D-U+K-E-N is een ernstige zaak Zoeken naar Brittenburg een mogelijkheid Training begint in een overdekte zweminrichting Moeder ^tbabyderhmv; ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1960 DE LEIDSE COURANT 4 PAGINA Steeds meer komt de onderwater sport in de belangstelling te staan. Ook in Nederland. Al een aantal ja ren bestaan er twee landelijke ver enigingen, de Nederlandse Bond voor Onderwatersport (NBvO) en de Onderwater Jagers Club (OJC). Leiden is een plaatselijke afdeling van de OJC rijk die in november haar een-jarig bestaan hoopt te vie ren. Skindiving en Aqualong duiken Reeds voor de oorlog, in de twin tiger en dertiger jaren, werd in het zuiden van Frankrijk de onderwater sport beoefend. Na de oorlog breid de de onderwatersport zich steeds meer uit, vooral door de faam dié de kikvorsmannen in de oorlog ver worven hadden en door de uitvin ding van Cousteau en Gagnan, de aqualong. Sindsdien kan het sportduiken in twee soorten van duiken worden verdeeld, nl. in het duiken op de longen, waar men gebonden is aan een diepte van gemiddeld 10 tot 20 meter en aan de tijd dat men zijn adem kan inhouden en die voor de getrainde duiker 1 a 2 minuten be draagt. Ten tweede in het duiken met ap paratuur, waarbij de sportduiker ge bruik maakt van. de met samenge perste lucht gevulde aqualong. Ter onderscheiding spreekt men wel van skindiving en aqualongduiken. Praktijk! es Nu amateur-duikers in samen werking met amateur-archeolo gen op zoek zijn naar het verzon ken Romeinse castellum Britten burg voor de kust van Katwijk is het belangwekkend méér te we ten over de fascinerende onder watersport. Een jonge amateur- duiker uit Leiden, Fred Vis schrijft hierover in bijgaand ar tikel. Geen spelletje. Duiken als sport is geen spelletje. Voordat men zich in buitenwater waagt, dient men een gedegen trai ning te ondergaan. Daar praktische scholing alleen niet voldoende is, behoort ook aan de theorie van het duiken de nodige aandacht te wor den besteed. Men moet bijvoorbeeld kennis hebben van de inwerkingen en invloed van druk op de diverse delen van het lichaam. Iets afweten van de oorzaken en gevolgen van zuurstof-, koolzuur- en stikstofver giftiging. Op de hoogte zijn van de compressie en recompressie en de werking van perslucht- en zuurstof- apparatuur. Training en specialisatie. Met de training vangt men meest al aan in een overdekte zweminrich ting, waar als afsluiting van de be- gintraining het eerste brevet, het A- brevet wordt behaald. Heeft men zich een zekere vaardigheid eigen gemaakt dan gaat men zich vaak specialiseren. Het onderwaterzwem- men is geen doel meer, maar wordt middel om bijvoorbeeld onder water van de natuur te genieten, de plan ten- en dierenwereld te bestuderen, aan archeologie te doen, wrakken te onderzoeken (bijv. aan Katwijks kust waar men zoekt naar Brittenburg), te fotograferen of te filmen of om op jacht te gaan. Jammer alleen dat het Nederland se water in het algemeen niet toe laat dat de onderwatersport zich hier zo veelzijdig ontplooit. Al zijn er plekken waar het water helder is, vaak toch biedt het water weinig zicht of is het op een paar meters diepte al geheel donkert). En dat kan wel eens teleurstellend of zelfs afschrikwekkend werken. Er zijn dan ook mensen die de training alleen volgen om later in de Middellandse zee. waar het zicht 15 k 20 meter en soms nog meer bedraagt, te kunnen dmkeI>' FRED VOS Ook Leiden heeft afdeling van OjC Enige literatuur voor de onder- watersportliefhebber: De zwijgende wereld door Jacques Yves Cousteau en Fréderic Dumas, uitgave Servire, Den Haag. In dit buitengewoon boeiend geschreven boek, voorzien van prachtige foto's, maakt u het begin van 't aqualong duiken mee en het aarzelend bin nentreden van een nieuwe wereld. Leest u over een steeds dieper door dringen daarin, voelt u de geheim zinnigheid en de