I. ■I II II II M ZAL DEMOCRATIE OF COMMUNISME HET PLEIT WINNEN? De worste ling om het bezit van Azië Onvoorstelbare armoede en honger DONDERDAG 27 APRIL 1961 DE LEIDSE COURANT PAGTNA 12 in Istanbul, in Pera Palace en in een havenkroegje van Yalowa aan de Klein-Aziatische kust van de Zee van Marmora, maar overal was ze even goed. Maar ga geen thee drinken in het Hilton-hotel, dat de Amerikanen aan de rand van de stad hebben neergezet, want dan betaalt u f 4,— voor één kopje. Als u de gezelligheid van de koffie wilt verhogen, kunt u ook een waterpijp laten aanrukken. U krijgt er een apart mondstukje bij, dus tot zover is het wel hygiënisch, maar overigens is het gevaarte (ongeveer een halve tot driekwart meter hoog) voor gemeen schappelijk gebruik. Je moet wel flink trekken en het rochelt luguber in het waterreservoir, maar de rook is koel en je kunt er een hele tijd mee vooruit. NU MOET U ZICH NIET VOORSTELLEN dat U in Istanbul in de kleurige volkswijken allemaal figuren kunt zien zitten, zoals men in geillustreerde sprookjes en verhalen uit Duizend-en-Eén Nacht kan zien of op de films. Er zijn geen bontgeklede pasja's meer met tulbanden op en met puntschoenen aan de voeten. Istanbul is bezig volkomen Westers te worden. Er is een streven om al het schilderachtige oude op grote schaal op te ruimen. Wij hebben reeds gezegd, dat de fez en de vrouwensluier is verboden. Ook de dienaren van de moskeeën hebben geen lange witte gewaden meer, de muezzin klimt in zijn minaret om de gelovigen tot het gebed op te roepen in een doodgewoon alle daags pakje. Zelfs is men bezig om de houten huizen bij hele blokken tegelijk omver te gooien. De houten scheefgezakte huisjes vormen inderdaad bij brand een groot gevaar en jagen de brandweer telkens de zenu wen op het lijf, maar de vreemdeling ziet het pittoreske oude Istanbul met lede ogen verdwijnen. Istanbul wordt op den duur een westerse stad en wie nog iets wil zien van de charme van het Oosten, wie dus wil onderduiken in een totaal andere wereld dan die van het Westen, wie nog iets wil ondergaan van die geheimzinnige sfeer welke de Oriënt omgeeft, moet zich haasten. Over enige jaren is Istanbul het oude Istanbul niet meer. H.G. De Aya Sophia beheerst het stadsbeeld BOVEN ISTANBUL troont de Aya Sophia. De beeldspraak is niet verwrongen. Boven andere steden in het Westen rijzen de torens der kathedralen de hemel in de Aya Sophia zit ten troon als een patriarch uit de oude tijden. Alleen z'n vier minaretten priemen ijl en spichtig in de blauwe lucht. Ik sta voor het machtige bouwwerk en voel me heel klein, want waar ik sta hebben eeuwen en eeuwen geschiedenis hun neerslag achtergelaten. Door deze poort vóór mij zijn Oost-Romeinse keizers binnengetreden met al de praal van hun Oosterse hofhouding. Mohammed II, Fatih de Veroveraar heeft hier de grootse kerk voor de Islam in bezit genomen en de kruisvaarders uit het Westen hebben binnen deze muren hun zwaard afgelegd en de knie gebogen. Grieken en Perzen, alle volken van de Oriënt hebben op hun reizen over de grote handelswegen deze kerk verwonderend aangestaard en van hieruit is Oost-Europa gekerstend. Van hier uit is ook het grote Oosterse Schisma ontstaan. In mijn ogen is opeens het grote plein voor de kerk bevolkt met figuren uit het verleden. Heel de fantastische kleurenpracht van het Oosten bloeit op. Maar ach, de werkelijkheid van vandaag is min der fantastisch. De Aya Sophia de Heilige d.w.z. de Goddelijke Wijsheid eens het geestelijke middel punt van het christelijk Constantinopel zowel als van het Islamietische Istanbul, is