%tdewtmd nama In de Krantentuin TbambcP) KNUTSELHOEKJE ZATERDAG 5 MAART 1960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 Avonturen van (Naverteld door oom Toon) De pompiers waren intussen weer aan de arbeid om 't water uit het schip te krijgen. Toen zij er grotendeels in ge slaagd waren, kwam het vaartuig weer vlot. Maar de kapitein, bevreesd dat het noodverband weer los zou raken, be sloot een veilige baai binnen te varen en daar het schip grondiger te repare ren. Het zou minstens drie weken duren voor de schade hersteld was. De heer Van Walden vond dat niet eens zo naar. In die tijd konden ze weer eens goed op verhaal komen, na de schokkende gebeurtenissen van de laat ste weken. Maar dat was helemaal niet naar de zin van Bambo. Hij was al gauw beu van dat steeds maar kijken tegen rot sen en bergen. Hij wilde wel eens weten wat daarachter te zien zou zijn. En na een paar dagen stelde hij aan mijnheer Van Walden voor een uitstapje naar het binnenland te ondernemen. Hij had voelde er helemaal niets voor. Hij had zijn buik vol van al die avonturen en bleef liever rustig, waar hij was. Ook wilde hij de reparaties van het schip van dichtbij volgen. „Dus, u is helemaal niet nieuwsgierig? Ik dacht dat we juist hier naar toege komen waren om nog meer van de wereld te zien". „Ja maar, beste jongen, je hebt toch ondervonden, wat nieuwsgierigheid en te veel ondernemingslust zo al met zich mee kan brengen. Ik dacht dat je on- derdehand wel wijzer en voorzichtiger geworden was". „Maar u weet toch te goed, dat men met voorzichtigheid alleen geen fortuin kan verwerven. Denkt u nog maar eens aan die rijke ivoorlading. Hebben we die alleen maar door onvoorzichtigheid verworven. Daar was toch ook durf voor nodig. Enjuffrouw Elsa, wat zegt u ervan. Staat u ook aan de kant van uw vader? Of vindt u ook niet dat we, nu we toch hier zijn, ook 't land wat meer moeten leren kennen?" „O ja graag, als vader 't goed vindt zal ik graag meegaan". „En wie weet mijnheer, misschiéh ontdekken we er ook nog iets, dat voor onze handel van waarde is". „Ja, ja, je begint ook al aardig advo caat te worden. Ik zal 't wel weer moe ten verliezen". „Wel, papaatje, stribbelt dan ook maar niet langer tegen en geef ons de vrij heid. We voelen ons toch hier maar als gevangenen". „Nou, vooruit dan maar weer. Jullie doen toch maar met mij, zoals jullie 't graag willen. Maar ik heb een voor waarde: alleen onder een behoorlijk sterke geleide gaat 't door". 's Anderendaags zocht de planter een paar vissers op, die langs de baai woon den. Voor geld en goede woorden wist hij hen te bewegen op zoek te gaan naar behoorlijke geleiders. En dezelfde avond reecfe kwamen zij terug met 10 flinke ruiters, die behalve hun eigen paarden twee mooie, kloeke rijdieren voor Elsa en Bambo meevoerden. 't Was dus een karavaan van 12 per sonen en dieren, die de volgende mor gen op pad ging. Van Walden bleef bij zijn besluit om niet mee te gaan, maar liever toezicht te houden op de herstel werkzaamheden. 