,DE KEUKENHOF
n
OÏJ
REISGIDS VOOR GOEDKOOP TOERISME
(IN LEIDSE OMGEVING)
BESTAAT DE
VOORJAARSMOEHEID
NIET?
ZATERDAG 16 APRIL 1960
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 4
vervolg van pag. 3
Schilderijen, familieportretten
Door het gehele kasteel heen hangen
de conterfeitsels van leden der eige
naarsgeslachten en daarmee verwan
te families. Behalve namen als Van
Lynden, Van Pallandt en Steen
gracht, ontmoeten we zulke als Van
Limburg-Styrum, tot welk geslacht
de moeder van de huidige eigenaar
behoorde, de Jonghe Van Ellemeet
en anderen, van de hand onder meer
van Jacob Delff, Jan de Baen en Ni-
colaes Maes. Van de laatste is ook een
portret van Raadspensionaris Jan de
Witt aanwezig.
In het trappenhuis hangt een unie
ke collectie Jacht- en oorlogspren-
ten, alsmede een groot schilderij van
de oorspronkelijke buitenplaats, in
vogelvlucht gemaald door een onbe
kend zeventiende eeuwse schilder.
Hier zien we ook twee gebrandschil
derde ovale ramen van Duitse make-
lt', de een voorstellende een valke
nier, de ander een sleuterbewaarster.
In de z.g. grote salon, stijl Lodewijk
XVI, vragen een plafondschildering
uit 1843 van Johannes Stortenbeker
en een gaaf schoorsteenstuk met vis-
stilleven van de zeventiende eeuwer
Abraham Hendricksz van Beijeren,
de aandacht benevens twee paneeltjes
boven de deuren, die resp. de Aan
bidding der herders en Saulus op de
weg naar Damascus voorstellen. De
ze laatste zijn van de hand van Ben
jamin Gerritsz Cuyp, een Dordtse
schilder, die leefde van 1612 tot 1652.
Twee stoere regentenportretten, ver
moedelijk de beeltenissen van een
Delftse burgemeester en zijn echtge
note, geschilderd door de Delftenaar
Michiel Jansz Mierevelt, tonen ons
een burger-adel, zoals wij die ken
nen van de vele andere portretten
uit die tijd, waarmee onze schilders
zich een wereldfaam verwierven. Ge
heel anders is het portret van een
dertien maanden oud kind door een
onbekende meester. Dit paneel ver
toont nog laat-gotische invloeden.
In de rode salon, zo genoemd naar
de overheersende kleur van de stof
fering, bestaat de plafondschildering
uit zogenaamde grouwtjes van Jacob
de Wit, zoals we die ook aantreffen
beven de deuren in een ander ver
trek. Sterk trekt hier een zeer gaaf
stilleven met kalkoen de aandacht,
gedateerd 1627 en geschilderd door
Pieter Claezs, de vader van de meer
bekende Nicolaes Berchem. Uit de
rococotijd moet tenslotte nog ge
noemd worden een allegorisch
schoorsteenstuk in de eetkamer, van
de hand van Dirk van der Aa, die
met dit genre bekendheid verwierf.
Het genoemde paneel schilderde hij
in 1772. Schilderijen van zijn hand
bevinden zich o.m. in de Leidse La
kenhal.
...Curiositeiten en aardewerk!
Behalve een collectie schilderingen,
tableaux en gravures, bevat het kas
teel ook fraaie verzamelingen porce-
lein en aardewerk, alsmede andere
snuisterijen. Chinees en Japans, maar
vooral aardewerk van eigen bodem,
veel Delfts in blauw en polychrome,
ock het vrij zeldzame Haagse aarde
werk. Alles opgetast in kostbare kas
ten uit verschillende stijlperioden of
decoratief opgesteld langs de wan
den. Een collectie Chinees blauw uit
het einde van de zeventiende eeuw
in de goudleerkamer eist de aandacht
van kenners en liefhebbers op. Hier
staan ook een tweetal zogenaamde
Jocoba-kannetjes, het enige dat ons
naar de naam althans herinnert
aan de levenslustige, valkenjagende
Hollandse gravin.
