A Drie jongens op vakantie in Bretagne Het knutselhoekje DE WILDE WELDOENER ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1961 DE LEIDSE COURANT PAGINA 15 Ja, na de vakantieonderbreking zijn onze neven en nichtjes de draad van 't verhaal misschien wel kwijt geraakt. Dus even een opfrissing van 't geheu- gën. Mijnheer Ervers, een Brabants fa brikant, en zijn vrouw hebben hun zoon en z'n twee vrienden, na hun geslaagd toelatingsexamen voor 't gymnasium, meegenomen op vakantie naar Bretag ne, waar de familie een voormalige vis serswoning tot een leuk vakantiehuis hebben laten inrichten vlak bij de rot sige kust van het schiereiland. De eerste dagen brachten zij er door met baden, roeien en vissen. Op een morgen echter verklaarde Kees, de zoon, tegenover z'n vriendjes Henk en Ton: „We moesten vandaag voor de afwisseling eens wat anders ver zinnen. Wat zouden jullie zeggen van kamperen?" De beide jongens vielen de voorsteller onmiddellijk geestdriftig bij. Ze trokken dus met z'n drieën op mijn heer en mevrouw Ervers af om hun goedkeuring op 't plan te verkrijgen. ,,Nou, wat mij betreft", zei mijnheer, „ik vind 't geen gek idee, ik vrees alleen maar, dat jullie weinig of geen verstand hebben van 't inrichten van een kamp." Ja, daar konden de jongens niet veel tegen inbrengen, want geen van drieën had nog ooit gekampeerd. „Of dachten jullie soms te kamperen onder de strand- parasol, die we aan zee gebruikten?" vroeg papa Ervers met 'n ondeugende twinkeling in z'n ogen. De jongens haal den minachtend hun schouders op als antwoord op zo'n belachelijke vraag. „Kamperen doe je toch in 'n tent", gooide Henk er ietwat verontwaardigd uit. „Oh, dus zoveel weten jullie er toch wel van, dat valt me niet tegen." „Poeh!" deed Ton na deze spottende opmerking. „En moeder, wat zeg Jij ervan, je laat mij maar drie tegen één staan." „Wel, ik zeg, dat je een echte plaag geest bent en ik vind, dat je de jongens liever maar moest helpen bij 't uitvoeren van hun kampeerplannetje." „Ja, zie je, zo'n antwoord verwachtte ik wel zo ongeveer. Welnu, ik weet al wat. In de remise ligt in een hoek een strandtent, die we al een jaar of wat niet meer gebruikt hebben. Zoek die maar eens op en zie of jullie ze nog gebruiken kunnen voor 't doel. 't Trio erop af, dat begrijp je. Al gauw hadden ze van onder een flinke laag stof een dik pak blauwgestreept zeildoek vandaan gehaald en ook een bundeltje bijbehorende ijzeren paaltjes. Maar toen ze 't pak uitgerold hadden, bleken er tal van gaten in het zeil te zitten, die het ongedierte erin geknaagd had. Flinke jongens zijn echter niet gauw ontmoedigd. Kees holde naar z'n moeder om wat oude lappen, een dikke naald en stevig garen en op jongens manier waren na een uur de gaten ge dicht en bezaten zij een tentzeil in alle mogelijke kleuren: 'n beetje te bont wel iswaar, maar toch min of meer geschikt 1 om hen tegen mogelijke regen te be schutten. En nu de kampeeruitrusting verder aanvullen, 't Was weer Kees natuurlijk, die van een ogenblik van afwezigheid van tante gebruik maakte om haar hei ligdom binnen te sluipen en zich van de keukenbijl meester te maken, zodat ze in hun kamp hout zouden kunnen kap pen. Ton zorgde intussen met mevrouws hulp voor een picknickmand en Henk kon zich over enkele conservenblikken ontfermen. Daarbij bedelden ze „tante" nog een en ander af; deze was al heel scheutig door 't vooruitzicht dat ze de eerste dagen geen krabben en kreeften onder haar neus zou krijgen. Toen de jongelui meenden, dat ze vol doende bevoorraad waren, maakten ze zich klaar voor de afreis. Maar voor ze op stap gingen, kwam mevrouw nog even een kleine inspectie houden. Wel foei, wat denken jullie wel? Met je goeie schoenen aan op kamp- gaan? Geen kwestie van! Daar zijn waarachtig jullie vetleren stappers meer dan goed genoeg voor." Ja, daar hadden ze in hun vuur niet zo gauw aan gedacht. Dus vlug