mama
De
In de Krantentuin
Ifaide
(bambo)
Het kinderhoekje
S De Kleine
Paradijsparade
ZATERDAG 27 FEBRUARI I960
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
WITTE
KRUIS
Avonturen van
naverteld door
i Toon
En steeds maar wilder werden zee en
wind. Meters hoge golven sloegen over
het dek en dreigden alles, wat zich erop
bevond, weg te spoelen. Het scheeps
volk had de grootste moeite zich aan
reling en touwwerk vast te klampen.
Behalve Bambo had ieder, die niet tot
de bemanning behoorde, zich in' z'n hut
teruggetrokken, wachtend op het te
vrezen einde in deze hopeloze strijd, 't
Ergste was, dat men zich niet in open
zee bevond, maar in de gevaarlijkste
etraat van de hele wereld tussen twee
rotsige kusten in. Tot nu toe stond de
stormwind dwars door deze straat, maar
plotseling draaide hij naar 't zuiden en
joeg het schip regelrecht naar de Pa-
"tagonische kust. Reeds zag men bij het
felle bliksemlicht de zwart glimmende
rotspieken met hun door schuim bedekte
voet. Wanneer er geen wonder gebeur
de. zou men binnen het kwartier tegen
die dreigende steenmassa geworpen wor
den. Dat betekende onherroepelijk de
ondergang van schip en bemanning.
Luide gebeden stegen op uit de monden
der ruwe zeelieden, die in hun leven
misschien meer gevloekt dan gebeden
hadden.
Maar zie! Als door een wondere
macht, die herinnerde aan de gebeurte
nis op het meer van Tiberias, trad op
eens een onverklaarbare kalmte in, even
snel, als zij een uur geleden verstoord
was. De golven vloeiden uit en kabbel
den nog slechts onschuldig tegen de
flank van het vaartuig. Rustig en trots
als een overwinnaar gleed het weer op
de kracht van zijn motoren voort. De
van angst vertrokken gezichten der be
manning ontspanden zich weer. Zij, die
in hun hutten gevlucht waren, kwamen
haastig weer aan dek om zich te over
tuigen van deze ongelooflijke omme
keer. Ieder voelde zich a.h.W, in de
hemel na zo'n verschrikking.
Helaas! Had de orkaan het hechte
vaartuig gespaard, de verraderlijke
klippen deden het niet. Opeens deed een
hevige schok het gehele schip in zijn
Voegen trillen en kraken. Terstond deed
zich eên zwaar kolkend geluid horen.
Een man uit de machinekamer kwam
met ontsteld gezicht naar boven ge
sneld en roept: „kapitein, we zijn op
een klip gelopen en maken snel water".
„Pompiers, snel naar de pompen"
klonk het bevel. Hoe de mannen zich
echter ook inspannen, zij kunnen het
binnenstromende water niet voorblij
ven, het gat was te groot.
Op een wanhopig gebaar van de ka
pitein, trad Bambo naar voren. „Staat
u me toe te proberen het gat te stop
pen?" U, een passagier? Maar, dat is on
mogelijk". „Wél, kapitein, ik ben ma
troos geweest en als zodanig heb ik dat
geleerd". „Maar u stelt u aan het groot
ste levensgevaar bloot".
„O, kapitein, het gevaar en ik kennen
elkaar.
Als het mijn oud beroep geldt en het
leven te redden valt van hen, die ik
liefheb, dan telt voor mij het gevaar
niet".
Zonder verder nog een Woord té ver
spillen, trok hij een zwemvest aan en
sprong over boord. Nu eens zwemmen
de, dan weer duikende onderzocht hij
het schip. Na een lange duik. die allen
in hevige spanning hield, kwam hij
weer te voorschijn. Hij klauterde tegen
een ijlings neergelaten touwladder op.
„Gevonden kapitein! Een vrij groot
gat in de voorboeg, dat zo gauw moge
lijk gestopt moet worden. We zullen er
een stevige pleister opleggen! Allo,
matrozen, vlug twéé dikke matrassen".
Twee leden der bemanning snellen heen
en komen met 't gevraagde aandragen.
