Drie
jongens met vakantie
in Bretagne
Het knutselhoekje
asst
DE WILDE WELDOENER
ZATERDAG 14 OKTOBER 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 11
„Nou dat geelt toch niks. Die neem
je mee".
„Goed", zei Kees. „Dat doen we".
Bij het erf aangekomen, stond Pim,
met zijn jongere broertje Flip te wach
ten. Pim was gewapend met een lang
touw en een zak met hooi.
„Waarom heb je die zak meegeno
men?" vroeg Wim.
„Wel", antwoordde Pim. „Die is voor
die harde heg. Met zo'n zak er over,
val ik tenminste zacht, als ik er op te
recht kom".
„Goed bedacht", zei Kees.
„Nou zal ik maar beginnen".
De bomen waren moeilijk te beklim-
Pim was een goed klimmer,
dus hij wist er wel raad op. Hij slin
gerde het touw op één van de takken en
daar begon de klimpartij. Het eerste stuk
was het moeilijkst en toen hij de eerste
tak bereikt had, ging het gemakkelijker,
niets van. Eigenlijk mocht ze Daar had hij de tak bereikt, waarop het
EEN KLEINE UIL-MASCOTTE
der wist aI
nooit alleen. Want achter haar huis be- bet nest gebouwd was. Nu kwam het
gon het grote bos, waar je gemakkelijk gevaarlijkste stuk. Langzaam, heel lang-
in kon ronddwalen. Toen ze een eind- zaam klom hij naar het eind van de tak.
je gewandeld had, wilde ze teruggaan Allemaal keken ze met spanning naar
maar ze wist de weg niet meer. boven. Plotselingeen hevig gekraak
Daar kwam een grote jongen aan. Hij en een donker gevaarte stortte naar be
vroeg aan Elsje hoe ze heette. Ze durfde neden, achter de heg.
het niet goed te zeggen. De jongen bleef Luid schreeuwend rende de kinderen
zeuren en toen zei ze het. uit elkaar en bleven op veilige afstand
Na deze voorvalletjes zei Kees: „Jon- Leiden; Nettie Kortekaas, Voorhout; Wim „O, dan weet ik je wel te* wonen. Vlak staan kijken W3j er gebeurd was. Een
gens, we gaan nu toch maar terug". Op Opdam, N.w.hout; Guus Wltteman, Lei- achter het bospad. Kom maar met me ^r°;e tak lag op de grond.
de niet al te brede weg werd de auto den; Theo de Ridder, Oegstgeest.
ha veel heen en terugdraaien en wenden
gekeerd en daar ging het huiswaarts,
maar nu in een langzaam tempo. De
schrik zat er nog wel een beetje in en
van 3 zekere overmoed was er geen
sprak* meer. Niemand zong meer en als
Ton of Henk een of andere opmerking
Het boek is deze lceer gewonnen door kinderen aankomen. Ze wenkte en riep ten van de ee waren in znn rue eenron-
WiMen maken tegen de chauffeur was Arnold Lindenhoff, Rijnsburgerweg 97, en daar begon Elsje te hollen. Wat was len Het bloed sijpiïde met straaltjes uit
•t dadel',k: „Hou asje blieft mond. an- Loldan. 2e blU. dat ze weer thuis was. Daarna gg, b^e'"Sf hïïulnd naast aUn
mee. dan breng ik je thuis". Waar was Pim. Nergens zagen ze hem.
Onderdehand was er thuis iets anders Plotseling hoorden zij gekreun. Het
gebeurd. Moeder zocht Elsje overal, om kwam achter de heg vandaan. Vlug kro-
een boodschap voor haar te doen. Pen Z1J eronde r door en nu zagen ze
iets verschrikkelijks.
„Wat vreemd dacht moeder en ze riep pjm was 0p de eg van boer Harmsen
en riep. Moeder ging achter het huis gevallen. Wim en Kees wilden hem op
kijken. Heel in de verte zag ze de twee tillen, maar dat kon niet. De grote pun-
zijn rug gedron-
dio uit en kreeg in 1909 de Nobelprijs
Leefde van 1874 tot 1937.
De 5e. Was een Engels ingenieur. Uit
vinder van de stoommachine. Leefde van
1736 tot 1819. Zijn naam begint met een
W en telt 4 letters.