op de slaapkamer van schoenen gewisseld en daar gingen ze op stap: Kees voorop, tent op de rug en de ijzeren paaltjes tus sen z'n ceintuur, Ton volgde met de goed voorziene picknickmand en Henk sloot de stoet met verdere kampbeno digdheden op zijn rug. Papa en mama stonden voor 't open ze niet was overgegaan. Wat er dan wel gebeurd was, zal ik maar niet vertellen. Lidwien Buis, Leiden. Ook je best ge daan meiske. Je bent intussen al 11 jaar geworden. Fijne dag gehad? Hoe was het kamp met de kabouters. Daar ver wacht ik een aardig verhaal over. Dus tot schrijfs. Aad van Schle, Leiden. Dat zag er keurig uit. Zeker wel overgegaan? raam met lachende gezichten het ver trek gade te slaan. Kees, die meende in vaders lach een lichte spot te moeten constateren, riep nog: „Spot maar hoor, u ziet ons lekker toch de eerste week niet terug." Ze zouden hun tent opslaan op een enigszins beschut terreintje tussen de rotsen. Daar aangekomen ploften ze neer van de hitte en de vermoeienis. „Geluk kig, dat we onderweg nog een handkar hebben kunnen lenen, anders had ik 't bestorven", zo troostte Henk zich. „Denk erom, dat je hiervan tegen nie mand iets zegt, anders lachen ze ons maar uit", zei Kees, die het spotlachje van zijn vader nog niet vergeten was. Na wat uitgerust te zijn, werd onder het nodige gekibbel - ieder wou 't na tuurlijk het beste weten! - de tent op gezet. Toen dit tenslotte na veel vijven en zessen gelukt was, besloot men met een maar te gaan eten om weer op krachten te komen. Ton zou ditmaal op dienen. Hij haalde een blik sardientjes voor de dag, maakte het vrij deskundig open en zette 't vervolgens even op de grond om uit de mand een pakje brood op te duiken, dat ze erbij zouden op eten. Toen hij echter tot de verdeling der sardientjes wilde overgaan, bleek het blik te krioelen van de mieren. Ze zaten overal op de visjes en zwommen in de vette olie. „Hé, wat 'n vangst", riep Henk, „zoveel vissen hebben wij nog nooit gevangen!" Maar jongens zijn niet zo gauw vies. De drie pakten elk een grashalm en visten de gulzige bezoeksters uit het blik, waarna de inhoud zonder weerzin met smaak verorberd werd. (Wordt vervolgd) CORRESPONDENTIE Martha v. d. Klugt, R'veen. Met span ning zie ik naar je verhaaltje uit; dus. tot gauw schrijfs. Gerdie v. Wieringen, R'veen. Dat heb je netjes geschreven. Je bent zeker over gegaan?- Alie v. Zaal, Lopik. Wat heb jy leuk postpapier, daar moet je me maar dik wijls een briefje van sturen. Sina Fase, Hazerswoude. Leuk be dacht, met dat opgeplaket plaatje, 't Was prima in orde. Ageeth v. d. Werf, Nw.hout. Dat moot je zeker doen Ageeth, een verhaaltje maken over je vakantie. Je naam zal ik zeker goed onthouden. Weet je ook waarom? Corrie Zwetsloot, Voorhout. Voortaan trouw meedoen Corrie. Als je me een briefje schrijft, krijg je zeker een brief je terug en.je hebt de kans het boek te winnen. Aagje Zandbergen, Zoeterwoude. Ja hoor, 't was allemaal goed. Groetjes aan allemaal. Annelies v. d. Meer, Leiden. Goed zo, Annelies. Had je een mooi rapport? Groetjes aan je vriendinnetje Ineke. Schrijven jullie me nog eens gauw. Ans v. Bergen Henegouwen, Leiden, komt met: VAKANTIE Elsjekomt vlug uit school vandaan. „Mama, ik ben over naar de 5e klas!" komt ze het huis binnen, hollend en zwaaiend met haar rapport. Moeder is in de keuken bezig. „Els, laat je rapport eens zien", zegt moeder, haar handen drogend. Ze kijkt aandachting naar de cijfers. „Kind, wat een mooi rapport", zegt ze verrassend en geeft Els eens klinken de zoen. Daar komt vader aan. Hij ziet blijde gezichten. „Laat mij ook eens zien", zegt hij. Even later zegt vader: „Nou kind, dat ziet er best uit. Ik ga straks toch naar de stad, dan breng ik wat moois voor je mee". En ook van vadre krijgt ze een dikke zoen. Toen vader thuis kwam, keek ze al gauw in vaders zakken. Daar voelt ze al- een pakje. Ze pakt het uit en „Ooo!" roept ze