2)e Zingende Zwammen
("bambo)
KNUTSELHOEKJE
ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
Avonturen van
naverteld door oom Toon
Elsa vond, dat Bambo ditmaal zeer
onvoorzichtig was geweest, maar in haar
hart was ze toch trots op hem om de
durf en de moed, die hij steeds weer in
moeilijke omstandigheden aan de dag
legde. De heer van Walden beefde al
leen al bij de gedachte, dat de jonge
waaghals te midden van de sneeuw
massa's op zoek had durven gaan naar
een ijsbeer. „Hij had levend verslonden
kunnen worden en dan praat hij nog
over z'n jacht alsof 't over een snippen-
Jacht ging!"
Toen de mannen met 't kadaver thuis
kwamen, dat net zo stijf was als een
ijzeren staaf, kropen er nog rillingen
over de rug van de oude baas. ,,'t Beest
is dood en toch boezemt het mij nog
•chrik in. Wat zou 't wel wezen, als ik
zo'n monster levend ontmoette!" „Nou
mijnheer, dat zou u misschien nog wel
meevallen", zei de matroos.
„Het kan wel wezen, jongen. In ieder
geval vind ik je een geweldige kerel.
Maar wees in 't vervolg toch in 's he
melsnaam voorzichtig".
Nadat de huid van de beer ontdooid
was, werd hij gestroopt. Het vlees werd,
voorzover 't niet direkt gebruikt zou
worden, tussen sneeuw en ijs bewaard,
terwijl 't vet dat in die streken voor
allerlei doeleinden nodig is, ook met
bijzondere zorg werd opgeborgen. Daar
na werd d$ pels door één der mannen
met kennis van zaken bewerkt en ge
schonken aan Elsa, die 't met de steeds
scherper wordende koude wel 't hardst
te verantwoorden zou krijgen.
Zes weken kropen voorbij, waarin de
koude steeds ondraaglijker werd. Nadat
men de laatste dagen de zon nog slechts
een uurtje boven de horizon had zien
verschijnen, bleef zij tenslotte helemaal
weg. Alleen een zwakke lichtglans aan
de grens van hemel en aarde duidde nu
en dan nog de plaats aan, waar zij ver
dwenen was.
Het werd er dus niet gezelliger op.
Men moest de voorraden olie en vet
voor een flink deel omzetten in licht om
althans niet in 'n bijna volslagen don
ker te moeten leven. Alsof 't nog niet
erg genoeg was, begonnen velen te lij
den aan scheurbuik, de ziekte, die ont
staat door al te eenzijdig (steeds 't
zelfde) voedsel. Daarbij maakten de
verveling en 't gedwongen nietsdoen
velen lusteloos en humeurig.
Weer was 't Bambo, die de ontevre
den stemming probeerde te verdrijven.
Hy stelde voor een schip te gaan bou
wen ter vervanging van de verdwenen
Muovo. Maar nog voor ze begonnen
waren, stapelden de moeilijkheden zich
zodanig op, dat men het plan moest la
ten varen. Dat was een tegenvaller,
want de mannen hadden er wel zin in.
Onmiddellijk echter had de Parijzenaar
een andere inval: ze zouden dan maar
een groot vlot gaan bouwen.
Met ijver togen allen, die werken
konden, aan de arbeid en na een maand
waren de onderdelen klaar om in el
kaar gezet te worden. Gelukkig dat de
grotwoning zo ruim was, dat bijna alle
werk binnen kon gedaan worden. Alleen
om bomen te hakken en binnen te ha
len waagden de sterksten zich naar bui
ten. Nog ^teeds dikker werden de
sneeuwlaag, die berg en dal bedekte en
de ijsvloer, waaronder de zee bekneld
lag. En toch leefden onder die sneeuw
in hun hol nog 50 mensen. Maar hun
aantal slonk van week tot week. De
scheurbuik eiste verscheiden slachtof
fers, die men in een uithoek van de
grot begroef, want men wilde hun licha
men niet overleveren aan de ijsberen,
wier sporen overal in de sneeuw te zien
waren.
Bambo peinsde zijn hersens suf om
uitkomst te kunnen brengen in deze
vreselijke nood. De patiënten en zelfs
de niet zieken waren beu van 't zoute
vlees en 't eten uit blikken. Er moest
verse vis en vers vlees komen, hoe dan
ook.
