Haaien, vogels en mensen belagen
de groene
schildpad
eieren als pingpongballen
uitgebroed door zon en zand
grote
schande
DE LEIDSE COURANT
Het zachte gekabbel der golven
was het enige geluid, dat ik hoorde op het
doodstille, met maanlicht ovehgoten strand.
Was mijn tocht dus een vergeefse tocht? Ik
luisterde nogmaals heel gespannen. Ja, ik hoor
de beweging, vaag en ook geheimzinnig, want
ik zag niets. Ik speurde scherp in het rond. En
eensklaps was het geluid niet langer raadsel
achtig, want ik zag, wat ik wilde zien, een
groene schildpad. Een wijfje. Het dier zeulde
met haar eieren geladen lichaam voort over
het zand. Het beleefde een der belangrijkste
avonden uit haar leven. Want de groene schild
pad had de zee verlaten om op 'mijn' eilandje
in de Torrestraat - een eilandje, dat als twee
druppels water leek op haar geboorte-eilandje -
voor het eer^t eieren te leggen.
LEVENSSCHETS
STELLIG was het een gevaarlijke expeditie,
maar ja, de heldin van dit verhaal was van
haar prilste jeugd af vertrouwd geweest met
gevaren. Op het ogenblik, dat zij als nog geen
8 cm lange baby uit het ei kroop, gaf haar in
stinct meteen een reeks S.O.S.-seinen. Tevens
vertelde het haar het een en ander over de
gevaren in de vrije wereld. Haar broertjes en
zusjes, getooid als zij met keurige donkere rug
schildjes, waren vrijwel gelijktijdig met haar
uit hun beschermende perkamentachtige scha
len gekropen. Ook zij hoorden direct de stem
van het instinct. Daarom kropen zij niet uit
het zand om te genieten van de zon. Neen,
pas na zonsondergang begon het broedsel het
nest te verlaten en sloeg het de weg naar zee
in.
Ondanks de beschermende duisternis, vielen
er die eerste nacht toch reeds een aantal slacht
offers. De jonge schildpadjes waren door in
het zand té blijven ontkomen aan de hongerige
reigers, meeuwen en sterntjes, maar toen zij
naar zee gingen, lagen de zandkrabben op de
loer. Deze averechtse beesten zetten hun scher
pe kaken met welbehagen in het malse vlees
hunner nachtelijke slachtoffertjes. Een aantal
schildpadjes wist echter door de linie der krab
ben heen te breken en de zee te bereiken. Het
water was betrekkelijk veilig, maar ja, roof
zuchtige vissen maakten toch, dat reeds die
eerste nacht enige broertjes en zusjes van onze
heldin hun leven in het water eindigden.
Onze heldin behoorde echter tot de overle
venden. Zij had geluk gehad en was ontkomen
aan de rovers te land en ter zee. Zij vond ge
noeg kleine visjes en ander zacht voedsel om
in leven te blijven tot zij oud genoeg was om
Weinigen slechts krijgen ooit het inte
ressante schouwspel te zien, dat JOAN
TOMKINSON gadesloeg en in dit artikel
beschrijft: Eierleggende schildpadden op
een maanverlicht Zuidzeestrand.
het plantaardige voedsel bijeen te garen, waar
van volwassen groene schildpadden - echte
vegetariërs! - leven. In het eerste levensjaar,
dat voor haar en voor haar broertjes en zusjes
een voortdurende strijd om te blijven leven
was, verkregen hun bruin-, blauw- en geelge-
vlekte zwaluwstaartvormige platen van hun
schilden de groene kleur hunner soort. En zij
waren aan het einde van dat jaar tweemaal zo
lang als bij hun geboorte.
Aan avonturen ontbrak het dat eerste jaar
beslist niet. Overal loerden gevaren op de jon
ge schildpadjes. In zee waren er steeds haaien
en andere grote vissen, die maar al te gaarne
hapten in de tere zwempoten of onderkant van
de schildpadjes. Soms beten die waterrovers
zelfs stukken uit hun schilden. Onze heldin
had ook gezien, dat donkere mannen in het
water doken, een schildpad vastpakten vlak
achter de voorste ledematen en dan aan boord
hesen. Geen prettig vooruitzicht, want het staat
als een paal boven water, dat schildpadden een
aangeboren afkeer hebben van schildpadsoep.
