Avonturen
DE WOLKENETERS
ZATERDAG 25 MAART 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 15
VAN
bed en dekte hem met z'n mantel Piet, Güs en Cor Langeslag, Lelmui-
wampjes toe. den. jullie drietjes goed je best ge
daan. Vertel me eens. zijn Piet en Gij3
Wordt vervolgd een tweeling? Ik verwacht van jullie
een lange brief. Dag kinders.
Marian Hoogerwerf, Alphen, stuurde:
BAMBO Correspondentie
Wat was 't dan? Even rustend liet
het dier nu geluidjes horen, die eer
iets klagends en ongeduldigs hadden
dan iets dreigends. Maar al gauw her
vatte de moedige graver zijn arbeid.
Er bezweken nog 'n paar stenen en
toen.zag Bambo tot zijn grote ver
bazing de kop van een aap te voorschijn
komen. Hij streelde hem over zijn kop
en het dier beantwoordde zijn liefko
zing door zijn hand te likken. De ma
troos haastte zich nu om het dier een
handje te helpen en weinige minuten
later wrong het hele lichaam van de
aap zich door de opening. Wat een
Vreugde voor de gevangene om gezel
schap te hebben, al was 't dan maar
van 'n beest! De aap vertoonde ook alle
tekenen van blijdschap. Hij onderzocht
eerst alle hoeken van dit vreemde ver
blijf, maakte toen enige vrolijke spron
gen en drong zich vervolgens tegep de
gevangene, als wilde hij beduiden: wij
zijn voortaan vrienden, wel? Nou,
Bambo liet zich ook niet onbetuigd om
daarmee zijn duidelijke instemming te
tonen.
Verscheiden keren verliet de aap de
kelder en keerde dan telkens na een
poosje weer terug. De matroos sloeg
hem steeds aandachtig gade en dacht
bij zich zelf: „Ik geloof, dat 't een bui
tengewoon schrander dier is; het zou
me niet verwonderen, als O.L. Heer
hem als een hulp tot mijn bevrijding
gezonden heeft.
Tegen de avond kwam de aap nog
eenmaal terug. Met dolle sprongetjes
kwam hij op zijn nieuwe vriend af en
reikte hem een fles wijn over. Dat
leek toch werkelijk wel een stukje
menselijke goedheid van het lieve dier.
De afwezigheid van de viervoeter
had Bambo gebruikt om de opening
nog iets te verwijden en toen het beest
weer aanstalten maakte om weg te
gaan, aarzelde hij niet om hem te vol
gen. Na zich met veel moeite door 't
gat gewrongen te hebben, kwam hij in
een langwerpige kelder, die meer op
'n gang geleek. Aan 't eind daarvan
zag hij nog enig licht. Geluidloos sloop
hij erop af en opeens stond hij voor 'n
stenen trap. Stapje voor stapje- be
klom hij deze en belandde toen bij een
vertrek, waarvan de deur op een kier
open stond. Hij luisterde, deed de deur
iets verder open en luisterde weer.
Het vertrek was leeg, maar in de vol
gende kamer hoorde hij flauw stem
men van mannen.
Terwijl hij stilstond en zijn oren
spitste, ging er zachtjes een deur open
Met een sprong was Bambo terug op
de trgp, maar vlugge passen volgden
hem en toen zag hijde aap, waar
aan hij niet meer gedacht had. En nu
hij hem b:j wat meer licht zag, her
kende hij opeens de aap van zijn buur
man in Bidando.
Nieuwe verbazing! Hoe kwam het
dier in dit gebouw terecht? Ofzat
hij gevangen .n het huis van zijn naaste
buur? En wie kon die buur dan wel
aijn?
Met al deze vragen .waarvan hij er
geen enkele kon beantwoorden, keerde
hij naar zijn gevangenis terug, want 't
was ongeveer de tijd, dat zijn verzor
gers konden komen. Toen zij dan ook
ten spelen, lag Bambo rustig op zijn
stroleger. Maar nauwelijks waren ze
zonder groet enkele minuten verdwe
nen ,of hij kwam in actie. Alvorens
echter dezelfde weg te gaan volgen, be
dacht hij, hoe zijn te grote laarzen en
zijn ruime mantel hem hinderden. Hij
trok z'n goliathschoenen uit en wierp
de mantel op het strobed, ook de ca
puchon die tot nu toe zo prachtig z'n
apekop bedekt had. Omdat 't zo kil
was in de kelder, had hij tot nu toe
niets afgelegd of uitgetrokken.
