fijn het kerststukje gaan maken en daar
na sliepen we heerlijk, want het zou nu
gauw Kerstmis zijn.
Lia Waayer, Leiden, Jouw verhaaltje
was ook heel goed.
KABOUTER KRULBAARD
Er was eens een kabouter die Krul-
baard heette. Hij was een echte dieren
vriend.
Op een dag toen Krulbaard op zfjn
stoeltje voor een boom zijn pijp zat te
roken kwam er een konijntje aangehup
peld en 't bleef voor Krulbaard staan.
„Och Krulbaard, mijn zoontje is ziek,
wil je even meekomen. Je hebt al zo
veel dieren beter gemaakt, wil je mijn
zoontje ook beter maken?"
„Ja hoor. Ik kom al", zei Krulbaard en
hij ging op de rug van langoor zitten.
Hij hield zich stevig vast aan de lange
oren.
Zo, daar waren ze er al. Tegen een
dikke eik zat moeder konijn al te wach
ten. De familie konijn woonde in de eik.
Ze gingen naar binnen en daar lag het
zieke konijnekind. O, wat zag hij bleek
om zijn neusje. Krulbaard stapte op hem
toe, pakte zijn dokterstas, die hij In de
haast had meegenomen, en onderzocht
Springer, zo heette het zoontje.
„Ik weet al wat hij heeft", zei Krul
baard, terwijl hij zijn tas inpakte. Kijk,
hier is een drankje, iedere dag drie maal
een theelepel, en hier is een doosje pil
len, elke avonod een pil. Nu zal hij wel
gauw beter worden.
Moeder konijn bedankte de kabouter en
deed precies wat hij gezegd had. Vader
konijn bracht Krulbaard weer op zijn
rug naar huis.
Springertje knapte weer gauw op en
Krulbaard was blij, dat hij weer één
van de dieren geholpen had.
Kees Pouw, Leiden maakte voor ons
een Sinterklaas verhaaltje. Dat kwam
juist van pas.
SINTERKLAASFEEST
Het was 5 december, het sneeuwde en
het hagelde maar binnen was het lekker
warm in het huis van de familie Klaas-
sen. Niemand dacht aan de koude, het
was immers Sinterklaasavond en dat
vonden ze fijn. Er waren bij de familie
Klaassen 5 kinderen. Nico was de oud
ste, dan volgden Lia, Bert, Trix en Lies-
je de jongste. Ze waren dapper aan het
zingen.
Opeens: boem! boem! Wat was dat?
Het kleintje rende naar moeder. Daar
werd een groot pak binnen gezet. Ze
gingen gauw aan het uitpakken.
..O!" riep Nico „Wat een mooie school
tas".
„Wat een mooie pop!" riep Liesje.
„Kijk eens wat een mooie étui!" rie
pen Lia en Trix alle twee tegelijk. „En
wat een mooi tasje met een kammetje en
een spiegeltje!"
Voor Bert was er een elektrische
trein.
Ze waren allemaal heel blij.
Martin Klerks, Leiden.
NAAR DUITSLAND
Wij zijn in de vacantie naar Duitsland
geweest. We logeerden er 13 dagen bij
een oom en tante. De laatste dag dat we
er waren, was er kermis. We gingen er
heen.
Allereerst ging ik in de botsauto's. De
volgende dag gingen we weer verder,
naar een andere tante. Oom liet ons alles
zien van de omtrek. Eerst gingen we
naar een plaats waar vroeger de leeu
wen werden losgelaten, we gingen een
trapje af en zagen daar onder de grond
de verblijfplaats van de leeuwen. Ook
waren er bij die stad overblijfselen van
muren van heel oude gebouwen die daar
heel vroeger gestaan hebben. Dat bou
wen ging toen zo: eerst werd er een
hoge berg van zand gemaakt en daar
werden de stenen ingezet. We hebben
een prachtige autotocht gemaakt de
berg over. De wegen waren uitgehouwen
in de rotsen en toen we boven kwamen
hadden we een prachtig uitzicht. We
gingen een andere weg terug en toen
werden de wegen zo smal, dat vader de
spiegeltjes moest Intrekken, anders had
den we er niet langs gekund.