Meubelen treffen we in allerlei stij
len aan; renaissance, van de Lodewij-
ken, zowel als Empire. Zeer fraaie
specimina bevinden er zich onder,
b.v. een zestiende eeuwse ronde tafel
met fraai handsnijwerk. Interessant
zijn de twee oude kerkbanken, waar
op de familiebijbels, „Keuken Hoff"
gestempeld in de zware lederen ban
den, in 1786 te Amsterdam gedrukt
door H. Brand en Compagnie.
Kostbare Brits-Indische juwelen- en
penningkastjes van palisanderhout,
koperbeslagen wortelnoten scheeps
kisten, twee bronzen saluutkanonnet-
jes, oud tin, waarbij een handbe
schilderde tinnen theepot met bijbe
horende koektrommeltje uit het ein
de van de achttiende eeuw, een ge
brandschilderd raampje uit 1787 met
het wapen van mr. Joan Geelvinck,
burgemeester van Amsterdam, die
een buiten onder Hillegom bewoonde,
een aantal snuisterijen, waaronder
zeer fraaie ivoren waaiers, gouden
en zilveren snuifdozen, antieke hor
loges, een Javaanse kris, het lemmet
met goud beslagen en het gevest met
diamanten bezet en het prachtige fa
miliezilver met het wapen Van Lyn
den, een schild van rood, beladen
met een kruis van goud, de naar
rechts gewende helm gedekt met een
gravenkroon, waaruit een springende
jachthond.
Wij zijn ons bewust veel van het in
teressante en schone dat het Huis te
Keukenhof bevat ongenoemd te heb
ben gelaten. Dat behoeft voor de be
langstellende lezer geen nood te zijn.
Tijdens de duur van de bloementen
toonstelling is het a raison van een
gering bedrag te bezichtigen.
W. PRINS.
Dr. E. H. ter Keule: De monumen
ten van geschiedenis en Kunst in Lei
den en westelijk Rijnland. (1944)
's-Gravenhage, Algemene Landsdruk
kerij.
Kasteel „Huys te Warmont"
Van Oegstgeest komend, over de
tweede brug het Warmonderhek,
vroeger tol; op het hek de wapens van
Warmond en van het geslacht Van
Limburg Stirum, voorheen ambachts
heren. Het dorp, bestaande uit twee
evenwijdige straten, verbonden door
dwarsstraatjes., „dammen" geheten,
gelegen op de uiterste strook van de
oude, afgesleten duinen (bloembollen
cultuur), is een belangrijk water-
sportcentrum. De Leede, welke toe
gang geeft tot de Kagerplassen,
speelt in het dorpsbeeld dat bijzon
der prettig is geen rol. Er zijn ver
scheidene jachthavens, waar ook zeil
boten enz. te huur zijn; inlichtingen:
bureau V.V.V., Dorpsstraat 50, van
waar ook kosteloze vouwbladen wor
den toegestuurd.
In de r. straat woonhuis van Jan
Steen, huis uit 1611, met aanbouw
uit 1722. In de gevel een in 1926 aan
gebrachte bronzen plaquette met
kleine beeltenis van de schilder en het
opschrift: „In dit huis woonde en
werkte Jan Steen van 1656 tot 1660".
Op het pleintje voor het oude raad
huis, dorpspomp. Aan het einde van
de straat het buiten „Groot-Leerust",
(einde 18de eeuw) openbaar wandel
park der gemeente met tuinkoepel
(deze toegankelijk voor bejaarden) en
•uitzicht op Leede en wijds polder
land, met molen, de z.g. „molen van
Cozijn", ronde stenen bovenkruier,
1805, eigendom van Rijnlandse Mo
lenstichting, in maalvaardige toestand
onderhouden.
