Drie jongens
op vakantie
Zuid-Nederlands
grootste hal
in Valkenburg
ZATERDAG 22 JULI 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
We bevinden ons in een Brabants
stadje bij de familie Ervers. De heer des
huizes is fabrikant. Van de 6 kinderen
is Kees de oudste. Een paar dagen gele
den is hij twaalf geworden en vandaag
heeft hij juist bericht gekregen, dat hij
geslaagd is voor het toelatingsexamen
van het gymnasium. Zijn beide vrien
den Antoon kortweg Ton genoemd
en Henk zijn eveneens zo gelukkig ge
weest.
„Moeder, denkt u eraan, dat Ton en
Henk vanmiddag hier komen?"
„Natuurlijk jongen, de thee is al ge
zet en ik heb om jullie succes een beet
je te vieren een heerlijke, grote pruime-
taart gebakken. Daar heb je 't nou al
weer: als je over de duivel praat, trap
je 'm net op z'n staart, in dit geval dan
nog wel over twee duvels gesproken."
Daarmee bedoelde moeder natuurlijk
alleen maar een grapje, toen ze zag, dat
de twee verwachte jongens juist de tuin
kwamen binnenstappen.
Kees vloog naar de deur en enige
ogenblikken later stapten Ton en Henk
met lachende gezichten de huiskamer
binnen. Na wederzijdse begroeting en
felicitaties, zette men zich gezellig rond
de tafel om te theeën en de pruime-
taart alle eer aan te doen.
„En jongens, wat gaan jullie nu
doen?" zei mijnheer Ervers.
„Ja, natuurlijk fijn vakantie houden!"
„Vanzelf, maar hebben jullie al be
paalde plannen? Ik bedoel: gaan jullie
kamperen of hebben je ouders mogelijke
uitstapjes of reisjes in het vooruitzicht
gesteld?"
„Was 't maar waar, mijnheer! Neen,
mijn vader krijgt pas in september zijn
vakantie, net als ik weer aan de slag
moet op 't gym."
„Ja, dat maakt de zaak moeilijk voor
jou, Ton. En hoe zit 't met jou, Henk,
zijn er bij jullie al vakantieplannen ge
smeed?"
„Helaas, mijnheer, ik vaar in 't zelf
de schuitje als Ton. alleen met dit ver
schil, dat mijn vader dit jaar helemaal
geen vakantie kan nemen wegens over
stelpende drukte in de zaak."
„Dat is allemaal wel erg jammer,
want volgens rnij hadden jullie" voor je
mooie examens toch wel een extraatje
verdiend."
Moeder moest even naar de keuken
om wat thee bij te zetten. Vader be
weerde. dat hij ook even weg moest.
Na enkele minuten kwamen beiden te
rug met 'n gevulde theepot en met 'n
geheimzinnig lachje op hun gezichten.
Toen er opnieuw was ingeschonken en
moeder de taart weer wat kleiner ge
maakt had, zei mijnheer Ervers opeens:
.Jongens, luister eens. Moeder en
ik zijn van plan de volgende week naar
Bretagne te gaan. We zullen daar 3 we
ken gaan doorbrengen in een aardig
buitenhuisje, dat ik er een jaar geleden
gekocht heb van een oude vriend van
me. Het is mooi gelegen op nauwelijks
een kilometer van de kust. Nu hebben
moeder en ik zo net even gesmoesd in
de keuken en hebben toen besloten jul
lie een vraag te doen." Drie paar jon
gensogen keken in grote spanning naar
de mond van mijnheer Ervers. Wat zou
eruit komen? Wat zou die vraag kunnen
zijn?
„Wel moeder en ik vragen jullie..'.."
De ogen vergroten zich en de monden
gaan half open.
„Moeder en ik vragen julliewil
len jullie mee?"
„Oh pa, oh, mijnheer, meent u dat
echt?"
„Ja. jongens en wat is jullie ant
woord?"
„Oh heerlijk, wat zou dat fijn zijn!"
