EEN TRAGEDIE OP TEXEL Eenmaal in zijn leven krijgt iedereen de kans, op de juiste weg terug te keren. Op de vooravond van de bevrijding kregen Loladse Schalwa en zijn mannen tweede kans. een Maar die veroorzaakte ZATERDAG 2 APRIL 1960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Foto rechts: Melikia, een van de hoofdlieden, die de tragedie overleefde en die de resten van Georgische batal jon overgaf aan de Canadese commandant Tweedsmuir. Foto v. d. Vlit, Blaricum) Foto onder: De vuurtoren Eierland, waarin zich het drama voltrok, troosteloos gehavend. (Foto Rijks instit. v. Oorlogsdoc.) |-\E NACHT VAN VIJF OP ZES APRIL 1945. Egyptische duisternis heerste over het Schilder-end in Den Burcht, Texel. Een angstige spanning hing over het eiland en beseffend, dat er ernstige dingen zou den kunnen gebeuren, reed dokter Veening op een fiets zonder licht, toen hij ter hoogte van de ULO-school werd aangeroepe i door een Georgische schildwacht: „Franz, bist du da?" „Nein, das bin ich, dokter Veening. Ik moet naar een ziek kind." „Na, fahren Sie weiter. Gut' Nacht!" De schildwacht trok zich terug in de duisternis en de dokter ver volgde, diep in gedachten, zijn weg. Nauwelijks terug van zijn visite, hoorde hij de klok van de Grote Kerk één uur slaan. Onmiddellijk daarop klonken er schoten in het dorp, ontploften met scheurende klappen handgranaten en kwam van-over de weilanden het staccato van mitrailleurs. Een tragedie ging zich voltrekken op Texel. JLXET VOORSPEL tot dit drama was al in de jaren 1939 tot 1941 begonnen. Finland werd aangevallen door het overmachtige Rus land. Niettegenstaande de bewonderenswaardige tegenstand van het kleine Finse leger, en zijn heldhaftige leider, de maarschalk-staatsman Von Mannerheim, werd het land onder de voet gelopen. Later, toen Duitse troepen Finland te hulp kwamen, werden de Russische troepen onder grote verliezen het land uitgeslagen. Onder de gevangenen waren er velen afkomstig uit Kaukasië, Georgië en de Ukraine. De gevangenen werden bijeengebracht in kampen, waar ze onder de meest ellendige omstandigheden moesten leven. Koude en honger eisten heel wat slachtoffer. Later werden ze via Danzig over- febracht naar kampen in Polen, waaronder dat te Poltawa wel het eruchtste was. Schurft, dysenterie en typhus tierden er welig. Velen van de gevangenen stierven; vele nieuwe krijgsgevangenen kwamen de gelederen versterken. Onder hen was Loladse Schalwa, die als commandant van een Rus sisch luchteskader boven de Ukraine was neergeschoten. Hij had zich met zijn parachute het leven gered en was gevangen genomen. De nood in de kampen steeg zo hoog, dat de Russen eens een kada ver opgroeven van een paard, dat al dagen tevoren begraven was.... Men was de hongersnood nabij, toen Kaukasiërs, Georgiërs en Ukra- iners van de overige Russen afgezonderd werden. Er volgde plotseling een betere behandeling en na verloop van tijd werd hun aangeboden, dienst te nemen in het Duitse leger. /^•EORGIë is een van de republieken, die pas laat als zelf- standige deelgenoot door de Sowjet Unie'werd ingelijfd. De Georgiërs bleven zich lang vanuit hun schuilplaatsen in de ruige Koukasuh tegen de bolsjewiki verzetten. De Duitsers, hierop speculerend, spiegelden de Georgiërs opnieuw onaf hankelijkheid voor. (Deze kwestie is onlangs opnieuw actu eel geworden door de affaire tegen de West-Duitse minister Oberlaender, die als tolk diende bij het Duits-Ukraïnse „Ba- taillon Nachtigall"). Vele Russen waren inmiddels overtuigde communisten ge worden. Hun gewetensstrijd was dus zwaar maar ze kozen eieren voor htm geld: weigerden ze, dan wachtte hun zeker de hongerdood. Achthonderd van hen, waaronder Loladse, Schalwa, Arte- mitse, Gudabudse, Xantoria, Melikia en Congladse, Nanowa, Kakazadse en Madsydse, Darzmelidse en de student Georgi Schupetidse, tekenden en kregen een straffe opleiding. Hun eerste plaatsing was te Dax, zuidelijk van Bordeaux. Daar knoopten ze al verbindingen aan met de maquis. Toen ze werden overgeplaatst naar Duinkerken en vervolgens naar Zandvoort, bleven ze in contact met de ondergrondse. De Georgiërs hielpen de Nederlandse communisten aan wapens en in het diepste geheim werd er onderhandeld over een ge zamenlijke opstand tegen de Duitse onderdrukking. Toen ver wacht werd, dat de geallieerden bij Zandvoort zouden landen, ruimde de Georgiërs de mijnenvelden achter de kust op, zon der dat de Duitsers daar erg in hadden. Drie maal hebben de Georgiërs vanuit Zandvoort contact met Engeland gehad, waarbij zelfs signalen werden vastge steld, die bij een invasie gebruikt zouden worden, als teken dat de Georgiërs de Duitsers te lijf zouden kunnen gaan. Op 6 februari 1945 werden de Georgische soldaten naar het eiland Texel overgeplaatst. Wellicht wilden de Duitsers hen isoleren omdat ze hun ondermijnende activiteit vermoedden. Naar de schijn bleven ze de Duitsers trouw maar in hun hart wachtten de Georgiërs de kans, zich op hen te wreken en zich door het gevecht tegen hun onderdrukkers in de ogen van de geallieerden te rehabiliteren. Inmiddels lag in Nederland de frontlijn al dicht langs de Utrechtse heuvelrug. In Duitsland wachtten Berlijn en Bre men het naderend einde. Op donderdag, 5 april, gaf de Duitse commandant van Texel, majoor Breitner, aan Loladse Schalwa de opdracht, zich met zijn bataljon reisvaardig te maken, want de volgende morgen zou het worden ingescheept. Er werden drie dagrant soenen klaargemaakt. De tijd voor het nemen van maatregelen was kort. Men had maar enkele uren om tot de aanval te besluiten en het aan- valsplan uit te werken. Dokter Veening, chirurg van het noodziekenhuis te Den Burg en een van de weinigen, die vrij goed op de hoogte was van de voornemens van de Georgiërs, spoedde zich, nadat hij van het bevel vernomen had, naar de commandant van de ondergrondse. Die wist nog van niets maar hij zag de zaak niet zo som ber in. Hij verwachtte, dat de Georgiërs even kalm ale de Kaukasiërs die vóór hen op het eiland gelegerd waren Texel zouden verlaten. Maar hij kende hun volksaard niet, daarvoor was het contact met hen te gering geweest. Voor een West-Europeaan is het Georgisch een onverstaanbare taal en het is dan ook geen wonder, dat de vierhonderd Duitsers, die al enkele jaren in het Georgische bataljon dienden, niet het flauwste be grip hadden, van wat hun boven het hoofd hing. Iedere Georgiër daar entegen wist nauwkeurig, welke van zijn Duitse wapenbroeders hij, bij het slaan van „Uur U" voor zijn rekening moest nemen De soldaat, bijvoorbeeld, die dokter Veening had aangeroepen, had opdracht, zekere Franz te doden, die was ingekwartierd in een huis aan het Schilderend. l OET UUÏrU kwam 's nacht om één uur: er vloeiden strómén blöed in alle bunkerstellingen, waar Duitsers en Russen tezamen waren ondergebracht. Op „Texla", een bunkercomplex naast de boerderij van die