2)e Zingende Zwammen ("bambo) KNUTSELHOEKJE ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 13 Avonturen van naverteld door oom Toon Elsa vond, dat Bambo ditmaal zeer onvoorzichtig was geweest, maar in haar hart was ze toch trots op hem om de durf en de moed, die hij steeds weer in moeilijke omstandigheden aan de dag legde. De heer van Walden beefde al leen al bij de gedachte, dat de jonge waaghals te midden van de sneeuw massa's op zoek had durven gaan naar een ijsbeer. „Hij had levend verslonden kunnen worden en dan praat hij nog over z'n jacht alsof 't over een snippen- Jacht ging!" Toen de mannen met 't kadaver thuis kwamen, dat net zo stijf was als een ijzeren staaf, kropen er nog rillingen over de rug van de oude baas. ,,'t Beest is dood en toch boezemt het mij nog •chrik in. Wat zou 't wel wezen, als ik zo'n monster levend ontmoette!" „Nou mijnheer, dat zou u misschien nog wel meevallen", zei de matroos. „Het kan wel wezen, jongen. In ieder geval vind ik je een geweldige kerel. Maar wees in 't vervolg toch in 's he melsnaam voorzichtig". Nadat de huid van de beer ontdooid was, werd hij gestroopt. Het vlees werd, voorzover 't niet direkt gebruikt zou worden, tussen sneeuw en ijs bewaard, terwijl 't vet dat in die streken voor allerlei doeleinden nodig is, ook met bijzondere zorg werd opgeborgen. Daar na werd d$ pels door één der mannen met kennis van zaken bewerkt en ge schonken aan Elsa, die 't met de steeds scherper wordende koude wel 't hardst te verantwoorden zou krijgen. Zes weken kropen voorbij, waarin de koude steeds ondraaglijker werd. Nadat men de laatste dagen de zon nog slechts een uurtje boven de horizon had zien verschijnen, bleef zij tenslotte helemaal weg. Alleen een zwakke lichtglans aan de grens van hemel en aarde duidde nu en dan nog de plaats aan, waar zij ver dwenen was. Het werd er dus niet gezelliger op. Men moest de voorraden olie en vet voor een flink deel omzetten in licht om althans niet in 'n bijna volslagen don ker te moeten leven. Alsof 't nog niet erg genoeg was, begonnen velen te lij den aan scheurbuik, de ziekte, die ont staat door al te eenzijdig (steeds 't zelfde) voedsel. Daarbij maakten de verveling en 't gedwongen nietsdoen velen lusteloos en humeurig. Weer was 't Bambo, die de ontevre den stemming probeerde te verdrijven. Hy stelde voor een schip te gaan bou wen ter vervanging van de verdwenen Muovo. Maar nog voor ze begonnen waren, stapelden de moeilijkheden zich zodanig op, dat men het plan moest la ten varen. Dat was een tegenvaller, want de mannen hadden er wel zin in. Onmiddellijk echter had de Parijzenaar een andere inval: ze zouden dan maar een groot vlot gaan bouwen. Met ijver togen allen, die werken konden, aan de arbeid en na een maand waren de onderdelen klaar om in el kaar gezet te worden. Gelukkig dat de grotwoning zo ruim was, dat bijna alle werk binnen kon gedaan worden. Alleen om bomen te hakken en binnen te ha len waagden de sterksten zich naar bui ten. Nog ^teeds dikker werden de sneeuwlaag, die berg en dal bedekte en de ijsvloer, waaronder de zee bekneld lag. En toch leefden onder die sneeuw in hun hol nog 50 mensen. Maar hun aantal slonk van week tot week. De scheurbuik eiste verscheiden slachtof fers, die men in een uithoek van de grot begroef, want men wilde hun licha men niet overleveren aan de ijsberen, wier sporen overal in de sneeuw te zien waren. Bambo peinsde zijn hersens suf om uitkomst te kunnen brengen in deze vreselijke nood. De patiënten en zelfs de niet zieken waren beu van 't zoute vlees en 't eten uit blikken. Er moest verse vis en vers vlees komen, hoe dan ook. 