NIEUWE OPGAVEN
ders krijgen we nog meer ongelukken'
Voordat ze in Lorient aankwamen, re
den ze eerst nog door 'n leuk dorpje
met 'n alleraardigst marktplein. Voor 'n Deze keer moeten jullie eens woord-
ouderwetse herberg met n terrasje stop- jes zoeken die beginnen met een K.
te Kees. „Kom jongens, laten we hier een g namen van dingen uit de kamer.
5 namen van dingen uit de keuken.
5 namen van dingen uit de klas.
5 namen van dingen uit de kerk.
De oplossing insturen aan: Tante Jo
hier een
hartigheidje nemen om helemaal te be
komen van de doorgestane schrik.
Toen ze zich heerlijk verkwikt hadden
en weer wilden wegrijden, dook er op-
eens een dorpsdiender naast de auto op. Qom Toon van de krantentuin. Papen-
De man zag natuurlijk, dat deze jonge- gracht, Leiden.
lui veel te jong waren om 'n auto te be
sturen.
„Heren, mag ik s'il vous plait uw pa
pieren even inzien?"
Kees was eerst geheel van streek,
ze blij, dat M w
is ze nooit meer alleen gaan wandelen, broer. Kees holde naar ^de boerderij om
hulp te halen.
Paul Arts, leiden. Daar bewoog Pim zijn lippen.
„Flip", zei hij heel zacht „Ik ga naar
HET EKSTERNEST O: L. Heer. Jij mag alles van mij hebben
....mijn knikkersmijn stuiters
Kees Mulder zal aan tafel te eten met mijn twee duifjesallesZeg ook
zijn moeder en zijn drie zusjes. vader en moeder gedag.
„Kees", zei moeder. „Ik moet vanmid- Toen sloot hij zijn ogen.
dag weg en jij moet op je zusjes passen". Vijf minuten later kwam boer Harm-
Kees mopperde een beetje, maar dat sen met zijn knecht om hulp te bieden,
hielp toch niets, dat wist hij wel. Ze pakten de arme Pim op, maar onder-
Even later ging zijn moeder weg en weg stierf hij.
vlak daarop kwamen zijn vriendjes. Weer een goede les om nooit vogel-
„Kees", zei Wim. „Ga je mee? Bij boer ne£^.es.u*' *e ha^en-
Ineke Verdegaal, N.w.hout Kom er Harmsen in die hoge bomen achter het Wie heeft er al een verhaaltje van het
Aagje Zandbergen, Zoeterwoude. Lees
jij zo graag Aagje? Dan hoop ik, dat je
ook eens een boek wint.
zocht vervolgens heel zenuwachtig in maar bij Ineke, in de grote kring van erf zx een eksternest. Pim zegt dat hij 3 oktoberfeest klaar?
hem uit gaat halen".
„Ik kan niet", zegt Kees. „Ik moet op
mijn zusjes passen".
Dag allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON
ZE FOTOGRAFEREN DE OREN
Hoe kan men zelf overdrukken maken?
Zoek 'n paar kleine, kleurige plaatjes
uit je prentenboek, steek een kaars aan
en laat de was op het plaatje druppelen.
zijn zakken, alsof hij ze daarin opgebor- neefjes en nichtjes. Leuk dat je ook
gen had. Dan stond hij op. liep naar de verhaaltje stuurt. Ik ben benieuwd,
auto en keek. of pa ze soms daarin opge
borgen had. Maar hij wist natuurlijk wel Adrie Warmenhoven? stuurde ons:
beter en schokschouderend kwam hij te
rug naar de geduldig wachtende politie- HOE ONGEHOORZAAMHEID WORDT
man. GESTRAFT
,,'t Spijt me, mijnheer, maar ik heb de
pap'eren blijkbaar thuis laten liggen". „Lies! Lies! Lies, 't is al acht uur".