'Gebruik makend van wat schemerig
maanlicht toog hij op onderzoek uit in
de richting van de kust. Op nauwelijks
een kilometer afstand van hun verblijf
ontdekte hij een kreek ('n inhammetje)
die bijna geheel overdekt was door een
overhangende rots en daardoor slechts
gedeeltelijk was dichtgevroren. In het
nog open vak krioelde 't van vissen.
Daar zou stellig een rijke vangst te ma
ken zijn. 't Water kwam hem al in de
mond.
Langs een kleine omweg terugkerend ken. 't Was ook zo leuk. Een aap sprong
kwam hij aan een komvormige laagte, zo maar tegen 't gaas, omdat ik een
Hij daalde af en zag toen dat 't een pinda in mijn hand had
meertje was, natuurlijk ook bevroren. Toen kwamen we bij de olifanten.
Maar door een of andere oorzaak was Maar wat hadden die een lange neus.
op een kleine plek de sneeuw gesmolten Tante zei dat het een slurf was. De
en toen hij erop af stapte,' zag hij door leeuwen zaten in een groot en sterk
't heldere ijs ook hier een menigte vis- hok. Toen kwam de olifant met zijn
sen. Met de kolf van zijn karabijn en snuit en die blies het hele opstel uit.
met de bajonet slaagde hij erin een
klein gat in het Ijs te maken. En nau- Roosje van Brcukelen, Lelden komt
welijks was dit klaar, of tal van vissen met:
kwamen lucht happen bij de opening in DE BOOTTOCHT
de ijskorst. Bambo had ze zo maar voor
't grijpen en met flinke buit beladen In de vakantie logeerde ik bij mijn
kwam hij in de grot aan, waar hij met oma met mijn neefje Frank. Op een
vreugdekreten verwelkomd werd. goeie dag, toen de lucht blauw en hel-
Natuurlyk dacht hij de volgende dag der was zei mijn oma: „we gaan van-
de vangst te gaan vergroten. Maar de daag met de rondvaart mee".
ijsberen hadden zeker de lucht gekre- y-.
aar. ,,-n -_-ia „«iaIa lDat ^vas fijn en we stonden al gauw
d? ^ot. Ze krabdeii tegeiï
meaT^ommend°Tnra1L0kendetvlaltvï' S^amm w^bU dl™ ndvaSbK
langen Toei^ richtten aij zich naar^iê ^oteka|'ti<!SeenEr
ingang, die met planken was afgescho- w?trntr hof VLrJ
ten. Zü begonnen de sneeuw voor het g?**0* L wlfn
schot weg te graven. De strijdbare man- °hp. In
nen posteerden zich achter de ingang JJ® K iuS was
en toen de ongure beesten door de kie- gjj! 5ÏÏL, ïi- uit Zll
ren zichtbaar werden gaven zij een sal- L5 nJ®n_PiifpWo?»»Bli5,
vo af. Drie der belagers bleven dood in E"ifïSliMpn J
de sneeuw liggen en verfden deze met J \V1 pr wn wT fcnmdm
hun bloed rood. De overlevenden wer- a1 mTfi*ÏS?
den nu nog wilder en onder angstwek- J}®"1 "KjL1 JiJS?Lf«S'm'i
kend gebrul klommen ze weer boven Tffvm
op de grot om 't daar weer eens te gaan sv hinS
proberen. Ze hadden zeker ontdekt, dat d'® e*J" "J(aitnrH «fnwp
een klein gedeelte van 1 plafond met w!
planken was dichtgemaakt, die vroegere S"®?, f«Sï
bewoners daar hadden aangebracht. hadden een flJne m,ddag-
Woedend zetten zij hun tanden en klau- r__v w,™»,, i,m., v,eoft «n
wen in 't hout, tot een steunblak 't be- XSK
gaf en met de balk bezweken de plan- k e verhaalt)e gemaakt.
ken en twee enorme beesten vielen door ir-riu-c nvrpiinr
't ontstane gat midden in de grot. JETJE S ONGELUK
Volgende keer verder. Je(je was aan het buite„ spele„ Het
nïfttotf RAAnsna was mooi weer en ze was heel erS blij,
NIEUWE RAADSELS wjmt vader hgd gisteren beloofd dat ze
Vul bij de onderstaande plaatsnamen vandaag naar de speeltuin gouden gaan.
een dierennaam In: - Ze I?°,cft n°S cven »=chten tot ze alle-
enzang maal klaar waren en om ongeveer 11
drecht uur vertr°kken ze. Er was nog haast
beze niemand in de speeltuin. Heerlijk was
enburg dat- JetJe rende al meteen naar de
lonen schommels, want ze zag er nog heel wat
arden vrU staan. Eerst begon ze laag, maar al
De oplossing deze week insturen aan: Sïï^.JtaC'VÏ'ÏSÏ..""J!!??.
