Hongaarse kunst in ballingschap
OOK IN HAAR 16e SEIZOEN BLIJFT
K&O HET BESTE BIEDEN
GEEN ALLEDAAGSE HOBBY:
VERZAMELEN VAN BIDPRENTJES
l^jnrSSSS
ssT
•ggwss»:sw
Amsterdamse antiquair heeft er ruim
300.000
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 14
¥"\e tentoonstelling „Hongaarse kunst in Ballingschap",
welke tot 10 september in de Oranjerie van de Hor
tus Botanicus wordt gehouden, is in veel opzichten een
openbaring en tevens een bewijs van de door drs. Van
Wessem in een inleiding tot de tentoonstelling opgewor
pen stelling, dat de Hongaarse kunstenaars, overge-
fcracht in een voor hen geheel vreemd artistiek milieu,
zich daaraan moesten onderwerpen met handhaving van
hun eigen persoonlijkheid. De tentoonstelling, in het
bijzonder die van de schilderijen, maar ook - zij het in
iets mindere mate - van de zware-witkunst, geeft van
deze ontwikkeling een scherp beeld. Niet alleen in de
keuze van onderwerpen, dikwijls nog gericht op het
Hongaarse verleden, doch ook in het veelal nog som
bere palet, getuigend van een geestelijke onvrijheid, die
ook - misschien: juist - de kunstenaar zo lang onder
zware druk heeft gehouden. Slechts langzaam hebben
zij zich daaraan kunnen ontworstelen en kwamen zij
tot helderder, soms zelfs reeds zonnige kleur; de jon
geren eerder, de ouderen wat trager.
Die langzame worsteling in een vrijere ontwikkeling
wordt n.o.m. treffend geïllustreerd door drie wer
ken van de in Parijs werkzame Tamas Konok. Zijn
„Plage", een strand met eendump van auto- en
vliegtuigwrakken, is zo goed als geheel gehouden in
sombere bruinen. Ook „Cirque" vertoont deze tint nog
in de hoofdmotieven,- doch hier reeds opgehoogd met
het lichtere oranje. Zijn prachtige doek „Marseille" is
levendig en spontaan geschilderd en toont Frans-expres
sionistische invloeden. Een doek van Laszló Nèdasdy uit
Genève, „Le paon et les pauvres gargons", een huive
ringwekkende symboliek van geketenden, is geschilderd
in een getemperd pointillé. Ook „Huiswaarts", een olie
tempera van de in Arnhem werkende Ferenc Gögös,
vertoont noordelijke kenmerken. Het gegeven, een be-
jaar boerenechtpaar, berustend in de omstandigheden,
als verbonden met him dieren en werktuigen, moge
dan ook nog zo volledig Hongaars zijn.
„Venezia" van de in Zwitserland wonende schilderes
Erzsébet Csagoly heeft een vrouwelijk-lichte toets in
kleur en vormgeving. Kleurrijk zijn ook de olie-verven
van Péter Tehel uit Oslo, die een fantasiebeeld van
zijn wereld schiep in „Vroeg voorjaar", „Giftige padde
stoelen" en „Speelse bergtoppen".
Ondanks t.v. en schouwburg
„Moeder en kind" (cat. nr. 82),
schildering op papier van Andrés
Salyó, thans in Mexico woonachtig.
Dij de prenten is mooi werk te
zien, zowel uit een oogpunt van
hniplr ale van hpplH TTit Hp vppI- me^ ee_n Oranje getinte
Van de in Londen werkzame Odön
Kaposy hangen er een drietal zon
nige abstracten, w.o. „Toccata" in techniek als van beeld. Uit de veel- - - -
prachtig afgewogen kleine mathema- heid doen _wij een willekeurige H
UITGELEZEN PROGRAMMA VOOR
IEDERE SMAAK
VOLKSUNIVERSITEITEN en andere culturele instellingen in ons land
hebben het verre van gemakkelijk de laatste jaren. Zij moeten tegen
woordig opboksen tegen de tv-concurrentie, bovendien is er nog te kampen
met een gebrek aan lokalen,waarin de verschillende programmapunten
kunnen worden ondergebracht. Het bestuur van de Leidse Volksuniversiteit
K&O kan van deze moeilijkheden, meespreken. Maar van de andere kant
is men bijzonder tevreden over het bezoek aan de verschillende aktivitei-
ten van K O in Leiden en over de toename van het ledental, dat in het
seizoen 1959-1960 10.500 bedroeg en in het afgelopen jaar is toegenomen
tot 11.650, wat wil zeggen, dat de Leidse Volksuniversiteit percentueel ge
zien van alle volksuniversiteiten in Nederland het grootste aantal leden
heeft. Deze gang van zaken ziet het K O-bestuur als een waardering
van hetgeen deze stichting telkenmale te bieden heeft en een stimulans
om op de jaren geleden ingeslagen weg voort te gaan.