't Was lang niet zonder zorg, dat hij de karavaan zag vertrek ken en natuurlijk waarschuwde hij, om toch vooral voorzichtig te zijn en niet lang weg te blijven. „Maakt u zich geen zorgen, ik zal over Elsa waken al was 't mijn zuster en over acht dagen op zijn laatst ziet u ons terug". Met liefdevolle ogen volgde papa zijn beide kinderen, zoals hij ze was gaan noemen, tot het gezelschap, tot een stipje geworden, achter de met sneeuw bedekte bergtop was verdwenen. Het eerste deel van de tocht ging als maar door bergland met rotsige pieken, gelijkend op de slanke torens van kathe dralen. Merkwaardig was, dat 't lagere deel van de bergen en de dalen bedekt was met een roodachtig mos, dat, vooral wanneer de zon doorde wolken brak, de indruk wekte van het binnenste van een vulkaan; zo sterk was de rose gloed, die het dan uitstraalde. Datzelfde kan men ook waarnemen op Vuurland, het eiland aan de Zuidkust, dat aan dat verschijnsel opk zijn naam 6chijnt te danken. Het landschap was van een grootse maar haast bangmakende schoonheid, waarbij klaterende watervallen en het donderend geruis van de verre bran ding de wilde muziek vormden. Tegen de avond echter belandde de karavaan in een meer heuvelachtig gebied met geheel andere begroeiing. Aan de voet van een heuvel op een bijna windvrije plek, sloeg men de tenten van huiden op. Mensen en dieren waren uitgeput van de moeilijke tocht. Geen wonder dus, dat 's anderdaags de zon reeds lang 'op was, toen 't kamp ontwaakte. Wat Elsa en Bambo toen zagen, ont lokte him een uitroep van verbazing en bewondering. Voor hun ogen ontrolde zich een uitgestrekte vlakte, overdekt met weiden, bloemen en boomgewas. Daar tussen graasden en dartelden aller lei dieren. Behalve vogels en klein ge dierte zagen ze een soort zebra's, wilde paarden en beesten, die het midden hielden tussen een groot schaap en een kameel. „Wat zijn dat voor dieren?" vroeg Bambo in gebroken Spaans, dat hij van Elsa geleerd had. In dezelfde taal, ook vrij gebrekkig, antwoordde één der Patagoniërs: „Dat zijn lama's, Sinjor". „Kan men hun vlees eten?" infor meerde Elsa. „Ja zeker, zeer lekker", Sinjorina. „Dan gaan we er morgen jacht op maken" zei het meisje terwijl ze geest driftig in de handen klapte. Nadat de karavaan die dag afgedaald was, trok zij tot in de namiddag ver der. De tocht was nu heel wat prettiger en makkelijker dan die van de vorige dag. Op een geschikte kampeerplaats aangekomen, bij de rand van uitge strekte bossen, werden de tenten weer opgeslagen. Van hieruit zou men zich één of meer dagen aan het jachtgenot overgeven. De afloop hiervan de volgende keer. Correspondentie CORRESPONDENTIE TON EN WIM GINGEN VISSEN Ik had van de jongens op school ge hoord, dat ze woensdagmiddag stekel baarsjes gingen vangen en toen vroeg ik aan mijn vriendje Ton of hij met me mee gingen vissen. We wisten een pol derslootje waar er veel zaten. Tonnie vond het best en die woensdag waren we vroeg thuis. Om half twee belde ik bij Ton aan. Zijn moeder vond het goed en al heel gauw waren we met onze spullen op weg. De jongens die er al zaten hadden er al heel wat gevangen. We keken heel scherp in het water en daar zagen we ze zwemmen. Ik nam mijn net en schepte er drie tegelijk op. Ton deed de visjes in een emmertje. Nou mocht Ton scheppen. Hij wachtte even en schepte er toen één en ook een salamandertje. We gebruikten ieder op de beurt het schepnet en zo ging het door. Na een uur hadden we er al acht. Daar zag ik opeens een grote snoek zit ten. Hij zat te loeren op een vis. Ton gaf een slag met het net en gelijk schoot hij weg. Daarna zagen we hem niet meer. We zagen ook een hele school stekelbaarsjes. Een man haalde nog een grote brasem op. We hadden het