Tante Jo en Oom Toon. Krantentuin, kebeurde bet. Ze sloeg over de kop en
Leidse Courant, Papengracht. Leiden. v.el^op de^ gmnd^ een^ hev.ge klap.
Correspondentie Bobb>' Scbl«bter' i«|ijen
NAAR AMSTERDAM
Martle Menken, Lelden. Fijn Martie,
dat je bent overgegaan naar de tweede Wii zijn in de vakantie een dagje naar
klas. Heeft moeder het boek nog opge- Amsterdam geweest. We gingen naar de
stuurd? Artis, dat is een dierentuin. Toen we
er binnen kwamen, zagen we eerst de
OVER DE SEMINARISTEN papegaaien, die veel lawaai maakten.
De kamelen, die we daarna zagen. Wa-
Ja, jongens en meisjes, een paar we- ren heel stil. Daar dichtbij stonden de
ken geleden maakte ik een brief open, giraffen. Wat hadden die lange halzen
die van ons college kwam. Ik was erg en lange poten. Toen kwamen we bij de
nieuwsgierig. Wat zou 't zijn? Overgaan jonge olifanten, maar het stond er zo vol
of dubleren? Gelukkig ging ik over mensen, dat we ze maar hebben over-
naar de tweede klas. geslagen. Bij de bisons was het niet zo
Een jaar geleden ging ik voor 't eerst druk en we konden die grote beesten
naar 't seminarie: een maand daarvoor erg goed zien. We waren moe en gingen
had ik toelatingsexamen gedaan en ge- wat uitrusten op een ronde stenen stoep,
lukkig niet gezakt. De jongens, die toen In het midden daar was gras. We zaten
gezakt waren, konden jammer genoeg vlak over het hek van de apen, die daar
niet naar ons seminarie. hun kunsten vertoonden. Mijn zusje en
Ook zijn er jongens, die na een tijd ik gingen nog naar de nijlpaarden, dat
niet meer komen, omdat ze geen zin waren van die grote dikkerds Toen heb-
meer hebben. Anderen mogen niet meer ben we een heel stuk overgeslagen want
komen omdat de leraren zien, dat die mijn zusje wou de herten en de ham
jongens onmogelijk mee kunnen en stertjes zien. We bleven daar een hele
weer andere blijven zitten, omdat ze poos kijken en daarna gingen we met
door het jaar niet goed hadden geleerd, z'n allen naar het aquarium. We moes-
Jongens en meisjes, nu wil ik jullie ten daar betalen. Er zwommen daar
vragen: „Bidt goed voor alle jongens, heel grote vissen en er was een vis. die
die op 't seminarie zijn of gaan en ook elektrische schokken maakte. Het was
voor die jongen* die niet kunnen". daar heel erg mooi.
Mary v. d. Veer, Lelden maakte voor Daar komt Bert Hoogeveen, Leiden
ons: met een verhaaltje over:
MET TANTE NAAR DE DIERENTUIN CIRCUS IN ONZE TUIN
In de vakantie mocht ik bij tante gaan In onze tuin hebben we een circus ge-
logeren. Het was een fijne tocht. Ik maakt. Ik deed er natuurlijk aan mee.
kwam er 's avonds aan en ging al heel Ik moest voor clown spelen en mijn
gauw naar bed. De volgende morgen broer moest koorddansen. Er deden nog
werd ik vroeg wakker. Tante was al 4 jongens mee. We hadden van te voren
bezig en we gingen gauw eten. een paar keer geoefend. We hadden van
„Zullen we vandaag eens naar de die- moeder wat oude kleren gehad, want we
rentuin gaan?" vroeg tante. moesten verkleed spelen. Ik moest be-
„Ja fijn!", riep ik natuurlijk. ginnen. Mijn gezicht was met krijt ge-
„Nou dan ga ik wel naar mijn werk", kleurd. Ik kwam te voorschijn op een
zei oom lachend. éénwielfietsje en reed daarop het cir-
Een poosje later zaten we in de bits cus rond. Het volgend nummer was, dat
en weer een poosje later waren we er. een hond door een hoepel moest sprin-
In de verte zag ik al de speeltuin. O, gen. Mijn oom speelde voor goochelaar
wat een grote speeltuin. en hij goochelde van allerlei dingen te
„We zullen eerst naar de dieren gaan voorschijn. Toen kwam het hoofdnum-
kijken", zei tante. Oooo! wat zag ik mer. Een koorddanser liep over een
daar? Een beest met een heel lange nek. touw met een paraplu 'in de hand en
„Dat ia een giraf", zei m'n tante. We even later ging hij er met een wiel
gingen verder en kwamen bij de apen. over, maar toen viel hij hokia, dokia,
Daar bleven we een hele tijd staan kij- naar beneden. Iedereen moest hard
lachen en toen was het einde.