'Gebruik makend van wat schemerig maanlicht toog hij op onderzoek uit in de richting van de kust. Op nauwelijks een kilometer afstand van hun verblijf ontdekte hij een kreek ('n inhammetje) die bijna geheel overdekt was door een overhangende rots en daardoor slechts gedeeltelijk was dichtgevroren. In het nog open vak krioelde 't van vissen. Daar zou stellig een rijke vangst te ma ken zijn. 't Water kwam hem al in de mond. Langs een kleine omweg terugkerend ken. 't Was ook zo leuk. Een aap sprong kwam hij aan een komvormige laagte, zo maar tegen 't gaas, omdat ik een Hij daalde af en zag toen dat 't een pinda in mijn hand had meertje was, natuurlijk ook bevroren. Toen kwamen we bij de olifanten. Maar door een of andere oorzaak was Maar wat hadden die een lange neus. op een kleine plek de sneeuw gesmolten Tante zei dat het een slurf was. De en toen hij erop af stapte,' zag hij door leeuwen zaten in een groot en sterk 't heldere ijs ook hier een menigte vis- hok. Toen kwam de olifant met zijn sen. Met de kolf van zijn karabijn en snuit en die blies het hele opstel uit. met de bajonet slaagde hij erin een klein gat in het Ijs te maken. En nau- Roosje van Brcukelen, Lelden komt welijks was dit klaar, of tal van vissen met: kwamen lucht happen bij de opening in DE BOOTTOCHT de ijskorst. Bambo had ze zo maar voor 't grijpen en met flinke buit beladen In de vakantie logeerde ik bij mijn kwam hij in de grot aan, waar hij met oma met mijn neefje Frank. Op een vreugdekreten verwelkomd werd. goeie dag, toen de lucht blauw en hel- Natuurlyk dacht hij de volgende dag der was zei mijn oma: „we gaan van- de vangst te gaan vergroten. Maar de daag met de rondvaart mee". ijsberen hadden zeker de lucht gekre- y-. aar. ,,-n -_-ia „«iaIa lDat ^vas fijn en we stonden al gauw d? ^ot. Ze krabdeii tegeiï meaT^ommend°Tnra1L0kendetvlaltvï' S^amm w^bU dl™ ndvaSbK langen Toei^ richtten aij zich naar^iê ^oteka|'ti<!SeenEr ingang, die met planken was afgescho- w?trntr hof VLrJ ten. Zü begonnen de sneeuw voor het g?**0* L wlfn schot weg te graven. De strijdbare man- °hp. In nen posteerden zich achter de ingang JJ® K iuS was en toen de ongure beesten door de kie- gjj! 5ÏÏL, ïi- uit Zll ren zichtbaar werden gaven zij een sal- L5 nJ®n_PiifpWo?»»Bli5, vo af. Drie der belagers bleven dood in E"ifïSliMpn J de sneeuw liggen en verfden deze met J \V1 pr wn wT fcnmdm hun bloed rood. De overlevenden wer- a1 mTfi*ÏS? den nu nog wilder en onder angstwek- J}®"1 "KjL1 JiJS?Lf«S'm'i kend gebrul klommen ze weer boven Tffvm op de grot om 't daar weer eens te gaan sv hinS proberen. Ze hadden zeker ontdekt, dat d'® e*J" "J(aitnrH «fnwp een klein gedeelte van 1 plafond met w! planken was dichtgemaakt, die vroegere S"®?, f«Sï bewoners daar hadden aangebracht. hadden een flJne m,ddag- Woedend zetten zij hun tanden en klau- r__v w,™»,, i,m., v,eoft «n wen in 't hout, tot een steunblak 't be- XSK gaf en met de balk bezweken de plan- k e verhaalt)e gemaakt. ken en twee enorme beesten vielen door ir-riu-c nvrpiinr 't ontstane gat midden in de grot. JETJE S ONGELUK Volgende keer verder. Je(je was aan het buite„ spele„ Het nïfttotf RAAnsna was mooi weer en ze was heel erS blij, NIEUWE RAADSELS wjmt vader hgd gisteren beloofd dat ze Vul bij de onderstaande plaatsnamen vandaag naar de speeltuin gouden gaan. een dierennaam In: - Ze I?