yia mm?#
Lege boekhoudboeken bggen voor de
de rechter: de zaak Socrates
Den B.: „ik had geen debiteuren"
Rechter: „maar des te meer crediteuren"
POSTE RESTANTE
PRINSELIJK JACHT HEET „BUDI"
DE MAN
UIT CHICAGO
WOENSDAG 21 JUNI 1961
DE LEIDSE COURANT
De Amsterdamse Rechtbank onder presidium van mr. B. van der Waer
den is gisteren begonnen met de behandeling van wat de officier van jus
titie mr. J. F. Hartsuiker noemde „de grootste zwendelaffaire van na de
oorlog": de zaak Socrates. In dit proces, dat twee dagen duurt, verantwoor
den twee verdachten zich, te weten de 50-jarige directeur van de N.V. So
crates Bouw- en Handelsonderneming Nic. den B en de 48-jarige ex-onder
directeur van de Amsterdamsche Bank Th. H. uit Bussum, die volgens de
officier van justitie als hoofd van de afdeling kredietverlening de krediet
kraan ten behoeve van Socrates zo onverantwoordelijk wijd opendraaide,
dat deze bankinstelling tenslotte een strop van bijna zes miljoen gulden
moest incasseren.
Ex-onderdirecteur van Amsterdamse Bank
nu in de bank van de beklaagden
Jeugdzonden.
Aan het begin van 't proces kwa
men de „jeugdzonden" van Den B.
ter sprake. Een studentengrap in
Zürich in 1930, die hem een veroor
deling opleverde.
Reeds nu springt mr. Mathuisen
in. Hij komt snel achter de katheder
weg: „Graag een toelichting, Edel
achtbare". Hij vertelt dat deze ver
oordeling zo zwaar niet is. „Een
voorwaardelijke veroordeling voor 'n
studentenstunt".
Dan komt mr. Van der Waerden
in gesprek met Den B. Hij spreekt
over de zorglijke tijd" van Den B.
van 1951 tot 1955: e.en periode waar
in twintigmaal het faillissement van
Den B. werd aangevraagd, maar
waarin Den B. steeds een oplossing
vond om zijn handel in rubber en
textiel op de been te houden.
Opgericht.
1955 Is het jaar waarin de Bouw
en Handelsmaatschappij werd opge
richt.
„Socrates" ging onroerend goed in
N.V.-vorm verwerven: „Onroerend
goed aanschaffen, dat in waarde zou
stijgen". Dat moest dan ook gebeu
ren door de inbreng van nieuwbouw.
„Maar daar is het niet toe gekomen"
stelt mr. Van der Waerden. „Jawel",
antwoordt Den B., „we hebben iets
gebouwd en al ons onroerend goed
was fantastisch onderhouden". „Daar
is nog wel verschil van mening
over", antwoordt mr. Van Waerden
droog.
Miljoenen krediet.
Miljoenen krediet kreeg Den B.
van de Amsterdamsche Bank. „U
weet dat er miljoenen zijn uitgege
ven en dat over de besteding daar
van de deskundigen een eigen me
ning hebben?"
„Ja, maar de grote lijn, de plan
ning, waarborgde een juiste afwik
keling: aankoop onroerend goed,
waardestijging daarvan en met die
restwaarde nieuwbouw stichten".
De breuk met de Amsterdamsche
Bank kwam: de boel liep vast. 't
Had anders gekund", antwoordt Den
B. „Maar de publiciteit, de kranten,
schreven over mijn cineramaproject,
het ontslag van een onderdirecteur
Daar zijn ze!
„De boeken waren er wel, die
heeft u wel aangeschaft: daar zijn
ze". En de president van de recht
bank wijst de ex-president-directeur
van Socrates op een tafel vol fraaie
boekhoudboeken.
„Dit is een leeg crediteurenböek,
dit ook en dat is een kasboek met
boekingen uit 1955", stelde de pre
sident, terwijl de volle publieke tri
bune in lachen uitbarstte. „Verder is
mijn boekhouder nooit gekomen",
merkte Den B. op.
„Ik had geen debiteuren", vertelde
Den B. „Maar des te meer crediteu
ren", antwoordde de president.
De boekhouder.
