Drie jongens op vakantie
in Bretagne
Het knutselhoekje
't Hoorntje
DE WILDE WELDOENER
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Daar 't buiten nog maar steeds door-
plensde, lieten de jongens zich een spel
kaarten brengen, teneinde zich de tijd
een weinig te korten.
Om 3 uur waren ze nog steeds vurig
met hun spelletje bezig, toen de her-
bergdeur openging en mijnheer Ervers
op de drempel stond.
„Wel. heren kampeerders, hoe hebben
jullie 't gemaakt? Flink genoten van de
heerlijke natuur en 't buitenleven? Ik
dacht wel, dat ik jullie hier zou aan
treffen, toen ik ji Ilie vernielde tent zag
liggen. We zullen eerst nog allemaal
ook de gasten, en de waard, ene con
sumptie gebruiken".
Mijnheer van Ervers onderhield zich
nog 'n poosje met de waard en de vis-
sersgasten en noodde vervolgens de
kampeerders uit om in het rijtuig te
stappen, dat hem gebracht had.
„De kampuitrusting gaan jullie maar
eens ophalen, als 't weer droog is; die
wil ik in het rijtuig niet hebben".
Toen ze ingestapt waren, moest mijn
heer toch weer eens even plagen.
„Nou weten jullie ook wat kamperen
is; 't was natuurlijk reuze gezellig".
„Ja", zei Kees, „dat dacht ik wel. dat
U een- beetje leedvermaak zou hebben;
maar wie had er nu ook zo'n weer
verwacht. Een volgende keer zullen we
eerst naar de lucht en de barometer
kijken".
„Dat is natuurlijk heel verstandig,
maar je moet dan ook niet verzuimen
om eerst te leren, hoe je een tent ste
vig moet opzetten. Anders ben ik bang,
dat een volgende keer een flinke ruk
wind niet alleen de tent, maar ook zijn
bewoners mee in de lucht zal nemen"
Thuisgekomen, moesten de jongelui
natuurlijk eerst in bad en daarna zich
helemaal verschonen. Daarna had de
goeie „tante" heel wat op te knappen
aan hun plunje en schoenen.
De volgende morgen kreeg de familie
bezoek van Franse kennissen, die in de
nabijheid logeerden. Deze nodigden mijn
heer en mevrouw Ervers uit om met
hen een dagje met hun auto te gaah
rondtoeren in het Loire-gebied en daar
dan enkele van de vele fraaie kastelen
te gaan bezoeken. Het echtpaar Ervers
hield ook heel bijzonder van mooie
oude kastelen en daarom stemden ze
onmiddellijk toe. Onder gewuif van ons
trio en tante Netto vertrok de prach
tige, ruime wagen, maar niet dan nadat
moeder Ervers de jongelui flink op 't
hart gedrukt had, dat ze die dag geen
dwaasheden zouden uithalen.
Toen ze uit het gezicht verdwenen wa
ren, gingen de drie vrienden beraad
slagen, wat zij nu eens zouden onder
nemen. „Zullen we eerst naar de kam-
peerspullen gaan ophalen?" stelde Ton
„Ben je mal, laat die nog maar een
dagje liggen, ze zijn trouwens ook nog
lang niet droog.o En stelen zal nie
mand dat ouwe, vieze zaakje".
Henk stelde voor om één der vissers
op te zoeken, waarmee ze -de dag tevo
ren kennis hadden gemaakt en hem te
vragen, of ze die dag met z'n logger
mee mochten de zee op.
„Nou, daar grijp je naast hoor, ten
eerste zeilen ze 's ochtends al om 4 uur
uit en ten tweede houden de yissers niet
van „in de weg lopers" bij hun werk".
Daarmee was dit plannetje dus ook
van de baan.
„Nou Kees, dan ben jij aan de beurt.
Laat eens horen, wat jij zou willen".
„Jongens, jullie moeten nog ontbijten,
ik kan niet vooruit, zolang alles op ta
fel staat!" De stem van tante Nette
klonk zo gebiedend, dat ze zich haastten
om aan tafel te gaan, ze zouden 't wa
rempel vergeten zijn bij hun plannen
makerij. Terwijl ze er lustig op los
schransten, zei Kees opeens: ,„Zeg voe
len jullie wat voor 'n autotochtje?"