Op de terugweg naar Holland sliepen
we allemaal in de auto behalve vader
en moeder natuurlijk.
Marianne van Remnndt, Leiden.
Vandaag krijgt jouw verhaaltje einde
lijk ook een beurt.
„Wij zo'n arm kind altijd overgesla
gen".
Ze klopten aan. Moeder deed open en
ze schrok heel erg. Ze liet hen gauw
binnen en zette een potje koffie. Sin
terklaas vroeg eerst of Keesje wel lief
was.
„Zet vanavond je schoentje maar
weer neer want jij krijgt het nog van
5 jaren".
Die avond ging Keesje opgewonden
naar bed en sliep bijna niet. De volgende
morgen stond hij al om half zeven bij
zijn schoen. Hij gaf een gil van vreugde
want daar stond een groot pak: voor
Keesje.
Samen met moeder pakten ze het uit:
Een nieuwe jas, schoenen en kousen, een
spoortrein, een autoped, een ganzebord
en een boek en een heleboel suikergoed
en chocolade.
Voor vader en moeder waren er ook
grote pakken. Voor moeder: een bood
schappentas vol boodschappen, een paar
pantoffels, een nieuw tafelkleed, een
servies en een mooie mantel. Voor va
der: doosjes sigaretten, een boek, pan
toffels, een fles si-si, een schaal fruit en
drie grote potten verf met kwasten om
het huis op te knappen.
Zo'n Sinterklaasfeest hadden ze nog
nooit gehad en ze zouden het ook nooit
vergeten.
Truns Rietveld, Hazerswonde. Weet je
het nog Riet? Je verhaaltje van verle
den jaar. Ik heb het zuinig bewaard.
TOEN DE SINT KWAM
Het was 's avond 5 december en we
zaten te eten toen er hard gebeld werd.
Ik holde naar de deur en daar stond in
de gang en grote teil pakjes. Ik liep
weer terug naar de kamer en vertelde
het van de grote teil, die in de gang
stond.
Laten we eerst afeten en dan zal ik
wel eens gaan kijken" zei vader. We gin
gen door met eten, maar toen we klaar
waren vlogen we allemaal naar de gang.
Pa en Jan droegen de teil naar de voor
kamer. Daar hoorden we de bel weer
gaan en nu deed moeder open. Het was
Sint Nicolaas en zijn knecht. Zwarte Piet
had een zak en een roe bij zich. Sint Ni
colaas droeg een staf en had onder zijn
wijde mantel ook iets verborgen.
Eersté moest kleine Joke bij hem ko
men. Ze keek bang naar zwarte Piet,
maar de Sint zei, dat ze niet bang hoef
de te zijn. Ze moest een versje zingen en
kreeg een hand vol snoepjes. Sinter
klaas praatte nog wat met vader en
moeder en toen haalde hij een grote zak
onder zijn mantel vandaan. Het waren
pepernoten. De hele zak strooide hij
over de vloer en wij maar grabbelen.
Sint Nicolaas ging weer gauw weg om
andere kinderen op te zoeken en wij
gingen de teil uitpakken.
Dag kinders, zingen jullie ook iedere
avond? En dan vooral lief zijn.
TANTE JO EN OOM TOON
Een aardige maskotte
is ontegenzeggelijk onze
poedel en heel niet
moeilijk te haken, wat
men op 't eerste gezicht
misschien niet denkt.
En kun je op een ge
geven ogenblik niet ver
der, dan zal moeder of
grote zus je wel even
helpen. Je behoeft voor
zo'n poedel alleen maar
een restje wol, liefst
wat dikke wol. Wol en
haaknaald moeten wel
bij elkaar passen.
Voor het lijf zet je 14
losse steken op. Ze wor
den met 'n vaste steek
tot 'n ring verbonden
(1). Als je niet weet,
hoe je met die vaste
steek aan moet, dan kijk
je maar naar afbeelding
3. Men steekt de haak
naald in een steek en
trekt de draad door (zie
naar de pijl). Sla weer
de draad om de haak
naald en trek ditmaal
de draad door beide ste
ken.