°,cft n°S cven »=chten tot ze alle- enzang maal klaar waren en om ongeveer 11 drecht uur vertr°kken ze. Er was nog haast beze niemand in de speeltuin. Heerlijk was enburg dat- JetJe rende al meteen naar de lonen schommels, want ze zag er nog heel wat arden vrU staan. Eerst begon ze laag, maar al De oplossing deze week insturen aan: Sïï^.JtaC'VÏ'ÏSÏ..""J!!??. Tante Jo en Oom Toon. Krantentuin, kebeurde bet. Ze sloeg over de kop en Leidse Courant, Papengracht. Leiden. v.el^op de^ gmnd^ een^ hev.ge klap. Correspondentie Bobb>' Scbl«bter' i«|ijen NAAR AMSTERDAM Martle Menken, Lelden. Fijn Martie, dat je bent overgegaan naar de tweede Wii zijn in de vakantie een dagje naar klas. Heeft moeder het boek nog opge- Amsterdam geweest. We gingen naar de stuurd? Artis, dat is een dierentuin. Toen we er binnen kwamen, zagen we eerst de OVER DE SEMINARISTEN papegaaien, die veel lawaai maakten. De kamelen, die we daarna zagen. Wa- Ja, jongens en meisjes, een paar we- ren heel stil. Daar dichtbij stonden de ken geleden maakte ik een brief open, giraffen. Wat hadden die lange halzen die van ons college kwam. Ik was erg en lange poten. Toen kwamen we bij de nieuwsgierig. Wat zou 't zijn? Overgaan jonge olifanten, maar het stond er zo vol of dubleren? Gelukkig ging ik over mensen, dat we ze maar hebben over- naar de tweede klas. geslagen. Bij de bisons was het niet zo Een jaar geleden ging ik voor 't eerst druk en we konden die grote beesten naar 't seminarie: een maand daarvoor erg goed zien. We waren moe en gingen had ik toelatingsexamen gedaan en ge- wat uitrusten op een ronde stenen stoep, lukkig niet gezakt. De jongens, die toen In het midden daar was gras. We zaten gezakt waren, konden jammer genoeg vlak over het hek van de apen, die daar niet naar ons seminarie. hun kunsten vertoonden. Mijn zusje en Ook zijn er jongens, die na een tijd ik gingen nog naar de nijlpaarden, dat niet meer komen, omdat ze geen zin waren van die grote dikkerds Toen heb- meer hebben. Anderen mogen niet meer ben we een heel stuk overgeslagen want komen omdat de leraren zien, dat die mijn zusje wou de herten en de ham jongens onmogelijk mee kunnen en stertjes zien. We bleven daar een hele weer andere blijven zitten, omdat ze poos kijken en daarna gingen we met door het jaar niet goed hadden geleerd, z'n allen naar het aquarium. We moes- Jongens en meisjes, nu wil ik jullie ten daar betalen. Er zwommen daar vragen: „Bidt goed voor alle jongens, heel grote vissen en er was een vis. die die op 't seminarie zijn of gaan en ook elektrische schokken maakte. Het was voor die jongen* die niet kunnen". daar heel erg mooi. Mary v. d. Veer, Lelden maakte voor Daar komt Bert Hoogeveen, Leiden ons: met een verhaaltje over: MET TANTE NAAR DE DIERENTUIN CIRCUS IN ONZE TUIN In de vakantie mocht ik bij tante gaan In onze tuin hebben we een circus ge- logeren. Het was een fijne tocht. Ik maakt. Ik deed er natuurlijk aan mee. kwam er 's avonds aan en ging al heel Ik moest voor clown spelen en mijn gauw naar bed. De volgende morgen broer moest koorddansen. Er deden nog werd ik vroeg wakker. Tante was al 4 jongens mee. We hadden van te voren bezig en we gingen gauw eten. een paar keer geoefend. We hadden van „Zullen we vandaag eens naar de die- moeder wat oude kleren gehad, want we rentuin gaan?" vroeg tante. moesten verkleed spelen. Ik moest be- „Ja fijn!", riep ik natuurlijk. ginnen. Mijn gezicht was met krijt ge- „Nou dan ga ik wel naar mijn werk", kleurd. Ik kwam te voorschijn op een zei oom lachend. éénwielfietsje en reed daarop het cir- Een poosje later zaten we in de bits cus rond. Het volgend nummer was, dat en weer een poosje later waren we er. een hond door een hoepel moest sprin- In de verte zag ik al de speeltuin. O, gen. Mijn oom speelde voor goochelaar wat een grote speeltuin. en hij goochelde van allerlei dingen te „We zullen eerst naar de dieren gaan