„Jó, schiet op, je vader zou je ervan
langs geven, als je dat durfde. En daar
bij, je kan niet eens rijden".
„Wat! Ik niet rijden? Ik heb al dik
wijls van papa de auto in en uit de ga
rage mogen rijden!"
„Ja maar, dat is heel wat anders
dan een autotochtje maken, dat zou je
vader beslist niet toestaan".
„Oh, hij heeft het me nooit verbo
den, echt waar".
„Ja, als dat zo is, dan willen we wel
en maar wat graag" zeiden Ton en Henk
gulzig.
Ze wisten natuurlijk niet, dat Kees 't
nooit aan z'n vader gevraagd had en
deze dus ook niet kon geweigerd heb
ben.
„Maar kun je echt wel genoeg rijden
om de weg op te gaan? We voelen er
natuurlijk niets voor om met 'n bescha
digde auto thuis te komen of misschien
wel te verongelukken".
„Maak je echt maar niet benauwd,
vertrouw maar op me en, voordat papa
thuiskomt, staat de wagen weer netjes
en zonder schrammetje in de garage
En mocht hij later van ons tochtje te
horen krijgen, dan zal hij toch niet
boos zijn, als alles maar goed verlopen
is".
Ze besloten tante Nette overal buiten
te laten. Van 'n moment, waarop zij
even naar 'n winkel moest, maakte ze
haastig gebruik om naar de garage te
gaan. Kees controleerde de auto op
benzine, olie en water en toen dit al
les nog ruim voldoende aanwezig was,
kroop hij achter 't stuur, terwijl Henk
en Ton als „passagiers" achterin plaats
namen.
De start verliep gunstig en weldra rol
de de wagen met 'n matig gangetje over
de, weg. Gelukkig was er weinig ver
keer en Kees voelde zich kiplekker
als chauffeur. Ton en Henk, die zich
aanvankelijk minder lekker voelden,
volgden met stijgende verbazing en met
groeiend vertrouwen de manipulaties
van de chauffeur.
Toen ze een kilometer of tien gereden
hadden, stopte Kees aan de kant van
de weg. Waar waren ze hu? Niemand
wist 't, want ze hadden geen van allen
verkeersborden gezien.
„Wel laten we dan hier in die mooie
wei gaan zitten en samen de kaart be
studeren". Aldus werd besloten.
CORRESPONDENTIE
Anny v. d. Kamp, Lisse. Wat heb jij de
oplossing op een mooie kaart geschre
ven. Alles was goed. Anny.
Dokie Béyk, Sassenheim. De raadsels
waren niet zo moeilijk hé?
Greet Haagen, Zoeterwoude. Zoals al
tijd was de oplossing prima in orde.
Wanneer komt er eens een verhaaltje
Greet?
Plonie en Stina Ilaagen, Zoeterwoude.
Natuurlijk vinden we het fijn als jul
lie meedoen. Jullie schrijven dat je de
kleine verhaaltje van de kinderen zo
graag leest, maar 't is nog veel leuker
om je eigen verhaaltje te lezen. Pro
beer het eens. Dag kinders.
Een kikker.
Een ei.
Een handschoen.
Deze keer heeft Greet Haagen 12 jaar,
Zuidbuurtoeweg 12, Zoeterwoude het
boek gewonnen.
NIEUWE RAADSELS
I. Zet deze woorden zó onder elkaar,
dat, van boven naar beneden gelezen,
de naam van een stad in Noord-Hol
land te voorschijn komt.
Van elk woord maar één letter ge
bruiken,
lak
lak
ram
ram
ram
mdrttr mdrtsmoeaaea
De oplossing insturen aan: Tante Jo
en Oom Toon, Krantentuin, Leidse Cou
rant, Papengracht, Leiden.
Wie heeft er zin in een mooi boek?
Dan aan de slag.
NU NOG EEN PAAR VERHAALTJES
Toos v. d. Star, Bodegraven. Wat heb
ben jullie een heerlijke vakantie gehad.