aantrekkingskracht van dit rijk van de blauwe schemer en gaat u begrijpen wat een gewel dig iets dat duiken kan zijn. Diepzeeduiken door Ferdinand van Leeuwen. Arti-beeldenencyclopedie geeft in een kort bestek een over zicht met de bijbehorende geschie denis van het duiken, duikboten en diepzee-onderzoek, helmduikers en sportduikers. Het boekje is rijk ge ïllustreerd. Onderwaterzwemmen van dezelf de auteur, verscheen in de Ken uw sport-serie van de uitgeverij J. F. Duwaer Zonen, Amsterdam. Dit van vele tekeningen en schetsen voorziene werkje is van veel nut, vooral voor de beginnende, maar door zijn vele praktische wenken toch ook voor de meer ervaren sport- duikerï Zo leert u onderwaterzwemmen door Fred Vos, in een artikel, ver schenen in PM, het beste uit Popu lar Mechanics^ besteedt naast een algemene inleiding vooral aandacht aan het trainen zover het skindiving betreft. In een tweede artikel zal de nadruk op de training met pers lucht apparatuur worden gelegd. Veilig duiken door J. P. H. Huys- kens, Ltz. SD. Ie kl., uitgave Loosco N.V., (een boekje voor de actieve sportduiker), geeft een theoretische beschouwing over het duiken en een beschrijving, waarin de werking wordt uitgelegd, van de door de Loosco uitgebrachte „Dive-Safe" duik-apparatuur. Veel aandacht Foto hiernaast Sportduiker in kikkerpak. Dit Is een zogenaamd nat pak, tussen het schuimrubber of neopreen pak en zijn huid laat de duiker water komen. Dit laagje water neemt de lichaamstemperatuur aan en dan heeft de duiker het S behagelijk warm. Deze pakken t worden tegenwoordig ook in Nederland gefabriceerd, maar kosten ook dan nog altijd meer dan ƒ100.Een prijs die Iaat zien dat het sportduiken geen goedkope sport is. Gemiddelde prijs masker, vinnen en snorkel: 10.—, ƒ20—, ƒ3.—. Clubcon tributie OJC (inlichtingen Mod- dermanstr. 53) ƒ5.per maand. Daarbij moet voor het trainen in de Overdekte nog op ƒ5.per maand gerekend worden uit gezonderd universiteitSpersoneel die als ze van eigen trainings uren gebruik maken ƒ5.— per jaar betalen. wordt besteed aan de decompressie en in het boekje bevinden zich uit gebreide tabellen voor sport- en be roepsduikers en een uitermate han dige decompressie-schijf. 1) In de Kagerplassen oefenter rein van de OJC Lei den, werd scrms op een diepte van 3 m. al een zicht nul gemeten. Maar soms was op 10 meter de bodem nog te onderscheiden. Het zicht bedroeg echter meestal niet meer als een 70 cm., maar in enige uitlopers van de Kaag werd 'n zicht van 34 m., compleet met planten groei en de nodige vis, aangetroffen! Baby-huidje WAARHEEN NA SCHOOL? NOG GEEN VOORTGANG IN ONDERZOEK. De hoofdinspecteur van de Am sterdamse recherche, de heer H. Postma, heeft tegenover binnen- en buitenlandse verslaggevers verklaard nog geen enkele positieve medede ling te kunnen verstrekken over het onderzoek in de mysterieuze aangifte van de schilderijendiefstal. Hij zei thans te wachten op het rapport met achtergrond over en gegevens van de Engelse makelaar Cook en diens beide vrienden Scaramanger en Sy- kes. Een firmant van. een Engelse ex pertisebureau uit Londen is op Schip hol in Nederland aangekomen. Hij heeft contact opgenomen met zijn Nederlandse vertegenwoordiger in Amsterdam, dat in de dagbladen een advertentie deed plaatsen, waarin een beloning werd uitgeloofd voor degenen die inlichtingen over de kostbare doeken kunnen verstrek ken. De Brit is naar ons land geko men om „poolshoogte te nemen" De conclusie van het in Londen in gestelde onderzoek in verband met de schilderijendiefstal zullen via In terpol aan de Amsterdamse politie worden toegestuurd. Scotland Yard zal de hoofdstedelijke recherche ook in kennis stellen van de resultaten van het verhoor, dat gisteravond de 24-arige Catherine Dent Brockle- hurst is afgenomen. Deze Catherine bevond zich al eni ge dagen in Amsterdam en heeft als