„Zo, dat is jammer, daar dient een Zo stond moeder te roepen. Maar Lies-
goede chauffeur allereerst op te letten, je wou niet luisteren en draaide zich
U is in elk geval in overtreding. Dat be- nog eens behaaglijk om in haar bed.
zorgt u een eerste bekeuring. Ten twee- „Zeg, kom je er nu nog uit?"
de lijkt u me veel te jong om te mo- Lies kwam niet en moeder liep boos
gen rijden, zodat u helemaal geen pa- naar boven. Ze riep nog een keer, maar
pieren kunt bezitten, zoals de we' die Liesje deed alsof ze het niet hoorde,
voor een chauffeur verlangt Dat wordt Opeens kreeg ze een draai om haar oren.
proces-verbaal' nr. 2. Komt u maar eens Nu moest ze er wel uit Heel langzaam
hier aan deze tafel zitten, dan zal ik maakte ze aanstalte om zich aan te kle-
één en ander noteren, wat jk weten den.
moet. Allereerst, hoe is uw naam?" Moeder was intussen naar beneden
Kees was zo van de wijs, dat hy finaal gegaan om voor het ontbijt te zorgen,
vereat te antwoorden. Eindelijk om 10 over half negen kwam
,Zo, zo, dat is al heel verdacht, dat je ze beneden. Nu nog eten en dan naar
niet eens wenst te antwoorden. Dan zal school, 't Was al vijf voor negen, dus
ik je mee moeten nemen naar 't bureau moest ze opschieten. Hè hè,' t was al
en te daar vasthouden, tot je spreken kwart over negen. Vlug in haar jas en
wilt". Kees begreep echter de man maar snel de klas binnen. Met een hoogrode
half; z'n Frans klonk al te Brelons. kleur stond ze achter in de klas. Gek!
Maar één woord n.l. „arrest" had hij toch Alle meisjes keken haar aan.
wel gesnaot en dat maakte hem zo van Welzo, Liesje Manders", zei de zus
streek, dat hij haast begon te huilen. ter. „Je bent een kwartier te laat. Na
Opeens stond de dienaar der wet op schooltijd kun je dat inhalen."
en bekeek nummerbord en kentekens Bom, die zat. Een kwartier nablijven
van de auto Toen hij zich weer tot de en ze zouden juist zo fijn gaan springen in sommige klinieken en ziekenhuizen
jongens wendde, was alle gestrengheid na schooltijd. Ze ging vlug zitten en de past men allerlei methoden toe, om zich
van ziin gezicht verdwenen en had plaats les ging weer door. Het was katechismus ervan te verzekeren, dat zuigelingen niet
gemaakt voor vriendelijkheid. „Wel heb en juist zo'n moeilijke les. verwisseld worden. Meestal worden
ik van miin leven. Eén van jullie moet „Liesje Manders. Wat is het H. Olie- vinger- en voetafdrukken van 'n baby
de zoon van mijnheer Ervers zijn. want sel?" tezamen met de vingerafdruk van de
dit is ziin auto. Dom. dat ik dat niet Tja, daar zat ze nu. Ze wist het niet moeder op een kaartsysteem geregis-
terstond heb opgemerkt". want ze had haar les niet geleerd. treerd. Men kan de kleine ook een Dand-
„Ja miinheer, 't is zijn auto en ik ben „Lies. Drie keer je katechismusles je met nummer aan arm of enkel be-
zijn zoon Kees. Vader en moeder zijn uitschrijven". vestigen, maar desondanks komt het van
een uitstaoie gaan maken en toen zijn Ook dat nog, dacht ze. Schoolblijven tijd tot tijd nog wel eens voor, dat 'n
wij zo ondeugend geweest om met zijn en de les uitschrijven! En opeens dronge„ moeder het verkeerde kind mee naar
wa°en ook een tripje te gaan maken". de tranen in haar ogen. huis neemt.
„Nou. had me dat maar eer verteld, „Niet huilen", dacht ze. „Zo gek om in Chicago is men er nu mee begon-
dan had ik iullie niet zo'n angst bezorgd, voor strafwerk te huilen". nen> de oren van 'n pasgeborene te fo- trekken ën~dë onderkant vertoont de af-
Ik ken miinheer Ervers heel goed, ik heb Na de katechismusles kregen ze lezen, tograferen. Men heeft n.l. ontdenkt, dat druk Van het plaatje,
dikwiils een praatje met hem gemaakt. Het was een echt spannend boek van een de oren hun vorm en eigenaardigheden
als hij aan 't vissen was. 't Is een bui- rovershol. Liesje zat vlug vooruit te le- niet veranderen, terwijl het gezicht zich
De uil is het symbool der wijsheid.
Al is men niet bijgelovig, dan kan men
voor de lol zo'n klein kereltje in de
buurt van z'n schoolboeken zetten.