Je hebt het zó gezellig beschreven, Jat
de andere kinderen er vast van zul
len genieten.
EEN HEERLIJK DAGJE IN DE OPEN
LUCHT
Het was zeven juli. 't Was vrijdag om
7 uur 's morgens, dat de familie v. d.
Zanden al druk in de weer was. Nel,
14 jaar en Riet, 13 jaar, waren druk
aan het broodjes smeren en moeder
zou ze beleggen.
Om 8 uur zouden oom Jan en tante
Jo met de auto komen, want ze gingen
met z'n allen een heerlijk dagje uit.
Nel en Riet mochten ook mee. Hun
broer Jan was uit logeren, dus die kon
niet mee.
Om half acht waren de broodjes kant
en klaar en ingepakt. Oom Jan en tante
Jo zouden voor de rest zorgen.
De zwempakken werden ook meege
nomen, want als het warm zou worden
gingen ze ook naar zee.
Om even voor acht uur stond de au
to voor het huis. De benodigdheden
werden in de kofferruimte geduwd en
om 8 uur reden ze weg. Oom Jan, tan
te Jo en .Riet zaten voorin en vader en
moeder met Nel achterin. Eerst ging
het rechtstreekt naar Rhenen, daar gin
gen ze naar de dierentuin. Daar zagen
ze de prachtigste en vreemdste dieren
uit alle werelddelen. Riet en Nel kon
den niet uitgekeken komen. Maar ja,
overal komt een einde aan, zo ook aan
dit bezoek. Het was intussen mooi warm
weer geworden en om 12 uur stapten
ze weer in de auto en toen ging het
naar de duinen. Ze zouden daar gaan
pick-nicken. Tegen half twee waren ze
er. Ze zochten een geschikt plaatsje en
tante Jo spreidde het tafellaken netjes
uit, dat ze had meegebracht. Ze konden
er precies met z'n zessen om heen zit
ten en het was echt gezellig. Moeder
deed de broodjes op de bordjes en tan
te schonk onderhand limonade in. Na
dat ze gegeten hadden en een poosje
hadden zitten babbelen gingen ze naar
zee. Op het strand huurde vaden een
tentje en ze kregen nummer 219. Het
nummerkaartje werd er op vastgespeld
en ze konden er in. Ze gingen eerst hun
badpak aandoen en gingen toen een die
pe kuil graven. Van zand maakte Oom
Jan een trapje, om er uit te klauteren.
Een grote oude deken van moeder, leg
den ze er onderin. Daarna gingen ze
in zee. De een spattae de ander nat, zo
dat het uitliep op een echte stoeipartij.
Toen ze een half uurtje in het water
gestoeid hadden, kregen ze dorst en
gingen wat drinken. Ze bleven nog even
wat uitblazen en wreven zich in met
zonnebrandolie.
Oom Jan was zomaar in slaap geval
len en snurkte herhaaldelijk. Toen kre
gen Nel en Riet een inval en begon
nen Oom Jan in te graven. Hij werd
tot voorbij z'n middel onder zand ver
stopt. Van elke voet kwamen drie tenen
boven het zand uitsteken.
Jullie hadden z'n gezicht eens moe
ten zien, toen hij wakker werd. Het
leek wel een buldog gezicht en het liep
natuurlijk weer op een stoeipartij uit.
Daarna moesten ze weer even zitten om
elkaar te bewonderen, wie er wel het
bruinst geworden was.
Ineens sprong oom Jan op en rende
de zee in. Al gauw kreeg hij de hele
rij achter zich aan en ze renden de
bruisende golven in. Het leek net een
stel jonge honden, zo uitgelaten waren
ze. Toen werd het tijd om zich te ver
kleden. Tante Jo, moeder, Nel en Riet
deden hun strandpakje aan en oom Jan
en vader hun korte broek en hemd. Nu
gingen ze een strandwandeling maken.
