Late roepingen veelvuldiger dan vroeger
Hele werelddelen schreeuwen om priesters -
aldus Kardinaal Alfrink
•ïiïzzïï'szssz landgoed voor prinses beatrix
Pater gedood
bij auto-ongeluk
Kath. Sportver. „Met Sprongen Vooruit"
gaat tienjarig bestaan vieren
DONDERDAG 20 JULI 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 4
Grote waarde van
celibaat
„Het zou gevaarlijk zijn propa
ganda te maken voor de late roepin
gen In de gedachte, dat daardoor
het priestertekort is op te heffen. De
Kerk zal in de eerstkomende gene
ratie steeds sterker met het priester
tekort worden geconfronteerd, alleen
reeds door de explosieve toename
van de wereldbevolking", aldus zei
Bernardus, kardinaal Alfrink op een
persconferentie te Utrecht, gehouden
naar aanleiding van de erkenning
door episcopaat en provinciaals van
het college te Horst als een inter
diocesaan en interregulier seminarie
voor „late roepingen". Een andere
aanleiding tot deze bijeenkomst van
kerkelijke overheid met vertegen
woordigers der katholieke pers was
de aa opening van het eigen con
vict van de Schola Carolina in Den
Haag, dat te boek staat als de oudste
opleiding hier te lande speciaal op
gezet voor „late roepingen".
Het verschijnsel der late roepin-
fen belichtend wees de kardinaal in
et bijzonder op twee factoren: de
later roepingen hangen samen met
de groei van het leken-apostolaat,
en door de de meer gecompliceerde
groei van de menselijke persoonlijk
heid is de weg naar de volwassen
heid langer geworden. Het is dus, zo
zeide kardinaal, een natuurlijk ver
schijnsel, dat late roepingen veel
vuldiger voorkomen dan vroeger.
By vele jeugdleiders is een verlan
gen naar het priesterschap ontstaan.
Zij zagen, dat him taak bij de jeugd
wees naar een universelere taak; ze
verlangden hun hele leven te wijden
aan het apostolaat als een beweging
niet alleen naar de mensen toe,
maar ook een beweging naar God.
Het celibaat.
De wens evenwel, gehuwden tot
het priesterschap toe te laten om
dat, naar men vaak hoort beweren,
hierdoor het priestertekort alleen
kan worden opgeheven getuigt
wellicht van een beperkte visie op
het priesterschap, aldus kardinaal
Alfrink. De roep om gehuwden toe
te laten tot het priesterschap doet
soms vermoeden, dat het priester
schap te veel gezien wordt als een
werk, een sociale functie, en te wei
nig als een sacramentale functie.
Het priesterschap heeft in de Kerk
juist door het celibaat, d.w.z. door
het celibaat in zijn positieve zin, door
de onthechting van het celibaat en
het uitsluitend gericht kunnen zijn
op God en de dingen Gods, een eigen
tekenwaarde. Het celibaat is nooit
ingesteld als een levensstaat, die
zonder meer boven een andere zou
staan. Alleen het gericht staan naar
God en op de mens gericht staan om
God heeft de Kerk, priesterschap en
celibaat aan elkaar doen binden.
Pas later dan in het buitenland is
in ons land de aandacht gevallen op
de priesternood, omdat elders mis
schien de aandacht spectaculairder
gevraagd is, aldus de kardinaal. Van
de andere kant bewijzen vijf alge
mene instituten in Nederland, dat
het vraagstuk ook hier niet aan de
aandacht is ontsnapt. Steeds meer
wordt gewezen op het feit van vele
potentiële late roepingen, die niet
gevolgd worden.
De kardinaal betreurde het, dat in
niet weinige katholieke gezinnen of
bij andere opvoeders een bepaalde
schroom of vrees heerst, een jongen
aan te moedigen priester te worden.
Schuld hieraan zijn meestal de mis
vattingen omtrent het celibaat; dik
wijls ook meent men, dat God langs
directe weg kenbaar maakt, dat het
kind priester moet worden.
