Drie jongens met vakantie in Bretagne Het knutselhoekje DE WILDE WELDOENER ZATERDAG 7 OKTOBER 1961 DE LEIDSE COURANT PAGINA fc Maar ze zaten zeker al wel een half uur over de kaart gebogen zonder dat ze een steek wijzer geworden waren. De één beweerde, dat ze bij dit dorp waren, de ander zag de toren in de verte voor die van een andere plaats aan en een derde was nog weer van 'n andere me ning. De gemoederen liepen er warm van en misschien was 't nog wel op ru zie uitgelopen, als plotseling de discus sies niet op een ongewenste wijze was onderbroken. 'n Grote wit-zwarte stier kwam n.l. snuivend op 't drietal af. Hevig ver schrikt stoven ze overeind, Henk en Ton zetten 't onmiddellijk op 'n lopen en slaagden er nog net in heelhuids onder het hek door te kruipen, dat toegang gaf tot de wei. Maar Kees, die nog even de kaart moest dichtvouwen kon 't hek waar de stier op afholde niet meer be reiken en moest door 't prikkeldraad zien weg te komen, dat de wei omgaf. Gelukkig haalde hij ook nog bijtijds de veilige overkant maar ten koste van 'n grote winkelhaak in zijn broek! Ach, maar zo'n ongelukje maakt een uitstapje alleen maar interessanter. De schrik was weer van hun gezichten ver dwenen en lachend stapten ze weer in de auto. Onder het zingen van een vrolijk liedje toerden ze weer verder. Oh, wat was het toch heerlijk zo maar op goed geluk af door Gods vrije natuur rond te toeren! Nou en of! Tenminste, zolang alles goed gaat en er niet een uit de wei gebroken koe zo maar midden op de weg blijft staan. En dat was op 'n gegeven ogen blik het geval. Gelukkig zag Kees het beest bijtijds. Maar stoppen kon hij toch niet meer en daarom probeerde hij haar te ontwijken door in de berm te rijder. Dat lukte, maar de auto gleed van de berm af en kwam met 'n behoorlijke schok in de greppel er naast terecht. Even zagen ze alle drie wat witjes om hun neus, maar toen ze uitgestapt waren en de wagen inspecteerden, bleek er gelukkig niets beschadigd en zelfs niet geschramd te zijn. De koe stond intussen met haar grote, goedige ogen dit onge wone gevalletje aan te staren, 't Leek wel of er oprecht medelijden uit haar koeiengezicht sprak. Toen ze 'n poosje beraadslaagd hadden wat nu aan te vangen, merkten ze een boer op, die met z'n paard uit 't veld kwam. Deze kwam naderbij, bekeek het geval, zag de ongelukkige gezichten van de jongens en was meteen vertederd en tot hulp bereid. Hij spande zijn zware CORRESPONDENTIE Mien Koot, Warmond komt ons een verhaaltje vertellen over: DE ELFJES Heel, heel ver in het bos woonde een elfje, dat Mariska heette. Ze woonde daar niet alleen, maar met' nog veel meer andere elfjes in het bos. Haar vriendin elftje heette Lissette. Samen hadden ze veel plezier. Op een dag was het in het paleis van de koning groot feest, want de elfenprin ses was jarig. Er waren ook kabouters in het bos en die mochten ook komen op het feest. De kabouters en de elfjes hadden de grote tuin van het paleis prachtig versierd met slingers, die ze tussen de bomen hadden gehangen. Het feest was erg gezellig. Ze hadden alle maal een cadeautje meegebracht voor de prinses. Mariska had een heel leuk lan taarntje gegeven, dat moest de prinses gebruiken 's nachts als het halve maan was, want dan was het heel donker in het bos. Ze had het lantaarntje zelf ge maakt. Alle elfes samen hadden ook nog een heel mooi kroontje voor de prinses gemaakt. Tot laat in de avond duurde het feest, Ze dansten, sprongen en zongen ter ere van de prinses. Doodmoe ging ieder een naar huis. -De kabouters naar hun paddestoelen en de elfjes naar hun bloempjes. Martha v. d. Klugt, R.a.veen. Zo Mar tha zit je al in de vijfde klas, Zeker pas overgegaan. Wat heb jij een fijne mid dag in het circus gehad. Vertel het maar eens aan de kinderen. NAAR HET CIRCUS Op een zondagmiddag gingen we naar het circus in Leiden, 't Was een heel grote