En daar stond hij nu weer, enkel
omgeven door de apehuid van z'n oude
vriend Ami. „Verdikkie, dat ik er niet
eer aan gedacht heb, dat dit mijn red
ding kan worden, 't Lijkt me juist het
geschikte costuum voor mijn bevrij
ding, want bij nacht lijk ik nu pre
cies op de aap van dit huis".
Net kwam het dier als geroepen door
het gat gekropen. Hij greep het vast
en terwijl het hem wel heel vreemd
en onbegrijpend moet hebben proberen
aan te kijken, bond hij z'n armen en
voeten vast en legde hem op 't stro-
Lla en Ria Zwetsloot, Warmond. Lia
jij bent vandaag het eerst aan de beurt
met:
EIGEN SCHULD
Jan en Kees zijn twee broertjes.
„Ga je mee op reis?" vraagt moe
der.
„Ikke niet", zegt Kees brutaal.
„Ja gaan jullie maar mee, anders
halen jullie kattekwaad uit",
„Nee hoor, dat doen we heus niet".
Ze beloofden braaf te zijn en moe
der ging alleen op reis.
Ja i en Kees gingen naar zee. Ze gin
gen eerst heel gehoorzaam pootje ba
den maar gingen tot slot al verder en
verder tot ze in een draaikolk terecht
kwamen en bijna verdronken. Een paar
heren, die langs het strand liepen,
hoorden het hulpgeroep. Ze gingen da
delijk in zeè om de jongens te redden.
Het lukte. De jongens renden naar
huis en gingen naar bed. Toen moeder
thuis kwam sliepen ze alle twee. Ze
waren zonder eten gaan slapen, maar
dat was hun eigen schuld.
Nu komt Ria met:
EEN FIJNE WANDELING
Mieke, mijn vriendinnetje, kwam 'n
dagje bij ons spelen. Toen het avond
was geworden, moest Mieke naar huis
gebracht worc'en. Anders deed Lia het
altijd, maar die was naar mijn tante en
ze kwam ook laat thuis.
„Willen wü Mieke dan maar thuis
brengen?" zei moeder.
Nou dat vonden we fijn. Moeder,
mün zusje en ik gingen Mieke weg
brengen.
„Mogen we ons springtouw meene
men?" vroeg mijn zusje. Moeder vond
dat goed. Zo gingen we op weg, om de
beurt springend. We kwamen bij een
heuveltje en liepen daar over heen.
Bij het park Groenoord zagen we
sneeuwklokjes staan. We gingen ze
plukken. Thuis heb ik ze in een vaasje
gezet. We hebben een fijne wandeling
gehad,
EEN ONGELUK
VAN EEN STOUT KABOUTERTJE
Er was eens een kaboutertje.
Het was een echt klein stoutertje.
Hij pakte iedere dag iets weg.
En stopte het onder het zand bij
de heg
Toen moest hij naar de gevangenis.
Maar wat nu toch 't ergste is?
Hij ging dood, want hij kreeg
niets te eten.
Iedereen vond het erg, want ze
mochten hem graag moet je weten.
Jan, Piet en Kees waren op de weg
aan het voetballen. Toen Jan riep:
„Kijk uit!"
Daar kwam die gemene jongen weer
aan. Wout van Breukelen heette hij.
Hij had zijn kros bij zich en wou Kees
omver rijden. Kees rende vlug de stoep
op. Wout draafde er met zijn kros ach
ter aan. Wat gebeurde? HÜ struikelde
en viel pardoes midden op de rijweg.