En nu maar steeds
lussen maken en wel op
de volgende wijze: na
dat je de draad om de
wijsvinger van de lin
kerhand geslagen hebt,
buigt men de vingertop
naar binnen en onder
de draad (zie afb. 2).
Steek de naald door de
eerste steek van de los-
se-steken-ring en haak
een gewone vaste steek
met de draad, die links
om de vinger ligt. Trek
dan de lus van de vin
ger. Haak op deze wijze
de ene ronde naar de
andere 7 a 8 ronden in
't geheel.
Voor en achterbenen
uit even lange rollen.
Sla voor zulk een rol 10
losse steken aan, sluit
ze weer tot een ring en
haak weer lussen als
boven reeds gedaan is,
in 't geheel nu 15 ron
den. Dan stop je met 'n
stokje of potlood watten
in lijf en benen. Naai
de uiteinden der benen
dicht en naai ze aan 't
lichaam vast. Haak nu
met losse steken een
staart, sluit men met 'n
paar lussen af en naai
hem vast.
Voor de kop sla je
weer 10 losse steken aan, sluit ze weer
tot een ring en haak een ronde gewone
vaste steken, dus zonder lussen. In de
tweede ronde maak je uit iedere tweede
steek der vorige ronde één steek toe,
terwijl je 2 vaste steken aan de gelijke
daaronder liggende steek haakt.
In de derde ronde voeg je aan iedere
derde steek een'steek toe. Dan heb je
een klein, rond, gladgehaakt stuk met
'n 20 steken in de rondte. Haak nu de
4e, 5e 6e en 7e ronde met lussen. In de
achtste ronde (toer) spring je iedere
derde steek over en in de 9e toer iedere
tweede steek. Haak nu een ronde zonder
af te nemen. De 8e, Ce en 10 ronden moe
ten alle met lussen gehaakt worden. Vul
EEN GEHAAKTE POEDEL
de kop met watten op en naai hem ach
ter dicht. Midden op 't gladgehaakte deel
naai je een snuit vast. Deze moet als
volgt gehaakt worden: Sla 4 losse ste
ken aan, sluit ze weer tot een ring en
haak 4 ronden gewone, vaste steken.
Naai de snuit voor de kop vast en be
vestig er twee zwarte knoopjes als ogen
aan.
Voor de oren sla je 6 losse steken aan
en haak met lussen terug. De tweede
toer bestaat slechts uit vaste steken, de
derde weer uit lussen. Naai de oren aan.
Bind de poedel, die nu klaar is, een
leuk bandje om de hals enje heot
een wonderleuk geschenk voor een kind.
Bedrijfschap detailhandel
in melk- en zuivel-
ZONSONDEEGANG OF
zonsopgang?
Keesje was een leuk klein jongetje
van 5 jaar. Vader verdiende zó weinig,
dat ze er maar net van konden rond ko
men. Met zijn drietjes woonden ze in
een armoedig huisje in een klein straatje
waar nooit iemand kwam.
Het was 28 november, het Sint Nico-
laasfeest begon dus te naderen. Keesje
had al wel 4 maal zijn schoentje neer
gezet en er hard bij gezongen, maar er
was nooit iets ingekomen, net als vorige
jaren, zelfs nog geen half suikerbeest.
„Och mamma, waarom komt Sint Ni
colaas wel bij andere kinderen en niet
bij ons?"
„Ja", zei mamma dan: „Heb maar ge
duld Keesje, misschien komt hU nog".
Het werd 4 december. Buiten lag de
sneeuw op de straten. Sint Nicolaas en
zijn knecht gingen al bij veel mensen op
bezoek, en héél, héél toevallig kwamen
zij voor de eerste keer langst het steegje
waar Keesje woonde.
„Zeg Piet, we zijn hier nog nooit ge
weest en toch wonen er mensen, ik hoor
zingen".
„Sinterklaas naar binnen gaan. Piet
hard bellen", zei Piet.