er warm van gekregen en we gingen naar huis. We deden de vissen in een glazen potje. Wat hadden ze mooie kleuren, blauw met groene stippen en ook bruin met zwart. Er zat ook een jong snoekje tussen. Moeder vond de vissen ook mooi en we zetten het potje op een tafeltje We gingen nu nvat spelen; maar nu ge beurde er iets. De poes had de visjes gezien en sloop er naar toe. Hij nam een sprong enwe hoorden het la waai van gebroken glas. De poes was weggekropen en moeder kwam de boel opruimen. We konden nog en paar vis jes redden. Martien Deckers, Leiden maakte: OP HET IJS Het had al 5 dagen gevroren en Hans en Theo hadden afgesproken dat ze uit school zouden gaan brauwen. Eindelijk was het 4 uur. Hans en Theo gingen eerst naar huis. Hun moeders mochten het niet weten. Hans zou Theo komen halen en dat gebeurde ook. Ze gingen naar een brede sloot maar geen van beiden hadden ze het bordje gezien met „Gevaarlijk ijs". Ze gingen eerst proberen of- het ijs sterk genoeg was en gooiden er een zware steen op. Die bleef liggen. Toen stapten ze voorzichtig op het Ijs en bleven aan de kant. Daar gingen ze dan sen. Het ging goed en nu durfden ze ook wel naar het midden te lopen. Het kraakte wel een beetje maar daar lach ten ze om. Ze gingen nu in het midden dansen en plons daar vielen ze er alle twee door. Hans kon wel zwemmen maar Theo alleen maar op kurken. Hans zwom een stukje en krabbelde toen over het ijs naar de kant. Een man die langs kwam reikte hem een hand en trok hem zo op de kant. Een andere man hoorde Theo roepen. Hij schoof er vlug heen maar Theo was al onder het ijs weggedreven. Het duurde een hele tijd eer ze hem op het droge hadden, maar toen was het al te laat. Theo was al dood. Wat hadden zijn ouders en zusjes verdriet. Gebbie Klelnhans, Leiden vertelt over: EEN DAGJE OP DE KAAG Het was een prachtige zondag in de zomer. We waren 's morgens al vroeg naar de kerk geweest want we zouden met een oom, tante en nichtje gaan varen met een jachtje op de Kaag. Dat jacht heeft mijn oom zelf gemaakt. Er is een keuken in en een slaapkamer met 4 bedden, die tegen de wand opgeklapt zijn. In het midden is het dan open. Toen we gingen varen zagen we de zeilbootjes stil liggen, want er was geen wind. Wij hadden een motor. Mijn oom zette die aan en vooruit gingen we naar het eiland dat in het midden ligt. Hier legde mijn oom aan. We stapten uit en gingen een wandeling maken over het eiland. Langs de waterkant zagen we veel café's met terrassen. Ook was er een jachthaven vol mooie boten. We gingen ook op een terras zitten en be stelden roomijs en een flesje cider. Dat was lekker fris. Toen dat op was, gin gen we terug naar de boot en ik ging vissen, want ik had mijn hengel mee genomen. Ik ving 6 vissen en mijn va der vier. Ik was er erg biy mee, dat is te begrijpen. Intussen was er warm eten, want het was al bij zessen. Wat was het heerlijk op het water. We gin gen nog een uurtje varen. Het was een prachtig gezicht hoe mooi de zon onder ging. Het was een heerlijke dag geweest. Op de maan is een raket geland. Een man wil er uit en naar beneden klim men, maar blijft plotseling staan. In de verte hoort hij gebrom. Hij kijkt en ziet een groot groen ding dat beweegt. Hij neemt de microfoon en roept: „mannen ik zie in de verte een groen monster". Tegelijk kwamen er vijf mannen naar buiten gelopen. De professor loopt