En toen.... toet.... toet! Daar kwam 'n
auto aan en de chauffeur zag de jon
gen niet. Hij werd aangereden, 't Was
zó erg, dat hij direct naar het zieken
huis moest. Hij had een gebroken been
en een hersenschudding. Telkens moch
ten de jongens met mevrouw van
Breukelen mee naar het ziekenhuis. Ze
namen dan fruit mee. Wout moest 2
maanden in het ziekenhuis liggen. Hij
werd met een taxi thuisgebracht en
toen was het groot feest. Later zijn de
drie jongens dikke vrienden geworden
met Wout.
Joke Franzen, Ter Aar. Heb je dit
verhaal gedroomd Joke? Of is het ge
fantaseerd? Dat mag gerust hoor. Juist
aardig.
HET VERONGELUKTE VLIEGTUIG
Mün neefje ging met zijn ouders
naar Rusland per vliegtuig. Hij vond
het zo eng angstig, dat hij - niet mee
wou. Maar zijn moeder vroeg: „Waar
moot jü dan blijven?"
„Nou dan zal ik maar mee gaan".
Zo gezegd, zo gedaan. Op de dag
van het vertrek, gingen ze naar Schip
hol. Het vliegtuig stond al klaar. Mijn
neefje ging met de andere passagiers
de trap op, maar toen hü by de deur
kwam, wou hü weer terug. Dat ging
echter niet, want achter hem kwam
veel volH. Hij begon te schreeuwen en
liet zich expres op de grond vallen.
Zijn moeder tilde hem op en droeg
hem naar binnen.
„Kan hij niet ergens slapen? Hü is
zo zenuwachtig", vroeg moeder aan de
piloot.
„O ja. Daar achter die deur staat
een ledikant. Daar kan hij misschien
wel in slapen".
Nou dat deed ze natuurlük en toen
de jongen lekker was ingeslapen ging
ze op een stoeltje naast hem zitten,
want als hü weer zou beginnen te hui
len, dan was ze vlak bij.
Het vliegtuig startte, maar dat ging
niet gelukkig. Met een bons kwam hgt
op de grond terecht. Gelukkig geen
schade, want iedereen zat met een
riem vast. Het jongetje wipte een heel
eind naar de hoogte en viel weer neer.
Hij werd wakker, keerde zich om en
sliep weer verder.
Het vliegtuig startte weer en nu ging
het beter, want al gauw ging het in de
hoogte. Ze waren nu op weg naar
Rusland. Boven Duitsland gekomen,
was de benzine op en de piloot had er
geen erg in. Het vliegtuig viel recht
naar beneden. De schade was groot.
Er waren 26 slachtoffers, dus heel "r
wat. Het jongetje was zwaar gewond
en zijn ouders waren dood. De piloot
vond hem en herkende hem direkt en
nam hem mee. Nu zou je vragen: was
de piloot dan niet gewond? Nee, hü
was licht gewond en kon nog een paar
mensen redden. Toen iiij er elf gered
had, viel er een stuk ijzer op zijn
been, zodat hü in elkaar zakte. Het
jongetje is goed opgeknapt in het
ziekenhuis en werd naar zijn familie
teruggestuurd. Dit is een ernstige ge
schiedenis.
Mieke de Jong, Leiden.
EEN DAGJE NAAR AVIFAUNA
Het was zondagmorgen.
„Corrie en Mieke, komen jullie eens
hier. Het is vandaag zulk mooi weer,
we gaan fietsen", zei mama.
„Waar naar toe mama?" vroeg ik.
„Naar Avifauna".
We stapten op de fiets. Het is niet
ver, dus we waren er gauw. We zagen
er heel kleine kippetjes. Ook zagen
we een aap, die niet in zün hok wou,
toen werd hü natgespoten. O wat heb
ik gelachen. Er waren ook veel pape
gaaien. We hebben ook nog gezwom
men en kano gevaren. Heerlijk was
dat. Daarna hebben we er i^ts ge
bruikt, dat was ook fijn. Later zün we
weer naar huis gefietst. Het was een
fijne dag geweest.
WONDERLIJKE VIERKANTEN
IJSVRIJ
„Jan wordt eens gauw wakker",
roept Gemma, „het heeft gesneeuwd.
Kom jó, we gaan ons gauw aankleden".