HET CIRCU8
Ik was aan het spelen met mijn vrien
dinnetjes. We hadden al zoveel gedaan:
schooltje, vader en moedertje, gebald
enz. en nu wisten we niets meer te doen.
De één zei: „willen we gaan knikke
ren?" maar dat vond een ander weer
niet goed.
„Zullen we met de poppen gaan spe
len?" Zo praatten we maar verder, tot
ineens iemand riep: „zullen we circus
gaan spelen?" Dat vonden ze allemaal
goed. Ze begonnen ineens te kibbelen
en ze hadden bijna ruzie gekregen, maar
toen ging het weer goed. Ineke werd
het hoofd.
„Anneke Jullie hebben thuis een
hond. Het is toch een poedel? O ja zo'n
mooie witte. Anneke jij doet kunstjes
met de poedel".
„Joke, jullie hebben thuis twee
clownspakjes. Dan ben jij clown met
Grada".
„Ik heb thuis een ponnie, dan laat ik
die kunstjes doen en de kinderen, die
komen kijken, moeten een kwartje be
talen".
Ziezo, nu had ieder een taak. Diezelf
de middag en avond begonnen ze al te
oefenen. Om 5 uur hielden ze een
pauze, om naar de televisie te kijken,
daar speelde Pipo de Clown. Ze hadden
Pipo nog een mooi kunstje zien doen en
Ineke vond dat zij dat ook best in hun
circus konden gaan oefenen, 's Avonds
werd nog eens goed geoefend, want de
volgende dèg zouden ze de eerste voor
stelling geven. Ze droomden 's nachts
allemaal van het circus.
's Morgens kleedden we ons vlug aan
en na het eten gingen we naar het cir
cus. Daar waren al veel kinderen aan
het oefenen. Anneke luidde een grote
bel en het circus begon. Anneke was
ook de eerste die binnen kwam op haar
ponnie. Ze was mooi verkleed en deed
verschillende kunstjes. Toen ze klaar
was klapte iedereen in de handen. Nu
kwamen de clowns aan de beurt. Ze
gingen koorddansen. De clown liep op
het koord, maar viel er af. De andere
clown schoof er een teil water onder en
toen viel de clown in het water. Ieder
een lachte. We hebben een heerlijke
middag gehad.
Het
MODELSCHEPEN
Fig. a. Wie belang stelt in schepen en
daarby nog in een havenstad woont, die
kan zich van de boten, die in de haven
liggen, makkelijk kleine modellen knut
selen. Ze worden opgebouwd uit karton
doosjes papierrepen gewoon papier en
plakpapier. Dit laatste koopt men in
rolletjes bij de papierhandel; 't is bruin
van kleur en aan één zijde gegomd.
De kartondozen langwerpig van vorm,
vormen 't midden van 't schip. De ove
rige delen worden eromheen gebouwd.
Uit 'n andere doos knipt men rechte
stroken uit en buigt ze tot voor- en
achtersteven en plakt ze op de doos
vast (zie tek. 1). Uit kleine doosjes
bouwt men vervolgens de kommando-
brug en de stuurhut. De masten wor
den gemaakt van opgerolde velletjes
papier met plakpapier erom en in kleine
openingen in het scheepsdek gestoken.
De schoorstenen kun je ook zo maken
of als je ze graag wat steviger hebt, dan
gebruik je dun karton. Tenslotte be
kleedt men 't schip romp en dek
met een stevig laagje plakpapiper. Als
dit goed droog geworden is, kan men
het vaartuig met olieverf opschilderen.
Vooral de plaatsen waar een en ander
vastgeplakt is, goed overschilderen, dan
kan 't model zelfs tegen water. Maar de
meesten van jullie zullen 't wel als ver
siering hier of daar opstellen.