Ze zagen mooie vogels. Oom Jan had
z'n verrekijker meegenomen en daar
mochten ze allemaal een keertje door
kijken. Daar kwam een groot schip aan
de horizon. Ze bleven een poos staan
kijken en toen zagen ze dat het zeeschip
door een sleepboot de haven werd bin
nengetrokken. De wandeling ging weer
verder, maar na 3 kwartier keerden ze
terug. Om zes uur waren ze weer aan
de tent. De dames deden haar jurken
weer aan en de heren hun lange broek
en blouse.
Toen hadden vader en oom Jan een
grote verrassing voor hen. Ze zouden in
Amsterdam gaan dineren.
„O, heerlijk", riepen Nel en Riet.
Tegen acht uur waren ze in Amster
dam. Er werd gestopt bij een restaurant
en ze gingen binnen. Vader en oom
Jan gingen het diner bestellen en on
dertussen zouden de dames een tafeltje
uitzoeken. Ze kozen een tafeltje bij het
raam en zo konden ze prettig over de
drukke weg kijken. Overal brandden er
mooie reklamelichten in prachtige kleu
ren. Het was in één woord schitterend.
Vooral Nel en Riet kwamen er niet op
uitgekeken.
Kijk, daar kwamen vader en oom Jan
al aan. Ze moesten goed zoeken om de
dames te vinden, zo vol was het. Voor
aan op 't toneel speelde een „band"
een vlot melodietje Enkele dames en
heren waren aan het dansen.
„Vader, wat eten we vandaag?" vroeg
tante Jo nieuwsgierig toen de heren ge
zeten waren.
„Zullen jullie wel zien", lachte vader.
Daar kwam een ober aan. Hij duwde
een karretje voor zich uit. Bovenop
stonden de borden met eetgerei en on
deraan een schaal heerlijke ossestaart-
soep.
Eerst krijgt ieder een plat bord en
daarop een diep bord. Dan wordt het
eetgerei er langs gelegd. Op een op
vouwbaar matje wordt de schaal soep
gezet. Ze mogen allemaal voor zich zelf
opscheppen en de schaal komt leeg.
Langzaam gaat de soep naar binnen,
want ze is gloeiend heet.
Als de soep op is, zitten ze wat gezel
lig te kletsen- Dan horen ze muziek
buiten. Het zijn tamboers in hun prach
tig gekleurde pakken. Ze trommelen
voorbij. Dan ineens ziet Nel een soort
pick-up waar je platen kunt draaien
voor een dubbeltje. Ze loopt gauw naar
vader en bedelt een dubbeltje. Ze kiest
de plaat van: „Peter en zijn rockets".
Als de plaat afgedraaid is en ze weer
stil zitten, komt de ober de diepe bor
den weghalen. Een andere ober komt
weer met zo'n karretje aanrijden. Nu
brengt hij aardappelen, doperwten, bo
nen, lekker vlees en heerlijke jus. Het
is allemaal even heerlijk en er blijft
niets over, geen kruimeltje. Zelfs de
juskom komt leeg. Ze blijven nu rustig
zitten luisteren naar de muziek van
het „bandje". Je zou er haast van in
slaap vallen.
Daarna wordt er heerlijke pudding
gebracht, met aardbeien. Als ze dat ook
verorberd hebben, loopt het al tegen 10
uur.
Gauw rekenen vader en oom Jan af
en voldaan gaan ze naar huis, nadat
ze nog iets in het busje van de „band"
gedaan hebben.
Nog een uurtje rijden ze door en dan
stopt vader om nog even iets te drinken.
Dan zetten ze de reis naar huis voort.
Na 3 km rijden zijn ze thuis. Ze halen
de broodjesmand uit de auto en bedan
ken oom en tante voor de gezellige dag.
Moeder, Nel en Riet ruimen vlug de
boel op en vader sluit alles af.
Het is half één als de lichten uitge
draaid worden en ze in bed stappen.
De volgende morgen worden Nel en Riet
pas om 10 uur wakker. Ze praten nog
dikwijls over die fijne dag.
Het verhaaltje van Toos v. d. Star is
zó lang geworden, dat er vandaag geen
ander verhaaltje aan de beurt komt.