In de 1. straat bank ter herdenking
van burgemeester A. J. Schölvinck
(19071929), aangeboden bij zijn af
scheid. Aan de overzijde de parochie
kerk van St. Matthias, zonder toren,
uit 1858, arch. Th. Molkenboer. In
de kerk wit-marmeren communie
bank met engeltjes en eucharistische
zinnebeelden, uit de 18e eeuw, afkom
stig uit de St. Walburgkerk te Ant
werpen. In de zijkapellen, aange
bouwd in 1955, arch. ir. H. van Oerle
Schrama, r. houten altaartombe, waar
Peerke Donders, apostel der melaat
sen in Suriname, die in 1842 voor zijn
vertrek naar de missie enige weken
kapelaan was te W., de H. Mis las; ge
brandschilderde ramen van Pieter Ge-
raedts, voorst. St. Mattias, St. Jozef
en Petrus Donders. Aan de wand
schilderstuk van Wijnand Geraedts
(zinnebeeldige, niet historische):
stigmatisatie van de H. Lidwina van
Schiedam. In 1. kapel altaar van de H.
Maagd met ingebrande email-verf ta
ferelen uit het leven van Maria
op opaline-gïas, door Nico Wit-
teman (1942). Op het hoog
altaar bronzen kruis met blauw
email van H. van der Heyden (1958).
In aangebouwde doopkapel (1955)
doopvont in Empire-stijl (rond 1800),
wit op zwarte (houten) zuil. Aan de
wanden gesneden houten beeldjes van
Christus en de apostelen, afkomstig
van de in 1954 afgebroken preekstoel.
Het orgel (midden 19e eeuw), met
Alziend Oog, is gerestaureerd met
steun van Monumentenzorg; het in
strument geheel handwerk, een zeld
zaamheid. In de pastorie o.a. groot
schilderstuk van de kruisiging door J.
J. Eeckhout (1842), een schilderij van
de H. Leonardus van Vechel (16e
eeuw) en een Geboorte Christi (eind
17e eeuw).
In de Herv. kerk (1874) eenvoudige
eiken preekstoel, begin 17e eeuw. Te
genover het raadhuis Bevrijdingsge-
denkteken (1947), met als randschrift
gedicht van prof. dr. K. Heeroma:
„Maar ik die leven mocht tot de be
vrijding en juichen op het overwin
ningsfeest
Vandaar laan langs buiten „Oos
tergeest" (18e eeuw, verbouwd rond
1840) naar de Oude Toren, met
bouwval van de middeleeuwse paro
chiekerk, in brand gestoken door de
Leidenaars bij het eerste beleg van
de stad in 1573. Toren 15e, kerk 16e
eeuw. Na de brand gedeeltelijk her
steld, doch in 1874 bijna geheel af
gebroken. Op de toren zeeschip als
windvaan, herinnering aan admiraal
Jan van Duivenvoorde, heer van
Warmond. In de bouwval begraaf
plaats, ondanks de ongelukkige bouw
van het belendende Philosophicum,
nog steeds schilderachtig oord (vrij
toegankelijk; indien gesloten aanmel
den bij koster L. H. de Nie, Mgr. Aen-
genentlaan 2). Op het 'kerkhof graf
zerken van Van Woude en Van Ma-
thenesse (16e eeuw), grafkelders o.a.
Van Limburg Stirum en gedenkte
ken (1895) boven graf van Oud-Ka
tholieke prelaten, o.a. Quesnel, vier
aartsbisschoppen en een bisschop
(volledige lijst zie Leids Jaarboekje
1947).
Naast de toren het Philosophicum
van de bisdommen Haarlem en Rot
terdam (1930, arch. J. Stuyt) met in
voorgevel wapen van mgr. J. D. J.
Aengenent, bisschop van Haarlem. In
wendig: gebrandschilderde ramen
door Gisele Waterschoot v. d. Gracht.
In de kapel altaar (1958), vervaar
digd door Zusters van St Lioba te
Egmond; onder altaartafel beeld
houwwerk verheerlijking op de Tha-
bor, terzijde orante en Goede Herder;
prachtige kandelaars van goud-gla-
zuur-ceramiek.
Verbonden met het Philosophicum,
het Theologicum, te zamen vormend
het Groot-Seminarie (gesticht in
1799). Het gebouw dateert, voor het
oudste gedeelte, uit 1821 (o.a. klok-
ketoreatje), meermalen uitgebreid,
het tegenwoordige stijve hoofdgebouw
van 1897 (arch. J. v. Groenendael)
met in voorgevel wapenschild bisdom
Haarlem. De kapel van 1844 (arch.