Daverend handgeklap begeleidt dit ant
woord.
„Wel Kees, ga jij dan met Ton en
Henk mee om mijn voorstel aan hun
ouders over te brengen. De jongens vlo
gen weg en nog geen half uur later
kwamen ze met stralende gezichten bin
nenstormen.
„We zien 't al, jullie hoeven ons niets
te vertellen. Luister nu verder: 't Is
vandaag vrijdag. Jullie hebben nog 2 da
gen om je reisklaar te maken. Neemt
niet te veel mee en overlegt eerst goed
met je moeders. Maandagmorgen om 7
uur staat de auto startklaar. Zorgt, dat
je er dan bent, want wie te laaf komt..."
„Bestaat niet mijnheer!"
„Nou, we zullen zien!"
Maandagmorgen, 13 juli.
Mevrouw Ervers, haar man en Kees
waren al van 6 uur af druk in de weer
om de bagageruimte van de grote Ci
troen vol te stoppen met koffers, valie
zen, dozen, tassen enz. Ook foedraals
met 't nodige hengelgereedschap waren
niet vergeten, 't Laatste waar moeder
mee kwam aandragen was 'n mandje
boordevol met levensmiddelen voor de
heenreis en voor de eerste dag daar
ginds.
Kwart voor zeven kwamen de beide
vriendjes al, behoorlijk beladen, aan
stappen. Nadat ook hun bagage in de
grote achtermuil van de Citroen ver
dwenen was en mijnheer nog 'n paar
maal inspecterend om de auto heen ge
lopen was, klonk zijn commando: „In
stappen". Nauwelijks echter waren de
portieren gesloten of Kees riep: „Oh,
ik heb mijn mes vergeten!"
„Ook erg, daar kun je best buiten." zei
pa, terwijl hij aanstalte maakte om te
starten. Maar Kees was al uitgestapt
en vloog naar binnen om zijn onmis
baar mes te halen. Toen hij terugkwam
zei hij: „U zult zien pa, dat mijn mes
ons minstens zoveel van pas zal komen
als uw autogereedschap."
„Nou, nou, je geeft nogal hoog op van
je mes."
Nu was Kees' mes geen gewoon zak
mesje: 't was liefst uitgerust met 2
lemmeten, een kurketrekker, een zaagje,
't schroevendraaier en een els. Hij mocht
er met recht trots op zijn.
„Verder niets vergeten, Kees?" vroeg
pa plagerig.
„Nee pa."
„Goed, dan nog even afscheid wuiven
tegen de kinderen en tante, die over
hen zal „vaderen" en „moederen" tijdens
onze afwezigheid."
Dit gedaan zijnde, zette de wagen
zich inbeweging en de reis vol ver
wachtingen was begonnen.
CORRESPONDENTIE
Paul Versteeg, Lelden. Je neust ze
ker wel eens in de krant, naar berich
ten over raketten. Je hebt er misschien
ook wel eens een boek over gelezen
en u heb je er een opstelletje over ge
maakt. De datums kloppen niet zo goed
maar alia, vertel het maar eens aan de
kinderen.
GEZANTEN NAAR MARS
In 1946 begon een jonge reporter aan
een raket. Hij was pas 19 jaar. De jon
gen was heel handig en ook knap. Hij
wou zelfs professor worden in de leer
over raketten. Hij begon dus aan een
raket te bouwen en maakte eerst een
tekening. De raket zou 1 meter breed
en 5 meter hoog worden. Het bouwen
duurde ongeveer een jaar. In 1947 was
hij klaar. Op een weiland in Limburg
zou de eerste proef genomen worden
en't lükte. Toen begon hij aan een
grotere raket te bouwen en deze keer
zette hij er een aap in. Het zou een
reis om de aarde worden en ook deze
reis lukte. Nu zette hij zijn zinnen op
een reis naar de planeet Mars. Hij
bouwde weer een raket en ging daar
zelf in zitten. Een buurman zou hem
afsteken en controleren of alles goed
ging. Hij bereikte Mars, cirkelde er
rondom heen en kwam weer behouden
op de aarde terug. Nu wilde hij de
korst van Mars onderzoeken en nam
daarvoor een atoombom mee. Deze keer
lukte het ook. De held van Mars stierf
echter enkele jaren later als gevolg
van zijn proeven. Hij is in Portugal be
graven.