naam, even buiten Den Bürg langs de weg naar De Koog, wer den alle Duitsers vermoord. Majoor Breitner, die toevallig bij een ge liefde in Den Burg verbleef, ontsprong de dans. Hij werd gealarmeerd door het schiéten en de ontploffingen en vluchtte naar de jeugdher berg, ten zuiden van Den Burg op de Hoge Berg gelegen. In de jeugd herberg, die als „Revier" was ingericht, ontmoette hy de militaire arts Piechlèr en samen met hem en enkele verpleegden, vluchtte hij naar het Horntje op de zuidelijke punt van het eiland. Daar vonden de mannen een roeibootje, waarmee ze het Marsdiep overstaken naar Den Helder. Ook uit het gebouw van de Ortskommandantur aan de Groene Plaats het dorpsplein, ontsnapten enkele Duitsers. Een van hen vluchtte, half gekleed en op blote voeten, naar Oude Schild. Op zijn alarm waren de stellingen rond de haven weldra volledig bezet. De schipper van de „Voorwaarts" een veerboot van de TESO, werd gedwongen, zijn schip naar Den Helder te varen. De Russen bezetten de telefooncentrale en het postkantoor en ver nielden de telefoonverbindingen. Maar ze waren er niet van op de hoogte, dat zich in de Ortskommandantur een telefooncentrale van de Kriegsmarine bevond. Van daaruit alarmeerde een Duitse telegrafist de Noordelijke- en de Zuidelijke Batterij. De aanvallen op deze bun ker-groepen waren daardoor bij voorbaat tot mislukken gedoemd. De batterijen waren omgeven door uitgebreide prikkeldraadversperringen en door mijnenvelden. Bovendien konden ze slechts langs een smalle weg benaderd worden, die gemakkelijk te verdedigen was. De kanonnen van de twee batterijen konden ongeveer het hele eiland bestrijken. De bezetting bedroeg ongeveer negentig man per batterij maar ze zouden per radio zeker versterking vragen. Het was misschien in deze wetenschap, dat Loladse nu twee Geor giërs, contact liet opnemen met de commandant van de B.S. Het was niet helemaal een leugentje om bestwil, dat zij vertelden, dat de op stand zich uitstrekte tot aan Amsterdam. Dat had de C.P.N. te Alk maar beloofd. Op grond van dit feit eiste de Russische hoofdman, dat 200 mannen van het eiland op Texla zouden komen melden, aan welke zijde zij zich stelden. Waar zojuist 600 mannen wegens „politieke onbetrouwbaarheid" naar Assen waren weggevoerd, viel het de B.S.-leider moeilijk, tweehonderd mannen bijeen te brengen. Loladse ging ermee accoord, dat het er honderd zouden zijn. Hij beloofde bovendien, dat zo aan zijn ver langens werd voldaan de burgerbevolking gespaard zou blijven en de N.S.B.-ers op het eiland aan de verzetsbeweging ter berechting zou den worden overgelaten. De Texelse mannen zouden niet gedwongen worden mee te vechten; vrijwilligers zouden actief worden gebruikt. Bleef de leider van de ondergrondse in gebreke, dan zouden de N.S.B.-ers naar Russisch militair recht zonder pardon de kogel krijgen. Kort nadat deze overeenkomst was gesloten, deed Loladse het be vel uitvaardigen, dat de gehele mannelijke bevolking boven de zeven tien jaar zich op zijn hoofdkwartier moest melden. Een drukkerij-employé werd verzocht aanplakbiljetten met dit be vel te drukken, ondertekend met de naam van de districtscommandant der B.S., zonder dat deze daarin gekend was. Zo rustte de verantwoor delijkheid voor de opstand van toen af mede op een Nederlander. Ongeveer 200 Nederlanders meldden zich, van wie 25 man bewapend, met een Russische eenheid werden meegezonden om Oude Schild te be vrijden. De