Dat aankleden gaat heel vlug. In een
mum van tü'd zün ze klaar. En nu naar
beneden om te zien of vader en moe
der al op zijn. Het valt mee, ze zijn
er al. Ze gaan nu vlug eten, dan nog
eventjes buiten en daarna naar school.
„Misschien krijgen we vandaag wel
Üsvrij. Wie weet", denkt Gemma. Toen
ze op school waren kwam de bood
schap, dat ze 's middags ijsvrij had
den. Het hjkt nu wel of de school niet
ipeer uitgaat. Niemand kan zün ge
dachten bü het werk houden. Maar
eindelük gaat de bel en weg zijn alle
kinderen om maar zo lang" mogelijk
van de sneeuwpret te kunnen genieten.
Jan en Gemma hollen naar huis om
het nieuws aan moeder te vertellen.
„Ga dan maar vlug eten, dan kunnen
ken. Ze mogen een dubbeltje uit hun
spaarpot pakken voor de ijsbaan en
dan gaan ze. Later gaan ze Liesbeth
halen en maken ze een sneeuwman. Zo
is het gauw zes uur en moeten ze naar
huis om te eten. Wat hebben ze hon
ger. Ze gaan vlug naar bed.
Hennie en Cobie v. d. Krogt, Sassen-
heim, twee kleuters die erg haar best
gedaan hebben op een verhaaltje. Nou,
ik vind het prachtig en ik laat het de
andere kinderen ook lezen.
Eerst Cobie:
IN DE SPEELTUIN
Ik ging op een middag met een klein
meisje naar de speeltuin. We gingen
eerst op de schommeltjes en dat was
zo leuk. Toen gingen we op het.klim-
rek. Fijn was dat! Er was ook een
vliegtuig ,daar gingen we ook op. Maar
op de glijbaan was het niet prettig,
daar vonden we niets aan. We gingen
veel liever in de grote zandbak spelen.
Daar bleven we tot we naar huis gin
gen.
Nu Hennie.
OP STRAAT
Als je oppervlakkig naar deze teke
ning kijkt dan zie je heel duidelijk
snijpunten van de witte schei-
jnen vrij duidelijk donkere vlek
jes ontstaan. Probeert men echter zulk
een vlekje met 't oog vast te houden,
dan verdwijnt het of wordt tenminste
zwakker. Maar daardoor zie je dan de
andere vlekken duidelijker worden.
BONTE BALANCEERVOGELTJES
Vaak wil men een leuk uitknipsel
uit de krant, een mooi plaatje of zo
iets graag bewaren. Dan is 't prettig
als men een map heeft, waarin men
die dingen kan opbergen. En omdat
niet altijd de centjes voor 't grijpen zün
om er één te kopen, gaan we er sa
men eentje maken. Wie doet mee?
Neem een vel geruit papier b.v. uit
een rekenschrift. Teken daarna het
schema uit fig. a na. Natuurlük is dit
schema veel te klein en kun je je best
voor elke lijn 't dubbele aantal ruit
jes nemen. Dan breng je dit vergrote
schema over op een stuk dun karton,
dat je vervolgens langs de stippellü-
nen moet vouwen. Daarvoor leg je
eerst langs deze stippelhjnen een
liniaal en ga dan flink met de rug van
een mes langs de stippelhjn, waarna 't
vouwen heel makkehjk gaat.
Nu knip je de map uit„. maak 'n sleuf
waar 't bovenste deel doorheen gesto
ken wordt, vouw de buitenste delen
naar 't midden toe ende map is
klaar! Alleen kun je hem dan natuur
lijk nog mooier gaan maken.
DOLEN IN AFRIKA
Wie voert de kano uit het warnet van de vele zijtakken der rivier naar
het veilige vaarwater boven in de rechterhoek?
Zie oplossing elders
Ik kwam uit school. Een eindje van
me af stond een groepje mensen. Ik
dacht dat er een ongeluk gebeurd was.
Ik ging küken, maar het was geen on
geluk. Er trouwde iemand. Er ston
den mooie auto's, witte en zwarte. Ik
bleef küken tet ze weggingen en toen
ging ik ook naar huis. Ik kwam wel
een beetje laat thuis maar ik vertelde
het aan mama en papa.