tent. We zochten eerst een plaatsje, waar we alles goed konden zien. De muziek begon te spelen. Een rood •fluwelen gordijn ging open en toen be gon het Het eerst waren de leeuwen aan de beurt. Er was een meneer bij met een grote zweep, maar die gebruikte hij haast niet. Nadat de leeuwen op hun plaats gezet waren, nam die meneer een hoe knol voor de „wagen" en ja-hoor, in een paar minuten stond hij weer op z'n poot jes - ik bedoel wieltjes - op de weg. Wat 'n opluchting! Kees greep naar z'n portemonnaie om de man een geldstuk in de hand te stop pen voor 'n lekkere pot bier. Maar de man weigerde het aan te nemen met de woorden: „Ik vond het veel te prettig drie leuke Hollandse jongens te kunnen helpen". Daarop drukten ze hem allen hartelijk de hand, waarbij ze ook nog trachtten hun dank met enkele gebrekki ge worden Frans te onderstrepen. Toen de boer zijn weg vervolgde, zeiden de jongens tegen elkaar: „Wat fijn, als je zulke prettige, gedienstige mensen langs de weg ontmoet". Hé, toen Kees weer wide gaan rijden en eerst nog even de auto aandachtig be keek, hoorde hij een sissend geluid: 'n lekke band! Dat had zeker de hevige schok 'm gedaan. Geen nood hoor, achter op de wagen zat immers 'n reservewiel en handige jongens, als zij waren, was binnen 't goed kwartier ook dit euvel bekeken. (Wordt vervolgd) pel en daar moesten ze één voor één doorspringen. Iedereen klapte, zo goed deden ze het. De leeuwen waren klaar en toen kwamen de beren. Ze moesten op een stoel gaan zitten en toen kregen ze ieder een flesje met melk. dat ze leeg moesten drinken. Weer klapten de men sen. Nu was het de beurt aan een paard, die een bal omhoog moest schoppen. Hij moest het een paar keer doen en het ging allemaal goed. Toen kwamen er twee paarden binnen met ieder een klein paardje bij zich. Ze konden ook kunstjes maken. Daarne kwamen er 12 paarden binnenlopen. Ze hadden ieder een num mer op de rug. De meneer gaf ze een klontje en toen gingen ze allemaal door elkaar staan. Opeens klapte hij met de zweep en toen gingen ze allemaal weer op hun goede plaats staan. Die middag zagen we nog veel meer. 's Avonds in bed dacht ik nog eens aan alles, 't Was een mooie middag geweest. Chris Verdegaal, Noordw. hout. Dat is een goed begin, Chris, al bij de eerste keer een verhaaltje insturen, 't Is wel een kleintje, maar omdat het je eerste verhaaltje is, komt het er toch in. Gisteren was het de laatste dag van de kermis. Ik ben er toen naar toe geweest en heb nog wat gewonnen ook. Weet je wat? Een „boembakkus", een heel leu ke. 't Was druk op de kermis. Ik ben in de raketjes geweest, maar toen werd ik misselijk. Mijn zusje wilde met alle ge weld in de golfbaan, en toen ze er een maal inzat, slingerde ze er zo weer uit. Wat heb ik toen gelachen. Ze had zich gelukkig niet bezeerd. De volgende dag mocht ik mee naar de harddraverij. Dat was mooi, zó mooi dat ik van moeheid in het gras ging zitten. Ik was er op de fiets heengegaan, maar toen ik na af loop, terug wou gaan, stond mijn band leeg. Nu moest ik van Lisse naar Noord- wijkerhout lopen, met de fiets aan de hand. Ik kwam veel te laat thuis en kreeg van mijn tante een flink standje. Arnulfa van Vliet, Hazerswoude komt met: DE KABOUTERS Er waren eens twee kabouters aan het wandelen, 't Was nacht en de maan scheen helder. De mensen lagen op bed. Ze kwamen bij een boom met grote pe ren. „Pim", zei Pom, „Die peertjes zien er zo leker uit. Zullen we er eens eentje afplukken?" ..Goed", zei Pom. Pim plukte er eentje af. Pom nam een hapje. „Mm, lekker!" zei Pom en gaf de peer aan Pim, die er ook een hapje van nam. „Mm heerlijk!" vond hij. „Zullen we er nog een paar plukken?" „Zouden we ze kunnen dragen?" „Best hoor. We doen een paar in onze mutsen". Ze plukten er ieder twee en droegen ze naar hun huisje. De volgende dag heb ben ze er lekker van gesmuld. Nettie Kortekaas, Voorhout. Ik