„Op weg naar de 12.000 is het devies van K&O geworden en deze
verdere schrede vooruit in het 16e K O-seizoen, dat thans voor de deur
staat, wordt gedragen door een programma, dat niets onderdoet voor dat
van het afgelopen jaar.
sche Comedie, Nederlandse Comedie,
het Rotterdamse Toneel en de Toneel
groep Theater komen weer naar
Leiden, ondanks de ook elders „veel
besproken" Leidse Schouwburg. Het
wordt, aldus de directie van K.
O., steeds moeilijker deze grote ge
zelschappen naar de Sleutelstad te
krijgen. Tal van andere steden, ook
kleinere, verkeren in een veel betere
situatie en verdienen dan vaak de
voorkeur. Leiden raakt door zijn be
perkte outillage met de jaren hard
achterop.
ty" in een vrijere vormgeving.
rey:„De biddenden", een prachtige ^SSSSL 7"
een mooie ets van een gevoelig ge
grift klein naakt.
Mooi van vlakvulling zijn de ab
stracten in O.I. inkt van Constantine
Mouchos uit Londen. Vooral nr. 94
treft door de mooie vloeiende lijnen.
Ontroerende prenten zijn er van An
drés Salgó uit Mexico, waaronder
vooral een „Moeder en kind", waar
van wij een foto geven, en „Chris
tus".
Van geheel ander genre zijn een
vijftal opvallende houtsneden van
Jószef Domjén, werkzaam in de Ver
enigde Staten, met de grote, ana
tomisch zeer merkwaardige figuren.
De in Londen woonachtige Zoltan
Herpay beweegt zich met zijn aan
trekkelijke decoratieve wandversie
ringen op weinig betreden paden.
Voor zijn composities gebruikt deze
kunstenaar de meest uiteenlopende
materialen: metaal, hout, fluweel,
enz. Drie werkstukken hangen er
van hem. Ons kon het meest beko
ren „Colors in light".
Cr is slechts één beeldhouwer op
*-J deze interessante tentoonstel
ling met werk vertegenwoordigd, nl.
de in Parijs wonende Miklós Dallos.
Hij heeft een drietal kleinere mar
mers opgesteld, waarvan wij het
mooiste vonden „Amabile", een half
opgerichte vrouwentors in mooi en
vloeiend lijnenspel. Liefdevol gebei
teld is ook zijn „Torse de femme",
een kleine staande rompfiguur van
edele lijn. Het „Portrait de Mm Ali-
fat" is echter zeer conventioneel en
vermag weinig te ontroeren.
W. PRINS
Groeiend ledental;
faciliteiten voor
groene-kaartliouders
Voor de personeelsleden von be
drijven, welke geen subsidie aan K.
O. verlenen, maar die lid zijn van
een vakverenigiing is er goed nieuws.
Ook zij kunnen groene-kaarthouder
worden en genieten van geredu
ceerde prijzen omdat zij hun lid
maatschapskaart thans bij hun vak
vereniging kunnen bemachtigen.
De lage contributie blijft gehand
haafd, waarmee K. O. in het ver
enigingsleven wel een uitzonderlijke
plaats inneemt. Het is niet te verwon
deren, dat bij menigeen de vraag
rijst: waar kunnen ze het van doen?
K. O. dóet het niettemin en zorgt
er zelfs voor, dat het K. O.-pu-
bliek een verwend publiek kan wor
den; als het niet het beste kan bie
den, dan biedt K. O. het niet! Dit
is de naam, die in Leiden hoogge
houden dient te worden.