De kardinaal betreurde het even
zeer, dat bij vele voorlichtingen om
trent beroepskeuze het priester
schap of de religieuze staat als mo
gelijkheid wordt weggelaten. „Men
mag deze levensstaat al is het
Vandaag heeft Mgr. M. Jansen,
bisschop van Rotterdam, in de kapel
van het Philosophicum te Warmond
de Kruinschering toegediend aan de
volgende studenten van het Philo
sophicum te Warmond: L. B. M. van
der Geer uit Voorhout, F. Th. de
Graaf uit Lisse, B. A. M. van der
Helm uit Delft, P. J. Hoogenboom
uit Roelofarendsveen, W. M. M.
Koelemij uit Den Haag, A. J. van der
Meer uit Hoogmade, J. A. M. Morel
uit Rotterdam, A. W. M. Noorder-
meer uit Den Haag, J. C. J. Omtzigt
uit Vortum-Mullem, W. C. J. Sosef
uit Naaldwijk, W. M. Verhoef uit
Gouda, F. P. A. Verlaan uit Bode
graven, A. W. M. van Vught uit
Oude Tonge, A. A. van Well uit
Zoetermeer, A. M. Willems uit Rot
terdam, H. J. Witteman uit Hillegom,
allen studenten van het bisdom Rot
terdam.
Daags ervoor had Mgr. Dr. J. A.
E. van Dodewaard in de kapel van
het Philosophicum te Warmond de
Kruinschering toegediend aan: H.
P. M. Duwèl, A. M. G. van Dyk, P.
L. M. Groot, S. W. Groot, A. J. A.
M. Hanou, J. N. J. Hoevenaars, F.
J. J. Janssen, T. V. Klawer, W. L.
Lokkerbol, J. Th. C. Mol, W. J. M.
Muller, C. R. Nelis, J. J. Onland, J.
A. Roos, H. J. G. Soppe, J. J. Tim
mer, J. P. IJdema, allen studenten
van het Philosophicum te Warmond,
voor het bisdom Haarlem.
BENOEMING BISDOM HAARLEM
Mgr. dr. J. A. E. van Dodewaard,
bisschop van Haarlem, heeft be
noemd tot con-rector van de Maria
Stichting te Haarlem de w. e. heer
G. M. den Hollander.
Con-rector den Hollander blijft
godsdienstleraar en moderator aan
het Pius X-college te Amsterdam.
In de loop van volgend jaar zal H.KR. Prinses Beatrix haar intrek nemen
in het landgoed „Drakenstein" onder Baarn, dat zij heeft aangekocht. Het
landgoed ondergaat op het ogenblik een grondige restauratie. De foto toont
werklieden bezig met het herstellen van het dak.
Gistermiddag is door een ongeluk
bij 's-Gravendeel om het leven ge
komen pater A. Meuwese MSC. Drie
priesters, die op bezoek waren naar
een zieke priester in Oud-Beijer-
land, werden in hun Volkswagen
achter aangereden door een grote
truck, waarbij pater Meuwese, die
op de achterbank zat, het slachtof
fer geworden is. Hij overleed ter
plaatse.
Pater Meuwese (43 jaar) werd in
1942 priester gewijd. Hij was rector
aan het kindertehuis Mooi Gaaster-
land, leraar aan het Missiehuis van
de MSC in Tilburg, directeur-oprich
ter van 't broederjuvenaat sinds '54
en van 1957 af rector van het klein
seminarie in Tilburg.
Setterlaine Jumpers en Vesten
(Advertentie).
Het pand, waarin zeer binnenkort het Convict van de Schola Carolina te
Den Haag wordt gevestigd.
NOORDWIJK
dan geen beroep niet als niet ter-
zake-doende uitschakelen. En hoe-
vele potentiële roepingen bevinden
zich niet onder de leerlingen van
middelbare scholen, Ulo-scholen en
ook bij het technisch onderwijs?" De
kardinaal vroeg met aandrang, dat
men hier meer aandacht aan zou be
steden en meer zorg aan dit pro
bleem.
De „late roepingen" vragen een
eigen behandeling, een andere selec
tie. Het gevaar is niet denkbeeldig,
dat het priesterschap wordt gezien
als uitkomst in levensmoeilijkheden;
het wordt soms een zwevend ideaal
voor jonge mensen, die zich moei
lijk kunnen aanpassen in een grotere
gemeenschap. Juist de „late roeping"
vraagt om nuchterheid, omdat de
eisen aan deze jonge mensen gesteld
zeer prozaisch zijn. Hier wordt ook
gevraagd om psychisch gezonde en
harmonische mensen.
Voldoende voor eigen land.