Paul Rosfelle, Leiden houdt zoveel
van verhalen over vliegtuigen en straal
jagers. Luister maar:
IN EEN STRAALJAGER
Jan en Piet zijn twee flinke vliegers,
maar ze hebben nog nooit in een straal
jager gezeten. Vandaag krijgen ze een
kans. Twee straaljagers staan op het
vliegveld startklaar.
„Jan wil jij mee?" vraagt de piloot.
„Nou, graag." zeg Jan en stapt al in.
Piet zou ook graag mee willen.
„Piet ga jij dan met mij mee." zegt de
andere piloot en bijna gelijktijdig star
ten ze.
In een ommezien vligen ze omhoog.
Ze hebben radio aan boord en Jan mag
die gebruiken om Piet op te bellen.
„Hallo nummer 119. Zit jij goed in
die straaljager?"
„Heerlijk Jan."
„Wij zitten 10850 kilometer boven de
aarde," riep Jan weer.
„En wij 75 kilometer."
„Hallo, we gaan landen."
„Hallo, wij gaan ook landen."
Piet is het eerst geland.
„Is alles veilig? Kunnen wij ook lan
den?" vroeg de piloot van Jan.
Even later staan ze weer op de grond
en schudden elkaar de hand. Ze bedan
ken de piloten, 't Was een pracht reisje
Elly v. d. Berg, Noordwijk komt met
HET ONVERWACHTE BEZOEK
Het was op een zondag en heel mooi
weer. Vader stelde voor om naar tante
in Oegstgeest te gaan. Nu dat vonden
we fijn en even later stonden we bij
de bus: vader, moeder, jossie en ik. Na
een kwartiertje waren we daar en toen
moesten we nog een eindje lopen. Tante
vond het een verrassing dat we kwamen.
De twee honden begonnen al te blaf
fen toen we binnenkwamen.
„Gaan jullie maar eens gauw kij
ken. We hebben keine hondjes," zei
tante.
„O, leuk!" en daar zagen we in de
mand, twee lieve kleine hondjes, een
mannetje en een vrouwtje. We bleven
er een hele tijd naar kijken.
„Zouden jullie een hondje willen heb
ben?" vroeg oom.
„Nou en of," riepen mijn broertje en
ik blij.
We zochter er eentje uit, maar we
mochten het nog niet meenemen.
„Over zes weken mogen jullie hem
komen halen."
We dansten van plezier.
„Nu moeten jullie er een naam voor
bedenken," zei oom.
„Ik weet er al een," zei moeder. „We
noemen hem Rakker."
Dat vonden we ook een leuke naam.
Het was langzamerhand tijd om op
te stappen en naar huis te gaan.
We zeiden oom en tante goedendag
en gingen heel blij naar huis.
Johan Goossen, Leiden. Nog steeds
had ik dit verhaaltje van je leggen.
VISSEN
„Johan, ga je vanmiddag mee vissen?"
vroeg mijn vader mij op een woensdag
middag.
„Ja vader, best," zei ik en ik holde
al naar boven om mijn visspullen te
halen.
„Breng mijn hengel ook mee," riep
vader me achterna.
Zodra we gegeten hadden kingen we
op weg. Toen we aan de Boulevard
kwamen, spande ik mijn draad af en
deed er een made aan. Ik pakte een
stoeltje en ging rustig zitten kijken
Na 5 minuten ging mijn dobber op en
neer. Ik bleef geduldig wachten. Daar
ging de dobber onder. Ik sloeg op en.,
tjoep er zat een baarsje aan.
„Te klein," zei vader. „Gooi hem maar
weer in het water."