„Goed", zei óe Sint.
produkten
l het gezicht te tekenen
Het bedrijfschap detailhandel in
melk en zuivelprodukten heeft tij
dens een gistermiddag in Utrecht ge
houden vergadering besloten, erbij
de minister van Economische Zaken
op aan te dringen, positief te staan
tegenover verzoeken, die marge- en
prijswijzigingen beogen en verzoeken
waarbij in kostprijsberekeningen een
post voor vernieuwingen en aanpas
sing is opgenomen. Men vraagt de
minister bij de behandeling van deze
verzoeken met voortvarendheid te
beslissen.
Naar de mening van het bedrijf
schap moeten de opbrengsten - om
een verantwoorde bedrijfsvoering
mogelijk te maken - zodanig zijn,
dat naast dekking van de kosten en
het verschaffen van een inkomen
voor de ondernemer, de inrichting
van zjjn bedrijf en de transportmid
delen voortdurend aan de ontwikke
ling kunnen worden aangepast. Men
legt er de nadruk op, dat zich ten
aanzien van deze bedrijfsinrichting
en de vervoersmiddelen een snelle
ontwikkeling heeft voorgedaan, die
niet is voorbijgegaan aan het melk-
detailhandelsbedrijf.
Nee, de lezer hoeft niet uit te zoe
ken, of er op dit plaatje een zons
opgang is afgebeeld of dat de teke
naar misschien meer voelde voor 'n
stemmige zonsondergang. Het gaat
meer om het meisje, dat ergens op
de tekening schuilgaat. Wie vindt
haar? Oplossing elders.
KORTE GOLF
Door een verkeersongeluk is gis
termorgen de 56-jarige gehuwde
transportarbeider J. A. Haneveer
uit Baarle-Hertog op le Ringbaan te
Tilburg om het leven gekomen. Hij
werd op zijn motor op een kruis
punt door een personenauto aange
reden. Met ernstige verwondingen
werd hij naar het St. Elizabeth-zie-
kenhuis overgebracht, v/aahij en
kele uren daarna is overleden.
Koningin Elizabeth en de hertog
van Edinburgh zjjn donderdagavond
voor een bezoek van één dag aan
Liberia in Monrovia aangekomen,
aan boord van het koninklijke jacht
„Brittannia". Zij werden door pre
sident Tubman begroet en er weer
klonken 21 saluutschoten.
We zien op de figuur vader en moeder
kabouter met 2 van hun 18 kabouterkin-
dertjes. Ze worden telkens uit een vier
kant stuk papier gevouwen. Vouw 't pa
pier van hoek tot hoek en strijk 't weer
glad. Vouw nu de beide hoeken naar de
diagonaal om (zie 1 en 2). Buig nu de
onderste driehoek naar boven om (3).
Draai nu het geheel om, zodat wat eerst
boven was nu onder komt te liggen. Sla
nu zowat één derde van de driehoek,
die Je nu voor je hebt op de stippellijn
naar achteren om (4) en naar boven (5).
Buig de 2 zijdriehoeken naar 't midden
om (6) en dan behoef Je alleen nog maar
JACKENDEBONESTAAK
Toen de reus wet gekalmeerd was, kon
Jack zijn nieuwsgierigheid niet langer
bedwingen. Hij deed de ovendeur een
kiertje open en gluurde naar de reus,
die ongelooflijke hoeveelheden eten ver
slond. Toen hij eindelijk verzadigd was,
zette de vrouw een levende kip voor
hem op de tafel en toen gebeurde
er iets wonderlijks. De reus sprak: „Leg
een ei, kip" en terstond legde het beest
een ei van zuiver goud. En dat deed het
dier telkens als de reus dat bevel her
haalde.
Eindelijk werd de reus moe en begon
te geeuwen. Even later viel hij in slaap
en begon hevig te snurken. Toen het
licht begon te worden en de reus en zijn
vrouw nog beide sliepen, kroop Jack
zachtjes uit de oven, greep de kip en
rendo ervan door zo hard hij kon. Spoe
dig vond hij zijn bonenladder terug en
hoewel hij de kip moest meeslepen,
stond hij weldra voor het huis van zijn
moeder.