Maar de volgende week gaan we weer
verder en ik kijk uit naar de nieuwe
verhaaltjes b.v. over het feest van 3
oktober. Dag allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON
DE UITRUSTING VAN 'N COWBOY
verkrijgbaar in 'n leerhandel of in een
speelgoedzaak. De ringen worden op de
volgende wijze door 't koord samenge
houden: Leg de 3 ringen op elkaar. Neem
nu 't koord van gewenste kleur en slin
ger 't om de ringen volgens voorbeeld
- bij de onderste ring naar buiten, onder
de 2e ring naar binnen en onder de 3e
weer naar buiten. Bij 't neerwaarts gaan
net 't omgekeerde. Als 't koord of
lint te kort mocht zijn, dan naai je
gewoon 't nieuwe stuk aan 't oude vast.
Als je klaar bent met vlechten, dau
naai je 't eerste en laatste eind van 't
koord strak aan elkaar.
Zo dikwijls ziet men jongens bij hun
spel aangekleed als 'n cowboy. Maar
velen van hen zullen niet weten, waar
om 'n cowboy zo'n grote hoed, een doek,
een gordel en hoge laarzen draagt.
De breedgerande hoed moet z'n ogen
beschermen tegen 't felle zonlicht. De
ze hoeden zijn afkomstig uit Mexico.
De doek is niet zo maar 'n sieraad,
maar 'n onmisbaar uitrustingstuk. Hij
bindt hem om neus en mond, als hij
over zandige terreinen rijdt, om zo
doende stof en zand in te ademen.
De gordel was oorspronkelijk bestemd
voor het opbergen van één of meer pis
tolen en munitie. Vroeger toch moest
de cowboy bewapend zijn om veedie
ven en andere ongure personen in toom
te houden. In West-Amerika mogen te
genwoordig alleen de sheriff ean de
vrederechter nog schietwapens in hun
gordel dragen.
Wel hebben veel cowboys een geweer
bij zich, om bergleeuwen, slangen en
andere dieren te kunnen doden, die
voor hun kudde gevaarlijk kunnen zijn.
De laarzen hebben hoge schachten
en hakken- 1. Om hem te beschermen
tegen scherppuntige cactussen en do
rens. 2. Om te verhinderen, dat z'n
voeten makkelijk uit de stijgbeugels glij
den, wanneer hij z'n lasso o meen wild
paard of een wilde koe heeft gewor
pen, wanneer die uit de kudde willen
vluchten.
DRIE PLA8TICRINGEN EN EEN
KOORD OF LINT
Deze servetring, die ook als eierdopje
kan dienen, is gemaakt van 3 plasticrin-
gen en pl.m. 60 cm plastickoord. De
ringen van een gordijn) hebben een
middellengte vanpl.m. 3 cm., 't koord
(of lint) is 3 cm breed. Eéen en ander
SAM LOYDS PUZZELSPEL
Sam Loyd is de naam van een Ameri
kaan, die een deskundige was op 't
gebied van puzzelspelen. Als jongeman
vond hij de opgave uit, die je onder c
vindt. Hij verkocht z'n vinding en dit
bracht hem in een wip 10.000 dollar
op, een fantastische som voor de le we
reldoorlog.
Als je die vierhoek in volgens stip
pellijnen in 3 delen knipt, dan moet je
vervolgende de 3 delen zo leggen, dat
de beide iockey's op de ezel rijdel.
Dit zonder t papier te vouwen of verder
te knippen.
De oplossing vinden jullie bij fig. d.
Zien jullie ook, hoe de ezels, die eerst
een vermoeide, lusteloze indruk maak
ten, nu opgeleefd en fiks galopperen.
IN LEIDEN heeft dezer dagen de
weesjongen uit 1574 zijn ver
eeuwigd entrée gemaakt, met veel
hutspot. Hij is op zijn sokkel bij de
Lammenschans geklommen en zal op
deze plaats tot in lengte van dagen
en, laten wij hopen, jaren de herin
nering aan het verlost zyn uit be
narde tijden levendig houden. Wij
maken ons ook op tot een luister
rijk vieren van de derde oktober. Het
is alom vreugde wat de Leidse klok
ken en klokjes slaan. Dit gejuich om
herwonnen vrijheid en rust is geliefd
geworden bij iedereen, die het Leid
se hart op de juiste plaats draagt.