Ik deed het en nam meteen weer een
nieuwe made. Weer wierp ik de hen
gel er in en weer had ik gauw beet.
Ik sloeg op en had een goede paling
aan de haak. Ik ving die middag nog
twee vissen en vader had ook een paar
mooie gevangen. We namen ze mee
naar huis. Moeder bakte ze en die
avond aten we gebakken vis bij de
boterham.
Frits Groenewegen, Leiden heeft heel
lang geleden ook een verhaaltje ge
maakt:
NAAR MADURODAM
Op 8 juli was ik jarig. Vader kwam
's middags thuis en vroeg:
„Heb je zin om naar Madurodam te
gaan?"
„Ja," riep ik.
„Mogen wij dan ook mee?" vroeg
Carla.
„Natuurlijk," zei vader. „Gaan jullie
je maar gauw aankleden."
Al heel gauw zaten vader, moeder,
Carla, Marion, Philo, Ingrid en ik in de
auto. We reden naar Den Haag, tot we
bij Madurodam kwamen. Vader ging er
het eerst uit om de kaartjes te halen.
Wat stonden we allemaal te kijken
naar die leuke kleine huisjes. We lie
pen op de paadjes ertussen en zagen
een bootje onder een tunnel door va
ren. Er waren spoortreinen, auto's fiet
sen en alles bewoog. Vader deed een
dubbeltje in de gleuf en een draaiorgel
tje begon te spelen.
Van al dat kijken kregen we dorst en
we kregen een ijsje. Voor we weggin
gen bleven we nog lang bij de trein
tjes staan kijken. Het was een fijne
middag.
Fiepi Overdevest, Leiden. Je was je
verhaaltje zeker al haast vergeten?
Nou ik niet hoor. Kijk maar:
IN BLIJDORP
We gingen op een dag met mijn va
der naar de dierentuin Blijdorp. Al
heel in de verte zag je de grote uit
kijktoren. Daar gingen we op. We moes
ten heel hoog klimmen, maar toen we
eenmaal boven waren, hadden we een
prachtig uitzicht. Wat leken mensen en
dieren nu klein. Vlak bij de uitzicht
toren waren de olifanten en die leken
ook heel klein, vanaf die hoogte. Toen
gingen we naar beneden om de dieren
te bekijken. Ik zag een heleboel ijs
beren in het water. Er waren leeuwen,
tijgers, kamelen, vossen, wolven, eek
hoorntjes en nog veel meer. Ook veel
grote vogels. Bij de uitkijktoren was
een winkeltje, daar kon je van alles
kopen. Ik kocht er droptoffees en nog
wat snoep. Toen we uitgekeken waren
gingen we naar de trein en stopten in
Den Haag. Daar gingen we naar een
speeltuin en hebben daar thee gedron
ken en limonade. Mijn vriendinnetje
was daar ook. We gingen fijn op de
glijbaan en schommels. Toen het tijd
was om naar huis te gaan gingen we
met de trein terug.
Jos de Jong, Leiden:
VAN EEN ZIEKE JONGEN
In een dorpje dicht bij de zee, woon
de Kees en hij was heel erg ziek. Zijn
vriendjes van de klas kwamen hem
wel eens opzoeken. Het waren Jan,
Piet en Klaas.
„We moesten eens wat geven," zei
Klaas, de oudste.
„Wat moeten we dan geven? Aan
speelgoed heeft hij niets," meende Piet.
We geven natuurlijk fruit.
Ze mochten ieder uit hun spaarpot
wat geld halen en samen kochten zij
een fruitmand.
Ze belden bij Kees zijn huis aan en
moeder deed open.
„Zo jongens, zijn jullie daar weer.
Daar zal Kees blij om zijn. En wat een
mooie fruitmand. Nou jullie verwen
nen hem maar."
Ze gingen binnen. Wat was Kees blij.
Hij sprong van blijdschap op.
„Gauw gaan liggen Kees," zei moe
der bezorgd, want hij had koorts. De
jongens mochten maar even blijven.