Th. Molkenboer), vergroot in 1897 en
1927, bevat hoogaltaar, dodr Louis
Veneman in 1844 vervaardigd, neo-go-
thisch kunstwerk, niettemin 'n kunst
werk, met prachtig en weelderig
houtsnijwerk. Verguld tabernakel
(1932) door de gebroeders Brom,
voorstellende Christus en de 12 apos
telen (de sleutel van het tabernakel
past in de sleutel van Petrus!). Daar
boven ivoren geruis uit 1741. Opzij
Maria-beeld van F. L. Stracké (1886).
Lezenaar van Jan Brom (1910). De
vloer (1920), mozaiek naar ontwerp
mgr. H. J. M. Taskin en gebr. Brom,
zinnebeeldige voorstelling in dieren
en planten van het genade-leven. Ge
brandschilderde ramen door Han Bij
voet (voltooid rond 1938). In de sa
cristie worden bewaard kostbare gou
den en zilveren altaar-benodigdheden
en paramenten, gedeeltelijk een
schenking van koning Willem I en
herkomstig uit de hofkapel van ko
ning Lodewijk Napoleon in het pa
leis op de Dam, gedeeltelijk afkom
stig van „Duinzigt" na het overlijden
van mgr. Van Wyckerslooth, gedeel
telijk van andere herkomst. In het
huis bevinden zich een groot aantal
interessante schilderijen o.a. van Cor
nelis Musius, enkele Gorcumse marte
laren, de twee bisschoppen van Haar
lem vóór dé Hervorming, Zelfportret
van Broere, enkele kostelijke teke
ningen door deze, zelfportret van dr.
Borret, geschilderd portret van mgr.
Hensen door Jan Toorop en een fraai
zilveren kruisbeeld, uit de schenking
van Willem I. (Toegang tot het Theo
logicum is mogelijk voor kunstlieven
de en historische genootschappen, na
aanvraag bij het bestuur).
De bibliotheek (geb. 18781888),
een „openbare" boekerij, na schrifte
lijke aanvrage voor studie-doeleinden
en uitleen toegankelijk, is uiteraard
een theologische bibliotheek met
sterk historisch-theologische inslag
en enkele bijzondere collecties op het
gebied van oriënialia (legaat Bor
ret) en jansenistica, geschriften en
pamfletten rond het herstel der
hiërarchie, een bescheiden, doch
waardevolle verzameling handschrif
ten (getijdenboek, missaals en bij
bels), incunabelen en post-incunabe-
len, atlassen van Blaeu enz. en en
kele curiosa, zoals het gebedenboek
van koning Lod. Nap.
Vóór het seminarie twee sierlam-
pen, geschenk van de Warmondse
burgerij bij het jubileum in 1949.
De straatweg vervolgend r. de in
gang van het buitengoed het „Huys
te Warmont", met in het prachtige
bos verscholen het *kasteel Huys te
Warmont (toegang tot het bos op
jaarkaarten van 1.per j., 2.50
per gezin, aan te vragen bij de heer
H. Rikkers, Huys te Warmont; voor
leden van Stad en Landschap van
Z.-H. en Ver. Behoud Natuurmonu
menten vrijhet huis, eveneens eigen
dom van de familie Krantz, Leiden,
is niet te bezichtigen). Het middel
eeuws kasteel werd herhaaldelijk
verwoest en omstreeks 1780 door de
toenmalige eigenaar P. C. baron van
Ley den vrijwel geheel vernieuwd tot
zijn tegenwoordige toestand: een sta
tig, aan drie zijden in het water ge
legen, witgepleisterd huis,, met twee
vleugels en vier torens; in een daar
van een klokje met het jaartal 1392
en het wapen van Warmond. Boven
de hoofdingang de wapens Van Ley-
den en Warmond. Inwendig: enkele
sobere betimmeringen en stuc-pla-
fonds uit de 18e eeuw.