momenteel een koel mu seum, waardoor de tempel onttrokken is aan de twist om het bezit tussen Christenen en Mohammedanen. Men kan de kerk thans vrijelijk betreden zonder dat men z'n schoenen behoeft uit te trekken, want sinds het besluit van Kemal Atatürk is zij geen moskee meer. Mohammedaanse grafstenen DE OUDE TEMPEL is in menig opzicht het symbool van de huidige stad aan de Gouden Hoorn. Istanbul is bekend onder drie namen. In de Romeinse tijd, toen de stad zich ontwikkelde tot de rivale van Rome, heette zij Byzantium; later toen keizer Constantijn er de zetel vestigde van het Oost-Romeinse Rijk en de stad ver fraaide met paleizen en monumenten, werd zij bekend als Constantinopel, de stad van Constantijn. Toen in de 15e eeuw de Turken de stad veroverden werd de naam Istanbul, ofschoon in het Westen de naam Con stantinopel nog eeuwenlang gangbaar bleef en zelfs nu nog gebruikt wordt. Ook de Aya Sophia heeft drie jgrote tijdperken ge kend zij werd onder keizer Justinianus, de grote wet gever, gebouwd als een christelijke tempel. De Turken maakten er een moskee van en namen het imposante bouwwerk tot voorbeeld van talloze navolgelingen. En ten slotte is zij op het ogenblik noch Christelijk noch Mohammedaans, doch eenvoudig een monument, een neutraal museum. EVENALS DE STAD heeft ook de Aya Sophia ztfn hoogste glorie gekend onder de Oost-Romeinse keizers. Ondanks de vele verwoestingen en plunderingen, waar aan zij is bloot gesteld geweest, is er nog veel te be wonderen van de oude pracht in de hoge koepels, de mozaieken en de marmeren bekleding. Christelijke symbolen en mozaieken hebben de Mohammedanen onaangeroerd gelaten, zodat grote figuren van Christus en de H. Maagd u aanzien vanuit de koepelgewelven en de wanden. Aan de vier hoekpijlers van de grote koepel hebben zij foeilelijke grote schilden opgehangen met Turkse lettertekens, om de moskee een Mohammedaans aspect te geven. Die schilden vloeken tegen de kleuren pracht der steensoorten, welke de bouwers met ver fijnde smaak en weergaloze kundigheid als bekleding hebben aangebracht. Zoals bij zovele moskeeën het geval is, is ook het interieur van de Aya Sophia be langwekkender dan het uiterlijk. Van buiten is zij weliswaar een groots samenstel van koepels, maar van binnen ziet men eerst hoe groot zij is. Hetgeen vooral te danken is aan de vensters in de koepelrand, die veel licht naar binnen laten vallen en een sfeer van ruimte scheppen. Eén ding ontbreekt in dit glorievolle historische bouwwerk en dat is: het leven. Slechts wie de ruimte vullen kan met de figuren van zijn verbeelding en zich kan terugdenken in de jaren van het grootse verleden,, zal zich voldaan kunnen voelen in deze museumhallen, hoe verheven zij ook zijn. PERSOONLIJK ben ik meer getroffen door" de z.g. Blauwe Moskee, ofwel de moskee van Sultan Achmet. Deze ontleent zijn naam aan de kleur van de blauwe fayence-tegels waarmee zij van binnen bekleed is. Hier is wel leven, hier ademt de Islam, hier buigt de ge lovige Muzelman zich naar Mekka en prijst Allah en diens profeet. De gehele dag door is er gelegenheid tot het verrichten van de vijfmaal daags voorgeschreven gebeden. De richting van Mekka wordt aangegeven door de gebedsnis, de Mihrab, een rijkelijk versierde nis, die de gelovige de juiste oriëntering aangeeft naar het middelpunt van de Islam. Op de grond liggen zware Perzische tapijten, waarop men niet dan ongeschoeid lopen mag. Zowel de gelovige Mohammedaan als de „ongelovige" christen moet vóór hij door de zware voorhang de tempel betreedt zich ontdoen van zijn schoeisel. Laat uw schoenen