„Jullie komen maar weer eens gauw
kijken," zei moeder. Een week later
gingen ze weer hun vriendje opzoeken.
Maar nu kwamen de jongens bij het
huis en zagen dat alle gordijnen waren
gesloten. Ze durfden niet te bellen.
Maar moeder had de jongens al ge
hoord. Ze deed de deur open en begon
erg te huilen. Kees was die morgen
gestorven. De jongens wisten niet wat
ze moesten zeggen en gingen heel be
droefd weer terug.
Een paar dagen later was de begra
fenis. De hele klas was in de kerk.
De drie vrienden mochten de kist hel
pen dragen naar het kerkhof.
Het is weer genoeg voor vandaag.
Jullie hebben nu allemaal vakantie.
Geniet maar lekker van de zon en het
water, maar voorzichtig zijn hoor! Ook
op de weg. Op een regenachtige dag
heb je mooi de tijd om een verhaaltje
te maken. Ik hoop dat de post een
hele stapel zal brengen.
Dag kinders, veel plezier.
TANTE JO EN OOM TOON
HET KNUTSELHOEKJE
TUINSPELEN
Voor weinig geld en zonder veel
moeite kunnen jullie een paar spelen
voor de tuin knutselen, waarmee de
hele familie zich vermaken kan.
(1.) Voor het ringspel heb je nodig:
één of meer metalen ringen, een stuk
bindtouw en een haak. Zoek voor het
spel een passende plaats uit bijv. onder
een boom, zodat je lekker in de scha
duw kunt spelen. Maar je kunt de haak
evengoed in een muur slaan of in een
droogrek, als je maar zorgt, dat het
touw met de ring (en) in de nabijheid
kunt vastmaken.
Er wordt om beurten geworpen, ter
wijl iemand telt, hoe vaak bij iedere
speler de ring aan de haak blijft han
gen. Het vraagt heel wat oefening, eer
men bij dit spel een zekere vaardig
heid heeft verworven.
(2.) Een eenvoudiger spel is 't vol
gende: Neem een of andere houtplaat
of een stuk brede plank en verdeel ze
in velden (vlakken) en leg ze op een
grasveldje. De vakken behoeven niet
groot te zijn, maar het mag wel. Dan
zet je met verf getallen erin. Is de
verf droog, dan kun je het spel begin
nen. Er wordt een bepaald plaatsje
aangegeven, waar de werper staan moet
Men kan werpen met een bal, maar
is men een heel eind op weg met het
vinden van de stoffen, die de stengel-
groei remmen, zonder dat de vrucht-
vorming daaronder lijdt. Dit zal men
dan ook toepassen op ooftbomen, zodat
ze dan minder groot zullen worden,
maar toch even mooie appels en peren
zullen dragen.
aangezien deze te veel springt, kun je
beter een lap nemen met zand of fijn
grind gevuld en dan natuurlijk goed
dichtgebonden. Zelfs een lucifersdoosje
met steentjes gevuld is ook al goed,
maar dan moet je wel hechtpleister
gebruiken, anders springt het te gauw
open. Gaat het stuk dan heb je gauw
een nieuwe bij de hand.
(3.) Nog een eenvoudig balspel.
Neem een stevig stukje plank en boor
er twee gaatjes in. Buig vervolgens
een niet te dun stuk draad in de vorm
zoals je die in figuur 3 ziet en beves
tig de twee „pootjes" in de geboorde
gaatjes. De ring moet minstens twee
keer de doorsnede hebben van de bal,
waarmee je gooit. Zet het geval op
een tafel, die dicht bij een muur moet
staan, anders moet de bal telkens te
ver teruggehaald worden. Iedere spe
ler krijgt een bepaald aantal beurten
en wie dan het vaakst de bal door de
ring geworpen heeft is winnaar.
Fig. B
Over 't gras In grasperken en elders:
Het gras is op aarde meer verbreid
dan alle andere plantenfamilies. Gras
vind je letterlijk overal. Het verdraagt
zowel een koud klimaat als grote hitte.