vind het fijn, dat je zo trouw en zo graag de kinderkrant leest, en ik vindt het nog fijner dat je ook met ons meedoet de raadsels op te lossen. Je hebt het prach tig gedaan, want dat raadsel van Alk maar was heus niet zo gemakkelijk. Anneke v. d. Valk, Katwijk a. d. Rijn. MIJN VERJAARDAG Eindelijk, eindelijk was de dag geko men, de dag van mijn verjaardag, 's Mor gens gingen we eerst naar de H. Mis en daarna kreeg ik van allemaal een ca deautje. Ik zat in spanning wat ik van vader en moeder zou krijgen, want ik had een fiets gevraagd, Eerst kwam. Jan me feliciteren en van hem kreeg ik een doosje zakdoekjes. Van Piet kreeg ik een mooi leesboek en van Marie een flesje eau de'cologne. Daarna kwam vader bin nen, maar ik snapte er niets van,, want hij kwam me blinddoeken en bracht me naar de voorkamer. Ik was me van niets bewust en toen ze me de blinddoek afdeden wist ik niet wat ik zag. Daar stond een splinternieu we fiets. Ik bedankte vader en moeder heel hartelijk voor het mooie cadeau en voor ik naar school ging moest ik hem eerst even proberen. Daarna moest ik toch echt wel naar school anders zou ik te laat zijn gekomen en dan nog wel op mijn verjaardag. In de klas mocht ik toffees uitdelen en de juffrouw helpen. Toen de school uit was, mochten er drie vriendinnetjes bij me komen spelen. Eerst gingen we koekhappen en toen we allemaal een groot stuk koek hadden veroverd, gingen we poppekast spelen. Het was erg leuk want moeder had de poppekast en de poppen zelf gemaakt. Daarna kingen we: „Mens erger ej niet" spelen. Het was zo leuk, dat we het alle maal een keer gewonnen hadden. Het werd langzamerhand etenstijd. We wisten niet wat we zouden eten, want we moch ten niet in de keuken komen. Toen we allemaal aan tafel zaten, kwam moeder met een grote schaal pa tates frites binnen. Een luid gejuich steeg op, maar het werd al gauw stil, want we zaten onze buiken dik te eten. In een goed kwartier was de grote schaal leeg en toen kwam er nog een verrassing. We kregen allemaal nog een heerlijk bord yoghurt met aardbeien er door heen. Al heel gauw was ook die schaal leeg. Iedereen ging voldaan naar huis en zo eindigde deze fijne verjaardag. Wim Opdam, Noordw.hout. De be schrijving van je uitgaansdagje is heel goed. Leuk dat je er op school een prijs je voor. Van mij krijg je een pluim en een plaatsje in de krant. K.A.V. UITGAANSDAGJE VOOR DE JEUGD 's Morgens om 9 uur vertrokken we onder leiding van mevr. Looyestijn met een bus met ruim 40 kinderen, richting Amsterdam. Via Sassenheim kwamen we op de rijksweg. Na een mooie rit kwamen we om half 10 in Amsterdam aan. Daar aangekomen gingen we met z'n allen in 'n rondvaartboot en begonnen we 'n mooie toch door de grachten van Amsterdam. Er stond een juffrouw vooraan die allerlei bijzonderheden over Amsterdam vertel de. Er waren een paar Engelsen, Fransen en Duitsers in de boot, de rest waren Nederlanders. We zagen o.a. het huis van Rembrandt, waar hij met z'n vrouw Saskia twintig jaar heeft gewoond. Op no. 502 woonde burgemeester Van Hall. Dicht bij 't station stond het nieuwe ha vengebouw. Daarna voeren we het IJ op en gingen de havens bekijken. Daar hebben we verschillende grote zeesche pen gezien. We zagen de „Amsterdam" en een schip uit Liverpool in het dok liggen. Het leek wel of we op' zee voe ren. De boot schommelde wel een beetje maar het was erg leuk. In de verte was het Noordzeekanaal zichtbaar, maar zover zijn we niet geweest, Toen keerde de boot en gingen we terug naar de stad. Daar gingen we in de bus en nu ging het op Schiphol aan. Bij de ingang be taalde mevr.1* Looyestijn voor het hele stel. En nu gingen we allemaal in een soort treintje dat ons naar 't vliegveld bracht. Mieters mooi joh, het leek wel kermis. In de verte zag je de vliegtuigen opstijgen en dalen. We reden vlak langs een paar DC 8 straalvliegtuigen, die we