gerust buiten achter, nie mand zal ze wegnemen. Vreemdelingen kunnen ook een paar sloffen over hun schoenen aantrekken, men geeft er een paar koeroes voor als vergoeding. Voor de ge lovige is er buiten de moskee een gelegenheid tot het verrichten van de rituele voetwassing. Ik heb er zelf ook wel gebruik van gemaakt, niet om mijn voeten te wassen, maar om het duivenvuil van mijn jasje te krijgen. Dit werd blijkbaar door de Moslems niet als heiligschennis opgevat, want zij hielpen mij met vrien delijke behulpzaamheid. DAT WAS OVERIGENS niet vóór de Blauwe Moskee maar vóór de moskee van Eyüb, de Turkse volkswijk van Istanbul. Wie de stad wil kennen en de sfeer van het Oosten wil ondergaan, moet de volkswijken in. Istanbul bestaat uit drie grote delen, gescheiden door de Gouden Hoorn, een inham van de Bosporus, Noor delijk van de Gouden Hoorn bevinden zich Galata en Pera, die vrijwel Europees zijn, maar bezuiden de Gouden Hoorn ligt het geheel Turkse Stanbul met z'n houten huizen, z'n volkscafétjes, waar mannen aan waterpijpen lurken en zwarte Turkse koffie slurpen, met z'n kramen en winkeltjes en z'ngrafstenen. O, die grafstenen. Men moet wel beslist een Turkse mentaliteit bezitten om al die kerkhofjes midden tussen de woningen én langs de straten te kunnen verdragen. In de omgeving van moskeeën zijn grote begraafplaatsen, maar men kan zich bij wijze van spreken ook in zijn voortuintje laten begraven en daar een monument voor zich doen neerzetten. Of het veel uithaalt om zo'n grafsteen voor zijn nagedachtenis te laten plaatsen, betwijfelen wij, want blijkens de toestand, waarin die grafmonumenten verkeren, kijkt een Muzelman er niet naar om. Wanneer ze na verloop van tijd scheef zakken en ten laatste omvallen, zal niemand een hand uit steken om ze weer recht te zetten. Wat valt moet maar blijven liggen, het leven keert niet weerom. ter de toonbankjes voorzover aanwezig zal men vergeefs zoeken naar knappe verkoopstertjes. De Turkse maatschappij is een maatschappij van mannen. Alle handelaren in de Grand Bazar zijn mannen. Ik heb nergens e^ vrouw achter de toonbank gezien. Ook in café's is geen vrouwelijk bedienend personeel. Kemal Atatürk schafte omstreeks 1925 voor de man nen de fez af en verbood de vrouwen gesluierd over straat te gaan. Maar desondanks ziet men vooral de oudere vrouwen gekleed gaan met een zwarte doek over het hoofd, welke doek zij met de ene hand over mond en kin houden. Zij kunnen de oude gewoonte, het instinctieve verbergen van het gezicht, niet nalaten. De jongere zijn gewoon Europees gekleed en gedragen zich zoals overal elders in Europa. Typerend voor de geringere achting, welke de Mu zelman de vrouw toedraagt, is het feit, dat de vrouwen tezamen met de „ongelovige" in de moskeeën slechts aan de uiterste zijkanten mogen plaatsnemen. Het midden-gedeelte, waar de mannen hun gebeden ver richten, is voor haar verboden terrein. BIJ DEZE ACHTERSTELLING van de vrouw is het dan ook niet verwonderlijk wanneer je in de volks cafétjes alleen maar mannen aantreft. Ook daar is het volksleven eenzijdig mannelijk gekleurd. Je kunt er van alles drinken, ook cola en (duur) bier, maar de gangbare drank is de koffie, welke geserveerd wordt in een koperen kannetje met een steel. Je moet zelf de koffie uit het kannetje in het kopje gieten en daar bij ervoor zorgen, dat het onderste laagje drab niet meekomt De Turkse koffie is vermaard. Wil zij goed zijn dan moet ze aan drie eisen voldoen: zij moet zwart zijn als de nacht, heet als de hel en zoet als de liefde. Wat men niet zou verwachten is, dat de thee, daar „tsjai" genoemd, buitengewoon goed is. Men kan ze krijgen per glaasje en voor meerdere personen kan men ook een soort samovar bestellen. Ik heb tsjai gedronken in een gezellig tentje op het Taksiemplein midden De waterpijp borrelt HET HANDELSLEVEN speelt zich voor een groot deel af in de Grand Bazar, een soort overdekt labyrinth met kleine winkeltjes. Het lijkt op de Haagse Passage, maar dan lager en veel uitgestrekter; men kan er in verdwalen. Typisch is dat alle concurrenten bij elkaar zitten. De goud- en zilversmeden hebben ongeveer een hele straat, waar in winkeltje naast winkeltje dezelfde een zijstraatje vindt men alle kleedjes- en tapijten verkopers bij elkaar en in weer een zijstraatje van dat zijstraatje zitten meubelverkopers op een kluitje. Ach- NIEUWE UITGAVEN Kitty overwint zichzelf, door Dorothy Butters. Prisma-Juniores. Utrecht. Dit is een boekje voor oudere meis jes, want de lotgevallen van Kitty beginnen hier op een leeftijd, dat zij de school verlaat. Ook Kitty moet werken voor de kost en ook bij haar hartje klopte de liefde aan. Vele meisjes zullen met spanning haar be levenissen volgen. „Het verwarmd aquarium", door H. W. E. van Bruggen no 246 Weten en kunnen- reeks. Uitg. Kosmos, Amsterdam. Prijs f 1,90. Op een voor de volslagen leek begrijpelijke wijze, neemt dit handige boekje de aspirant aquariumhouder mee op het vaak moeilijke pad der aquaristiek. Door het vermijden van zoveel mogelijk technische en weten schappelijke taal, is het de auteur gelukt een handleiding te brengen waaraan zowel de „beginner" als de reeds gevorderde aquariumbezitter iets heeft. Naast uitgebreide gegevens betreffende inrichting, onderhoud en verzorging, is ruime aandacht besteed aan een uitvoerige beschrijving van vele planten en vissen. Kindertekeningen, Phoenix Pocket. Uitg. Mij De Haan, Zeist. In dit boekje geven vier auteurs hun visie op het tekenen van de kinderen, voornamelijk op school. Zij breken dat spreekt haast vanzelf een lans voor de moderne methode van de z.g. „vrije expressie", welke het kind vrij laat om z'n beleven van de omringende wereld te uiten op de wijze zoals dat hun past. In tegen stelling tot de oude methode, waarbij het lijnen trekken en kubussen te kenen op de voorgrond stond, vindt ieder kind dat prettig en zo ontwik kelt het spelenderwijs zijn kunst- gevoeL Tevens geeft dit geïl lustreerde boekje een inzicht in de kinderpsychologie op dit gebied. Jacht op verdovende midde len, door Derek Agnew. Prisma-uitgave. Utrecht. De strijd van de recherche tegen de smokkelaars van verdovende mid delen vormt de inhoud van dit Prisma-boekje. Het geeft een aantal dramatische episodes uit deze strijd en licht de sluier op, welke gewoon lijk blijft hangen over dit belangrijke en niet-ongevaarlijke werk van de politie. De jacht op narcotica is geen kruimelwerk, doch omspant hele we relddelen. Psychologie der dieren, door Munro Fox. Prisma-uitgave. Utrecht. Op de titelpagina van deze Prisma staat een aap, als voorbeeld misschien van een dier, dat ook in zijn gevoels uitingen het meest op een mens lijkt. Gelijkenis is nog geen identititeit en daarom is de term „Psychologie" (zielkunde) misschien niet juist ge kozen. Maar de schrijver vervalt niet in de fout om het gedrag der dieren te vermenselijken of menselijk te duiden. Integendeel: hij laat zien, hoe geheel verschillend de wereld van het dier is vergeleken bij de mens. Ruimtevaart. Prisma-uitgave. Utrecht. De ruimtevaart staat de laatste ja ren wel in de belangstelling. Wat aan vankelijk voor fantasterij werd uit gekreten, begint zeer reële vormen aan te