Met sterk rijgdraad worden ze stijf
naast elkaar bevestigd en overboord ge
gooid. Bambo er meteen achteraan. Hij
duwt ze voor zich uit tot de plaats, waar
hij wezen moet. Met grote moeite neemt
hij vervolgens een duik met de weer
barstige voorwerpen en drukt zé, gehol
pen door de Zuiging van het binnen
stromende water, tegen het gat. Adem
loos, maar met éen verheerlijkt gezicht
komt hij éindelijk Weer te voorschijn en
klautert weer naar boven. „Voor me
kaar, kapitein. De pleister zit; alleen
zal ik hem nog wat steviger moeten be
vestigen". Na wat uitgerust te hebben
gaat hij even daarna met het nodige
materiaal voor de derde maal over
boord. Herhaalde malen moet hij dui
ken, om telkens even op adem te komen.
Als hij Voor de laatste maal boven
komt, is het met een blijde lach op zijn
nog jongensachtig gèzicht. Wat ver
moeid klimt hij naar boven. Daar wacht
hem een Ontvangst, die Wel een heer
lijke beloning voor hem moet geweest
zijn. Van Walden, ElSa, de kapitein, ja
de hele bemanning nemen hem beurte
lings in hun armen en betuigen hem
met betraande Ogen hun dank en hun
bewondering. Maar als de „baas" aan
stalten maakt om hem in een warme
„speech" te gaan huldigen voor zijn
edele heldendaad, wuift Bambo die po
ging af en met de woorden: „Ik ga lek
ker wat warms aantrekken" is hij ver
dwenen. Als de kapitein dit merkt,
wendt hij zich tot de bemanning en
zegt: „Mannen, ik houd niet erg van
heldenverering, maar dit is er één,
waarvoor ik graag mijn petje afneem.
Gaat aan uw werk en neemt er een
voorbeeld aan".
Als iemand zich gelukkig en trots
voelde, dan was het, naa6t Van Walden,
zijn dochter Elsa. Hoe had zij tijdens
het noodweer en tijdens het moeilijke
werk van Bambo gebeden voor hem,
voor haar vader en voor de gehele be
manning! Niets zou haar liever zijn,
dan eenmaal haar leven voor altijd te
mogen binden aan dat van haar edel
moedige vriend, die steeds weer in ge
varen zichzelf vergat- en alleen maar
aan 't leven van anderen dacht. En zou
Bambo daarbij niet steeds op do eerste
plaats aan haar gedacht hebben? Deze
zoete overtuiging maakte haar zielsge
lukkig.
Correspondentie
Joke van Bergen Henegouwen. Leuk
Joke, dat je voortaan ook met ons mee
doet. De oplossing was goed. 't Was wel
een beetje moeilijk hè! 't Zou wel heel
toevallig geweest zijn, als je nu, de
eerste keer, het boek had gewonnen.
Maar onmogelijk was het helemaal niet.
't Is al meer gebeurd hoor. Volhouden
maar Joke.
Nicky de Groot, Stompwijk. Ik reken
er vast op, dat je me het verhaaltje
stuurt. Dag Nicky.
Gerda Floor, Voorhout. Wat zag je
briefje er gezellig uit, met die aardige
randjes en tekeningen. Je verhaaltje
komt hierachter.
DE VERJAARDAG
Loesje was morgen jarig. Ze kon
's avonds haast niet in slaap komen. Wat
zou ze wel krijgen van vader en moe
der? Ze had wel gevraagd om rol
schaatsen, ballen, een fiets en 2 boek
jes. Maar, zou ze het wel krijgen? Het
was wel wat veel, bedacht ze zich. Zo
lag ze de hele avond te denken en ein
delijk viel ze in slaap. Ze droomde en
droomde, er kwam haast geen eind aan.'
Eindelijk werd ze wakker, 't Was nog
vroeg maar toch stond ze op, waste zich
en kleedde zich aan en ging naar de
kerk.
Toen ze thuis kwam stond er een
mooie fiets in de gang en op de tafel
lagen in pakjes een paar rolschaatsen
en twee ballen. Wat was ze gelukkig. Ze
ging vlug eten en toen gauw naar
school. Ze had een zak dropballen mee,
om op school te trakteren, 't Was woens
dag, dus 's middags hadden ze vrij.