strijd leek de eerste uren voorspoedig te verlopen. Toen de Georgiërs de haven onder vuur namen, vluchtten de Duit sers al spoedig langs de buitenzijde van de zeedijk. Bijna een hele dag bleven de Russen rond het haventje in stelling. Toen trokken ze terug naar de polder Eierland. Het geschut in de bunkertjes lieten ze intact. Het was van dat ogenblik af een dreiging in hun eigen rug, want spoedig bezetten de Duitsers, die op De Mok geland waren, de haven weer. INMIDDELS HAD HET ZEEGESCHUT van de Noordbatterij, de Zuidbatterij, van de Mok en van Den Helder een moordend bombardement uitgevoerd op Den Burg. In twin tig minuten tijds vielen 1800 granaten op het dorp, dat zwaar beschadigd werd. Er vielen vele doden. Het bombardement brak het verzet rond Den Burg en in grote haast trok Loladse zijn hoofdkwartier terug uit de bun kers rond Texla. De haast van de aftocht spaarde in ieder geval de Duitse bataljons-aalmoezenier het leven. Deze pater wachtte, opgesloten in een bunker, zijn executie. Hij werd door zijn landgenoten bevrijd. Bij het licht van walmende oliepitjes heeft dokter Veening de hele dag geamputeerd en geopereerd, geholpen door enkele meisjes uit het dorp, die zonder enige opleiding als ver pleegster fungeerden. Na 36 uur kwam de Duitse arts Piechler, die naar Den Hel der gevlucht was, terug om hem te helpen. Hij ontdekte onder de gewonden enkele Russen, die door liefderijke handen, die geen onderscheid kenden, in het hospitaaltje waren opgeno men. De ongelukkigen werden, zo gauw als de Duitsers daar voor één man vrij konden maken door een brullende SS-er uit hun bedden getrapt en als hopen vuil in een kar geslin gerd om op Texla te worden doorgeschoten. Velen werden gefusilleerd: burgers, die niet eens de gelegen heid kregen, zich te verweren tegen de verdachtmakingen de bevolking vocht immers mee? maar ook mannen, die actief aan de zijde van de Russen gevochten hadden. Slechts enkelen van de „standrechtelijk" ter dood veroordeeldfen, zagen kans te ontsnappen in de chaos. Terwijl de Duitsers hun kracht zochten in gruwelijke wreed heden, betaalden de Georgiërs hun de ontvangen militaire opleiding terug: bijna elk schot was raak. Na een bloedig ge vecht om het vliegveld „Vlijt" in de Eierlandse polder wer den de Russen ten slotte uit elkaar gedreven. Maar ze wisten van geen overgave. Voor hen was er geen weg terug, zoals voor de laatste Texelse mannen, die, ziende, dat de strijd verloren was, aan hun groepscommandant ont slag vroegen, de wapens wegwierpen en door het vuur naar huis slopen. De toestand scheen hopeloos: vrijdagavond, acht april, gingen Nederlanders en Russen hulp halen in Engeland. Het w;erd een huzarenstukje: bijna onder de ogen van de Duitsers, die door een groep Georgiërs „aan de praat gehouden" werd- aen, groeven B.S.-ers de rails vrij uit het strand en staken drie Russen en negen Nederlanders met de motorreddings boot „Joan Hodson" vanuit De Cockdorp de zee in. Nauwelijks buiten de branding vond men twee verstekelin gen: een ervan was de Georgische officier Madsydse, die zon der overleg met zijn chefs het eiland verliet. Loladse heeft hem dit hoogst kwalijk genomen. De reddingsboot heeft Engeland bereikt. Het enige resultaat was, dat verkenningsvliegtuigen zich vanuit de lucht de stand van zaken op Texel kwamen opnemen. Welke hulp kon men ook geven? Zie vervolg pmg. 8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 7