voorschijn. Toen kwam het hoofdnum- kijken", zei tante. Oooo! wat zag ik mer. Een koorddanser liep over een daar? Een beest met een heel lange nek. touw met een paraplu 'in de hand en „Dat ia een giraf", zei m'n tante. We even later ging hij er met een wiel gingen verder en kwamen bij de apen. over, maar toen viel hij hokia, dokia, Daar bleven we een hele tijd staan kij- naar beneden. Iedereen moest hard lachen en toen was het einde. HET CIRCU8 Ik was aan het spelen met mijn vrien dinnetjes. We hadden al zoveel gedaan: schooltje, vader en moedertje, gebald enz. en nu wisten we niets meer te doen. De één zei: „willen we gaan knikke ren?" maar dat vond een ander weer niet goed. „Zullen we met de poppen gaan spe len?" Zo praatten we maar verder, tot ineens iemand riep: „zullen we circus gaan spelen?" Dat vonden ze allemaal goed. Ze begonnen ineens te kibbelen en ze hadden bijna ruzie gekregen, maar toen ging het weer goed. Ineke werd het hoofd. „Anneke Jullie hebben thuis een hond. Het is toch een poedel? O ja zo'n mooie witte. Anneke jij doet kunstjes met de poedel". „Joke, jullie hebben thuis twee clownspakjes. Dan ben jij clown met Grada". „Ik heb thuis een ponnie, dan laat ik die kunstjes doen en de kinderen, die komen kijken, moeten een kwartje be talen". Ziezo, nu had ieder een taak. Diezelf de middag en avond begonnen ze al te oefenen. Om 5 uur hielden ze een pauze, om naar de televisie te kijken, daar speelde Pipo de Clown. Ze hadden Pipo nog een mooi kunstje zien doen en Ineke vond dat zij dat ook best in hun circus konden gaan oefenen, 's Avonds werd nog eens goed geoefend, want de volgende dèg zouden ze de eerste voor stelling geven. Ze droomden 's nachts allemaal van het circus. 's Morgens kleedden we ons vlug aan en na het eten gingen we naar het cir cus. Daar waren al veel kinderen aan het oefenen. Anneke luidde een grote bel en het circus begon. Anneke was ook de eerste die binnen kwam op haar ponnie. Ze was mooi verkleed en deed verschillende kunstjes. Toen ze klaar was klapte iedereen in de handen. Nu kwamen de clowns aan de beurt. Ze gingen koorddansen. De clown liep op het koord, maar viel er af. De andere clown schoof er een teil water onder en toen viel de clown in het water. Ieder een lachte. We hebben een heerlijke middag gehad. Het MODELSCHEPEN Fig. a. Wie belang stelt in schepen en daarby nog in een havenstad woont, die kan zich van de boten, die in de haven liggen, makkelijk kleine modellen knut selen. Ze worden opgebouwd uit karton doosjes papierrepen gewoon papier en plakpapier. Dit laatste koopt men in rolletjes bij de papierhandel; 't is bruin van kleur en aan één zijde gegomd. De kartondozen langwerpig van vorm, vormen 't midden van 't schip. De ove rige delen worden eromheen gebouwd. Uit 'n andere doos knipt men rechte stroken uit en buigt ze tot voor- en achtersteven en plakt ze op de doos vast (zie tek. 1). Uit kleine doosjes bouwt men vervolgens de kommando- brug en de stuurhut. De masten wor den gemaakt van opgerolde velletjes papier met plakpapier erom en in kleine openingen in het scheepsdek gestoken. De schoorstenen kun je ook zo maken of als je ze graag wat steviger hebt, dan gebruik je dun karton. Tenslotte be kleedt men 't schip romp en dek met een stevig laagje plakpapiper. Als dit goed droog geworden is, kan men het vaartuig met olieverf opschilderen. Vooral de plaatsen waar een en ander vastgeplakt is, goed overschilderen, dan kan 't model zelfs tegen water. Maar de meesten van jullie zullen 't wel als ver siering hier of daar opstellen. EEN NUTTIG PLASTICKOORD Fig b. Men vindt tegenwoordig goed kope