Robert Cook's secretaresse contact gezocht met kunsthandelaren vóór Cook in Amsterdam aankwam. Op 20 augustus, daags na diens komst, is zij weer naar Londen teruggekeerd. Het bureau voor beroepskeuze kan de juiste richtlijnen geven (van onze verslaggever) UTRECHT (P P) - „Het is een droevig verschijnsel, dat veel jonge lui die de school verlaten, nog geen flauw idee hebben van het beroep dat zij zullen kiezen. Er wordt tegenwoordig wel meer dan vroeger aan beroepsvoorlichting gedaan, maar in wezen is het toch nog te weinig. Wanneer wij ons realiseren dat er ruwweg zo'n 5.000 verschillende beroepen zijn, dan is het duidelijk, dat bij de voorlichting er slechts een beperkt aantal aan bod kunnen komen. Het is echt wer begrijpelijk en verstandig, dat ouders hun kinderen voor een onderzoek sturen naar een bureau voor beroepskeuze, want daar staan wetenschappelijk geschoolde vakmensen klaar om de jongeman of het meisje te testen en zij kunnen in hun rapport belangrijke richtljnen geven, waardoor de succesvolle keuze van een beroep voor de jonge mens aanmerkelijk eenvoudiger wordt gemaakt". Wij zitten tegenover de heer H. v.d. Vlist van de Neder landse Stichting voor Psychotechniek te Utrecht, een van de belang rijkste instellingen in Nederland op dit gebied, die zich reeds meer dan 35 jaar bezig houdt met onder andere de beroepskeuze. Bij deze stichting heeft men al heel wat ervaring opgedaan op dit punt en de heer Van der Vlist weet hierover veel te vertellen. Sportduiker uitgerust met aqualong, onderwaterpistool en duikersmes. De aqualong is een 5 liter cylinder Drager „Delphin", die inplaats van twee slangen, een aparte inhalatie slang en een aparte uitademings slang er maar één bezit. Foto's Techn. Bur. J, Duiker N.Y. De pers-chef van de „Firato", de 37-jarige heer J. A. Poortman uit de hoofdstad, is gisterochtend met zijn auto op de kruising Beethoven- straatApollolaan in Zuid te Amster dam in botsing gekomen met een tram. Met hoofdwonden en een sche- delbasisfractuur werd hij in zorgwek kende toestand naar het Wilhelmina Gasthuis overgebracht en daar opge nomen. Niet te jong Van het grootste belang is het, dat de jongelui, die beproefd zullen wor den, niet te jong zijn. Zij die jonger zijn dan twaalf jaar worden zelfs door de stichting niet geaccepteerd. Als redelijke leeftijd voor een on derzoek ziet onze gastheer 16 jaar en ouder al naar gelang de ontwikke ling van de persoon. „Vroeger voor 1918, toen de maat schappelijke toestanden geheel an ders waren dan nu en aanmerkelijk meer jongelui op 12~ of 13-jarige leeftijd zo van de school naar fa briek, atelier of dergelijke gingen, kon men eigenlijk niet spreken van puberteit D© kinderen werden zo plotseling in het volle leven ge plaatst ontgroend en ze waren kleine oude mannetjes en vrouwtjes, voor het grootste deel doordrongen van de maatschappelijke en levens problemen. Een geleidelijke ontwik keling via de puberteit zoals vele jongelui die nu kennen, en die meer mogelijkheden biedt voor de geeste lijke ontwikkeling was er toen voor velen niet Hierdoor kon men in die tijd dergelijke Jongelui ook vroeger testen. Door de „Sturm und Drang periode" die velen nu doormaken is het verstandiger met een onderzoek te wachten, opdat men dikwijls nog niet kan zeggen ho© de persoonlijk heid zich zal ontwikkelen. Vandaar óm n» b# de rtéctrting da joogeta» liever op iets oudere leeftijd ziet ko men, bijvoorbeeld wanneer ze in de laatste klasse van een middelbare school zitten. Wacht niet te lang Veel jongelui en hun ouders wach ten anderzijds weer ".2 lang. Na de maken velen zich nog geen zorg. „Eerst vakantie!" is de leus. Na enige tijd gaat men echter ver der denken. „Wat moet er nu gebeu ren?" En dan komt men er toe om een bureau te consulteren. Maar dan is er dikwijls geen plaats meer voor een onderzoek, want de bureaus zijn inmiddels