Loesje had 4 vriendinnetjes gevraagd en
die brachten ook allemaal wat mee: een
armbandje, een reep, een popje en een
paar zakdoekjes. Het werd een heel
prettige middag.
Oda en Thea van Haastrecht, Nieuwe
Wetering. Dat hebben jullie knapjes ge
daan en vooral Thea, 8 jaar, krijgt een
pluim voor haar net briefje.
Haar, Voorschoten; Annie Leb, Langc-
raar; Cobie Zwetsloot, Warmond; Hu-
bert van Oostwaard, Leimuiden; Wiw
Opdam, Nw.hout; Fietje van Dam, Voor
hout; Lia Verbij, Alphen; Martie v. d.
Jagt, Langeraar; Albert Sassen, Ter
Aar; Lou v. d. Zon, Leiden; Annie Zoe
tendaal, Nieuwe Wetering; Rla van
Leeuwen, Voorschoten; Luza v. d. Boo
gaard, Langeraar; Nora Broxterman,
Warmond; Gerda van Schle, Hoogmade;
Fia van Houten, Noordwljk; Harry Wit-
teman, Sassenhelm; Sjaan van Schie,
Hoogmade; Marian Post, Leiden; Flora
v. d. Wereld, Hoogmade.
Ellen
Hummel, Leiden stuurde
kens een kan9 om een mooi boek te
winnen. Maar een briefje In de krant
is toch ook wel leuk. Dag meiskee.
Anneke cn Jan Oostwaard, Leimui
den. Goed zo kinders, de oplossing was
prima.
Eily van Vliet, Ilazerswoude. Ook alle
zinnetjes goed. 't Was wel raar hè, dat
potjeslatijn. Durf jij geen verhaaltje te
maken, Elly?
Leo van der Geest, Lelden. Ja dat was
Jos Verdel, R'Veen. Had er nu maar
een briefje bij geschreven dan wist ik
meteen of die Jos een meisje of een
jongen was. Dat hoor ik zeker nog wel
eens.
Joop Breuring, Leiden vertelt Oven
DIE ONDEUGENDE TIK-TAK
„Tik-tak" is een klok die in de kamer
hangt. Eens op een dag dacht tik-tak:
als ik nou eens wat langzamer ging
lopefi, wat zoil er dan gebeuren? En op
een goeie dag dééd tik-tak het.
"s Morgens kwam móeder beneden
om het brood klaar te maken.
„O, wat ben ik vroeg", dacht ze en ze
ging nog even in de krant lezen.
Toen vadef bênédéft kwam dacht hij:
„Hè nu kan ik vandaag eens rustig
eten".
En Els dacht: „Ik ga na het eten nog
lekker even tekenen". Maar toen Els
om 12 uur uit school kwam zei ze:
„moeder ik was vanmorgen veel te laat
op schóól, wel een half uur" Toen vader
thuis kWam zei hij: „wat mankeert die
klok, ik heb vanmorgen de trein ge
mist" en hij zette de klok weer gelijk.
Tik-tak had nu wel spijt dat hij achter
was gaan lópêii en dééd zijn best om
gelijk te blijven, maar het .lukte niet.
„Weet je wat, We zullen die klok eens
een tijdje stil zetteh", zei moeder en ze
ging naar bovefi en bracht de wekker
mee. Zo gebeurde het dat tik-tak stil
gezet werd. Hij werd boos op zich zelf.
Wat hij toch maar niet aan die malle
kunsten begonnen. Na een poosje pro
beerde moèdef het wéér eeiiS, maar
tik-tak bleef maar achterlopen.
„We ZUllén hém naar de klokken
maker brengen", zei vader. En zo ge
beurde het ook. Later liep hij weer als
de beste.
Nelleke Pont, Bernard Zweersstraat 3,
Leiden. Nelleke vraagt: „zou iemand
mijn correspondentievriendinnetje wil
len zijn. Graag een meisje van buiten,
dan kunnen we eens naar elkaar toe
fietsen. Ik ben 10 jaar en Zit in de
vierde klas". De straat waar Nelleke
woont is dicht bij dé 5 Meilaan.
