,DE KEUKENHOF
De sfeer van voorbije eeuw/en bleef hangen
in het adellijk huis
TE
LISSE
Maar de geest van Vrouw Jacoba''
dwaalt er niet meer rond
ZATERDAG 16 APRIL 1960
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 3
Neen, historisch belangrijk is het
„kasteel Keukenhof" in Lisse niet,
tenminste niet in zijn uiterlijke ver
schijning. Deftige waardigheid kan
het weliswaar niet worden ontzegd,
zoals het daar ligt in een onmetelijk
park. De hoektorens en het stoere
bordes met de natuurstenen omlijs
ting van de zware hoofddeur geven
het een kasteelachtig aanzien, maar
het gladde metselwerk mist het patijn
van de tijd, die aan oude sloten en
hoghe huysen zo'n ondefinieerbare
sfeer geven.
Maar dat alles geldt slechts de bui
tenkant, eenmaal de grote hoofddeur
doorgegaan zijnde en staande in de
karakteristieke hal.ja, "dan proeft
en ruikt men de deftige harmonie
van de zeventiende eeuw, de speelse
sfeer van het tijdvak der Lode wij ken
en de strenger gelijnde, toch nog
luchtige van het Empire.
Echter, al wordt de Keukenhof dan
wel eens gedoodverfd als het histo
rische kasteel van de Hollandse gra
vin Jacoba van Beieren, de geest van
deze manhaftige „Vrouw Jacoba"
dwaalt er niet rond, zelfs niet in
het kabinet, waarin wij een paar on
aanzienlijke Jacobakannetjes ontdek
ten.
Een klein stokje historie.
De passanten van de lommerrijke weg,
die voert van het dorp Lisse naar het
station, zien het kasteel liggen tussen
hoogopstaand geboomte, pal tegen
over de ingang van de befaamde ten
toonstelling, die als onderdeel van het
vierhonderd bunders grote landgoed
daaraan de naam ontleent. Het land
goed bestaat uit bos, wei- en bollen
land met een aantal percelen tiend-
land. Drie zeventiende-eeuwse grote
pachtboerderijen maken er voorts
deel van uit.
De tegenwoordige eigenaar, J. C. E.
graaf van Lynden, heeft het huis
sinds 1944 niet meer bewoond. In dat
jaar werd het door de Duitsers bezet,
die er in de nabijheid een van hun
beruchte V. 1-startbanen aanlegden.
Na de oorlog heeft de eigenaar in een
deel van het gebouw huisvesting aan
geboden aan een viertal gezinnen;
thans hebben nog twee gezinnen er
hun woning. Graaf van Lynden zelf
vestigde zich metterwoon in het Bra
bantse St. Michiels-Gestel.
Volgens dr. E. H. ter Kuile werd
de buitenplaats „in de zeventiende
eeuw gesticht in het voormalig graaf
lijke Keukenduin van Teilingen. Het
nagenoeg vierkante, zeer sobere huis,
dagtekenend uit het midden van de
zeventiende eeuw, is in de jaren 1861-
1863 vrijwel onherkenbaar verbouwd
en vergroot tot een quasi-middel-
eeuws kasteel".
"Van deze verbouwing, uitgevoerd in
opdracht van baron en baronesse Van
Pallandt-Steengracht (het landgoed
was eertijds familiebezit van de Van
Pallandts en kwam rond de eeuw
wisseling door vererving in het be
zit van de Van Lyndens), ligt in een
der kabinetten nog een aardige curio
siteit, namelijk een lei, zoals deze op
het dak zijn gelegd en die bij een
latere herstelling daar werd gevon
den. Op deze lei of schalie staat in
een merkwaardige Nederlands-Duitse
terminologie en spelling, het volgen
de poqem gekrast:
An den Hochedelseborne Heer Baron
en Baronesse van PallandSteen-
gracht.
Ik bring Sie hier den 1-en Steen
Die einst noch lang nach dieses Le-
ben von dieses H.aus sail Zeugniss
geben Drum ersuche ich Sie aufs
Allerbest Nageln Sie ihn auch guth
fest Für die Güthe die Sie mir er-
weisen werde ich Sie in der Nach-
weld preisen Jehova erhalte durch
Seine Allmacht stand dieses Haus
für Ungemach Hagel und Brand.