volgeboekt. In sep tember of oktober moet ieder echter weten waar hij aan toe Is en dan komen die moeilijkheden. Waarom wachten veel mensen zo lang? Men kan Jongemensen toch reeds laten onderzoeken wanneer ze in het laatste jaar zijn van de school. Waarom tot het laatste nippertje ge wacht? Vanaf nove: ber tot en met april hebben de onderzoekbureaus het niet zo druk, dan kan er gemak kelijk consult gegeven worden en is men bovendien in staat om voldoen de aandacht aan de proefpersoon te geven en uitgebreid overleg te ple gen met de onderzoekers over de re sultaten. Er is heel wat veranderd. Bij een groot deel van het publiek is nog maar weinig bekend over de moderne methoden van onderzoek, die tegenwoordig worden toegepast. Bij vele leken hangen >g begrippen van zo'n vijfentwint" jaar geleden. Vocral na de laatste wereldoorlog is er veel veranderd en heeft men bij het onderzoek ook meer naar de sociologie betrokken. Het gaat er niet alleen om of iemand intelligent is, maar ook of hij of zij die intelligen tie gebruikt. Daarnaast is men ook Naast hot '©it of iemand de hand bekwaamheden heeft om stncadoor te kunnen worden, moet h\j ook In andere opzichten voor dit werk ge schikt z(jn. tot de conclusie gekomen, dat iemand eerst goed in een bepaald beroep past, wanneer hij of zij er zich ge heel in kan aanpassen. Het gaat er dus niet maar alleen om, of iemand er de vaktechnische capa citeiten voor heeft. Of althans aanleg heeft om die te leren, neen, door een uitgebreid onderzoek ook in andere delen van de menselijke psyche wordt onderzocht of de betrokken persoon ook sociaal in dit beroep zal passen. Zo kan iemand, die bijvoorbeeld heel geschikt zou zijn voor machinebank werker, althans wat zijn aanleg voor handvaardigheid betreft, 'n afschuw hebben van stof of dergelijke. Hier door kan hij zich moeilijk öf in het geheel niet aanpassen en zal hij nooit een honderd procent kracht worden die bevrediging vindt in zijn werk. Wordt diezelfde persoon in een an dere omgeving - geplaatst, waar hij wel kan aarden, dan voelt hij zich daar thuis en zal tevreden kunnen zijn en daardoor een betere werk kracht. Specialistische wetenschap De onderzoekingen die door het team worden verricht - zo'n team bestaat minimaal uit drie personen - worden in een rapport neergelegd. Maar voordat het zover is, komen de proefleiders bijeen in vergadering en deponeren daar de resultaten van hufi onderzoek aangevuld met even tuele mondelinge verklaringen. Aan de hand van die resultaten wordt het totaal omvattende rapport opgesteld. Het is duidelijk dat de onderzoekers wetenschappelijke specialisten moe ten zijn. Zij komen bijvoorbeeld als psycholoog in dienst va., de stichting maar dan hebben ze nog drie tot vijf jaar in de praktijk nodig om zover te komen, dat zij dit bijzonder verant woordelijke werk zelfstandig kunnen verrichten. Ten eerste moeten zij le ren te werken volgens de methode die de stichting bij het onderzoek volgt. Zelf moeten zij zich psycholo gisch hierbij aanpassen. Zij moeten hun eigen zwakke punten en fouten leren kennen en corrigeren, want dit zou anders een funeste invloed heb ben op de resultaten van het onder zoek. En klopt het dan? Indien het even mogelijk is, volgt men bij de stichting graag de ver dere ontwikkeling. Hier kan men la ter conclusies uit trekken aangaande het toegepaste onderzoek. Men kan dan controleren of men juist geoor deeld heeft of dat er fouten werden gemaakt en door wie. De gerenommeerde bureaus voor be roepskeuze in ons land voeren hun opdracht met de grootste nauwkeu righeid uit, dikwijls aan de hand van jarenlange ervaringen. Zij kun nen zeer belangrijke richtlijnen ge ven voor de verdere ontwikkeling of beroepskeuze van de onderzoch ten en dit is van bijzondere waarde voor de mens en de maatschappij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 6