Opgemerkt zij, dat de parochie
(niet de gemeente) bij de verdeling
der bisdommen volgens provincie
grenzen een enclave van het bisdom
Haarlem is gebleven met een „terri
toriale waterverbinding" tot de
Noord-Hollandse grens.
De oorsprong van de plaatsnaam
is zeer onzeker; oudste (juiste?) spel
ling Warmelda, misschien persoons
naam (dr. Beekman).
Opmerking 1. Behalve de reeds bij
Oegstgeest gemaakte verontschuldi
ging voor het ontlenen aan boeken,
zeer vriendelijk dank aan allen, de
velen, die op de meest voorkomen
de wijze inlichtingen verschaften.
Het zijn a'lijd weer
dezelfden
Er zijn mensen, min of meer deskun
dige mensen zelfs, die beweren dat
de hele voorjaarsmoeheid niet meer
dan een idioot verzinsel is. Ze zeg
gen dat de voorjaarsmoeheid niets
ander is dan het zoveelste argument
om de tegenzin in het dagelijks werk
een aannemelijk tintje te geven.
Van de meest gangbare opvatting
over de voorjaarsmoeheid is iedereen
denkelijk voldoende op de hoogte.
Wellicht ten overvloede zullen wij die
in het kort nog even schetsen. Aan
het einde van de winter is bij veel
mensen een gering vitamine C-tekort
ontstaan, omdat de meeste voedings
middelen in het koude seizoen maar
weinig van dit vitamine plegen te be
vatten.
Happy end.
Dit tekort aan vitamine C kan zich
uiten in moeheid, lusteloosheid en
gebrek aan ondernemingslust; ver
schijnselen die dan meestal worden
samengevat onder de benaming
„voorjaarsmoeheid". Ruime vitamine
C-toevoer, hetzij met sinaasappels en
citroenen, hetzij met tabletten die
door de farmaceutische industrie in
grote aantallen worden gefabriceerd,
brengt op korte termijn algehele ver
betering.
Dat is een kort en duidelijk verhaal,
een geschiedenis met een happy-end
zelfs, en zo ging het van mond tot
mond en iedereen geloofde het en was
er tevreden en gelukkig mee, totdat
die vervelende mensen kwamen die
„onzin" gingen roepen.
Weinig zin.
Nu hebben die mensen natuurlijk
wel gelijk als ze zeggen dat moeheid
en lusteloosheid erg subjectieve ver
schijnselen zijn. Men kan ze niet zien,
men kan ze niet opmeten en men
moet de mededelingen van de „pa
tiënt" maar geloven.
Hierbij is dan door hen nog niet
eens in discussie gesteld wanneer er
van een vitamine C-tekort in het
lichaam moet worden gesproken en
wanneer niet. Ook is er in hun be
schouwing nog niet eens opgenomen
of een klein vitamine C-tekort wer
kelijk wel aanleiding tot bovenge
noemde klachten geeft.
Zij betogen alleen maar dat „verbeel
ding erger is dan de derdedaagse
koorts" en dat het altijd dezelfde per
sonen zijn die dan om deze en dan
om die reden zo vreselijk weinig zin
hebben om te werken.
Zwart-wit.
Nu zullen de meeste lezers zich af
vragen wat nu wel de waarheid is
over de zogenaamde voorjaarsmoe
heid, want de meeste mensen denken
immers zwart-wit: iets is goed of iets
is slecht, iets helpt of het helpt niet,
iets is waar of het is niet waar, iets
is mogelijk of het is onbestaanbaar.
Tot hen zouden we willen zeggen: nu
ja, de voorjaarsmoeheid bestaat na
tuurlijk, maar u kent toch ook die
types wel die altijd weer een andere
goed klinkende reden hebben om het
bijltje er een poosje bij neer te leg
gen.
In juli zijn die mensen aan htm va
kantie toe, in september zijn zij moe
van diezelfde vakantie, in november
zijn zij overwerkt, in januari zijn ze
gebroken na al die feestdagen, in
maart hebben zij huiselijke moeilijk
heden en in mei komen ze met de
voorjaarsmoeheid op de proppen!
(Nadruk verboden.)
Dr. Alfreda Briedé.