De heer J. Hoogendijk getuigt: de
boekhouder, die volgens Den B. zijn
werk niet aan kan. „Weken ben ik
"bezig geweest met assistenten om te
ordenen. Onbegonnen werk. Een ba
lans was niet te construeren. Geen
inlichtingen kreeg ik, geen informa
ties".
„Ik droeg u toch op voor de ad
ministratie te zorgen", roept Den B.
„Dat was uw taak".
„Jawel, jawel", antwoordt de
boekhouder, „maar u was er nooit en
als u er was wilde u nooit met mij
praten".
Geen dekking.
's Middags kwam de gewezen on
derdirecteur in de beklaagdenbank
te zitten.
Met in de getuigenbank leden van
de hoofddirectie van de Amsterdam
sche Bank, wordt omstreeks twee
uur de behandeling voortgezet. T. H.
komt binnen, een stapel school
schriften onder de arm, gekleed in
een donkerblauw kostuum.
„Verduistering in dienstbetrek
king", zegt de officier. Met de ar-
Vele nieuwe postzegelseries
„vergif in schone vorm
Er zijn natuurlijk altijd fi
latelistisch gesproken landen,
waarvan ik houd, maar er zijn
er ook heel wat, die ik haat uit
het diepst van mijn filatelistisch
hart. Trouwens er waren altijd
reeds landen, die gewild en lan
den, die allesbehalve gewild wa
ren.
Tot de gewilde gebieden be
horen die landen, die "zelden ge
legenheidszegels uitgeven (En
geland), of nooit zegels met toe
slag (USA en Engeland), of als
ze dat wel doen, deze toeslagen
binnen redelijke grenzen hou
den, zoals b.v.- de Scadinavische
landen en Zwitserland.
De niet gewilde landen zijn
veelal berucht om hun lind-
wormachtige gelegenheidszegels
of zegels met exhorbitant hoge
toeslagen, series met 'Zgn. sper-
waarden (Oost-Duitsland b.v.)
of naast de normale serie met
een behoorlijke oplage, 'n klein
gedeelte, ongetand uitgeven te
gen een veelvoud van de nomi
nale waarde, zoals Hongarije.
Vele van deze zegels vooral
die met hoge toeslagen ziet
men slechts zelden op brief, het
zij dan op de zgn. eerstedag-
enveloppen, de rage van de laat
ste jaren! Al met al het beste
bewijs, dat zij niet meer moeten
worden beschouwd als „postze
gel", d.w.z. als kwijtingsbewijs
voor vooruitbetaald porto, maar
uitsluitend als „postzegelplaat
je" voor de albums van de ver
zamelaars. De netto-opbrengst -
tenslotte kost de aanmaak van
zo'n serie geld! - moet meehel
pen de schatkisten te vullen.
Tot de landen, die ik haat, be
horen om maar in Europa te
blijven Monaco en San Ma
rino. Als de inwoners van deze
miniatuurstaatjes de door hun
posterijen uitgegeven zegels zelf
op hun brieven moesten opge
bruiken, zou daartoe weldra
geen Monagask noch Marinees
voldoende speeksel over hebben.
San Marino gaf meer dan 100
luchtpostzegels uit zonder een
vliegveld het zijne te kunnen
noemen; Rainier III, die trouw
de op kosten van de verzame
laars en de grote Alb. Schweit
zer een nieuwe inrichting voor
één van zijn ziekenhuizen te
Lambarene schonk, presenteer
de korte tijd daarna prompt de
rekening bij de verzamelaars in
de vorm van een peperdure se
rie postzegels, waarbij vooral de
hoge luchtpostwaarden niet wer
den vergeten.
Dit alles geschiedt aan de lo
pende band en zonder blikken
of blozenen het gekke is,
dat men ze nog kwijt raakt Let
wel: nóg! Aangezien kwaad
zichzelf straft, ben ik bang, dat
er een tijd zal komen, dat de
verzamelaar deze zegels niet
meer lust. En als eenmaal de
verzamelaars zo'n gebied de rug
hebben toegekeerd, is 't uiterst
moeilijk er weer in te komen.
Men denke slechts aan Leichten-
stein, dat nog boet voor zijn
vroegere wandaden.