„Wat zijn 300.000 priesters in de
wereld voor de weldra 500 miljoen
katholieken?", zo vroeg de kardinaal
zich af. Relatief zal het aantal pries
ters voorlopig achteruit blijven gaan.
In Nederland is de situatie nog al
tijd zeer gunstig te noemen. Ons land
geldt nog steeds als een priesterrijk
land, waarop het buitenland graag
een beroep doet alsof wij beschik
ken over een onuitputtelijk reser
voir priesters. Volgens de statistiek
van 1 jan. 1957 waren er 13.500 Ne
derlandse priesters in leven. Bij een
katholieke bevolking van 4.5 miljoen
wil dat zeggen, dat op ong. 320 kath.
Nederlanders één persoon priester
is, ofwel op iedere 160 mannelijke
katholieken één priester, zelfs op
iedere 80 mannen boven de 25 jaar
één priester.
Wanneer Nederland alleen voor
zichzelf te zorgen zou hebben, zou
men kunnen concluderen, dat het
jaarlijkse aantal wijdingen van Ne
derlandse priesters voldoende is om
aan de behoefte van het eigen land
te voldoen. Maar voor de wereldkerk
is de teruggang van het aantal roe
pingen bijzonder spy tig. Men mag
Eetkamer in een opleidingsinstituut
niet vergeten, dat van de 13.500 Ne
derlandse priesters er 4000 a 4500
buiten Nederland werkzaam zijn.
Van de genoemde 13.500 waren er
5000 seculieren en 8500 regulieren.
Deze situatie brengt met zich mee,
dat ieder bisdom ondanks de pries
terrijkdom een zeker gebrek aan
priesters heeft.
Hergroepering.
Kardinaal Alfrink vroeg zich af,
of er misschien heil zou zijn te ver
wachten van een hergroepering van
de beschikbare krachten. 'Van de
13.500 priesters worden er immers
8.500 in Nederland vastgehouden.
„Wanneer het mogelijk zou zijn om
door open overleg tussen bisschop
pen en orde-oversten nog een aantal
Nederlandse priesters voor de dienst
aan de wereldkerk vry te maken,
geloof ik", aldus de kardinaal, „dat
er een taak, zelfs een plicht zou lig
gen, die men niet voorbij zou mogen
laten gaan".
Er zal alle zorg moeten worden
besteed om het aantal priesterroe
pingen op peil te houden. Zowel de
Kerk in Nederland als daarbuiten
heeft veel priesters nodig. In Neder
land vraagt de differentiatie van de
zielzorg meer priesters dan vroeger.
Buiten Nederland zijn er hele we
relddelen, die juist nu om priesters
„schreeuwen". Voor Afrika en Zuid-
Amerika is deze generatie de beslis
sende. Juist daarom zou het diep te
betreuren zijn, als Nederland zijn
gevestigde traditie van rijkdom aan
priesterroepingen niet zou kunnen
handhaven.
Liever dan met kritiek op pries
ters en Kerk en liever dan met kri
tiek op priesteropleiding welke
kritiek er tot een zekere hoogte en
met een zekere verstandigheid ook
moet zijn zou men jonge mensen
beter kunnen confronteren met de
alles-overstelpende nood van de
Kerk van vandaag en met alle idea
listische motieven die hen zouden
kunnen doen denken aan het pries
terschap, aidus kardinaal Alfrink
tot de katholieke persvertegenwoor
digers.
De r.k. sportvereniging „M.S.V." bestaat 10 jaar en hoewel een dergelijk
jubileum zich beslist nog niet leent tot een uitvoerige geschiedschrijving,
toch zijn juist die eerste jaren van een vereniging bepalend voor haar
verdere ontwikkeling.
Als men dan na verloop van 10 jaren getuige kan zijn van een bloeiende
en nog steeds groeiende vereniging, die de sportbeoefening van de katholie
ke Noordwijkse jeugd op goede wijze heeft georganiseerd en daardoor
tevens geconsolideerd, dan is dat een reden tot dankbaarheid en gepaste
Dit nu is ongeveer het beeld, dat de jubilerende club ons geeft, een
springlevende, goed geleide sportorganisatie, die thans aan ongeveer 550
leden een prachtige en gezonde ontspanning biedt in de vorm van gymnas
tiek, atletiek, handbal en volleybal.