voorop, maar opeens kan hij niet verder meer. Hij staat aan de rand van een krater. De mannen snellen hem achter na en daar zagen ze het groene mon ster op de rand van de rots. Het had één oog. Paul, zo heette de eerste man, ziet daar voor zijn ogen, hoe de vijf mannen, door het monster met zijn. grote klauwen worden meegenomen en het monster verdwijnt in zijn hol. Paul loopt terug naar de raket, neemt er wapens en eten uit en met een pis tool in de hand gaat hij het monster achterna. Paul ziet de prof. bewusteloos op de grond liggen. Hij neemt weer de microfoon en begint de mannen moed in te 6preken: „wees maar gerust. Ik ben veilig en zal proberen met mijn wapens het monster aan te vallen". De mannen juichen. Nu komt weldra de redding, maar ze hadden te vroeg ge juicht. Het monster had iets geroken en komt weer uit zijn hol. De mannen proberen weg te lopen, maar ze zitten in de macht van het ondier en kunnen geen stap verzetten. Paul heeft intussen niet stil gezeten. Hij zoekt een goede plaats en richt zijn pistool op het mon ster. Tot zijn grote schrik ziet hij nog drie monsters uit het hol komen. Toch bedenkt hij zich geen ogenblik en schiet er op los. Het grootste monster is ge raakt, maar niet dodelijk. Het probeert opnieuw aan te vallen maar Paul schiet weer en dit maal rolt het rochelend en grommend achterover in de diepe kra ter. De andere kleinere monsters trek ken zich uit angst in het hol terug. De mannen lopen op Paul toe en be danken hem voor hun redding. De prof. is weer bijgekomen en met de hulp van twee mannen komt hij aangestrompeld. „Ziezo", zegt Paul, „hier zijn we klaar maar jammer genoeg kunnen we niet weg want de raket is kapot". De professor lacht geruststellend: „Geen zorg Paul. We hebben nog een hulpraket, dus kunnen we veilig weg". OP DE MAAN „Vlug dan toch", riep de commandant. „Over een minuut moet de raket weg". „Ja, ja, we schieten al op. Maar waar blijft nu toch die man die mee moet. Nog een halve minuut. Hè, hè, daar komt hij aangerend". „Vlug ga er gauw in". „Ik zit", riep de man. De lont werd aangestoken en boemroef, daar ging de raket de lucht in. De mensen bleven naar de lucht sta ren, maar na een minuut was er al niets meer te zien. „Ik zal proberen of ik kontakt kan krijgen", zei de luitenant. „Goed", riep de commandant. „Hallo! hallo! Hier aarde". Ze luisterden scherp, maar er kwam geen antwoord. „Hij zit zeker al op de maan". Hij had het goed, want hij zat echt op de maan. „Wat is dat hier gek", zei de man bij zich zelf. „Oei! kijk daar eens, een zogenaamd maankalf en kijk daar achter loopt een vreemd wezen vlug weg. Ik begin hon ger te krijgen. O, kijk, wat een mooie grote paddestoel! Wat ziet hij er sma kelijk uit! Zou ik een stukje nemen? Wel ja, en hij brak er een groot stuk af en begon het op te peuzelen. Toen hij genoeg had, wou hij opstaan. Maar wat was dat nu weer? Hij was duizelig. Hij dacht, ik ga maar wat slapen. Hij sliep als een roos, maar toen hij wakker werd stonden er drie vreemde wezens om hem heen. Hij werd gevangen genomen en moest hun slaaf zijn. Hij moest er zijn hele leven blijven want er was nie mand, die hem had kunnen redden. Rudi van Soest, Lelden komt met: EEN PRETTIGE VAKANTIE Onze vakantie begon op 27 juli. 