De uil knutsel je in 'n ogenblik in el
kaar. Uit garenresten haak je met vaste
steken een vierhoekig stuk, dat 7 cm
breed en 20 cm lang is. Leg het stuk
dubbel en naai de kanten aan elkaar, zo
dat het nog maar 10 cm lang is, vui het
op met watten of wol en naai de korte
zijden aaneen. Neem nu een stopnaald
en 'n wollen draad en trek deze. waar
de hals moet komen, door de gehaakte
steken en trek hem 'n weinig aan.
De oren trek je gewoon op de hoe
ken naar buiten en bevestig ze met 'n
paar steken, zodat ze vorm houden. Ver
volgens ogen en 6navel opstikken; de
ogen met knooosgat steken, zo dat ze
gaatjes voorstellen. Voor de vleugels
neem je wat lichtkleurig garen. Iedere
vleugel 'n gehaakt lapje van 2 bij 5 cm.
Met enkele steken bevestig je ze boven
aan de schouders.
Kun je niet haken, dan kan je ook
rechts breien en je overigens richten
naar de maten, zoals die boven aange
geven zijn.
WAT 'N PARMANTIG KERELTJF!
Namen raden van 5 beroemde uitvin
ders.
De 1ste. Z'n naam begint met B en
heeft 4 letters. Vond te telefoon uit, was
Amerikaan, maar was geboortig uit
Schotland. Leefde van 1847 tot 1922.
De 2e. Werd- genoemd de „tovenaar
van Menlo Park". Vond 't electrisch l'cht
uit. de fonograaf en de kinematograaf
(bioscooo) uit. Hij verbeterde telefoon en
telegraaf en had patent op.... 1033 fij
ner u'tvindingen. Z'n naam begint met
een E en bestaat uit 6 letters. Leefde
van 1847 tot 1931.
De 3e. Was 'n beroemd Frans geleer
de in de chemie (scheikunde). Hij vond
't pasteuriseren van melk uit en 'n se
rum tegen hondsdolheid (een kwaadaar
dige ziekte, die vroeger veel voorkwam.
Zijn naam van 6 letters begint met 'n
P. Leefde van 1822 tot 1895.
De 4e. Z'n naam telt 7 letters en be
gint met 'n M. Was Italiaan, vond de ra-
Op dit plaatje heeft de tekenaar
met opzet negen foutieve afbeeldin
gen aangebracht. Wie ze alle negen
zonder al te veel moeite vindt, is 'n
hele piet! Oplossing elders.
DIE EEUWIGE WIND!
Natuurlijk moet de waslaag zo gelijk
matig mogelijk zijn. Als de was weer
stijf geworden is. kun je 't laagje er af-
We hebben weer meer tijd voor
allerlei klusjes, waar we in de zo
mer niet aan toe komen, en ook
raadsels laten zich gemakkelijk op
lossen op een kille avond. Vooruit
maar weer: wie vindt er snel de acht
veranderingen, waardoor beide
plaatjes zich van elkaar onderschei
den? Oplossing elders.
w NW
teneewoon aard'ge man en daaraan dan
ken jull:e 't. d-at ik verder nergens werk
van zal maken. Zorgt nu maar. dat jul
lie behouden thuis komen en dus....
voorzichtig riiden!"
„Nou. miinheer. dat beloven we en
hartelijk bedankt voor uw goedheid.
Maar mo?en we u nog vragen niets aan voor zich uit te staren.
steeds wijzigt.
„Ga eens verder Liesje Manders Een paar Amerikaanse doktoren, die
klonk het. zjch voor dit probleem interesseren, heb-
Alle ogen waren op haar gericht en ze ben vastgesteld, dat ieder kind- zijn bij-
wist het natuurlijk niet. zondere oorvorm heeft. En het beeld
„Boek dicht", zei de zuster. Van 't oor van haar kind.werkt ook veel
„Plof' het boek dicht en Liesje zat overtuigender op de moeder, tewijl het
haar dikwijls moeilijk zal vallen, de vin-
en wel thuis".
(Slot volgt).
„Bom, bom, bom". Daar sloeg de klok gerafdruk van haar kind van die van
12 uur, dus de school was uit Alle kin- andere kleintjes te onderscheiden,
deren gingen naar huis, maar Liesje
CORRESPONDENTIE
DRIE DRUPPELS PER DAG
moest blijven. Pas bij half één mocht ze
weg. Hijgend kwam ze over half één
thuis.
„Waar ben jij zolang geweest", klonk
moeders stem.
