Zij horen met de ogen haal ons uit ons isolement! WIT BROOD OF BRUIN BROOD? Harteu/ens der doofstommen Wit is lekkerder, bruin gezonder! DE LEIDSE COURANT Kloof tussen stilte en geluid is veel minder breed dan weleer J Tom, doofstom en blind, was negen jaar oud, toen hy begon te leren schrijven. Zestien jaren lang, dag in, dag uit oefen de Tom met zijn onderwijzers. Toen hij vijfentwintig werd, kon hij zich met ge baren en aanrakingen verstaanbaar ma ken. Ja, hij kon bovendien een braille- schrijfmachine vlot bedienen! Dank zij de vooruitgang der medische en paedagogische wetenschappen in de achter ons liggende tijd is het lot der doofstommen, al thans van veel doofstommen verbeterd. Heden ten dage is het mogelijk om de meesten hunner in voldoende mate te scholen om hen in staat te stellen, hun brood te verdienen. Ja, er zijn reeds een aantal gevallen bekend, dat een doofstomme na een goede scholing en een practische opleiding op voet van gelijkheid kan concureren met volwaardige arbeids krachten, die van hun geboorte af stem en ge hoor ter beschikking hadden. Het St. Viator Instituut. Enige tijd geleden brachten wij een bezoek aan het St. Viator Instituut te Montreal, een der meest vooraanstaande Canadese instellingen voor scholing en opleiding van doofstommen. Zeer veel jaren reeds het Instituut vierde kort na 1950 zijn eeuwfeest onderwijzen geestelijken daar de doofstomme jongens en kloosterzusters de doofstomme meisjes. Na tuurlijk kost de instandhouding van zo'n insti tuut veel geld, maar toch is het St. Viator In stituut er in geslaagd om afgezien van een kleine overheidssubsidie op eigen kracht te leven. Hoe was en is dat mogelijk? Aan het In stituut zijn werkplaatsen verbonden voor doof stommen. De opbrengst der daar gemaakte schoenen, kleding en andere producten is bijna voldoende om de instelling op gang te houden. Niet alleen om financiële redenen houdt men die werkplaatsen in stand. Er is namelijk al tijd een aantal doofstommen, dat in de vrije maatschappij geen volwaardige werkkring kan vinden, zelfs niet, als zij vaktechnisch hun mannetje staan. Die mensen werken in de werkplaatsen van het instituut. Ze zijn onge veer driehonderd in getal en, merkwaardig genoeg, allen of nagenoeg allen lid van een vakvereniging. Het spreekt (na het voorgaan de) vanzelf, dat het St. Viator Instituut zich ook intensief bezighoudt met arbeidsbemidde ling ten behoeve van zijn leerlingen. De brug De kloof tussen stilte en geluid is breed en diep. Hem helemaal te overbruggen zal voor alsnog wel niet mogelijk zijn. Toch kan men reeds veel doen om de hartewens van de be woners van het „Rijk der Stilte", te weten verlossing uit het isolement, te vervullen. Als op andere scholen voor doofstommen stelt men op het St. Viator Instituut alles in het werk om de kinderen luisteren en spreken bij te brengen. Het onderwijzend personeel helpt de leerlingen voortdurend bij hun pogingen om vage „doofstomme" geluiden te ontwikke len tot verstaanbare klanken. Voorts poogt men hen te leren om te „luisteren met de ogen". Door intensieve en onafgebroken te oefenen op mondstanden, ademtemperaturen en keel trillingen leren de doofstommenweliswaar niet om te horen met de oren, maar wel om de verschillen tussen de klanken te „zien" en op de temperatuur te voelen. Dat dit zowel van de leerkrachten al voor de leerlingen bijzonde re inspanning en vasthoudendheid vergt, be hoeft wel geen betoog. Voor een grote spiegel stonden een onder wijzeres en enige meisjes. Langzaam en nauw- Wat van het gehoorvermogen nog over is, kan met moderne middelen voor het grootste deel gebruikt worden. Een zuster van de Voor zienigheid legt een volkszangplaat op de draai tafel; door persoonlijke volume-meters op de lessenaars kunnen de studenten het geluid regelen, todat ze melodie en teks afzonderlijk kunnen horen. De gezamenlijke club geschoolde arbeiders en voormalige studenten samen bijeen bij het dansen, kaarten of kegelen. Als ze naar de te levisie kijken,, „lip-lezen" ze het commentaar. Een van de onderwijzers verduidelijkt het programma aan hen, die niet kunnen lip-lezen. Een audiometer meet het verlies van ge hoor bij een studentje, dat een teken geeft, zodra hij het geluid kan horen. gezet bootsten de kinderen de standen van de mond na van haar, die hen wilde leren spre ken. Zij leren zien, dat bij een bepaalde stand van lippen en tong een bepaalde klank be hoort. Anders gezegd: Zij leerden de klank „zien"! Elders was een groepje knapen bezig, de adem, die tijdens het spreken wordt uitgebla zen, op de ruggen van hun handen te onder zoeken op de warmtegraad. Zo leerden zij, dat een