Op prairies, savanna's, steppen en in
talrijke andere gebieden maakt het 't
hoofdbestanddeel van.alle plantengroei
uit. Bamboe, de grootste grassoort,
vormt zelfs hele wouden en rimboes.
Als je wel eens gras moet maaien,
zal het je zeker wel interesseren, dat
men zich over een jaar of 10 die moeite
wellicht besparen kan. De wetenschap
heeft namelijk proeven met planten-
hormonen gedaan hormonen zijn
stoffen die in het bloed van mens en
dier en ook in het sap der planten
voorkomen en invloed uitoefenen op
de groei en andere levensverrichtin
gen Die proeven hadden vooral tot
doel om een soort tegengif tegen die
hormonen te vinden, die de stengel-
groei het meest bevorderen. En reeds
Het grootste tentoonstellingsge
bouw van Zuid-Nederland, zal dins
dag 1 augustus in Valkenbrg (L.)
door burgemeester F. Breekpot ge
opend worden. Het gebouw, waar
van de kosten in de 8 ton lopen, is op
initiatief van een Valkenburgse ho
telhouder gezet. Deze hotelhouder
organiseerde voorheen tentoonstel
lingen in tenten. Het gebouw, de z.g.
„Eurohal" zal plaats kunnen bieden
aan 4 tot 5 duizend congresbezoekers.
Indien het middengedeelte niet ge
bruikt wordt voor toeschouwers
ruimte, b.v. bij sportevenementen,
concerten of shows, dan zullen 3500
personen op tribunes ondergebracht
kunnen worden. Begin augustus start
in de hal een Weense IJsrevue met
een neuw programma in dagelijkse
voorstellingen.
Een moeder van zes kinderen,
mevr. G. Nieuwenhuis-Rinsma, uit
Boorn-Bergum, is gistermiddag bij
een verkeersongeluk in Drachten om
het leven gekomen. De personen
auto, waarin het slachtoffer zat,
werd aangereden door een met ste
nen geladen vrachtauto. De bestuur
der van de personenauto werd zwaar
gewond.
FIG. C.
IETS VOOR SCHERPE OPMERKERS
De tekenaai- van figuur C heeft de
zelfde figuur tweemaal voor jullie ge
tekend. Ho, wacht even, dat woord
„dezelfde" is niet helemaal juist, want
er zijn toch enkele verschillen namelijk
7 in getal. Zoek ze eens alle zeven.
Als je er niet helemaal in slaagt,
vind je de oplossing elders.
DE GROTE ZEEMAN
Op de terugweg ging Magelhaens naar
Marokko, waar zijn land in oorlog was
met de Turken. Hij werd gewond en
kreeg dientengevolge een verlamming,
die hij niet meer kwijt raakte. Hij
raakte bovendein in onmin met zijn
chefs en toen hij aan het hof terug
keerde, werd hij door de koning zeer
koel ontvangen. Dat nam Magelhaens
niet. Hij verliet Portugal, werd Span
jaard en trad in dienst van Keizer Ka-
rel V.
In die tijd hadden Spanje en Portugal
letterlijk de hele nieuwe wereld (Am.)
onder elkaar verdeeld. De Paus had
eenvoudig een rechte lijn getrokken (op
de kaart!) van pool tot pool en aan
Spanje al het nieuwe land toegekend, dat
ten westen van de Azoren lag. terwijl
Portugal zich al het land" mocht toe
eigenen, dat ten oosten van die lijn aan
getroffen werd. Zo kwam Portugal dus
in het bezit van de Molukken, de spe
cerijeilanden. Maar Magelhaens had op
zijn eerste reis daarheen vastgesteld, dat
die eilanden evengoed aan Spanje kon
den behoren.
Deze gedachte legde hy toen aan Ka-
rel V voor. Hij bood hem aan, de leiding
van een expeditie op zich te nemen, die
naar het westen zou zeilen, tot zij de
Molukken bereikte.
(Wordt vervolgd)