Vanzelfsprekend is dit allemaal niet zo eenvoudig gegaan, wat ons wel
heel duidelijk werd uit de verhalen van de heer W. Boortman, leraar
lichamelijke opvoeding, die de gehele ontwikkeling van „M.S.V." van de
beginne af aan mede heeft bepaald.
TURNLESSEN HET EERSTE BEGIN
In het oprichtingsjaar 1951, gaf de
heer Boortman reeds turnlessen in
het Juvenaatsgebouw te Noordwijk-
binnen, doch een groot gebrek aan
ruimte en materialen (Noordwijk
had in die tijd nog geen enkele gym
zaal) maakte de oprichting van een
sportvereniging nog onmogelijk.
Dit veranderde, toen in hetzelfde
jaar het mooie gemeentelijke sport
park aan de Van Panhuysstraat haar
voltooiing bereikte, wat de heer
Boortman op het idee bracht de
handbalsport in verenigingsverband
te gaan bedrijven. Het gevolg hier
van was, dat op 24 juli 1951 ten hui
ze van de heer A. J. Witteman, thans
hoofdonderwijzer van de „Titus
Brandsmaschool" te Leiden, een
voorlopig bestuur geformeerd werd,
bestaande uit de heren F. Schreurs
(voorz.), W. Boortman (secretaris)
en J. Alkemade (penningmeester).
Na een uitgebreide ledenactie
werd de R.K. Meisjes Sportvereni
ging opgericht, die reeds op 9 augus
tus de Bisschoppelijke goedkeuring
verkreeg. Op 10 augustus 1951 telde
de vereniging 40 leden en hoewel
men dus aanvankelijk alleen de
handbalsport beoefende, niet lang
daarna bleek er ook veel animo te
bestaan voor atletiek, welke sport
van meet af aan geleid werd door
de heer J. Gravendaal, die ook thans
nog op werkelijk eminente wijze als
voorzitter en trainer de afdeling at
letiek van „M.S.V." leidt. Uit de at
leten vormde zich weer een groepje
gymnasten en waar nu Ook het man
nelijk deel in de vereniging ruim
vertegenwoordigd was, werd de
naam „Meisjes Sportvereniging"
veranderd in „Met sprongen voor
uit". De eerste gymnastieklessen
werden gegeven in de speelzaal van
de kleuterschool in de Bronckhorst-
straat en stonden onder leiding van
mej. Geerlings, de atleten genoten
toen gastvrijheid op het sportpark
van de voetbalvereniging „SJC".
Vier afdelingen.
Drie aparte afdelingen werden nu
gevormd, met een eigen bestuur,
maar om de éénheid in de vereniging
te vergroten en te handhaven, be
sloot men in 1952 een overkoepelend
hoofdbestuur te formeren, bestaande
uit de heren E. J. Boeters, voorzit
ter; W. Boortman, secretaris en A.
H. Beugelsdijk, penningmeester. In
verband met bijzonder drukke
werkzaamheden maakte de heer
Boeters snel plaats voor de heer A.
J. Witteman. Ook deze laatste kon
om gezondheidsredenen de voorzit
tershamer niet lang hanteren, zodat
op 9 november 1954 een nieuw
hoofdbestuur gevormd werd en het
pleit voor het verenigingsbeleid van
deze heren, dat zij ook heden nog
in dezelfde samenstelling de belan
gen van „M.S.V." op de hoogste post
dienen. Het zijn de heren F. Boelen,
voorzitter; H. P. M. van der Voort,
secretaris en A. H. Beugelsdijk, pen
ningmeester.
Na de opening van het gymnas
tieklokaal te Noordwijk aan Zee in
1953 en in de volgende jaren de za
len Wassenaarsestraat en Bronck-
horststraat, beleefde vooral de afde
ling gymnastiek een onstuimige
groei met als gevolg, dat wekelijks
honderden mannelijke en vrouwe
lijke leden van groot tot klein hun
hart ophalen aan de edele turnsport.
Door de bouw van de gymnastiek
lokalen werd de mogelijkheid tot
sportbeoefening natuurlijk aanzien
lijk vergroot en zo kwam ook de
vierde loot aan de „M.S.V."-stam tot
ontwikkeling, nl. de afdeling vol
leybal, die zich vooral het afgelopen
jaar in ledental meer dan verdub
belde.