plastikdraden in alle kleuren, waarmee men zelf nuttige koorden (touwen) vlechten kan. Ze kunnen die nen als handvat aan een tas, als cein tuur en zelfs als halsketting, die vooral om een bruine hals bijzonder goed staat. Voor een ketting van 40 cm. lengte heeft men 2 maal anderhave meter koord nodig b.v. in de kleuren rood en bruin of rood en groen. Voor 'n arm band neemt men ongeveer 2x85 cm. De werkwijze zie op de tekening (1). Eerst knoopt men aan 't eind van 't rode koord een losse steek. Daarna legt men 't groene koord een eindje dubbel en haalt de lus door de losse steek. Vervolgens trekt men de losse steek stevig aan (2). Je hebt nu dus een groene steek, waar door je weer een lus van het rode koord haalt en haar dan stevig aantrekt (3). Zo knoop je steeds verder van de ene kant naar de andere, tot de koorden opgebruikt zijn. Trek de laatste lus he lemaal door de losse steek. Knoop met het vrije eind een kleine lus en naai een paar steken door de koorden. Trek nu de beide vrije koorden ach terwaarts door het vlechtsel, waarbij het rode koord met de rode en de groene met de groene moet lopen. Be vestig het andere einde van de ketting net zo en naai een kleine rode of groene knoop als sluiting aan. De armband wordt op dezelfde wijze geknutseld. Eis altijd CETA BEVER de beproefde BUITENBkJTS (Advertentie) Wilt U iets weten? Vraag: Waar bestaat te Leiden ge legenheid om zich medisch te laten keuren voor de tafeltennissport? Antwoord: Daarvoor kunt U zich aanmelden bij de Leidse Sportstich ting, kamer 112 Stadhuis, tel. 20041 (toestel 28). Vraag: Route per fiets van Ter Aar naar Emmeloord; hoeveel km? Antwoord: Ter Air, Kudelstaart, Uithoorn, Hilversum, Amersfoort, Nijkerk, Habderwijk, Nunspeet, El- burg, Kampen, Ens, Emmeloord; af stand 155 km. Vraag: Adressen van R.K. gym nastiekverenigingen voor gehuwde dames. Antwoord: U kunt inlichtingen vragen bij de drie Leidse kath. gym- veienigingen die ook groepen ge huwde dames hebben. Dit zijn: Groen Wit, seer. W. Schimmel, Beye- rincklaan 46; Sportief, mevr. Boden- staff—-Bergers, Da Costastraat 35; Victorie: P. de Wekker, Gerrit Kas- teinstraat 5. Geldvordering. Ik krijg van iemand vanaf 1946 nog geld en heb er al meermalen om gevraagd. Kan ik dat nog vorderen en waar moet ik mij hiervoor vervoegen? vraagt J. L. v. L. U vermeld niet in uw vraag, of u van deze schuld aan u een schrifte lijk bewijs hebt, want dit is wel de gelijk zeer belangrijk. Zonder zo'n bewijs zal het erg moeilijk zijn om het geld in te vorderen. Hebt u dit echter wel, dan kunt u deze persoon per aangetekende brief manen om aan zijn verplichting te voldoen en u voor een bepaalde datum het geld terug te betalen. U doet er goed aan van deze brief een doorslag te be waren alsmede het strookje van de posterijen dat aantoont, dat u deze brief hebt verzonden. Helpt u dit niet, dan kunt u een deurwaarder in de arm nemen. Deze berekent in de regel 10% van het in te vorderen be drag. Heeft de deurwaarder geen succes, dan kunt u, indien het min der dan 500.betreft, op formu lieren (in de boekhandel verkrijg baar) een verzoek richten tot de kantonrechter. De deurwaarder kan u hierover nader inlichten. AOW en vilthoed. 1. Als een man 65 jaar is en zijn vrouw is 54 jaar, trekt de man dan alleen AOW of voor beiden het dubbele? 2. Hoe kan ik een witte vilthoed schoonmaken? 3. In een gabardine regenjas zit ten zwarte vlekken van een nat fietszadel, hoe kan ik die verwijde ren? aldus mevr. B. V. 1. Wanneer de man gehuwd is en hij wordt 65 jaar, dan krijgt hij AOW voor gehuwden, ongeacht de leeftijd van zijn echtgenote. 