mm
Zo vangt men de arend
Mê -si
DE LEIDSE COURANT
„KEIZER DER AVSTTRALISCHE VOGELS
-O r
«VT^-
EEN OPWINDENDE
BLOEDVERGIETEN
STRIJD ZONDER ENIG
Met blote handen een arend aan te vat
ten, die een schaap als prooi niet ver
smaadt, Is beslist geen kinderwerk. Maar
Bill Blackwell draalt er zijn (blote) han
den niet voor om!
William Blackwell is een man, die in
de wildernis even thuis is als andere mensen in
hun woonkamers. Hij woont in Tasmanië en
iedereen, die hem kent, noemt hem Blackwell
van Glen Fern.
Hij is de eigenaar' van een groot terrein. Op
zijn bezitting bevindt zioh zijn dierentuin, die
veel mooie en zeldzame dieren ibevat. Hij is
een groot dierenvriend. Daarom hebben de au
toriteiten hem verlof gegeven om beschermde
vogels en andere dieren (levend) te vangen.
Blackwell doet dit inderdaad zo af en toe. Voor
al, als hij een „Wedged-tail Eagle'", een „Wig-
st aart arend" kan verschalken, ontwaken de
vreedzame jachtinstincten.
Deze arend is van de vijf in Australië arend
soorten de grootste en de vermaardste. Hij is
groot van stuk en bruinachtig van kleur.
Hij behoort tot de
Foto links boven:
Bill buigt een jonge veerkrachtige boom
om tot op de grond en bevestigt een
touwlus aan de top. De top bevestigt hij
aan een in de grond gehamerde houten
pin. Onder de lus legt hij een stok. die
als „trekker" moet dienen. Als de vogel
op de grond komt om het dood konijn
te pakken en dan op de „trekker" trapt,
veert de boom omhoog en snoert de lus
zich vast om de poot van de arend.
Foto rechts boven: Bill slaagt er be
hendig in om de beide vleugelspitsen vast
te pakken, zodat de arend hem niet meer
kan aanvallen. Enige tijd duurt dit stille
gevecht. Dan geeft de arend, moe gestre
den, de strijd op en is Bill Blackwell de
finitief overwinnaar.
Hiernaast: Vol trots toont Bill de ge
vangen arend aan de fotograaf. Een prach
tige aanwinst voor zijn diergaarde en een
forse jachtprestatie met de blote hand!
Hieronder: De vogel, geschrokken en woe
dend, probeert op te springen en Bill te
lijf te gaan.
(NIVANO)
zwaarst beschermde vogels ter wereld! Zijn
gewicht bedraagt gemiddeld ruim 3'/» kilogram.
De afstand tussen de toppen der uitgespreide
vleugels is door de bank meer dan zeven voet.
Er zijn zelfs exemplaren gevangen, bij welke
die afstand elf voet bedroeg! Er zijn slechts drie
soorten arenden - een in Noord-Europa, een op
het vasteland van Azië en een op de Philippij-
nen - die beslist groter zijn dan vriend Wig-
staart. Maar al heeft hij dan nog formidabeler
neven, toch is hij de onbestreden „Keizer de?
Australische vogels".
Vroeger leefde hij uitsluitend van in het
wild levende zoogdieren en vogels. Toen de
blanke kolonisten dieper en dieper in zijn do
mein doordrongen en steeds grotere gebieden
in cultuur brachten, vond de Australische vo-
gelvorst het gemakkelijker om konijnen, lam
meren en zo nu en dan zelfs een schaap buit
te maken en te verorberen. Hij is echter ge
bleven wat hij was: Een knaap van een vogel,
gewapend met: 1. Vleugels, waarmede hij rake
klappen kan toedienen; 2, Een snavel, waarme
de hij zijn tegenstanders danig kan toetakelen;
3. klauwen, waarmede hij eveneens geduchte
wonden kan toebrengen. Kortom, het is een vo
gel, die men maar beter uit de weg kan gaan.
„Het mocht wat", zeg Bill Blackwell zo nu
en dan, „die arend uit de weg gaan? Neen, ik
ga hem opzoeken en ik geef de verzekering,
dat ik hem met de blote hand vang en zonder
een druppel van zijn of mijn bloed te vergie
ten, levend mee naar huis breng!" Hoe hij dat
doet, zien wij op de foto's.
Even lachen
Heeft de generaal je werkelijk in zijn
armen genomen?
NIET GESLAAGD.
De verslaggever kwam terug.
„En", vroeg de chef-reporter, „heb
je dat interview?"
De verslaggever wees als antwoord
op twee blauwe ogen. „Wij kunnen
geen blauwe ogen afdrukken", nij
daste de chef, „waar is je copie?"
De verslaggever bukte zich en
wees op een grote buil op zijn hoofd.
De chef werd nu echt nijdig en
schreeuwde: „Wat heb ik aan die
nonsens?: Copie moet ik hebben. Je
blauwe ogen en je builen kunnen we
niet drukken heb ik je al gezegd Kon
je die vent _r niet toe krijgen een
paar woorden te zeggen?"
„Jawel", zei de verslaggever, „hij
zei tamelijk veel zelfs, maar dat kun
nen we evenmin druikken".