Wij ontvingen nog goede oplossingen „O, even springen", jokte ze en kreep
van: Jan Wassenburg, Langeraar; Jan een vuurrode kleur. Moeder zag direct
Volgering, Langeraar; Corke van der dat het niet in orde was en Liesje moest
Weyden, N.w.hout; Marijke Neyenhuis, alles vertellen, van de katechismus en
Zoeterwoude; John de Jeu, OudeWe- het schoolblijven. Ze kreeg toen een
tering; Henriëtte Prins, Voorhout; Willy flink standje, omdat ze gejokt had Ze
Berg, Zoeterwoude; Anja v. d. Berg, moest beloven, dat ze het nooit meer
Zoetemeer. Gonnie v. d. Berg, Nellie On- doen zou.
derwater, Zoetermeer. Nettie Vroonhof, „Dat heb je er van", zei moeder. „Als
Tineke Jansen, Voorhout. Gerrie Wol- de 's morgens lang blijft luieren, is de
vers, Woubrugge, Tineke Klein, Leiden; hele dag mis".
Willie v. d. Salm, Ria van Gent, Oude Ze beloofde voortaan vlugger op te - - - - - -
Wetering; Sjaantje Ouds, Hoogmade; staan en toen gingen ze eten. Ze had kraan vallen per dag drie druppels
Lies Ruyten, Oude Wetering; Mieke op school al straf genoeg gehad. in een ton van een meter doorsnede.
Straathof, Leimuiden. Hans v. d. Ploeg, Op een zondag heeft men de ton ZO-
Leiderdorp, Annie v. d. Kamp, Lisse (be- yan Rietje Dobbe, R.a.veen vond ik ver gevuld, dat het water na toe-
dankt voor deaardig e kaart); Willemien nog verhaaltje. voeging van nog tien druppels over
va,n„d, zoou gaay°T;,r rs
Bep van Rijn, Warmond; J. v. d. Kamp, Elsje was een lief meisje met krullend rekenen! Op welke doordeweekse
Lisse. (ook bedankt voor de mooie haar en blauwe ogen. Op een dag ging dag zal de ton overlopen Oplossing
kaart; Arnold en Evelien Lindenhoff, ze wandelen, zo heel alleen, Haar moe- elders in deze krant.
Het moet al heel raar lopen als wij
in ons land eens een keer géén wind
hebben. Wij zijn zó vertrouwd met de
wind dat het zeer opmerkelijk is als
wij een dag eens géén wind hebben.
Over het algemeen waait het bij ons
praktisch altijd en in onze grafiek
geven wij daarom een overzicht van
het landsgemiddelde van de windrich
ting, gemeten over een peTiode van
40 jaar. In al die jaren te zamen,
bleek 20 pet. van de wind uit de rich
ting zuidwest te waaien. Blaast de
wind niet uit deze hoek, dan waait
zij meestal wel uit het zuiden of uit
het westen.
Slechts 8 pet. van de tijd bleken
wij een windiehting uit het zuidoos
ten te krijgen.
De wind waait over heel Neder
land, maar langs de kust waait het
het hardst, vaak komt hier storm
achtige wind voor, terwijl men b.v.
in Maastricht zelden een dergelijke
wind heeft.
Uit een speciaal afgestelde water-
JACKENDEBONESTAAK
(Een Engels sprookje)
Jack hoorde de verwijten van zijn
moeder aan en hij had werkelijk vrese
lijke spijt. Hij trachtte haar te troosten
en zei: „We zullen de koe niet verkopen,
ik ga werken en geld verdienen voor
ons eten".
Na een half uur had hij echter zo'n
honger, dat hij z'n moeder smeekte de
koe toch maar te verkopen. Tenslotte
gaf de arme vrouw toe en Jack trok er
met de koe op uit in de hoop er een
boel geld voor te krijgen.
Toen hij een poosje met het beest ge
lopen had, ontmoette hij een slager.
„Waar ga je met die koe heen?" vroeg
de man.
„Ik wil er mee naar de stad om ze
daar te verkopen".
„Dat treft, dat je mij getroffen hebt"
meende de slager. „Nu hoef je niet zo
ver meer te lopen, want lk wil je koe
graag kopen".
Nu had de slager een zak met bonen
bij zich. Hij liet ze Jack zien. 't vVaren
mooie, glimmende bonen van allerhande
kleur. Al gauw had de slager in de ga
ten, dat de jongen er zijn ogen niet af
kon houden.