Mag ik u een raad geven?
Maak een verstandige keuze en
vermijd dit „vergif in schone
vorm", want dat zijn immers ve
le nieuwe series. Ze zijn veelal
„schoon", maar „vergif" blijft
het! K. E. KöNIG.
men over elkaar naar de officier
luisterend, zit H. „Zonder beroep",
zegt de ex-onderdirecteur van de
Amsterdamsche Bank mat, als presi
dent, mr. B. van der Waerden, hem
daarnaar vraagt.
Heel beheerst luistert hij naar het
voorlezen van de dagvaarding. Twee
miljoen is het door hem verleende
krediet aan Socrates, terwijl zo
zegt de dagvaarding hij kon we
ten, dat er geen dekking voor dat
krediet was. Hij handelde daarbij
zelfs tegen het uitdrukkelijk verbod
van de hoofddirectie van de Amster
damsche Bank.
Het werd zijn „ondergang" bij de
bank: zijn levenspositie, zijn levens
werk lag in stukken.
Als getuigen zijn o.m. aanwezig de
A.B.-directeuren C. A. Klaasse en
prof. dr. J. R. M. van den Brink.
Vijftien jaar was hij, toen hij met
het Mulo-diploma op zak bij de A.B.
in dienst trad. Door voorbeeldige
ijver en een superieur verstand
werkte hij zich op tot de vertrou
wenspositie van -Onderdirecteur.
Veel hoger.
Formeel verleende u een veel ho
ger krediet dan u mocht geven, niet
waar?, vraagt de president.
Verdachte antwoordde: Als het
blijvend zou zijn geweest had ik het
ook zeker aan de directie verteld.
Maar u kunt toch maar niet met
miljoenen werken en dan op een
ogenblik dat het u past, dat vast la
ten leggen. Ik zag geen enkel risico,
was het antwoord.
Hebt u Socrates-zaken helemaal
zelf behandeld, zonder iemand erin
te kennen?
Ik heb nooit zoveel betekenis aan
deze zaak gehecht: ik vond het on
belangrijk.
Een bepaalde positie zou Den B.
de Socrates-directeur, niet hebben
ingenomen.
Directeuren.
Na het horen van de getuigen-des-
kundigen, die vooral hun financieel
technische mening gaven werd een
van de directeuren van de Amster
damsche Bank, de heer C. A. Klaas-
se, gehoord.
Hij stelde het tijdstip van het ver
bod tot verder zaken doen met So
crates voor Hoving vast. Het idee,
dat de A.B. bankgarantie zou geven
voor zaken, waarbij een andere bank
zou profiteren, noemde de heer
Klaasse „meer dan absurd". Deze
stelling wordt door Hoving gepo
neerd. H. mocht zeker niet zo zelf
standig handelen, vertelde de heer
Klaasse. „Deze zaak had een veel te
speculatief karakter". Wanneer deze
zaak aan de directie zou zijn voorge
legd, „zou er zeker een positief nee
gehoord zijn", bleek uit de woorden
van de heer Klaasse.
Anders gehandeld.
Eén vraag dringt zich steeds weer
op: Waarom heeft H. in d.e Socrates-
zaak -Volgens de directeuren al
thans zo geheel anders gehandeld
dan normaal? Zelf zegt H. zijn be
handeling van deze zaak normaal te
vinden, maar de directeuren denken
daar anders over.
Ook aan de directeur, prof. dr. J.
R. M. van den Brink vraagt de pre
sident of „hij achteraf niet van me
ning is dat te grote armslag aan H.
is gegeven" Mr. Maris liet ook deze
getuige verklaren, dat er geen an_
dere limietbepaling voor de heer H.
gold dan de mondeling, opgedragen
100.000,-. Er was geen voorschrift
of opdracht om te controlerenof de
heer H. zich hieraan hield. De heer
Van de Brink heeft nooit de indruk
gehad dat de heer H. dit alles ten
eigen bate heeft gedaan. „Daarom
ook hebben we de justitie niet zelf
ingeschakeld". „De heer H. had een
neiging de zaken zelf te doen, maar
deed het ook met toewijding; hij be
reidde zijn zaken uitstekend voor
ondanks zijn eigengereidheid".