Hochachtungsvoll
De
Leyendeckers Gesellen
von
1863.
De sfeer van voorbije eenwen.
Wanneer de bezoeker de hal heeft
betreden dan kan hij zich wanen in
de zeventiende eeuw. Ondanks de
vrij kleine afmetingen van deze hal,
ondergaat men toch een gevoel van
ruimte door het hoge plafond, met
zware balken in vierkanten verdeeld
en in ieder vierkanten verdeeld
en ieder vierkant, afwisselend rood
en zwart een Bourbonse lelie, door
de licht en donkerblauw geblokte pla-
vuizenvloer, het doorzicht naar het
brede trappenhuis en door de kost
bare, doch sobere meubilering.
Boven de brede deur hangt het al
liantiewapen Repelaer Snouck-Van
Pallandt. In de hal valt direct het
oog op twee bij elkander gebeeld
houwde renaissancekasten, waarvan
een voorzien is van een rpet een valk
bekroond monogram en het jaartal
1628. Verder vragen de aandacht een
tweetal globes, een sterre- en een
aardglobe van achttiende eeuwse En-
gelde makelij. Ook de grote in koper
gevatte kristallen lantaarn is acht
tiende eeuws. Er staan voorts een
kinderslede met beschilderde panelen
en een arreslee met vergulde rank-
motieven. Op een tafel zien we een
duelleer-etui met twee duëlpistolen.
In een halfronde houten nis van de
betimmering, reikend tot aan de zol
der, staat een ijzeren statieharnas
voor een ruiter. Kuras, helm, been-
en armstukken zijn versierd met ver
gulde motieven. In plaats van een
maliënkolder, die alleen in geval van
strijd werd aangetrokken, is het voor
zien van een zwart lederen wambuis.
Het zijd wapen, dat in de waarschijn
lijk wèl originele zwaardschede
steekt is echter een statiedegen yap
latere datum.
Herinnering aan Doggersbank.
Wij zullen de bezoekers op hun gang
door de verschillende grote en kleine
zalen, kameren en kabinetten niet op
de voet volgen. Er is een zogenaamde
grote zaal, een goudleerkamer met
zeventiendeeeuwse goudleerbehang,
dat na het vertrek van de Duitsers
gerestaureerd moest worden omdat de
„gasten" er hier en daar stukken
hadden uitgesneden om er als herin
nering aan hun verblijf portemon-
naies van te maken, een empire ka
mer, boudoirs, kabinetten, de eetka
mer en bovendien een logeerkamer
met een groot barok hemelbed. Hier
logeerde altijd een huisvriend van
een der vroegere bezitters; admiraal
van Kinsbergen strekte zich hier bij
tijd en wijle de moede leden. Aan de
wanden hangen oude prenten met'
episoden uit de Slag bij Doggersbank
in de vierde Engelse Oorlog, waarin
van Kinsbergen als een der onderbe
velhebbers zijn aandeel bijdroeg tot
de overigens vrij problematische
overwinning. In deze kamer is ook
een grote kristallen bokaal opgesteld,
die aan de oude vechtjas, volgens een
inscriptie, op diens twee een tachtig
ste verjaardag in 1817 werd geschon
ken. Opmerkelijk is hier ook de grote
spiegel met het jaartal 1700 in de
zeer fraaie, in open houtsnijwerk uit
gevoerde lijst. Het antieke schelle
koord, uitgevoerd in ninuscuul, maar
prachtig regelmatig kruissteekwerk,
zal wel heel in het bijzonder de aan
dacht trekken van ter zake kundige
vrouwelijke bezoekers.
V/erv/olg op pag. 4
BU DE FOTO'S:
mers is een schouw
met porcelein.
Hieronder:
De ,31auwe Salon" met
schouw en geschilderd
plafond.
Linksonder:
De Empire-kamer met
doorkijk in boudoir.
Rech tonder:
De hal met trappenhuis