Leuk hè, dat jullie verhaaltjes in de
krant staan. Misschien leest oma het
ook. Papa mag jullie gerust helpen.
Daaaaag.
Nu komen er nog een paar kleuter
tjes, die door juffr. v. d. Berg gehol
pen zün. Mag wel hoor! Vandaag komt
Hennie Hensbroek aan de beurt en de
volgende week de andere kinderen.
Daaaaag.
VERDWAALD
Er was eens een meisje van 6 jaar,
die in de eerste klas zat. Ze kwam om
4 uur uit school en ging dan recht naar
huis. Maar vandaag kwam ze niet thuis
en haar moeder wachtte maar. Ze was
bloempjes gaan plukken en toen in
het bos verdwaald. Moeder wist geen
raad. Ze ging naar de politie en die
stuurde agenten om haar te zoeken. Ze
gingen op de fiets door de hele stad
en ook naar het bos, maar ze was al
heel ver. Om 10 ~ur 's avonds vonden
ze haar slapend op het gras. Wat was
haar moeder bhj.
Er liggen nog goede oplossingen van
Piet L&ngeveld, Voorhout en Hein
Langeveid; Joke Speel, Joop Goosen,
Leiden; Corrie v. d. Veer, De Kwakel;
Ria Pauw, R'Veen; Aagje Zandbergen,
Zoetrwoude; Coby Zwetsloot, War
mond; MarÜke van Ruiten, Sassenbeim;
Alle Markus, Oud-Ade; Marian Hofwe
gen; Nellie Turk, Zoeterwoude; Agatha
Smits, Hazerswoude; Gerard Hartveld,
RUnzaterwoude; Joke Fransen, Ter
Aar; Ria Onderwater, Stompwük;
Ruur Püpers, Ter Aar; Lucia v. d.
Hoorn; Marüke Wouters; Piet Wouters
Ter Aar; Gerard Onderwater, Zoeter-
meer; Kees Straathof, Zoeterwoude;
Lida v. Velzen, Leimuiden; Franclsca
Slkklng, Warmond; Gé Wassenburg.
Langeraar.
Dag kinders, volgende week uitslag
van de raadsels en de tekening.
TANTE JO EN OOM TOON
Knip uit stevig tekenpapier een paar
vogeltjes uit volgens 't model in C en
kleur ze in allerlei tinten. Plak daarna
een cent tegen 't kopje precies als in
de tekening. De vogel kan nu balance
ren (heen en weer wiegen) op de rand
van een glas, van een kopje enz.
Fig. d. Waar komt het grote Paasei
vandaan, dat deze woestijnreiziger zich
in de woeste Sahara lekker zal laten
smaken?
Trek een lüh van punt tot punt te
beginnen bü 1 en vervolgens in de
juiste volgorde der getallen, 't Ant
woord hoef ik je dan niet te zeggen.
wvo to" tol...
Sprookje van de
12 dansende prinsessen
naar gebr. Grhnm.
13. Ze stonden in een wonderschone
laan, waar de bomen bladeren van het
fünste zilver droegen. Ze blikkerden
en glinsteraen en de soldaat dacht:
„Wacht, ik neem me zo'n fijne tak
mee als be wij', dat deze wondere laan
werkelijk bestaat".
Toen hü evenwel van één der bomen
een takje afbrak, schrok de jongste
prinses.
„Daar gebeurt iets vreemds hier' zei
ze, „hebben jullie dat vreemde knap
pen niet gehoord?"
14. Even later kwamen ze in een
laan, waar alle bomen gouden blade
ren droegen en ten laatste belandden
zij in een derde laan, waar de bomen
geen blad, doch slechts fonkelende
diamanten droegen. Overal brak de
soldaat een takje af en telkens weer
schrok de jongste prinses hevig. Maar
als de ouderen haar geruststelden en
beweerden, dat 't allemaal slechts ver
beelding was, ging zü ook maar weer
rustig verder.
Ten laatste kwamen ze aan een
groot meer. Aan de oever lagen twaalf
sierlijke bootjes en in elk bootje zat
een wonderschone prins.
(Wordt vervolgd)