IÏET AFGELOPEN SEIZOEN heeft
verscheidene hoogtepunten ge
kend. Op toneelgebied staat K, O.
in verband met het ontbreken van
een ruime schouwburg met de rug
tegen de muur. De gezelschappen
komen meestal met stukken, die een
grote montage hebben en derhalve in
Leiden geen onderdak kunnen vin
den. Zo gingen 2500 K. O.-ers naar
My Fair Lady in Carré; men was op
getogen.
Ook wat de cursussen aangaat mag
K.' O. terugzien op een geslaagd
seizoen.
De vier beste Nederlandse toneel
gezelschappen de grote Vier: Haag-
Toneel.
Zowel voor de gele- en groene-
kaarthouders is aantrekkelijk toneel
weggelegd. De „gelen" kunnen om te
beginnen genieten van het kostelijke
blijspel „Een mal meisje" door de
Haagsche Camedie, met o.a. Myrra
Ward en Paul Steenbergen van de
Toneelgroep Theater en één van het
Rotterdams Toneel kunnen zien.
Over de op te voeren stukken wordt
nog onderhandeld. Vanzelfsprekend
wordt dit altijd het beste.
Concerten.
MUZIKAAL HEEFT K. O. ook
weer heel wat in petto. Twee
grote symfonie-orkesten i verzorgen
als vanouds de Meesterserie van zes
concerten: het Residentie Orkest' en
het Rotterdams Philharmonisch Or
kest. De groene-kaarthouders krijgen
weliswaar vier concerten met een po
pulair karakter, maar het gehalte is
iets minder „licht" gehouden. Deze
reeks opent in september met een
programma gewijd aan Eeethoven:
ouverture Leonore III, pianoconcert
no. IV en de vijfde symfonie. De sym
fonieconcerten worden geleid door
Willem van Otterloo, Eduard Flipse,
Istvan Kertesz en de bekende ne
gerdirigent Dean Dixon. Solisten zijn:
de pianisten Rudolf Firkusny en An-
dor Foldes, de bariton Camille Mau-
rane en de violiste Edith Peine-
mann. Het kamerorkeest is ditmaal de
wereldbekende Solistes de Zagreb;
het Concertgebouw Quintet geeft een
concert in de Zuide?kerk.
In het Casino-theater draaien weer
twee reeksen van elk drie films.
Deze films van de maand zijn we
derom topfilms, die om artistieke of
andere redenen een reprise waard
zijn. Het zijn o.a. „Quai des Orfèvres",
het Russische meesterwerk „Als de
kraanvogels vliegen" en „Le Million"
van René Clair.
Filmstudiekring.
De Filmstudiekring zal ongetwij
feld kunnen genieten van bijzondere
filmwerken, die niet in openbare
vertoning zijn geweest, maar die vol
op een vertoning in deze selecte
kring rechtvaardigen. Onderhandelin
gen zijn gaande over „De brief die
nooit verzonden werd",, „Yield to
the Nigth", „Huis Clos" enz .Verder
zal een avond worden gewijd aan bij
zonder goede reclamefilms.
IN DECEMBER kunt u uw hart op-
halen bij de nieuwe succesvolle
Sleeswijk Revue ,,'t Staat in de ster
ren" met Willy Walden en Piet Muy-
selaar. K. O. regelt het vervoer
van en naar Carré op de bekende
wijze. De Fritz Hirsch Hoofdstad-Ope
rette komt in januari naar de Leidse
Schouwburg met „Das Dreimaderl-
haus", de onsterfelijke melodieën van
Franz Schubert. De Nederlandse
Opera sluit het seizoen af met enige
voorstellingen in Den Haag. Dit blijft
nog een verrassing. Ook zal men in
de Grote Pers van de Lakenhal af
en toe weer voorstellingen trachten
te brengen van modern- experimen
teel toneel, zoals dit vorig jaar met
groot succes gebeurd is door de jon-
gerenwerkgroep van de Haagsche
Comedie.
De volgende week hopen wij te
rug te komen op het werk van K.
O., speciaal wat betreft de afdeling
ontwikkeling met de talrijke lezin
gen en cursussen.
Zo zult u Willy Walden, Piet Muy-
selaar en Roland Wagter jr. kunnen
zien in ,,'t Staat in de sterren", een
uitbundige revue, voor het zien waar
van K. &0. u alle mogelijke facili
teiten verleent.