EEN NUTTIG PLASTICKOORD
Fig b. Men vindt tegenwoordig goed
kope plastikdraden in alle kleuren,
waarmee men zelf nuttige koorden
(touwen) vlechten kan. Ze kunnen die
nen als handvat aan een tas, als cein
tuur en zelfs als halsketting, die vooral
om een bruine hals bijzonder goed staat.
Voor een ketting van 40 cm. lengte
heeft men 2 maal anderhave meter
koord nodig b.v. in de kleuren rood en
bruin of rood en groen. Voor 'n arm
band neemt men ongeveer 2x85 cm. De
werkwijze zie op de tekening (1). Eerst
knoopt men aan 't eind van 't rode koord
een losse steek. Daarna legt men 't
groene koord een eindje dubbel en haalt
de lus door de losse steek. Vervolgens
trekt men de losse steek stevig aan (2).
Je hebt nu dus een groene steek, waar
door je weer een lus van het rode koord
haalt en haar dan stevig aantrekt (3).
Zo knoop je steeds verder van de ene
kant naar de andere, tot de koorden
opgebruikt zijn. Trek de laatste lus he
lemaal door de losse steek. Knoop met
het vrije eind een kleine lus en naai een
paar steken door de koorden.
Trek nu de beide vrije koorden ach
terwaarts door het vlechtsel, waarbij
het rode koord met de rode en de
groene met de groene moet lopen. Be
vestig het andere einde van de ketting
net zo en naai een kleine rode of groene
knoop als sluiting aan.
De armband wordt op dezelfde wijze
geknutseld.
Eis altijd
CETA BEVER
de beproefde
BUITENBkJTS
(Advertentie)
Wilt U iets weten?
Vraag: Waar bestaat te Leiden ge
legenheid om zich medisch te laten
keuren voor de tafeltennissport?
Antwoord: Daarvoor kunt U zich
aanmelden bij de Leidse Sportstich
ting, kamer 112 Stadhuis, tel. 20041
(toestel 28).
Vraag: Route per fiets van Ter
Aar naar Emmeloord; hoeveel km?
Antwoord: Ter Air, Kudelstaart,
Uithoorn, Hilversum, Amersfoort,
Nijkerk, Habderwijk, Nunspeet, El-
burg, Kampen, Ens, Emmeloord; af
stand 155 km.
Vraag: Adressen van R.K. gym
nastiekverenigingen voor gehuwde
dames.
Antwoord: U kunt inlichtingen
vragen bij de drie Leidse kath. gym-
veienigingen die ook groepen ge
huwde dames hebben. Dit zijn:
Groen Wit, seer. W. Schimmel, Beye-
rincklaan 46; Sportief, mevr. Boden-
staff—-Bergers, Da Costastraat 35;
Victorie: P. de Wekker, Gerrit Kas-
teinstraat 5.
Geldvordering. Ik krijg van
iemand vanaf 1946 nog geld en heb
er al meermalen om gevraagd. Kan
ik dat nog vorderen en waar moet
ik mij hiervoor vervoegen? vraagt
J. L. v. L.
U vermeld niet in uw vraag, of u
van deze schuld aan u een schrifte
lijk bewijs hebt, want dit is wel de
gelijk zeer belangrijk. Zonder zo'n
bewijs zal het erg moeilijk zijn om
het geld in te vorderen. Hebt u dit
echter wel, dan kunt u deze persoon
per aangetekende brief manen om
aan zijn verplichting te voldoen en
u voor een bepaalde datum het geld
terug te betalen. U doet er goed aan
van deze brief een doorslag te be
waren alsmede het strookje van de
posterijen dat aantoont, dat u deze
brief hebt verzonden. Helpt u dit
niet, dan kunt u een deurwaarder in
de arm nemen. Deze berekent in de
regel 10% van het in te vorderen be
drag. Heeft de deurwaarder geen
succes, dan kunt u, indien het min
der dan 500.betreft, op formu
lieren (in de boekhandel verkrijg
baar) een verzoek richten tot de
kantonrechter. De deurwaarder kan
u hierover nader inlichten.
AOW en vilthoed. 1. Als een
man 65 jaar is en zijn vrouw is 54
jaar, trekt de man dan alleen AOW
of voor beiden het dubbele?
2. Hoe kan ik een witte vilthoed
schoonmaken?
3. In een gabardine regenjas zit
ten zwarte vlekken van een nat
fietszadel, hoe kan ik die verwijde
ren? aldus mevr. B. V.
1. Wanneer de man gehuwd is en
hij wordt 65 jaar, dan krijgt hij AOW
voor gehuwden, ongeacht de leeftijd
van zijn echtgenote.
