DE REGENBOOGFOREL
een gezien immigrant in Australië
DE LEIDSE COURANT
Foto boven: Ongeveer 500 drie-jarige regenboogforellen zijn in een ver
gaarbak samengebracht. Iedere vis wordt onderzocht op zijn rijpheid. Wijf
jes, die haar eieren kunnen afgeven, worden in een watertank van canvas
(achtergrond) gedaan, terwijl de mannetjes in een naburge tank belanden.
Foto onder: Jonge forellen, een paar uur oud. Andere nog niet uit de
eitjes gekomen. De pas uitgekomen forellen noemt men „alevin". Het door
schijnende lichaam groeit snel, dank zij de aanwezigheid van een citroen-
vormige dooierzak, totdat na enige weken het diertje eruit ziet als een vis.
Is het zover, dan voedert men de diertjes vier maal per dag.
Foto links: Een mooi zooi-tje (proefmonster ter controle) acht maanden
oude regenboogforellen uit een van de kweekvijfers.
In Kashmir bleek de
forel sterker dan vor
sten en andere machti
gen der aarde-
In Australië slaagde
hij er in, mij van een
verwoed tegenstander
van een „vis-lunch" te
maken tot iemand, die
een overtuigd voorstan
der is van forel om
streeks het middaguur.
De Fransen plegen te zeggen, dat „schone
geesten elkaar steeds en overal ontmoeten".
Wat van „schone geesten" geldt, is ook toepas
selijk op hengelaars en andere sportvissers.
Dat ontdekte ik in Australië. Ik zat in een
restaurant. Aan een tafeltje in mijn buurt zat
een rasechte Australiër. Zijn voorkomen en
wijze van Engels spreken lieten daaromtrent
geen twijfel. Het was mijn eerste bezoek aan
het Vijfde Werelddeel. Mijn buurman zag mij
de spijskaart lezen en herlezen. Hij kwam naar
mij toe. „Probeer dat eens!" zei hij en hij wees
mij een forellenscliotel aan. Hij was, vertelde
hij, forellenkweker. Al gauw waren wij in een
druk gesprek gewikkeld over vissen en hoe ze
te vangen. Forellen zijn er weinig in Neder
land, vertelde ik. Of ik lust had om de volgen
de dag met hee mee te gaan naar de kwekerij
te Snob's Creek? Natuurlijk had ik dat. Zo
kwam het, dat ik een bezoek bracht aan die
kwekerij.
Als .een liefhebber van de hengelsport plot
seling (zij het op het droge) geconfronteerd
wordt met een forel van zes kilo, gaat zijn hart
ietwat sneller kloppen. Dit was mijn eerste er
varing te Snob's Creek in Victoria, Australië.
Tom (zo heette mijn eet-adviseur en zo noem
de ik hem al na ons eerste gesprek) ontving
mij namelijk met zo'n knaap in de hand. Te
glibberig om met de blote hand vast te hou
den, daarom is het verstandig, de hand eerst
te omwikkelen met een stuk net. En onmid
dellijk na de begroeting vertelde hij mij veel
over de forellenteelt- Strijd tegen ziekte, rat
ten en roofvogels moet voortdurend worden
gevoerd. Zo'n moeder of vader van twaalf
pond heeft kroost, waarvan een paar samen
nauwelijks een gram wegen. Maar die vislarf-
jes groeien vrij snel en worden dan eetbaar
of uitzetbaar!
Elk jaar wordt het aantal forellen, dat door
de mannen van Snob's Creek in de rivieren
van de staat Victoria wordt uitgezet, groter.
Zij groeien in bassins, die met rasterwerk be
schermd zijn tegen roofdieren (vogels en rat
ten in hoofdzaak). Want er zijn genoeg dieren
die evenals veel mensen, verwoede liefhebbers
zijn van een smakelijke forel! In die bassins
waren de vissen nog betrekkelijk kleim_Ze wo
gen beslist geen twaalf pond per stuk Maar
ze waren wel lekker. Zo'n visje ter lengte van
een sigaret, een beetje vlees over graat, is een
delicatesse voor de ratten.
is, bestand tegen koude en andere ongunstige
factoren. De regenboogforel kan leven in vij
vers. waar de Europese beekforel niet kan aar
den. Zelfs in brak water kan hij in leven blij
ven. Het is dus geen wonder, dat men ook in
Australië de regenboogforel meer geschikt acht
om uit te zetten in de rivieren, dan de meeste
inheemse soorten-
Evenals in Europa laat men in Australië bij
de kweek van forellen zo weinig mogelijk aan
het toeval over om een zo goed mogelijk resul
taat te verkrijgen.