„Les Solistes de Zagreb", wereldbe
roemd ensemble, door K. O. bin
nen de Leidse veste gehaald.
„Huiswaarts" van de in Arnhem wonende Hongaar Ferenc Gögös.
(Opnamen „De Leidse Courant")
„Bid voor de Ziele van Zaliger
ZOLANG ER MENSEN ZIJN hebben deze getracht, door het oprichten
van piramides, standbeelden, grafkelders en grafstenen, de herinnering
- hoe iel dikwijls dan ook - te bewaren aan de overledenen.
Sedert de zeventiende eeuw zijn daar de bidprentjes bij gekomen. De heer
Leo Bisterbosch kan u hier alles over vertellen. Hij is als doodsplaatjes-
verzamelaar een expert in deze materie.
„Memento, homo, quia pulvis es
et in pulverem reverteris" -
„Gedenk, mens, dat ge stof zijt
en tot stof zult wederkeren".
Zo luidt de spreuk, die deze Am
sterdamse antiquair heeft laten aan
brengen op een wand van zijn „Old
curiosity shop" in de Sint Luciën-
steeg. Zij bevindt zich boven tien
duizenden bidprentjes, die hier keu
rig in laden .albums en kistjes liggen
gerangschikt. Een zinrijk gezegde
echter, waaraan ge in deze zaak, met
haar rijen doodsprentjes, echt niet
behoeft te worden herinnerd. Ruim
driehonderdduizend van dit soort na
gedachtenissen van afgestorvenen
zijn er in totaal bij deze verzamelaar
te vinden. Het zijn vaak levensge
schiedenissen in het klein. Zo'n drie
eeuwen spreken er uit.
In het antiquariaat treft ge verder
allerlei antieke curiositeiten aan;
boeken over de meest zonderlinge
onderwerpen, munten, oude schilde
rijen, prenten en belegen zeekaarten.
Bovendien hebben oude kazuifels,
Godslampen en postzegels er een tij
delijk of blijvend tehuis gevonden.
Er hangt een wierookgeur in deze
zaak. Een palmtakje slingert ver
schrompeld en vergeten tegen de
muur; het is dood.
ONDANKS DAT de heer Bister-
boeeh afch niet los kan denken van al
■JOVOOft
CE VAK uuetft
LODEWYK DEK XVI.
"'"SteVAt"'"
t* mi
tmttm k, fff ura
de overjarige merkwaardigheden, die
in zijn winkel op een eventuele ko
per staan of liggen te wachten, heeft
hij toch het grootste deel van zijn
hart ingeruimd voor de -prentjes
verzameling, die hij zo maar uit een
opwelling heeft aangelegd.
Paapse stoutigheid"
Het idee van bidprentjes is her
komstig uit Amsterdam. Zij stammen
uit het tijdperk van de hervorming,
toen werd getracht het katholicisme
in de Nederlanden te breidelen. Ge
moet dit specifieke katholieke ge
bruik dan ook zien als een „paapse
stoutigheid" uit de tweede helft van
de zeventiende eeuw. De eerste
exemplaren werden toen met de gan-
zepen vervaardigd door geestelijken
en zeer voorname personages.
Onder de prentjes is er tenminste
een, waarop aan de achterzijde in
zeventiende eeuws schrift het gebed
wordt verzocht voor de zielerust van
„de vermaarde en dappere Stompwij-
ker herder Pastoor Christianus Ver
meulen, die door de Staten naar
Rees in Kleefland verbannen, aldaar
het tijdelijke met het eeuwige ver
wisselde 21 juni 1668".
Aan de voorkant treft ge een gra
vure aan van de beroemde Vlaamse
plaatsnijder Th. van Merlen, voor
stellende St. Anastasius' marteldood.
Oudste prentjes uit
Amsterdam
Het is de heer Bisterbosch, een ge
boren Geldersman, die nu reeds meer
dan dertig jaar in het hartje van Am
sterdam zijn voor Nederland en Bel
gië unieke hobby beoefent, bekend,
dat er een plaatje van perkament,
eveneens met geschreven tekst, moet
bestaan uit 1611. Het bevindt zich
jammer genoeg niet in zijn verzame
ling. De oudste bidprentjes met ge
drukte tekst zijn zonder uitzondering
uit Amsterdam afkomstig. Er zijn
exemplaren onder te vinden uit het
jaar 1730.