Wlily Zoetemelk, Pastoor v. d. Plaat
straat 7. Rijpwetering. Willy vraagt ook
een correspondentievriendinnetje. Zeg
Wlily lees jij het briefje hierboven eens.
Schrijven jullie elkaar eens een paar
keer. Hoor ik ef nog eens iets van? Jul
lie worden misschien nog wel dikke
vriendinnen. En hier volgt je verhaal-
tje.
DE VIER COWBOYS
Na schooltijd was het clubvergadering
van de cowboys. Ér was een brief voor
ons gekomen of we mee wilden doen
met het carnaval. Dat deden we natuur
lijk!
De dag was aangebroken. Wij met z'n
vieren: Jimmy, Jachie, Jonnie en Pom-
po hadden onze cowboykleren aan. We
zongen van: wij zijn twee eenzame
cowboys.
Iedereen had zijn eigen liedje en wie
het mooiste had gezongen, zou een prijs
winnen. Na lang wachten hoorden we
de uitslag. Wij waren de gelukkigen.
Vol vuur liepen we naar de burgemees
ter. HU feliciteerde ona en daarna moes
ten we nog eens ons liedje zingen.
Toen we dat gedaan hadden, werd het
een groot feest. We dansten en hosten
cr op los. Voor we het wisten was het
tijd om te eindigen. Het was een leuke
dag geweest. De prUs van ons staat in
een klein kastje In ons clubhuis.
EEN UITSTAPJE NAAR DE ARTIS
Ik had vakantie en op een dag ging
ik met vader naar de Artis. Daar waren
heel veel dieren, maar het leukste vond
ik nog een aap. Dat was zo'n grappig
beest en hij maakte zulke aardige kunst
jes. We gingen ook kijken bij de tijgers,
leeuwen, panters en giraffen en nog
veel meer dieren. Wat was het daar ge
weldig groot. Er waren ook mooie pa
pegaaien. Er liep een olifant zo maar
langs de paden, met een oppasser na-
tuurlUk. Het was een heel tamme oli
fant. Er mochten kinderen op zijn rug
zitten. Ik mocht er ook op zitten om een
ritje te maken. Wat zat ik hoog. Toen
we weggingen, gingen we niet naar huis
maar fUn winkelen in Amsterdam. Nu
weet ik niets meer, want het is ook zo
lang geleden.
Joop Goosen, Leiden vertelt:
EEN DAGJE NAAR DE ZEE
Ik had vakantie en wU thuis allemaal.
„Zullen we morgen eens naar het
strand gaan?" vroeg vader.
„Ja vader, Ja, Ja!" riepen we blij.
Moeder vond het ook goed. Toen de
fijne dag was aangebroken, ging moeder
alles klaar maken. Vader haalde de auto
en toen vertrokken we. Op het strand
was het erg vol.
„O, we vinden wel een plaatsje", zei
vader, We zochten overal en eindelijk
hadden we een plaatsje gevonden, waar
we do tent op konden zetten. We hiel
pen allemaal mee. Toen gingen we er
vlug in om ons uit te kleden en holden
even later naar de zee. Er waren wel
veel kwallen. We gingen eerst tikkertje
spelen in de zee en telkens vielen we
voorover in de zee, We kregen dan wel
water naar binnen, maar daar gaven we
niets om. Het ging erg leuk. Toen we
een tijdje gespeeld hadden mochten we
van vader ezeltje rijden. Dat ging ook
fijn. Daarna gingen we samen een fort
van zand maken met een diepe gracht
er om heen. We maakten ook een weg
getje naar de zee. De vloed kwam op
zetten en er liep zeewater in de gracht.
We maakten een dam in het weggetje
anders liep de gracht over en dan zou
het fort in elkaar zakken. Dat gebeurde
toch.
We gingen weer in de zee spelen. Tel
kens als er een golf kwam, doken we
onder. Dat ging erg leuk. Toen riep
vader ons want we moesten haar huis.
Onderweg kregen We nog een ijsje. Hét
was een fijne dag geweest.