Zaak A'dam-noord.
Den B.'s notaris, de heer G. v.
Tamboer, ..kwam tegen het eind van
de zitting vertellen, dat de affaire
„Amsterdam-Noord" wel een goede
zaak zou zijn geworden. De gronden,
die Den B. kocht voor 5 per vier
kante meter in Amsterdam-Noord en
Oostzaan liggen nu binnen een Am
sterdams uitbreidingsplan; een lo
nende zaak was in het vooruitzicht
toen „Socrates" struikelde en de fi
nanciering stokte.
Tenslotte getuigde aannemer W.
Riezenkamp, die „Socrates" de grond
in Noord verkocht voor 5 per vier
kante meter. Hij had vertrouwd op
informatie van de Amsterdamsche
Bank. De 150.000,- „handgeld" had
Socrates verbeurd: de koop was niet
doorgegaan, zodat de heer Riezen
kamp 150.000 rijker is en goede
vooruitzichten heeft voor de grond
die hem nog toebehoord. Een make
laar/taxateur uit Rotterdam, de heer
K. C. Slijk, verschenen als getuige
a décharge, vertelde dat zijn waar-
de-schatting van het Scalatheater
eind 1958 2.230.000 was en eind
1959 2.305.000,-. De ligging van het
theater is uitermate gunstig", ver
telde hij. „Uitermate geschikt voor
bioscoop-theater".
De rapporten spraken van ingeto
gen leven, een bezetene van zijn
werk, een „Streber" naar het hoog
ste in bankiersvak". Een zeer bij
zondere intelligentie, een fenome
naal inprentingsvermogen, maar wat
onrijp. Wat krampachtig; hij mar
keert zijn gevoelens, maar is au fond
zeer gevoelig. Tot donderdagmiddag
werd de zaak tenslotte geschorst
voor requisitoir en pleidooi.
(NAAR EEN OLIFANTJE)
Gistermiddag heeft Prins Bern-
hard op de scheepswerf van de N.V.
Nicolaas Witsen en Vis te Alkmaar
het motorjacht, dat hem ter gelegen
heid van zijn vijftigste verjaardag
door het Nederlandse bedrijfsleven
zal worden aangeboden, gedoopt en
te water gelaten.
De door de prins gekozen naam
van het jacht luidt: „Budi". Dit is
de naam van een jonge Afrikaanse
olifant zonder slagtanden. Dit dier
wordt door de bewoners van Tangan
yika, waar de prins een jachtgebied
heeft, beschouwd als een gelulksdier.
Burgemeester mr. H. J. Wytema
van Alkmaar bood de prins namens
zijn gemeente een peilkompas aan
met het stadswapen er op. Nadat een
heildronk was uitgebracht, bezichtig
de de prins het schip, waarbij hij
zich uitvoerig liet voorlichten.
Aan verslaggevers vertelde de
prins, dat het jacht zo spoedig mo
gelijk zal worden overgebracht naar
Porto Ercole, het Italiaanse haven
plaatsje, waar de koninklijke familie
een villa heeft.
De „Budi" is van het type „express
cruiser". De lengte over alles be
draagt 12.90 meter, de breedte over
alles is 3.50 meter, de diepgang een
meter. De maximum snelheid is acht
tien kilometer per uur bij een mo
torvermogen van tweemaal 180 pk.
De boot is bedoeld om zonder vaste
bemanning te worden gevaren. De
romp is uitgevoerd in staal en prak
tisch geheel gelast. In het voorschip
is een kleine tweepersoons slaaphut
aangebracht met daarachter een toi
let, een douche en een keuken. De
midscheepsgelegen salon is betim
merd.
In de stuurstang zijn de bedie
ningshandles voor de motoren en di
verse meters ingebouwd. Het vaar
tuig wordt uitgerust met een magne
tisch kompasecholood, log, richting-
zoëker en „ship tot shore" telefoon-
installatie.