Oorspronkelijk hadden deze oudste,
bedrukte plaatjes, evenals die in
handschrift, slechts weinig tekst.
Meestal droegen ze het korte, doch
alleszeggende verzoek: „Bid voor de
Ziele van Zaliger
PAS NA 1775 kwam het gebruik
van doodsprentjes meer in zwang.
Vijfentwintig jaar tevoren was het
van de Noordelijke naar de Zuide
lijke Nederlanden overgewaaid. In
Vlaanderen noemt men ze doodsbeel-
deke of sanctje. Men laat er in België
gaarne gedichtjes op aanbrengen.
Guido Gezelle heeft er ongeveer 200
geschreven. Erg veel verder dan bij
onze zuiderburen is deze gewoonte
zeker niet algemeen.
In 1794 werd door Alois Senefel-
der de steendruk uitgevonden. Dit
betekende de eerste portretten op het
bidprentje.
De zwarte randen zijn omstreeks
1860 in de mode gekomen. Voor die
tijd waren er heel weinig plaatjes
van een geheel zwarte omlijsting
voorzien.
Honderden merkwaardigheden zijn
er te vinden onder de teksten van
de doodspretjes, die de heer Bister
bosch bezit:
Bekeerlingen - broeders en zusters
die vóór de religieuze staat waren ge
huwd - Zij die de zeven Sacramenten
ontvingen - eigenaardige en weinig
gebruikelijke voornamen - genealo
gische plaatjes - gestigmatiseerden -
meer dan twee op een prentje - met
woorden van de overledene - pries
ter «n leek op een prentje - beschrij
ving door de overledene zelf opge
steld en teksten zonder naam. Er is
één prentje bij van de ontvanger van
de belastingen: „Hij was bij ieder ge
acht en er was niemand die eenig
kwaad van hem sprak". En dat on
danks een dergelijk beroep!
Dit is slechts een greep uit de vele
vreemdsoortigheden.
IN ALBUMS bewaart de antiquair
de meest zeldzame exemplaren. Men
vindt al bladerend een doodsprentje
van de geguillotineerde Franse ko
ning Lodewijk XVI en zijn ongeluk
kige gemalin Maria Antoinette. De
laatste woorden van de vorst waren:
„Ik wensch dat mijn Dood de Natie
gelukkig zal maken; Ik vergeef mijne
vijand, maar .sterf onschuldig".
Tevens bezit deze antiquair een
gedachtenisplaatje van de stichter
van de padvindersorganisatie, lord
Baden Powell, daarom zo bijzonder,
omdat doodsprentje bijna uitsluitend
in katholieke kringen voorkomen en
Baden Powell dit niet was.
We mogen wel stellen, dat een heel
groot percentage van de bidprentjes
van Vlaamse en Nederlandse katho
lieke families een plaatsje heeft ge
vonden in deze verzameling. Het valt
dan ook niet te verwonderen, dat zij
vaak zeer belangrijke diensten be
wijst bij het nasnuffelen van stam
bomen.
MINISTER OVER KINDER
BIJSLAGVERZEKERING
De minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid zal in de vergade
ring van de Tweede Kamer, welke
woensdagmiddag 20 september ge
houden wordt, een verklaring afleg
gen over het wetsontwerp algemene
kinderbijslagverzekering en de daar
mee samenhangende wetsontwerpen.
DUITSE TOERIST VERONGELUKT
Vanmorgen omstreeks vijf uur is
een Volkswagen met zes Duitse toe
risten, alle jongemannen .tijdens een
pot-dichte mist van de aanlegsteiger
van de Tolhuispoort achter het Cen
traal Station te Amsterdam in het IJ
gereden en direct gezonken.
Vijf inzittenden wisten uit de wa
gen te komen, de zesde werd later,
toen de brandweer de auto uit het
water had gehaald, levenloos over de
achterbank hangend, aangetroffen
Er lag, toen de wagen, die met 'n
gangetje van ongeveer acht kilome
ter de aanlegsteiger opreed, geen
pont voor de steiger De zwaar bela
den auto verdween meteen in het IJ,
dat ter plaatse ruim twaalf meter
diep is.