blij, want het is een mooi armbandje met zes bedels er aan. Nu is het de beurt van Els om vader een zoen te geven. Wat is ze daar blij mee! Natuurlijk dadelijk passen en 't past precies. De volgende dag kwam er een boodschap, dat ze 's maandags bij haar allerliefste tante mocht logeren. Wat was het toch allemaal fijn, maar dit zou zeker niet allemaal gebeurd zijn, als ONS SCHOOLREISJE We moesten om 8 uur op school zijn en toen we er allemaal waren, vertrok ken we met de bus. We gingen eerst naar Madurodam. Daar was het heel erg mooi. Ik was bij de groep van mevrouw Boone. We begonnen bij nummer 1. In Madurodam zagen we alles in het klein. Er was een kerkje, dat was een beetje groter dan ik. Er was ook een luidspre ker, waardoor alles werd uitgelegd. Toen we alles gezien hadden, gingen we limo nade drinken. Dat smaakte heerlijk. Nu gingen we naar Drievliet. We reden eerst nog een eindje langs het strand, want er waren kinderen, die nog nooti het strand gezien hadden. Drievliet is een grote speeltuin, bestaande uit drie delen. Er was ook een Doolhof, maar daar moest je een dubbeltje extra voor betalen. In het midden stond een ape- kooi. Je mocht er net zo lang blijven, als je wou. Er was ook een tent met botsautootjes. Ook was er een lachpaleis. Daar gingen we natuurlijk in. Om half één gingen we onze boterham eten en toen we daarmee klaar waren, mochten we tot twee uur gaan spelen. We gingen nu verder naar Rotterdam en Jaar maakten we een rondvaart. Dat was heel erg mooi. Toen gingen we naar Wasse naar, naar Duinrell, een speeltuin en een dierenpark. We bleven daar tot acht uur. Het werd nu tijd om naar huis te gaan, maar eerst kregen we nog een ijsco. Wat gaat zo'n dag toch vlug voor bij. De hele tijd hebben we in de bus gezongen. Zo waren we gauw thuis. Het was een geweldige, reuze fijne dag ge weest, waar we nog een hele tijd over zullen denken en praten. Maria Kapel, Noordwijb. De oplossing was goed. Heb je een fijna vakantie ge had? been en dan nog wel in de vakantie. gen, dan kon zij niet „We hopen dat het beentje gauw ge neest", zeiden vader en moeder. Jopie, Zaal, Lopik. Nou Jopie, dat was geen prettig einde van een dag, die zo mooi begonnen was. Vertel het maar eens aan de kinderen. NAAR HET BOS Het was heel warm weer en we gin gen met z'n allen naar het bos. Daar was het pas fijn. We gingen eerst pad destoelen zoeken en ook wel boompje klimmen, maar dan moest je een fijne boom uitzoeken. Intussen kwam er thuis bezoek. De buren zagen het en die wis ten dat we naar het bos waren. Ze ver telden het en toen ging de visite ook naar het bos om ons te zoeken. Dat was niet zo moeilijk. Ze hoorden ons in de verte al praten en roepen. De kinderen zagen hen het eerste en ze liepen er op een drafje naar toe. We bleven nog wat wandelen in het bos, maar toen de lucht donker werd, gingen we allemaal naar huis. Nauwelijks waren we thuis of het begon te bliksemen en te donderen, 't Was heel erg, juist boven ons dorp. Op eens hoorden we de sirene loeien. „Het is ergens ingeslagen", zei moeder. Even later kwam de brandweer aanrijden en hield stil bij onze buren. Daar was brand. De vlammen laaiden hoog op. De brandweer spoot alles nat. Oei, het sloeg over naar onze schuur. Wat waren we bang. Een tweede brandweer kwam aan rijden en die spoot al, voordat hij bij ons op de werf was. Het onweer was nu over en na een poos was de brand geblust. De buren kwamen later bij ons kijken. Bij ons was alleen de schuur voor een deel verbrand. Het was geen fijne dag. SLAKKENTEMPO Coble v. d. Krogt, Sassenhelm, vertelt DE GEHEIMZINNIGE VIJFHOEK iver een heel fijne dag, die ze gehad ïeeft, toen ze met een heleboel kinde ren, wel 500, naar Groenendaal geweest is. NAAR GROENENDAAL We zijn 8 augustus naar Groenendaal geweest, met onze speeltuinvereniging. We gingen met vier bussen, die twee maal heen en terug reden, want er wa ren wel 500 