van heel dichtbij konden bekijken. Een machtig gezicht was dat. Ook zagen wij nog vliegtuigen die met een laagje plas tic waren bespoten om roesten te voorko men. Daar waren de motoren uitgehaald. Die kosten toch nog elk 800.000 piek! Sommige vliegtuigen kunnen in 3 uur tijd startklaar gemaakt worden. Daarna reden we door een hangar waar een vliegtuig gerepareerd werd. Toen we al les gezien hadden gingen we weer naar de bus toe en aten ons brood op. We gin gen nu op weg naar de speeltuin in Half weg. Daar hebben we nog een poosje fijn gespeeld. Je kon in de kabelbaan en een karretje dat een helling afging en in de schommels. Het was erg leuk want Kees en Siem van de Burg speelden op de gi taar en zongen erbij. Toen we een poos flink geravot hadden moesten we toch weer naar huis toe, waar we ongeveer kwart voor zeven aankwamen. Eten hoef de ik niet, want we hadden de hele dag volop gesnoept. Ik ben vroeg naar bed gegaan want ik was moe, maar het was een heerlijke dag geweest. Volgende week uitslag van de raadsels en weer nieuwe. Dag allemaal. TANTE JO EN OOM TOON De emoes leven het hele jaar door in kudden te zamen. Alleen in de broedtijd vormen zij paren. Het wijfje maakt een nest, eigenlijk slechts een kuil in de grond. Daarin legt het 9 k 13 zacht groene eieren. Als dat geschied is, heeft het zijn plicht als moeder vervuld, gaat gewoon weg en laat de zorg voor haar eieren en de uitkomende jongen geheel aan haar man over. En al zou ze willen blijven, het wordt haar niet eens toege staan. De man jaagt alle emoes uit de nabijheid weg en al moet hij soms wel een paar maanden de wacht houden, eer het laatste jong uit zijn schaal kruipt, hij verliest zijn geduld niet. De pas ge boren emoes zijn grijs met groene stre- Den Papa verzorgt en beschermt hen tot ze „mans" genoeg zijn om op zich zelf te passen. 35ste Kinderpostzegel- actie Opmars naar de 25 miljoen Dinsdag aanstaande, klokslag trwaalf nur, zullen weer duizenden jongens en meisjes uit de hoogste klassen van de lagere scholen als een zwerm nijvere bijtjes neerstrijken voor zo goed als alle voordeuren in Nederland. De vraag „Wilt u kin derpostzegels bestellen?" zal weer klinken in het Fries, het Limburgs, het Amsterdams en verder natuurlijk in het zgn. beschaafd Nederlands De kinderpostzegelactie wordt dit jaar voor de 35ste niaal gehouden. Sinds 1924 - in de oorlog moest de actie enkele malen worden overge slagen - hebben de kinderpostzegels en -kaarten in totaal 22 miljoen gul den opgebracht. In dit jubileumjaar hoopt men de 25 miljoen vol te maken. Er wordt wel eens gevraagd of dat geld, nu de overheid op sociaal gebied zoveel subsidies verstrekt, nog wel nodig is. Maar, om met mgr. drs. J. C. van Overbeek, directeur van het r.k. doofstommen instituut St. Michiels gestel, te spreken, er zijn nog talloze noden die niet met overheidsgelden kunnen worden geleningd. Van de opbrengst van de kinder postzegelactie 1960, die niet minder dan twee en een half miljoen guden 'bedroeg, is een deel besteed aan zo genaamde „grote projekten". Deze keer is bijvoorbeeld twee ton uitgereikt aan de rooms-katholieke en protestantse instellingen voor do ve en slechthorende kinderen. De zakjes kinderzegels, die de schooljeugd de Nederlandse bevol king op 10 oktober komt aanbieden kosten twee gulden De frankeer- waarde van de zegels is 112 cent, zodat er 88 cent „Voor het kind" overblijft. De zegels blijven geldig tot 31 december 1962. Behalve postzegels worden natuur lijk ook weer prentbriefkaarten ver kocht: stadsgezichten, kerst-, nieuw jaars- en kinderkuarten en speciale f elicitatiekaartj es. Als je toevallig wat verf resten over hebt, kun je daarmee vermakelijke, zo genaamde (z.g.n.) abstracte figuren „schilderen" Hoe? a. Giet in een blikken doos water en laat de olieverf erin druppelen (ver schillende kleuren dus!) en roer ver volgens met een stokje, zodat de kleuren zich mengen. b. Neem een blad tekenpapier en laat het voorzichtig op de vloeistof vallen. c. Neem het even later eraf en laat het drogen. Door telkens andere kleuren bij je proeven te nemen krijg je ook iedere keer nieuw resultaat. 