Dag kinders, de volgende week gaan
we weer met de verhaaltjes verdof.
Dag allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON
Beste kinderen.
Daar de enveloppe met de nieuwe
„stof" voor deze week om één of an
dere réden niet aangekomen is, krijgen
jullie ditmaal geen plaatjes te zien en
ook geen knutselwerkjes. Ik vertel dus
maar enkele dingetjes, die ik zo hier
en daar ben tegengekomen. De volgende
week beter.
EEN LEUKE DOKTER
In Japan leeft een dokter, die er iets
op gevonden heeft om de vrees voor de
arts, die vele kinderen hébben, te ver
drijven. Vooral voor inenting hebben
Vele kleintjes een grote afschrik. Zodra
ze voor de kliniek, waar de dóktér zijn
patiëntjes helpt, aankomen, beginnen
ze alvast te gillen en tegen te spartelen.
Wat deed nu die dokter? Hij liet een
kliniekje inrichten in éen spoorwegwa
gon met een kleurig en vriendelijk uit
zicht. De vrees, die zich steeds van de
kleintjes meester maakte voor z'n vroe
gere grote en sombere kliniek, bleef
achterwege, als ze voor die leuke wagon
stonden. De aantrekkingskracht van het
miniattiurkliniekje ging wonderlijk ge
noeg els vanzelf over op de arts. Al heel
gauw betitelden de kleintjes hem nu
met „oom dokter"!
SLIMME CHIMPANSEES
Een professor aan éen universiteit in
Callfornië heeft voor enige jaren eens
heel lêüke proeven met chimpansees
(een groot soort apen) gedaan. Hij leer
de hen o.a. een automaat te bedienen.
Wanneer zij daarin een speelmunt wier
pen, viel er een sinaasappel uit.
Drie kleine wUfjes: Alfa, Bulla en
Bima hadden nu do grootste schik, wan
neer ze elkaar zo'n sinaasappel voor de
neus konden weggappen. Maar de pro
fessor ging hun nu leren, dat ze voor
hun eten moesten werken en op moes
ten houden met dat ondeugend gegap.
HU bouwde een soort „werkmachine"
waarin de speelmunten lagen. Wilden
de apen nu een munt hebben voor de
automaat, dan moesten ze eerst een ge
wicht van 8 kilo opheffen en pas als ze
dat verplaatst hadden, konden zU een
inwerpmunt bemachtigen. Wat bleek
nu? Dat sommige apen erg verkwistend
waren en terstond elke munt, die zU
konden bemachtigen, omzetten in sinaas
appelen. Andere echter waren spaar
zaam en legden wat terzijde. Een oud
mannetje b.v. zwoegde zich af om wat
munten machtig te worden en dan liep
hij naar de automaat en gaf meteen tot
zUn laatste penning uit. Blma echter
wist van sparen. Soms had ze heel wat
sinaasappels te goed. Maar als ze vond,
dat 't welletjes was met 't sparen van
munten, dan hield ze een dag „vakan
tie" met dat zware gewicht en dan had
haar buikje een ware feestdag.
HOE DE IROKEZEN BOMEN VELDEN
ZU woonden in de streek, waar nu
New York ligt. Temidden van grote
wouden lagen hun dorpen. In die uitge-
DE £Chte, PIJNSTILLER
Schouderpijn... maar ook
andere plagende pijnen raakt
u prompt kwijt met WITTE
KRUIS.
Tabletten, poeders
of cachets!
WITTE KRUIS
(Advertentie)
strekte bossen vonden deze Indianen
vruchten om te eten en allerlei planten,
waaruit ze hun medicUnen bereidden.
Hout was er 'n overvloed, om hun hui
zen en boten te bouwen, korven, vaat
werk en allerlei andere gebruiksvoor
werpen van te maken. ZU waren ook
landbouwers. Maar wilden zij akkers
aanleggen, dan moesten zU eerst grote
stukken bos kappen. Dat was zwaar
werk, want hun gereedschappen waren
zeer primitief. IJzer en staal leerden zij
n.l. pas na 1600 kennen.