's Avonds toen we aan tafel zaten kwam de grote verrassing. „Luister eens jongens", zei vader. „We gaan morgen op vakantie. „Waar naar toe vader?" vroegen we allemaal gelijk „We gaan naar Arcen, dat is een klein plaatsje aan de grens van Duitsland, in Limburg. Het ligt midden in de bossen". „Gaan we kamperen?" „Ja, maar eet nu maar door, want vanavond gaan we vroeg onder de wol, morgen is het vroeg dag". We waren 's morgens vroeg op en heel vlug gewassen en aangekleed. Onze boterhammen vlogen naar binnen. Ieder moest z'n eigen kleren inpakken en toen dat gebeurd was, stapten we in de auto en startte vader de motor. Na drie uur tjes waren we er. Het eerst gingen we de tent klaar maken en toen dat klaar was, wandelden we naar het dorp om wat te gaan eten. We wandelden ook weer terug en liepen te hollen over de bospaadjes. Toen we weer bij de tent kwamen had moeder al voor de boter hammen gezorgd. We gingen vroeg eten en gauw naar bed, want we hadden een zware dag achter de rug. Iedere morgen stonden we vroeg op. We gingen ons dan wassen in het beekje. De eerste dagen besteedden we aan het verken nen van het bos en af en toe gingen we eens naar het dorp om souveniers te kopen. Zo vlogen de dagen om, 't ging zo vlug dat we helemaal vergaten een kijkje te nemen in Duitsland. Op een goede dag zei vader: „jongens we gaan weer naar huis". We ruimden op en gin gen naar huis. We hebben een leuke vakantie gehad. Nog ligt er een stapeltje verhaaltjes te wachten. Maar niet ongeduldig wor den, de goede komen zeker in de krant. Dag kinders, tot de volgende week. TANTE JO EN OOM TOON Het ALS JE PLATEN MEE MOET NEMEN Fig. a. Een tas dus voor grammofoon platen. Voor de buitenzijde kun je grove jute of een andere grove stof gebruiken. Voor voering neem je dan een gewone, stevige katoenen stof. Eerst 't patroon uitknippen: stel de maat vast (meten aan grammofoonplaat voor breedte) en be paal hoe hoog ze worden moet. Knip naar deze maten 2 vierhoeken uit de voeringstof en 2 uit de lap voor de bui- tenstof, waarbij aan beide zijden 2 cm. overmaat dient genomen. Leg één lap voering en één lap buitenbekleding rechts tegen rechts op elkaar en naai ze met stepsteken op l/t cm. van de uit einden aan drie zijden aan elkander (dus één v. d. vier zijden blijft open!). Keer vervolgens de bovenzijde van de „zak" naar buiten en naai beide lappen aan de open zijde Vs cm. naar links om en daarna overhands aan elkaar. De beide andere vierhoeken behandel je precies hetzelfde. Neem nu een donkere stof, leg daarop een bord en knip zo twee ronde lapjes uit. Waarvoor? Wel, dat worden 2 gram mofoonplaten van stof, die we op de 2 buitenzijde met mooie knoopgatsteken vastnaaien. Versier ze elk nog met een paar noten (muzieknoten hoor!). Voor de bodem en zijden van de tas knip je vervolgens 2 stroken, één uit de voering en één uit de andere stof. Beide 'moeten 10 cm. breed zijn en 2 cm. lan ger dan de 3 zijden van de stofvierhoe- ken tezamen. Leg de 2 stroken weer rechts tegen rechts, naai ze met step steken cm. van de kant aan elkaar, maar laat daarbij de ene korte zijde open. Wat genaaid is moet precies als een stofceintuur gekeerd worden. Be vestig een stevige veiligheidsspeld aan de korte zijde, waar de stroken aan el kaar genaaid zijn. Schuif de speld tus sen de lappen en trek ze door, tot ze aan de andere kant weer opduikt. Strijk de gekeerde stroken en naai ze over hands aan de zijden der beide vierhoe ken vast. Je kunt gerust verschillende