kinderen. Het waaide die dag wel, maar in de bossen was het lekker buiten de wind. We hebben veel plezier gehad. Er was daar veel te zien; een mooie kinderboerderij, een speeltuin en nog veel meer. We kregen limonade en snoep. De dag was veel te gauw om. Om half 7 moesten de kleintjes naar huis en de groten mochten blijven tot half acht. Het was een heel fijne mid dag geweest en ik hoop dat we nog eens zo'n reisje krijgen. Zoals ieder jaar geeft de speeltuinvereniging ook nog een avond met kampvuur en een middag met schatgraverij. Er liggen nog goede oplissingen van: Hennie van Kcsteren, Nw.hout; SJani Langeveld, Voorhout; Bert van Dlemen, Nleuw-Vennep; Lenl van Santen, Wou- brugge; Jan de Bruyn, NIeuwveen; Cora v. d. Hulst, Alphen; Greetje van Leeu wen, Voorschoten; Hans Berkhout, Voor schoten; Gerda v. d. Akker, Zouterwou- de; Frans Schaper, Alphen; Saus van Buytenen, Leiden; Ineke van Kuyk. Lelden; Anje Heemskerk, R'veen; Lla v. d. Geest, Leiden; Kees en Bram van sssjk sssüü sa, s.*:; T„„. Tn._ hoekpunt een lijn trekt naar de twee lén, J. Heetwtnkél, Ltide'n. tegenoverliggende hoeken krijg je niet alleen een ster met vijf punten, maar er ontstaat tevens by de snijpunten der lijnen een nieuwe vijfhoek. Ga je daarin weer op dezelfde wijze te werk, dan ge schiedt er weer 't zelfde, maar met klei nere afmetingen.. Omgekeerd kun je ook van de kleine vijfhoek de zijden gaan verlengen, dan krijg je ook weer een ster met vijf punten. Door de toppen van die vijf punten met rechte lijnen te verbinden, krijg je ook weer (en nu een grotere) een vijfhoek. De Grieken en ook andere volken ge loofden dat de vijfhoek toverkracht be zat. Hun vissers b.v. weefden een vijf hoek in hun netten, die deze tegen de boze geesten op zee moest beschremen en tevens de visvangst moest begunsti gen. ALS DE BLAADJES VALLEN.... TANTE JO EN OOM TOON bodem der doos terecht, dan heeft de werper 10 punten verdiend. Vooral als er 'n tikkeltje wind is, zal Je het spel op het grasveldje erg moeilijk vinden, maar je krijgt er wel handigheid in. EEN ONGELUK Het was woensdagmiddag, dus de kin- de-en hadden vrij. Karei, Kees, Jan en Piet, de vier vrienden, zouden gaan vis sen. Jan en Piet waren er al. „Ik ga even Kees en Karei halen", zei Jan. „Goed", zei Piet. Toen Jan weg was, ging Piet alvast vissen. Hoe het met Jan ging? Eerst had hij Karei gehaald. Ze moes ten nu oversteken bij een drukke straat, want aan de overkant woonde Kees. Kees zag hen al aankomen en stak zon der uit te kijken, de straat over. Juist kwam er een auto aan. De auto remde, maar toch schoot Kees onder de auto. Meteen viel hij neer. Hij was dadelijk bewusteloos en werd naar het ziekenhuis gebracht. Hij had een gebroken been en moest 6 weken blijven zitten. AFGELUISTERD IN DE KLAS Toosje komt de juffrouw vertellen dat haar voet slaapt. „Juffrouw, hoe kan dat nou, dat je voet slaapt?" vroeg Sjaantje, een kindje uit de eerste klas. „Ja, dat kan heel goed", zegt de juf frouw en ze gaat zo duidelijk mogelijk aan de kleintjes uitleggen, hoe een been. arm of voet kan slapen doordat de bloedstroming door de een of andere oorzaak belemmerd wordt. Het lichaams deel gaat dan prikken en dat noemt men slapen. Ineke heeft goed geluisterd, maar toch wil ze nog iets weten. Juffrouw", vraagt ze, „als je voet slaapt, gaat dan je eksteroog ook dicht?" Nu moest de juffrouw toch echt erg lachen. Nellie v. Eyk, Ter Aar: HET ONGELUKJE Petra was aan het wandelen met haar nichtje. De buurvrouw riep haar even om iets te halen, wat ze de vorige week had vergeten mee tt nemen naar huis. Petra keek om en viel over een steen, juist in een kromme spijker. Het was een flinke wond in haar been en het Lloedde erg. De dokter kwam er. zette er twee krammen in. Daar zat ze nu, met haar gewonde Een slak kruipt met een snelheid van 8 cm per minuut. Proeven met slak ken hebben als hoogste snelheid 1 dm per minuut