3 VRAGEN Hoe moet de meneer bovenaan links lopen om aan de uitgang te komen (beneden rechts). Hij heeft beslist hulp nodig van puzzelaars. Oplossing elders in deze krant. Nou, nou, nou GESCHENKEN VOOR KLEINTJES Als je een kleine jongen of een meisje een geschenkje wilt geven, kun je dat heel geschikt zelf maken. Je neemt ronde doosjes of kartonnen rolletjes (zoals van W.C. rollen) en knutselt er allerhande dieren uit. Je knipt de vóór- en achterzijde van het dier uit karton, zo groot, dat ze precies op vóór- en achteropening van doos of rol passen. Verf ze met bonte kleurtjes en plak ze voor de ronde openingen. Vul ze eerst op met snoepjes, met rozijnen, met aardnootjes of kleine koekjes. De kleine, die het geschenk ontvangt, zal natuurlijk de inhoud niet lang sparen, maar met het beestje zal hij soms nog heel lang spelen. Oplossing: nou, nou, nou Zet het plaatje op z'n kop en men ziet de bewoner achter de bloempot in het venster. Oplossing doolhof: bij de ingang meteen rechtsaf, dan direct weer naar links, vervolgens weer linksaf tot aan de rechterkant van het raad sel. Dan de tweede weg naar binnen nemen, daarna de eerste gang naar beneden tot aan de rand volgen. De rest is gemakkelijk te vinden. DE EMOE De Emoe leeft in Australië en is op één na de grootste vogel der wereld. Alleen de Afrikaanse struisvogel overtreft hem in hoogte en breedte. De emoe heeft geen veren aan de hals. De veren op zijn lijf zijn bruinachtig. Op zijn lange, krachtige poten kan hij een grote snel heid ontwikkelen. Een tempo van meer dan 50 km per uur kan hij wel meer dan een kwartier lang volhouden. Als hij ge dwongen wordt tot een abnormaal tem po, dan steekt hij zijn hals en kop hori zontaal naar voren (minder weerstand!). Zijn poten zijn ook zijn wapens. Met één klap kan hij een hond, die het hem lastig maakt, neerslaan. In gevangen toestand is de emoe zeer verdraagzaam en raakt meestal snel vertrouwd met zijn oppasser. 1. Wat zei de grote schoorsteen tegen de kleine? 2. Wat gaat onder en door het water zonder nat te worden? 3. Wie mag zijn hoed ophouden zelfs Dat is ook niet zo fraai, wat die als hij voor de koningin zit? straatveger daar doet! Laat hij maar Antw. elders. uitkijken, want de bewoner van het 1. Je bent eigenlijk nog te klem om te ^uis heeft hem in de gaten. Waar 26 De zonnestralen zit deze heer de straatvegerte be- 3.' De chauffeur van hare majesteit. spieden? Oplossing elders. (Een Engels sprookje) A rif 17 \T IWI7 DA1\II7CTA A If wat hiJ wel moest doen- groeide op, JAUV Eiil UËj DUlNEiMAAiV zoals hij zelf verkoos en verder liet al les hem onverschillig. Hoewel ze heel arm waren, mocht hij niet werken of liever, hij had er geen zin in. Het geld, dat zijn moeder verdiende, verkwistte hij grotendeels aan allerlei onnuttige dingen. Als er voor één of ander geld moest vezen, was de weduwe gedwongen één stuk van haar bezit te verkopen, zodat ze tenslotte alleen nog maar één enkele Er was eens een arme weduwe. Zij woonde buiten op het platte land. Ze had maar een kind, een zoon. Jack genaamd. De jongen werd heel erg verwend: z'n moeder keef nooit op hem, zei ook nooit, wat hij niet mocht doen en evenmin, koe over had. Toen was 't huilen na tuurlijk en hoewel zij zelf haar jongen zo vreselijk verwend had, begon zij hem nu alleen de schuld van haar ongeluk te geven. „Jou is het helemaal onverschillig, hoe het ons gaat, jij slechte jongen. Nu moet ik ook nog onze arme koe verkopen, als we eten willen. Allemaal de schuld van jouw luiheid en je verkwistingen", jam merde de arme, dwaze vrouw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 9