kleuren van garen gebruiken. Wat nu nog? Oja. een handvat na tuurlijk! plm. 30 cm. lang en 5 cm. breed Verder wil ik hier alleen maar over zeggen, dat je ze vooral aan de binnen zijde zeer stevig op de tas moet vast naaien, want ze moet behoorlijk wat kunnen dragen. EN NU EEN SPELLETJE Fig. b. Op het deksel van een karton nen doos of zo maar op een stuk karton teken je het speelveld voor dit spel af. Het heet: „Wie landt het eerst op de maan?" De boog op de tekening is de maan. A en B zijn start- en ladingsplaatsen voor raketten en twee spelers kunnen Waf, mag ik dat later hebben? aan de wedren naar de maan en terug deelnemen. Leg 2 knopen van verschil lende kleur op A en B. Werp nu om beurten kruis en munt met een geld stuk. Werp je kruis, dan kun je drie stappen vooruit gaan. Werp je munt, dan blijf je op dezelfde plaats staan. Belan den beide knopen op 't zelfde kringetje, dan heeft er een vreselijke botsing plaats en beide partijen moeten met nieuwe „raketten" opnieuw op de „aar de" beginnen. Waar gaat 't nu om? Wie komt behouden als eerste op de aarde terug? Het uvt eenprecttn euontuur'Mensen vermeed, vnendiiHeiiihenden sesmeed hoeven oneerwmd1 Wsttfejedeermet die iwerte ioneen te i/noe/en T/ieohel1 fheohettiè probeert han\ erven te overtomen. Set hu dansend een itotrviser nod/s iS e -r Aetherklanken ZONDAG 6 MAART HILVERSUM I. 402. M. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00 AVRO. 8.00 Nieuws. 8.18. V. h. platteland, 8.30 Gevar. progr. 9.45 Geestelijk le ven, toespr. 10.00 Pianorecital. 10.30 Gevar. progr. 12.00 Theaterork. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Orgelspel. 13.00 Nieuws en SOS-ber. 13.07 De toe stand in de wereld, lezing. 13.17 Me dedelingen of gram. 13.20 Gevar. progr. voor de sold. 14.00 Boekbespr. 14.20 Anna Bolena, opera, 15.35 Film praatje. 15.50 Lichte muz. en gram. 16.30 Sportrevue. 17.00 Gevar. pro gramma. 17.30 Soebkad uit de pot, hoorsp. 17.50 Nieuws, sportuitsl. en sportjourn. 18.30 Herv. kerkd. 19.00 V. d. jeugd. 19.30 De Open Deur, le zing. 20.00 Nieuws. 20.05 Licht pro gramma. 20.30 Anna Karenina, hoor spel. 21.20 Musical. 21.50 Voordracht. 22.05 Gram. 22.15 Journ. 22.30 Nws. 22.40 Gram. 23.10 Sportuitsl. 23.15 New York calling. 23.20 Gram. 23.55- 24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 M. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 10.00 IKOR. 12.00 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 CON VENT VAN KERKEN. 18.30 NCRV. 19.45—24.00 KRO. 8.00 Nieuws. 8.18. Gram. 8.25 Inl. Hoogmis. 8.30 Hoogmis. 9.30 Nieuws, en waterst. 9.45 Gram. 10.00 Kerkd. 12.00 Gram. 12.15 Actuele geloofs- problemen. 12.30 Lichte muz. 12.55 De Kerk zijt gij, lezing. 13.00 Nieuws 13.05 De hand aan de ploeg, lezing. 13.10 De Wadders, hoorsp. 13.30 Lichte muz. 14.00 V. d. Jeugd. 14.30 Omr. Kamerork. en solist (15.00 15.10 lezing). 15.30 Koorconcert. 16.00 Sport. 16.30 Vespers. 17.00 Kerkd. 18.30 Gew. muz. 19.00 Nieuws uit de kerken. 19.05 Gewijde zang. 18.30 Verz. progr. 19.30 Doe aan mij een teken ten goede, lezing. 19.45 Nieuws 20.00 De katholiek en zijn gemeen schap, lezing. 20.15 Cabaret. 20.45 U bent toch ook van de partij? praatje. 20.55 Gram. 21.35 De fatale 7 dagen, hoorspel, (dl. 5). 22.20 Gram. 22.25 Boekbespr. 22.30 Nws. 22.40 Avond gebed. 22.55 Muzikale lezing. 