2. Een itte vilthoed kan gerei
nigd worden door deze te bewerken
met een papje van tetra en magne
sium.
3. U vermeldt niet uit welk ma
teraal het zadel vervaardigd is, zo
dat we niet weten of de vlekken ver
oorzaakt zijn door nat leer of door
een andere stof. Over het algemeen
zult u wel succes hebben wanneer
u de jas reinigt in een sopje van een
synthetisch wasmiddel. Wanneer uw
jas waterdicht was, zal deze het na
het wassen niet meer zijn. Daarom
zoudt u er verstandig aan doen de
jas door 'n inrichting voor chemisch
reinigen te laten behandelen.
Worteltjes. Ik heb worteltjes ge
weckt en nu wordt het kookwater
wit. Wat kan daar de oorzaak van
zijn en kan ik ze nu nog eten?
vraagt mevr. M. K. d. H.
Over het algemeen wordt 't kook
water bij het wecken van worteltjes
wit. Dit komt inderdaad door de tij
dens de groei toegevoegde kunst
mest. Dit is echter geen bezwaar
voor de consumptie. Is er echter te
veel kunstmest gegeven, dan sprin
gen wel eens de potten open en dan
kunnen de worteltjes niet gegeten
worden. Zolang de potten dicht blij
ven zijn ze voor consumptie geschikt.
DE LAATSTE MOHIKAAN
Toen de strijd hervat zou worden,
verdeelde Unka3 zijn legermacht in ver
schillende afdelingen. Eén ervan be
stond uit de allerdapperste mannen en
werd aangevoerd door Valkoog. Zij
werden als verkenners vooruitgezonden
en een tijdje later gingen ook de andere
krijgers op pad. Heyward sloot zich bij
Valkoog aan. Toen zij een eind in 't bos
waren doorgedrongen, troffen zij daar
David aan. Hij vertelde, dat hij uit het
Huronenkamp gevlucht was en dat 't in
het bos wemelde van hun krijgers. Ook
wist hij te vertellen, dat Magua Cora in
een hol had opgesloten.
Unkas liet de afzonderlijke, afdelingen
in verschillende richtingen oprukken.
Al heel spoedig knetterden hier en daar
schoten. De groep van Valkoog raakte
slaags met 'n aantal Huronen. Slechts
met grote moeite konden ze zich staan
de houden. Tot hun geluk echter kwa
men Unkas vader en de oude generaal
hun ter hulp. Intussen waren Unkas en
zijn mannen in een hevige strijd gewik
keld met andere Huronen. Toen zijn va
der dat vernam, slopen hij en zijn vrien
den snel weer verder en grepen mee de
vijand aan. Dat was de verraste tegen
standers te veel en bijna allen gingen
op de vlucht. Alleen Unkas en Magua
vochten nog verbitterd door, maar-toen
de laatste bemerkte, dat zijn krachten
hem gingen begeven, ging ook hij ervan
door. Aan twee mannen, die nog in zijn
nabijheid gebleven waren, gaf hij een
teken. Dezen renden daarop naar het
hol en trokken Cora snel eruit Ze
sleurden haar achter zich aan, terwijl
Magua op enige afstand voor hen uit
liep. Valkoog, Unkas en vele anderen
zetten terstond de achtervolging in.
niet verder" schreeuwde
Cora.
„Dan moet je kiezen, meisje" riep
Magua haar toe, „tussen mijn wigwam
of mijn mes".
Nauwelijks had hij die woorden ge
sproken of Unkas had hem ingehaald en
wierp zich op hem. Maar op hetzelfde
ogenblik plofte één der twee krijgers
zijn mes in Cora's borst, zodat het onge
lukkige meisje dood ter aarde stortte.
Ook Unkas onderging hetzelfde lot,
want doordat hij buiten adem was, toen
hij Magua aangreep, kreeg de laatste de
overhand en bracht onze dappere held
een dodelijke steek toe met z'n mes. In
een snelle vlucht dacht de Huroon zich
vervolgens te redden. Maar reeds had
Valkoog zijn geweer aangelegd en juist
toen Magua de rand van de veilige af
grond bereikte, knalde er een schot en
tuimelde de onverlaat over de rots heen
In de diepte.
Ikiitb'jjiMtnFerittil.tnmtm.twfil)!.-
ikittmkihnutm nritr'lkmrtht
'StUkt-kmlbihmo/neb/im
inutiiimiarmMtiii
131