Deze vreugde is noodzakelijk gewor
den voor het goed doen functione
ren van de Leidse levensader en het
zou een ramp betekenen als iets of
iemand te elfder ure nog roet in de
hutspot zou gaan gooien.
En laat nou iemand dit tóch ge
probeerd hebben. Het overigens goed
bedoelde roet kwam van de week
aanwaaien uit Den Haag, waar de
minister (dé minister is voldoende)
na veel overleg uit voorzorg een flin
ke hoeveelheid had laten aanleggen
en deze („en nóu niet langer wachten
ermeehad doen distribueren in
den lande.
Hoe de ontvangst
van de boeiend ge-
illustreerde B.B.-
richtlijnen in Tie-
tjerksteradeel, in
Gremeldongen of
in St. Klaassteen
is geweest is ons
niet bekend, maar
bij ons thuis was zij allerakeligst.
Het moet de minister bekend zijn ge
weest, dat hier en daar een lichte
paniek veroorzaakt zou worden, maar
hij móést wel: dit getuigt van de
grote verantwoordelijkheid van hem
en van zijn adviseurs.
\\i; geloven, dat we deze instruc
ties ter harte moeten nemen: een ge
waarschuwd mens telt voor minstens
twee. Daarnaast echter mogen we
toch wel oog hebben voor bepaalde
richtlijnen, die nog niet geheel uit de
B.B.-verf zijn gekomen. Zo willen wij
noq riet helemaal achter de zin ko
men van het dekkingzoeken buitens
huis, dat zo mogelijk binnenshuis
moet geschieden. Ook zien wij nu al
op tegen al dat ge-Je «p met radio's,
(vergeet vooral uw luistervergun
ning niet mee te nemen), die natuur
lijk keihard aan moeten staan an
ders horen wij er niets van in de kel
der. En laat het dan alsjeblieft niet
ge'M.tren, dat het in de stad net galmt
van de arbeidsvitaminen.
En hoe, geachte en gewaardeerde
blokwachters, tot wie wij ons moe
ten wenden, moet het geschieden als
wij Ons buitenshuis, wanneer het
gevaar onmiddellijk is, zonder in pa
niek te geraken helemaal moeten
wassen na over- en bovenkleding en
schoeisel te hebben afgelegd? Dat wij
ons ondergoed moeten aanhouden is
een uitvloeisel van ons aller schaam
tegevoel, maar in dit falloutgeval is
het toch valse schaamte, want het
reinigend doel zal niet worden be
reikt Afgezien nog van het op jc
gemak nog even de nagels knippen
ert in je oren er» neus peuteren. He
ren blokwachters, graag nog even
wat meer klaarheid in dezen en we
zijn bereid geheei achter u te gaan
statti als het zover is.... EEK.
DE GROTE ZEEMAN
MAGELHAENS' DOOD
Magelhaens werd ernstig in het ge
zicht en aan een arm gewond. Deson
danks wist hij met een speer nog één
zijner aanvallers te doden. Toen hij
daarna naar zijn zwaard greep om
verder te vechten, kreeg hij een steek
in z'n been, waardoor hij ter aarde viel
Terstond wierp een aantal inlanders zich
op hem en doodde hem.
Een zijner mannen, die zijn kleine
vloot weer bereikte schreef later over
hem: „Hij was dapper en vindingrijk;
zijn wil was zo hard als een diamant,
maar desondanks kon hij zo zacht en
teder zijn als een vrouw, Hij bezat liet
romantische gemoed van 'n dichter en
toch verdroeg hij de vermoeienissen
aan boord beter dan wie ook".
De schepen van Magelhaens zetten
de reis voort, nadat de grote aanvoer
der gestorven was. Eén der boten be
reikte Spanje in september 1522. Aan
boord werden nog slechts 17 verzwak
te maar fiere mannen. Zij hadden door
hun tocht bewezen, dat de aarde rond
is - waar men toen nog niet van over
tuigd was - en dat men er rondom kan
varen, al is het dan niet ijl z'n rechte
li'n.
Slot.