23.55 24.00 Nieuws. TELEVISIEPROGRAMMA'S Eurovisie: AVRO, KRO, VARA en VPRO: 16.3018.00 Reportage van uit Luik: Biljarten. KRO. 20.00 Oude journaals. 20.25 Wandeling door Parijs. 20.55 Voet licht. 21.15 Liedjesprogr. 21.50 Epi loog. AVRO, KRO, VARA en VPRO: 22.00 Sport in beeld. VATIKAANSE RADIO (31.10 m.: 41.21 m.; 48.47 m.; 196 m.) 22.15 uur. Pauselijke maand- intentie van het Apostolaat der Ge- beds: „Heer, mogen de voorberei dingen voor de Algemene Kerkver- gadering ten volle slagen". MAANDAG 7 MAART HILVERSUM I. 402. M. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.23 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 Gram. (9.35—9.40 waterst.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Gram. (Om plm. 10.30—plm. 11.00 Staatsiebezoek president v. Peru). 11.15 Voordr. 11.35 Clavecimbelreci- tal. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 V. h. platteland. 12.38 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 V. d. middenstand. 13.20 Roemeens orkest. 13.45 Wikken en wegen, lezing. 14.00 Altviool en piano. 14.30 Gram. 14.55 Kamermuz. 16.00 Zestig minuten bo ven de zestig. 17.00 Oude liedjes. 17.15 Lichte muz. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nieuws en comm. 18.20 Lichte muz. 18.50 Staatsiebezoek president van Peru. 19.00 Pari. overzicht. 19.15 Reger. uitz.: Serie Studeren en stu dent zijn, I, door prof. dr J. F. Nu- boer, voorzitter van het Rectoren- college. 19.30 Cabaret. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. progr. 21.20 Cabaret. 21.50 Marimba. 22.25 Staatsiebezoek president van Peru. 22.30 Nieuws. 22.40 Radio Philharm. ork., gr. omr. koor en solist. 23.5524.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 M. 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws en SOS-ber. 7.10 Gram. en sportuitsl. 7.30 Een woord voor de dag. 7.40 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Radiokrant. 8.35 Gram. 9.00 V. d. zieken. 9.30 Gram. 9.40 V. d. vrouw. 10.15 Theologische etherleergang. 11.00 Gram. 11.30 Gevar. progr. 12.00 Pianorecital. 12.25 Voor boer en tuin der. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Gram. 12.45 Rep. 13.00 Nieuws. 13.15 15 jaar geleden, praatje. 13.20 Pro menade ork. en Omr. Koor. 13.50 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30 Ge var. progr. 15.45 Gram. 16.00 Uit de Bijbel. 16.30 Kamermuz. 17.00 V. d. kleuters. 17.15 V. d. jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Rege- ringsuitz.: Het gebied van de Zuid- Pacific, door dr. S. Kooyman. 18.00 Orgelrecital. 18.30 Gram. 18.50 Cur sus Openbaar Kunstbezit, lez. 19.00 Nieuws en weerpraatje. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gew. muziek. 19.30 Radiokrant. 19.50 Gram. 20.00 Rep. Staatsiebezoek pres. van Peru. 20.25 Dombey Zoon, hoorsp. 21.35 Muz. v. koperblazers en koor. 22.00 Pari. comm. 22.15 Gram. 22.30 Nws. 22.40 Gram. 22.45 Avondoverd. 23 00 Gram. met toel. 23.40 Het evangelie in Esperanto. 23.55—24.00 Nieuws. TELEVISIEPROGRAMMA'S NTS. 21.1521.25 Exra journ. in verband met het bezoek van de pre sident van Peru. 21.2522.45 Rep. uit de Kon. Schouwb. te Den Haag: Balletprogramma. Grammofoonpl. progr. Draadomroep (Over de 4e Jjn) van 18—20 uur 1. Edvard Grieg: 1. Concert voor piano en orkest in a kl. t. op. 16. 2. Noorse Dansen voor orkest op. 35 nr. 14. 3. Peer Gynt Suite nr. 1 op. 46.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 9