Constructiewerker
gedood bij ontploffing
Gistermiddag heeft zich in de kel
der van een perceel aan het Win-
schoterdiep in Groningen een onge
val voorgedaan, waarbij de 46-jarige
H. Slink om het leven is gekomen.
De heer Slink, contructiewerker
van beroep had in de kelder een
werkplaats ingericht. Gistermiddag
zou hij voor twee landbouwers uit
Noorddijk aan een wiel voor een
hooipers een ijzeren stang lassen. Om
deze hooipers zitten banden die on
der een druk van vijf atmosfeer
staan. Bij het lassen is een der ban
den mogelijkerwijs in brand geraakt
of de spanning van de band is dooi
de hitte te groot geworden. In elk
geval explodeerde deze en sloeg te
gen het hoofd van de heer Slink. De
ze was op slag dood. De beide land
bouwers voor wie het karwei zou
worden uitgevoerd, werden door de
druk weggeslingerd, doch zy liepen
spechts lichte verwondingen op. Het
slachtoffer was ongehuwd.
MONACO gaf t.g.v. het 100-
jarige „wonder van Lourdes" in
1958 eventjes 11 gewone fran
keer- en 2 luchtpostzegels uit, en
dan te bedenken, dat Lourdes
nog altijd in Frankrijk ligt!
Een van de twee zojuist in
Liechtenstein verschenen uiterst
fraai uitgevoerde zegels als nor
male frankeerwaarden.
SAN MARINO eerde in 1947
wijlen president Roosevelt van
de USA met 6 gewone en 8
luchtpostzegels. Was het uit sym
pathie voor deze grote man of
was het uit sympathie voor de
klinkende munt, die dollar heet?
MuuLwit 0hi~)
httrzoikin' r
A
11
In haar fietstas voerde ze altijd 'n
verbanddoosje mee en voorzichtig be
gon ze de wond te verbinden. Ze
liet de man maar stilletjes zitten,
want zo kon ze handiger werken.
Maar opeens klonk haar een stem in
de oren: „Wat doet u....?"
De man was blijkbaar een vreem
deling, dat wees trouwens het num
merbord op de auto wel uit.
„Zit stil" zei ze tegen hem. „Ik
ben direct klaar en dan zien we wel
verder".
Hij liet haar stil begaan. Toen
klom hij uit de wagen, keek eens
verbaasd rond en nam toen met 'n
flegmatiek gezicht de schade op.
„Valt nogal mee" vond hij.
Een verhaal
vol
verwikkelingen
door
T. LODEWIJK
„Ja, voor uzelf ook" antwoordde
zij.
„O ja, een vleeswond. En ik voel
me nog een beetje duizelig. Zeker
een band gesprongen? Ik herinner
me de knal. Ik had de wagen best
in de hand kunnen houden, maar ik
zat te veel in gedachten achter het
stuur".
„Aangename gedachten hoop ik",
lachte Riek.
„Nee, dat "waren het nu juist niet"
zei de vreemdeling langzaam. „Wat
dat betreft, mag ik dankbaar zijn
voor dat ongeluk, Want achteraf lijkt
me dat geval niet zo belangrijk meer
en ik zal er nog eens rustig over na
denken. Nu ben ik alleen maar blij,
dat ik zo'n charmante verpleegster
ontmoet heb".
Riek kleurde. Ze was weinig ge
wend complimenten te h'oren. „Wat
gaat u nu doen?" vroeg zij.
„Aan de kant van de weg zitten
en wachten tot er een auto langs
komt, die me terugneemt. En dan
een garage waarschuwen".
„Dan kunt u hier wel een uurtje
zitten" meende het meisje.
„Dat zou zo erg niet zijn, wanneer
u me zolang gezelschap houdt" zei
de vreemdeling. „Dan wil ik hier des
noods nog wel twee uur zitten".
Riek antwoordde koeltjes: „Het
verlenen van eerste hulp aan iemand,
houdt nog niet direct in, dat ik ver
der als dame van gezelschap wens
op te treden. Ik geloof, dat u zich
verder wel kunt redden, meneer. Ik
hoop dat u niet te lang behoeft te
wachten en in ieder geval zal ik in
Meeldam de garage vast waarschu
wen".
De vreemdeling stond opeens vlak
voor haar.