Te Snob's Creek heeft men een eigen metho
de om de hom en de kuit vrij te maken.
In Europa strijkt men de vis af, doch dit kan
wel eens beschadiging, hetzij van de vis, hetzij
van hom of kuit ten gevolge hebben. In Snob's
Creek laat men kuit- en hom vocht in buisjes
lopen. In een bakje doet men vervolgens een
bepaalde hoeveelheid eitjes. Dan voegt men aan
de eitjes een eveneens nauwkeurig bepaalde
hoeveelheid homvocht toe. Gedurende enige
seconden roert men de eitjes en het homvocht
dooreen. Het resultaat is, dat bijna honderd
procent van het aantal eitjes bevrucht worden.
De bevruchte eitjes worden in stromend wa
ter gelegd. Na zes a acht weken kruipen de
jonge forelletjes te voorschijn. Elk hunner is
uitgerust met een dooierzakje, dat genoeg voed
sel bevat om ze een paar dagen in leven te
houden. Nadat het dooierzakje „uitgeput" is,
Een der vele honderden grote vissen,
die worden gehouden in vijvers van Snob's
5 Creek, een bijüa vijf kilo wegende regen-
boogforel, op het pont om haar kuit be-
schikbaar te stellen voor de teelt.
zijn ze in de regel in staat om zichzelf te voe
den. Als ze acht maanden oud zijn, zijn ze zo
lanig als een vinger. Een tijd lang komen zt
dan geheel ten laste van de kwekerij, wan
pas op twee- a driejarige leeftijd zijn ze vol
wassen en kunnen ze in productie worden ge
nomen, dat wil zeggen: zijn ze in staat om zich
voort te planten.
Ook in Europa kweekt men forellen, reed:
meer dan een eeuw lang zelfs. Ook in ons we
relddeel brengt men het hom en de kuit samer,
om een zo goed mogelijk resultaat te halen
Snob's Creek komt de eer toe, een doeltref
fende „afstrijkmethode" te hebben ontdekt, di<
waarschijnlijk ook in ons werelddeel navolgin;
zal vinden.
Bij een vijver, waarin driejarige forelier
rondzwommen, waren enige assistenten dru:
in de weer, de vissen „boven water" te bren
gen en te keuren op hun rijpheid. De manne
tjes werden gescheiden van de wijfjes. Mei
probeerde in Snob's Creek ook andere visse
dan forellen te kweken. Men is er nog maar ii
het stadium van de proefnemingen.
Met al die vissen zo dicht bij, kreeg ik zr
om mijn geluk eens met de hengel te probe
ren en ik zei dat tegen mdjn gastheer.
Die begon te lachen. Een volgende keer zo
hij met mij meegaan, neen, niet op de kwt
kerij, maar écht naar de rivieren. „Mooie spori
weet je!"
„En nu wil je wel eens weten, hoe onze ft,
rellen smaken, denk ik! Je hebt er zóveel g
zien.Tom keek mij eens van terzijde aa:
Zag hij mijn aarzeling? Wist hij, dat ik, hor
wel dol op vis, een afkeer had van vis orr
streeks het middaguur? Had, ja, want ik na
Tom's uitnodiging voor een forellenlunch aa;
En zij smaakten (met een stukje gerooste
brood) zó voortreffelijk, dat ik op slag geneze
was van mijn vis-om-twaalf-uur-afkeer.
(Nivano, nadruk veiboder
Wat verder waren weer andere bassins. Die
bevatten honderden forellen, die al veel groter
waren. Juist waren enige mannen bezig, met
een groot net forellen te scheppen uit zo'n
kweekvijver. Deze vijver had geen gaas-be
scherming. Dat was niet nodig, want die vissen
liepen al geen gevaar meer.-De vis had prach
tige kleuren, die schitterden in het zonlicht.
Het was een regenboogforel, een immigrant,
uit Noord-Amerika afkomstig. Een geziene im
migrant! De Australiërs hebben hem graag in
gevoerd. Trouwens ook in Europa heeft men
hem laten komen uit de Noord-Amerikaanse
rivieren. Niet alleen, zelfs niet voornamelijk,
omdat hij zo mooi is, maar omdat hij gehard