geconstateerd. En deze „snel le" gang kan ze slechts zeer kort vol houden. Gemiddeld vordert ze zelfs per uur nauwelijks 60 cm. Dat is niet zo ver wonderlijk, als men bedenkt, .dat de slak zich tegelijkretijd ook een weg moet banen. Haar lichaam zet nl. een slijm af. dat 't vlak, waarover ze kruipt, zo mooi effent, dat ze zich in 't geheel niet be zeert, zelfs al zou ze over de scherpe kant van een mes kruipen. In de universiteit van Maryland (Ame rika), waar men deze proeven nam. kwam men ook tot de ontdekking, dat een slak zo ongelooflijk sterk is. Ze kan een speelgoedwagentje voorttrekken, dat wel 200 maal zo zwaar is als haar eigen lichaam. Als een baby van 10 pond in verhouding ook zo sterk was, zou hij wel een hele auto op kunnen tillen. Fig. B. SPEL MET KARTONNEN BORD EN KOGEL (OF KNIKKERS) Neem een kartonnen bord en maak er 3 ronde gaatjes in. Het kleinste moet de kogel precies doorlaten, het tweede iets groter en het derde nog weer wat ruimer. Je legt de kopel op het bord en probeert met zachtjes wiebelen hem door één van de gaatjes te laten vallen. Daarbij levert het grootste gat b.v. 1 punt, het daarop volgende 2 en het nauwste 3 punten. Iemand telt daarbij b.v. tot 25 en noteert de punten. Na elk b.v. vijf beurten gehad te hebben, wor den de punten bij elkaar geteld voor ieder en is de hoogste winnaar. Je kunt die kartonnen bordjes ook gebruiken voor een werpspel in huis of, bij gunstig weer, op een grasveldje. Op een afstand van b.v. 3 of 4 m van een getrokken lijn zet je een bakje of 'n kartonnen doos, waarvan de opening iets groter is dan de bordjes. Raak je bij 't werpen alleen maar de doos, dan geeft dat b.v. 2 punten, komt de „schijf" er wel in, maar niet plat op de bodem, dan wordt de worp beloond met 5 pun ten. Maar komt het bord plat op de Je hebt mensen, die het leuk vin den om hun tuintje bij te harken, anderen weer houden er meer van om toen te kijken. Ook op dit plaat je staat ergens een toeschouwer, maar waarOplossing elders in deze krant. MAAR KOM DIRECT TERUG! Meneer Mulder stuurt Jantje naar de melkboer, „maar zo gauw moge lijk terug zijn, hoor!" Jantje blijft toch aarzelen; misschien heeft hij gemerkt, dat de zaak niet helemaal klopt. Op de tekening zijn namelijk acht fouten te constateren. Wie vindt ze? Oplossing elders. DE GROTE ZEEMAN DE GROTE REIS VAN MAGELHAENS De bewoners dezer eilanden hadden een uitgesproken zucht tot stelen, o.a. stalen zij de jol van Magelhaens' schip. Daarom noemde hij de eilanden Ladro- nen d.w.z. „Dieveneiland". Gelukkig echter kon Magelhaens nieu we voorraad drinkwater en levensmid delen inslaan en daar..a de nog 900 mijl lange tocht naar de Filippijnen vervol gen, waar hij dan zorg zou dragen, dat de zieke en uitgehongerde bemanning verpleegd en weer op krachten kon ge bracht worden. Op z'n schip had Magelhaens een slaaf, die de taal der Filippijnen verstond en daardoor kon hij van hem vernemen, dat hij het voornaamste doel van zijn reis, nl. de Molukken, naderde. Magelhaens benutte zijn verblijf op de Filippijnen ook door aan de bewoners het christendom te doen prediken. Zijn snelle vriendschap met vele stamhoofden droeg er mede toe bij, dat vele familieè met hun ondergeschikten zich lieten do pen. Wanneer Magelhaens het gewild zou hebben, hadden zij en zijn mannen hier schatten kunnen verwerven door de goedgunstigheid der bewoners; maar zij lieten zich slechts geringe geschenken welgevallen, om zo de goede verhouding tot deze eilandbewoners niet te vertroe belen. Wel toonde hij hun de uitrusting en de vuurwapens van zijn mannen om hun aan het verstand te brengen, dat ze daar met hun primitieve wapens niet tegenop konden. Wilde hij hun enerzijds daardoor ontzag inboezenen, van de an dere kant beloofde hij hen tc komen helpen als ze door oorlogszuchtige buren zouden worden lastig gevallen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 15