„Hè, neemt u dat niet zo verkeerd
op', pleitte hij. „Ik zei het werkelijk
zonder enige bijbedoelingen. Is het
zo verkeerd, .vanneer ik tot de con
clusie kom, dat u iemand bent, met
wie ik graag eens een uurtje praten
wou, ik, die hier als vreemdeling
ben? Is het niet te begrijpen, dat ik
hier in volle gerustheid zóü zitten
wachten, wanneer ik de tijd korten
kon door een gezellig gesprek met
iemand, die me interesseert? Moet
u daar, nu meteen iets ergs van den
ken? Beledig ik u daarmee? Als dat
zo is, dan m'n excuus.... het was
zéker m'n bedoeling niet".
„Och", antwoordde Riek, nu ook
wat toeschietelijker, „dat geloof ik
nu ook wel. Maar we leven in een
klein land, meneer, bewoond door
dikwijls kleine mensen. En ik heb
hier 'n verantwoordelijke positie, ik
woon in een glazen huis. Als iemand
me hier dood op m'n gemak met een
vreemdeling in het gras zag zitten,
zou er geen eind komen aan de praat
jes".
„Bent u dan bang voor praatjes?"
vroeg hij minachtend.
„Ja" zei ze eerlijk. „Ik ben er niet
graag het onderwerp van".
„U hebt gelijk" gaf hij toe, „Ik
vind het heel aardig, wanneer u even
de garage voor me wilt waarschu
wen. Maar mag ik misschien uw
adres? Dat zou ik wel erg op prijs
stellen".
Riek zag er het nut niet van in,
maar wilde niet opnieuw weigeren.
En weldra peddelde ze verder naar
Meeldam. In de bocht van cle weg
keek ze nog eens om. De vreemde
ling stond rechtop, de ogen met de
hand beschuttend en keek haar na.
Hij wuifde met z'n hand. En in een
opwelling van vrijbuiterij wuifde ze
terug.
Het was een vriendelijk gebaar,
dat Colverton ie moed gaf die avond
een bezoek te brengen aan het pen
sion van Riek de Ruiter.
De hospita, een vriendelijke dame,
die haar gemakkelijke en prettige
pensiongast een goed hart toedroeg,
was niet weinig verrast, toen 'n heer,
die Nederlands sprak met een dui
delijk accent, die avond voor de deur
stond en naar juffrouw de Ruiter
vroeg. Haar romantisch oudedames-
hart droomde reeds allerlei dromen
rond het tweetal, want ook zij be
hoorde tot de vele Meeldammers die
maar niet kon begrijpen, waarom
Riek het alleenzijn verkoos boven
een huwelijk met een der jongeman
nen, waarvan zij er, naar de vaste
overtuiging van de goede weduwe,
aan elke vinger wel tien kon krij
gen.
Riek zelf was wel een weinig met
het geval verlegen en bloosde hevig
toen de Amerikaan haar nog eens
uitvoerig begon te bedanken voor de
hulp, die zij hem die middag ver
leend had. Ze werd er zelfs 'n beetje
knorrig onder.
„Nu heeft u me vanmiddag al be
dankt en steekt u nog eens de hul-
digings speech af" zei ze. „Dat is me
werkelijk wat al te veel van het
goede. Is het in Amerika zo'n zeld
zaamheid, wanneer men z'n even
mens helpt, dat men er een speciale
reis voor gaat maken om de help
ster nogo eens te bedanken? Want u
logeert toch in Kwardam, nietwaar?"
„Ja", gaf hij toe, maar met de
auto is dat maar een kippeneindje.
En als ik eerlijk mag zijn, juffrouw
de Ruiter, ik kwam niet alleen om
u te bedanken. Ik kwam eigenlijk
om het praatje, dat u vanmiddag niet
met me wilde afmaken terwille van
het gepraat van Uw lieve Meeldam
mers voort te zetten".
„Dus mag ik u vanavond aange
naam bezig houden!" schertste Riek,
toch een weinig spits.
„Als u er geen zin in hebt, ben ik
meteen weer vex'dwenen", antwoord
de Colverton. „Maar u moet weten,
ik ben ook een Amerikaan van Hol
landse oorsprong, evenals mr. Cla-
renbough.
„Wat weet u van mr. Claren-
bough?" vroeg Riek geïnteresseerd.
„Is dat verhaal al zover doorgedron
gen, dat u er ook al mee op de hoog
te bent?"
(Wordt vervolgd)