Sportieve prestaties.
De sportieve prestaties van de vier
afdelingen mogen in de afgelopen
10 jaren uitstekend genoemd wor
den.
De leden van de afdeling atletiek
(inmiddels een eigen home gevon
den op de „Kogo -baan) behaalden
vele goede resultaten en op de Leid-
se recordljjsten stonden en staan vele
MSV-ers. De „vader" van de Noord
wijkse atleten, de reeds genoemde
heer Gravendaal, kan zeer tevreden
zijn over de prestaties van zijn pu
pillen in de afgelopen 10 jaar.
De afdeling handbal behaalde ver
schillende kampioenschappen, het
eerste in 1954. Het laatste seizoen
bracht een promotie van het eerste
damesteam, een kampioenschap van
de adspiranten, voorwaar resulta
ten, waar het actieve afdelingsbe
stuur trots op mag zijn.
Het laatste jaar was ook succesvol
voor de jongste afdeling volleybal,
die haar herenteam beslag zag leg
gen op de eerste plaats in de volley
balcompetitie van de afdeling
„Noordwijk en Omstreken".
De grote gymnastiekafdeling ten
slotte heeft al vele prijzen op wed
strijden buiten Noordwijk wegge
sleept, zij verzorgde vele goede uit
voeringen en demonstraties en haar
keurgroepen bereikten, zowel op het
gebied van de ritmische gymnastiek
als het toestelturnen een zeer hoog
peil. Het zou ons te ver voeren alle
bestuurders en leiders van „MSV"
met name te noemen, doch uit de
goede resultaten van alle afdelingen
en de grote sympathie, die de ver
eniging in geheel Noordwijk geniet,
kunnen wij vaststellen, dat zij over
een korps enthousiaste en deskundige
leiders beschikt, waarmee wij jubi
lerend MSV van harte gelukwensen.
Ook de geestelijk adviseurs en dat
waren er al velen, deden voor MSV
belangrijk werk en de huidige advi
seur, kapelaan W. G. van Sambeek,
staat altijd op de bres voor de be
langen van de leden en neemt in
tens deel aan het verenigingsleven.
Financieel leidt MSV, zoals vele
sportverenigingen een moeilijk be
staan, doch van de Noordwijkse be
volking ondervond men altijd weer
de steun om het inmiddels grote
schip drijvende te houden, terwijl
ook het Noordwijkse gemeentebe
stuur het belang van dit werk onder
streepte door via een gemeentelijke
subsidie in zeer belangrijke mate
mee te werken aan de oplossing van
de soms wel grote financiële proble
men. Eenmaal per jaar treedt de ver
eniging als geheel naar buiten op,
bij gelegenheid van haar jaarlijkse
sportdag en zo zal het ook zondag,
23 juli a.s. weer zijn, als de honder
den leden zich om één uur bij het
Juvenaat in Noord wij k-binnen ver
zamelen en in een lange kleurige
stoet, voorafgegaan door het R.K.
Fanfarekorps, „Excelsior" naar het
gemeentelijke sportpark marcheren,
om daar aan de Noordwijkse bevol
king hun prestaties te tonen op het
gebied van handbal, volleybal, at--
letiek en gymnastiek. Wij hopen,
dat deze sportdag uit mag groeien
tot een manifestatie van de omvang
en sportieve prestaties van het ju
bilerende MSV, die wij ook in de
toekomst haar devies als advies mee
geven: „ga met sprongen
vooruit".
8.30 uur: H. Mis voor alle leden
in de aula van de R.K. ULO-school
aan de Van Panhuysstraat; 10.00
uur: gezamenlijk ontbijt in café
restaurant „Flora"; 13.00 uur: Op
mars door de hele vereniging, vanaf
het Juvenaat naai liet gemeentelijk
sportpark; 13.30-18.00 uur Sportde-
monstraties van alle afdelingen;
16.00-17.30: Feestmiddag voor alle
leden tot en met 12 jaar in de aula
van de R.K. ULO-school. Optreden
van het Marionnettentheater van
Jos Mens; 20.00 uur: Club-feestavond
voor alle oudere leden, eveneens in
de aula van de RK ULO-school.
Een opname van het eerste dames
team uit de beginjaren van de af
deling handbal. Geheel rechts de
heer W. Boortman, mede-oprichter
van M.S.V.