Het was onze heldin al spoedig duidelijk ge
worden, dat er weinig toekomst zat in zwem
men en spelen aan de oppervlakte, als er men
sen in de buurt waren. Dan was het maar
beter om zo snel mogelijk naar de diepte te
verdwijnen. Op de wal waren de gevaren niet
minder groot dan in zee. Het was natuurlijk
heerlijk om te luieren in ondiepe plassen of
dutten in de winterzon, maar wie dat deed,
riskeerde het gevaar van mensen op zoek naar
schildpadsoep en schildpadvlees. En had de
mens je eenmaal op je rug gelegd, dan was
het onmogelijk om overeind te komen. Na een
etmaal 'gekeerd' te zijn, volgde onherroepelijk
de dood. Het was dus maar beter, niet al te
zeer toe te geven aan het verlangen naar ge
neugten op het strand.
HUWELIJK
/^NZE HELDIN had, ik zei het reeds, geluk
gehad. Zij had alle gevaren weten te om
zeilen en was voortdurend toegenomen in om
vang en gewicht. Toen zij volwassen was, had
zij een lengte van vier a vijf voet bereikt en
een lichaamsgewicht van ruim 200 kg. In zee
bewoog zij zich voort met krachtige slagen van
haar ledematen, maar op het strand was haar
gang trager en moeizamer geworden.
Op 'een goedé dag sloeg voor haar het uur
der liefde. Naast zich in zee ontwaarde zij een
schildpadhaan. Hij leek veel op haar, maar hij
was groter en had een staart van ongeveer
een voet lengte. Hij zwom een paar maal om
haar heen en bekeek haar onderzoekend met
zijn in rimpelige oogkassen liggende ogen. Aar
zelde hij om een beslissing te treffen? Mis
schien wel, want het gold een zeer belangrijke
beslissing. Immers, als hij haar maakte tot zijn
uitverkorene, zou hij een maand lang dicht aan
haar zijde moeten vertoeven. Hij besloot om
het erop te wagen. In de wittebroodsweken
waren zij zó gelukkig, dat zij gemakkelijk te
vangen zouden zijn geweest door de jagende
mens. In de paringstijd is het namelijk heel ge
makkelijk om schildpadden te vangen. De enige
wijze van verdediging van de schildpadhaan is
een luid gesis. Maar dit boezemt de mens geen
vrees in!
Edoch, de wittebroodsweken verliepen zon
der menselijke interventie. Toen zij om waren,
was de schildpadhaan zijns weegs gegaan. En
kort nadien - het was op een maanlichte no
vemberavond - zag ik onze heldin het strand
van mijn eilandje opkruipen om haar moeder
plicht te doen. Andere jonge schildpadwijfjes
waren vóór haar op dat strand gekomen en
vele zouden haar nog volgen aleer maart in
het land kwam. Toen ik onze heldin 'op heter
daad betrapte', waren er nog dertig a veertig
andere schildpadwijfjes om mijn eilandje bezig
haar eieren te deponeren. Moeizaam zeulden
zij zich voort over het strand. Trekken met
de voorste ledematen, duwen met de achterste,
zo verplaatsten zij zich.
Ik lette speciaal op onze heldin. Zo af en toe
gunde zij zich een korte rust. Doelbewust ging
zy naar de zandige plek boven de hoogwater-
lijn. Het door de voorste ledematen gemaakte
spoor was duidelijk zichtbaar. Haar korte staart
had voor een 'middenspoor' gezorgd.
EIEREN
QP HET HOOGSTE PUNT van het strand
hield zij rust. Ik hield haar beeld in mijn
nachtkijker gevangen. Zij luisterde en hoorde
slechts het gekabbel der zee en het vage geluid
van gravende schildpadmoeders. Toen begon
ook zij het zand onder haar lichaam weg te
werken tot er een kuil was gegraven, waar zij
precies in paste. Blijkbaar trof zij op de bodem
een hard voorwerp - een tak of zoiets - aan,
want zij ging naar een ander plekje en groef
daar met haar voorste ledematen een tweede
kuil. Ditmaal ontmoette zij geen hindernissen.
Zij groef systematisch en naarstig. Om de paar
minuten rustte Zij even uit. Toen de kuil groot
genoeg was, kwamen haar achterste ledematen
in beweging. Met deze groef zij haar 'eierput'
of nest. Toen dit tweede gat ruim een voet diep
was, vouwde zij haar achterpoten over het nest
en legde zij haar eieren. Het waren ronde, wit
te eieren, die iets weg hadden van pingpong
balletjes met leerachtige schalen. Langzaam
eerst, vervolgens in sneller tempo stapelden
de eieren zich op. Na een minuut of twintig
lagen er ongeveer honderd in het nest.