2. Een itte vilthoed kan gerei nigd worden door deze te bewerken met een papje van tetra en magne sium. 3. U vermeldt niet uit welk ma teraal het zadel vervaardigd is, zo dat we niet weten of de vlekken ver oorzaakt zijn door nat leer of door een andere stof. Over het algemeen zult u wel succes hebben wanneer u de jas reinigt in een sopje van een synthetisch wasmiddel. Wanneer uw jas waterdicht was, zal deze het na het wassen niet meer zijn. Daarom zoudt u er verstandig aan doen de jas door 'n inrichting voor chemisch reinigen te laten behandelen. Worteltjes. Ik heb worteltjes ge weckt en nu wordt het kookwater wit. Wat kan daar de oorzaak van zijn en kan ik ze nu nog eten? vraagt mevr. M. K. d. H. Over het algemeen wordt 't kook water bij het wecken van worteltjes wit. Dit komt inderdaad door de tij dens de groei toegevoegde kunst mest. Dit is echter geen bezwaar voor de consumptie. Is er echter te veel kunstmest gegeven, dan sprin gen wel eens de potten open en dan kunnen de worteltjes niet gegeten worden. Zolang de potten dicht blij ven zijn ze voor consumptie geschikt. DE LAATSTE MOHIKAAN Toen de strijd hervat zou worden, verdeelde Unka3 zijn legermacht in ver schillende afdelingen. Eén ervan be stond uit de allerdapperste mannen en werd aangevoerd door Valkoog. Zij werden als verkenners vooruitgezonden en een tijdje later gingen ook de andere krijgers op pad. Heyward sloot zich bij Valkoog aan. Toen zij een eind in 't bos waren doorgedrongen, troffen zij daar David aan. Hij vertelde, dat hij uit het Huronenkamp gevlucht was en dat 't in het bos wemelde van hun krijgers. Ook wist hij te vertellen, dat Magua Cora in een hol had opgesloten. Unkas liet de afzonderlijke, afdelingen in verschillende richtingen oprukken. Al heel spoedig knetterden hier en daar schoten. De groep van Valkoog raakte slaags met 'n aantal Huronen. Slechts met grote moeite konden ze zich staan de houden. Tot hun geluk echter kwa men Unkas vader en de oude generaal hun ter hulp. Intussen waren Unkas en zijn mannen in een hevige strijd gewik keld met andere Huronen. Toen zijn va der dat vernam, slopen hij en zijn vrien den snel weer verder en grepen mee de vijand aan. Dat was de verraste tegen standers te veel en bijna allen gingen op de vlucht. Alleen Unkas en Magua vochten nog verbitterd door, maar-toen de laatste bemerkte, dat zijn krachten hem gingen begeven, ging ook hij ervan door. Aan twee mannen, die nog in zijn nabijheid gebleven waren, gaf hij een teken. Dezen renden daarop naar het hol en trokken Cora snel eruit Ze sleurden haar achter zich aan, terwijl Magua op enige afstand voor hen uit liep. Valkoog, Unkas en vele anderen zetten terstond de achtervolging in. niet verder" schreeuwde Cora. „Dan moet je kiezen, meisje" riep Magua haar toe, „tussen mijn wigwam of mijn mes". Nauwelijks had hij die woorden ge sproken of Unkas had hem ingehaald en wierp zich op hem. Maar op hetzelfde ogenblik plofte één der twee krijgers zijn mes in Cora's borst, zodat het onge lukkige meisje dood ter aarde stortte. Ook Unkas onderging hetzelfde lot, want doordat hij buiten adem was, toen hij Magua aangreep, kreeg de laatste de overhand en bracht onze dappere held een dodelijke steek toe met z'n mes. In een snelle vlucht dacht de Huroon zich vervolgens te redden. Maar reeds had Valkoog zijn geweer aangelegd en juist toen Magua de rand van de veilige af grond bereikte, knalde er een schot en tuimelde de onverlaat over de rots heen In de diepte. Ikiitb'jjiMtnFerittil.tnmtm.twfil)!.- ikittmkihnutm nritr'lkmrtht 'StUkt-kmlbihmo/neb/im inutiiimiarmMtiii 131

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 13