nemen. Toch zijn de beginselen van de ruimtevaart nog lang geen gemeen goed, zelfs niet van de meer ontwikkelden. Dit boekje wil een inzicht geven in de mogelijkheden van de ruimtevaart en tracht zoveel mogelijk deze materie binnen het be reik van velen te brengen. Zwaar vergif, door Dorothy L. Sayers. Prisma-uitgave. Utrecht. Dit zware vergif is arsenicum, waarmede een zekere heer Boyes om het leven is gebracht. Verdacht van dit misdrijf wordt een vriendin van hem, die als schrijfster een speciale studie heeft gemaakt van vergiften. Het lijkt een opgelegde zaak, maar het pakt heel anders uit De Engelse schrijfster (die in 1957 overleed; heeft als een tweede Agatha Christie ver maardheid verworven door haar knappe detective-verhalen, waarvan dit er één is. Het is met humoi en intelligentie geschreven. De nacht van de Maria Christina, door J. D. Degreef. Uitgeverij „Helmond", Hel mond. De avonturen zijn de wereld nog niet uit. In 1939 voer een Noors vrachtschip, de „Maria Christina" on der een Nederlandse kapitein uit en verdween in de Poolzee. Een zoon van de kapitein weigerde te geloven, dat zijn vader dood was en wist hem ten slotte op te sporen. Het boekje is een Helm-Pocket en jongens en meis jes van 1116 jaar zullen ervan smullen. Eerst wassen, dan bidden „De Bijbel over de weder komst van Christus", toege licht door drs. H. de Baar C.M. Uitgave J. J. Romen en Zonen, Roermond. In dit boekje van 113 bladzijden zijn de teksten uit Oud- en Nieuw Testament besproken, die zijdelings of rechtstreeks verband houden met de wederkomst, de parousie des He ren aan het einde der tijden. De toon aard van de beschouwing is, voor de wederkomst niet alleen dat men be hoeft te vrezen, maar er ook naar kan verlangen. Voor meer ontwikkelde lezers is het moeilijke onderwerp goed beschreven, maar het laat vele vragen open en dat kan bij dit crderwerp ook niet anders Michail Tal, door Hans Bouw meester m.m.v. B. J. Withuis. Uitg. W. ten Have, A'dan. Het is een biografie van de meester uit Riga, die in slechts vier jaar van een plaatselijke bekendheid opsteeg tot wereldkampioen. In vijfenzeventig van zijn allerbeste partijen leren wij zijn fascinerend er» magistraal spel kennen. Iedere partij is een verrukking voor de schaak- Lefhebber. Een zeer groot aanta! uit voerige analyses verklaren niet al leen, wat de zetten inhouden, naar vormen tevens een leergang voor het hypermoderne schaak. Talrijke diagrammen zorgen voor een grote overzichtelijkheid en wed strijdtabellen geven een duidelijk beeld van zijn superioriteit. Michail Tal, een tweede Aliechin? De toekomst zal leren wie van bei den de grootste zal zijn. Omgang met kinderen, door M. Knoop. Uitg. Prisma-Spectrum. Utrecht. Een nuttig boekje voor alle ouders, dat geschreven is met liefde en be grip. Vooral de overzichtelijke samen stelling vergemakkelijkt het gebruik. Kinderkwalen zoals „het niet zinde lijk willen worden", het stotteren, het niet gehoorzamen, worden er om standig in behandeld. De verborgen schat, door W. E. Jones. Uitgeverij Het Spectrum. Prisma-uitgave. Een spannend boek voor jongens van om en nabij de veertien jaar over Biggies de avonturier. Ned. Spraakkunst, door Tacx. Uit. Het Spectrum. Utrecht. (Prisma.) Na alle boeken en geschriften, die er zijn verschenen over onze taal, het „bezit van gans een volk", is hier een efficiënt boekje, dat oude bekende, maar vergeten waarheden van onze spraakunst weer eens oprakelt. In dit boekje kan men lezen, hoe je de taal vlekkeloos moet spreken en schrijven, en waaróm.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 12