Onze heldin vond het toen welletjes. Met
haar achterpoten vulde zij de eierput weer met
zand. Zij egaliseerde de oppervlakte en stampte
het zand aan. Zij deed alles om de kostbare
schat aan het spiedend oog van mens en dier
te onttrekken, ja, legde zelfs enige takjes en
grassprietjes op het zandnest. Toen ging zij
terug naar zee. Haar retoursporen kon zij niet
uitwissen, maar de wind en het getij deden dat
voor haar. Een zware taak was dit niet voor de
wind en het water, want onze heldin maakte
zonder eieren heel wat minder diepe sporen
dan op de heenweg naar de nestplaats. Een
staartspoor liet zij op de terugweg zelfs hele
maal niet na.
Enige malen zou zij dat seizoen nog terug
keren op mijn strand om opnieuw eieren te
leggen. Telkens zou zij handelen zoals ik het
had kunnen gadeslaan. Nooit zou zij terugke
ren naar eerder gegraven nestkuilen. Haar pad
vindersinstinct was op dit punt beslist onfeil
baar.
Na haar eieren met zoveel zorg op, of beter,
in het strand te hebben gedeponeerd, was de
moederplicht van onze heldin vervuld. De zon
zou het zand heet maken en zon en zand samen
zouden zorgen voor het uitbroeden der 'ping
pongballetjes'. Na acht a tien weken zouden de
baby-schildpadjes uit de eieren kruipen. Zij
zouden naar de bovenkant van het nest - het
strand dus - krabbelen en meteen weten, dat
zij moest wachten tot de duisternis alvorens
hun eerste tocht naar zee te ondernemen.
Ongeveer honderd eieren legde onze heldin
die avond. Een aantal zou niet uitkomen. Vo
gels, krabben en roofvissen zouden de eerste
dagen hun tol eisen van het uitgekomen broed
sel. Slechts een paar zouden tot volle wasdom
komen. Maar de groene schildpadmoeder, die
ik gadesloeg om mijn maanverlichte strand,
deed niettemin haar plicht. Kindersterfte als
gevolg van het ingrijpen van andere dieren be
schouwde zij niet als een schande
U zult misschien zeggen, dat 'schande' een
menselijk begrip is. Maar u vergist zich dan.
Weet u, wat een groene schildpad, ja iedere
schildpad wel als schande aanmerkt? Bereden
te worden door mensen. Het is heus waar. Ik
heb zelf vele malen op de rug van een schild
pad plaatsgenomen. Dikwijls ook heb ik gelet
op de gezichten der dieren, als anderen - vrien
den en vriendinnen van mij - een ritje op een
schildpad maakten. Ik weet zeker, dat de schild
padden dat een schande vonden. Waarom? Ik
weet het niet. Misschien, omdat mensen wezens
zijn met maar twee benen!
HOE SNEL VLIEGEN ZE EIGENLIJK?
GEMETEN VUEGSNELHEDEN IN KM. PER UUR
ca 320 km I
De mens is een gevaarlijke vijand van de
schildpad. Want schildpadvlees smaakt
uitstekend en schildpadsoep ('real turtle')
niet minder. Bovendien amuseert de
mens zich in Australië met de schild
pad als rijdier.
HAD U DAT GEDACHT?
Voor de mens zijn vliegtuig uit
vond, waren vogels de snelste schep
selen op onze aarde. Met de toene
mende snelheid van het vliegtuig
•blijven de prestaties van de vogels
verre bij die van de mens ten ach
ter. Zonder zijn vliegtuigen zou deze
laatst echter nergens zjjn, zelfs heel
wat kleine insecten zouden de mens
glansrijk verslaan als deze aange
wezen is op de snelheden die hij
zonder technische hulpmiddelen kan
bereiken.
In onze grafiek geven wij nu een
duidelijk overzicht van de vliegsnel-
heden van verschillende dieren. Vol
gens onderzoekingen van de univer
siteit van Alberta, bedraagt de top
snelheid voor de insecten ca. 56 km
per uur. Echter, heel wat insecten
blijven nog een stuk onder deze top
snelheid. De prestaties van de boe
renzwaluw lijken op jagerslatijn,
liefst ca. 320 km per uur wordt door
deze kleine vogel afgelegd. Trouwens
zwaluwen zijn bekend om hun grote
snelheden, zo vliegt b.v. de gierzwa
luw altijd nog met een snelheid van
ca. 270 km p. u. en de gewone zwa
luw ca. 220 km p. u. Onze eigen trou
we huismus komt met een snelheid
van ca. 30 km wel erg achteraan.
Niettemin is deze snelheid altijd nog
behoorlijk te noemen, als wij beden
ken dat heel die energie opgebracht
wordt door dat kleine lichaam van
de mus. Trouwens, als het om de
energie van het vliegen gaat, moeten
wij ook de prestaties van sommige
muggensoorten roemen. Er is n.l.
een mug, die zo snel zijn vleugels in
de lucht beweegt dat het insect 57.000
vleugelslagen per minuut maakt