koude, scherpe ademstoot behoort bij de een medeklinker en lauwe adem gepaard gaan met een klinker. De kinderen deden ook veel aan tong- en middenrifgymnastiek. Aldus oefenden zij de ongebruikte spieren, die nodig zijn om te spre ken. Gebarentaal VROEGER konden doofstommen slechts contact met elkaar en met „hun buitenwereld" onderhouden middels gebaren. Tegenwoordig wordt de gebarentaal nog slechts bij uitzon dering aan hen geleerd op de inrichtingen voor onderwijs aan doofstommen. Bij uitzondering, dat wil zeggen: Als een leerling werkelijk niet bij machte blijkt om zich het lip-lezen eigen te maken. Nog geen honderd van de vele hon derden leerlingen van het St. Viator Instituut bedienden zich van de gebarentaal. Een uiterst moeilijk probleem vormen doof stommen, die bovendien blind zijn. Het stelt bijna bovenmenselijke eisen aan de leerkrachten om die ongelukkigen eniger mate te ontplooien. Toch kunnen geduld, toewijding en doorzettingsvermogen (ook als de teleurstellingen komen) wonderen verrichten. Wij denken aan het „Geval Tom", een doofstomme en blinde jongen, die op negenjarige leeftijd op het St. Viator Instituut kwam. Na zestien jaar ingespannen Onderwijs en oefeningen was hij in staat, mid els gebaren en aanrakingen een „ge sprek" te voeren met zijn onderwijzers. La ter nog leerde hij een braille-schrijfmachine te bedienen. De hulpmiddelen, die wetenschap en tech niek ontwikkelden, zijn uiterst belangrijk. Toch is er, ondanks audiometers en andere verfijn de instrumenten, nog geen technisch vervan gingsmiddel bedacht voor menselijk geduld en menselijke toewijding. Beide "ijn onmisbaar, wil men goede resultaten behalen. Maar wor den die behaald en komen de eerste verstaan bare woorden moeizaam uit doofstomme mond, dan ontroert dat wonder en de leerling én de onderwijzer (es) tot diep in de zieL Er zijn verschillende gevallen waarin wit brood de voorkeur ver dient boven bruin. Baby's bijvoor beeld die voor het eerst een boter hammetje krijgen, met wat melk overgoten, moeten beslist wit heb ben, het ongebuilde brood wordt door hen nog niet goed verdragen. Ook sommige volwassenen heb ben een spijsverteringskanaal dat geen raad weet met de harde be standdelen van „tarwe", „krop", „grijs" of „volkoren". Het kan dus gebeuren dat mensen met zwakke maag of darmen het advies krijgen om uitsluitend brood van uitgema- len bloem te eten. Kleuter. Verder kan het nog zijn dat iemand een zeer defectueus gebit heeft, zo dat de kauwfuctie sterk verminderd is. In dat geval zal wit brood toch nog altijd iets beter worden ver werkt dan bruin. Bruin voor de kleuters. Voor het overige evenwel kan men het er gerust op houden dat bruin brood het beste is. Kleuters, die al zelf kunnen eten, dienen vroeg aan bruin brood te worden gewend. Nu behoeft er niemand te denken dat kleuters er ziek van zouden worden wanneer ze wit brood zou den krijgen, ze zouden best dage lijks een paar sneetjes wit en een paar sneetjes bruin mogen hebben. Alleen leert de ervaring, dat het bruin al gauw niet meer aange keken wordt als het kind een keus mag doen. Daarom is er veel voor te zeggen om aan normale kinderen van één tot zes jaar uitsluitend bruin brood voor te zetten. Schoolkind. Het bruine brood heeft weinig neiging om aan het gebit te blijven kleven, het houdt de tanden en kiezen dus schoon. Ook bevordert het de speekselafscheiding en daar mee de spijsvertering. Bovendien maakt het de kauw spieren sterk omdat die bij het be werken van dit voedsel veel in ak- tie moeten zijn. Het zetmeel levert bij belde broodsoorten met nodige aantal calorieën, maar in de schil van de graankorrels bevinden zich nog een aantal belangrijke stoffen. Het is van belang dat het kind, als het naar de grote school gaat, gewend is „bruin" brood te eten. In de stapels brood die er voor „tussen de middag" worden mee genomen bevinden zich dan veel van diezelfde beschermende stof fen. Volwassenen. Volwassenen eten natuurlijk wat zij willen, daar zijn zij nu eenmaal volwassenen voor. Hun keus zal meestal op wit brood vallen, want dat vinden de meeste mensen nu eenmaal lekkerder. Mochten zij echter spierwit brood verkiezen, dan moeten zij beden ken, dat zij kans lopen een aantal minerale stoffen en vitamine B te kort te komen, tenzij ze die uit an der voedsel weten te verkrijgen. Verder is het goed om eraan te denken dat bij alle mensen de stoelgang wordt bevorderd door het gebruik van voedsel, dat veel „ballaststoffen" bevat. Wie aan ver stopping lijdt kan daarom meestal dadelijk een flinke verbetering be reiken als hij het witte brood ver vangt door bruin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 3