Om één boom te vellen, kwamen er
plm. 100 mennen, vrouwen en kindoren
aan te pas. Dagen van te voren was de
boom al ontschorst want als de stam
uitgedroogd was, ging 't vellen makke
lijker. Hoe ging nu dat vellen?
Een Jongen ging thuis vuur halen
(geen lucifers!) Met behulp daarvan
werd met droog hout een vuurtje aan
gelegd rond de stam. Was deze vol
doende ingebrand (ringen van leem be
letten 't vuur te hoog te komen) dan
sloegen de mannen met hun stenen WJ-
len de verbrande buitenzUde los. tot ze
op 't blanke hout kwamen. Dan werd er
weer een nieuw vuurtje aangelegd en
vervolgens was 't woord weer aan de
bUl. Zo ging men door, tot de woudreus
eindeUJk bezweek. Tegenwoordig gaat
't een beetje anders en een beetje vlug'
ger!
teken ten goede, lezing. 19.45 Nws.
20.00 SUS-actie. 21.00 Gram. 21.05 U
bent toch ook van de partij?, lezing.
21.15 Gram. 21.40 de fatale zeven da
gen, hoorsp. 22.20 Gram. 22.25 Boek-
bespr. 22.30 Nws. 22.40 Avondgebed.
22.55 Muzikale lezing. 23.55-24.00
Nws.
TELEVISIEPROGRAMMA'S
KRO: 10.15 Hoogmis. AVRO, KRO
VARA en VPRO: 19.00 Olympische
Winterspelen. VARA: 20.00 Toeristi
sche documentaire. 20.15 Filmvenster.
20.40 Filmprogr. 21.15 Cabaret.
AVRO, KRO. VARA cn VPRO: 22.00
Sportact.
VATIKAANSE RADIO
(31.10 m; 41.21 m; 48.47 m; 196 m.)
22.15 uur Paulus' loflied op de
Liefde.
MAANDAG
HILVERSUM I. 402 M.
7.00-24.00 AVRO.
7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
8.00 Nws. 8.15 Lichte muz. 9.00 Gym.
v. d. vrouw. 9.1C De groenteman. 9.15
Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 11.00 Gram. 11.45
Voordr. 12.00 Milit. muz. 12.30 Land
en tuinb. meded. 12.33 V. h. platte
land. 12.43 Lichte muz. 13.00 Nws.
13.15 Meded. of gram. 13.20 Promo-
nade-ork. en solist. 13.55 Beursber.
14.00 Sopr. en piano. 14.30 Gram.
14.40 Voordr. en muz 15.05 Gram 15.55
Altviool en piano. 16.20 Metropole-
ork. 17.00 V. d. padvinders. 17.15
Gram. 17.50 Milit. comm. 18.00 Nws.
18.15 Polit. praatje. 18.25 Lichte muz.
18.55 Kamermuz. 19.30 Muzik. lezing.
19.45 V. d. jeugd. 20.00 Nws. 20.05
De Radloscoop. 22.30 Nws. en beurs
ber. v. New York. 22.40 Journ. 22.50
Progr. voor alle weggebruikers. 23.20
Mti2ik. lezing. Z^.55-24.00 Nws.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00-24.00 NCRV.
7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Gram.
7.30 Een woord voor de dag. 7.40
Gewyd. muz. 8.00 Nws. 8.15 Radio
krant. 8.35 Gram. 9.00 V. d. zieken.
9.30 Gram. 9.40 V. d. vrouw. 10.15
Theologische etherleergang. 11.00
Gram. 11.20 Familiecompetitie. 12.00
Gram. 12.25 Voor boer en tuinder.
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33
Meisjeskoor en instr. kwint. 12.53 Zo
leeft en werkt Suriname, praatje.
13.00 Nws. 13.15 15 Jaar geleden,
praatje. 13.20 Lichte muz. 13.50
Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Ge-
var. progr. 15.50 Gram. 16.00 BUbel-
overdenking. 16.30 Kamermuz. 17.00
V. d. kleuters. 17.15 V. d. jeugd.
17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Rc-
geringsuitz.: Suriname, een beknopte
uitgave van de wereld, door J. H.
Adhin. 18.00 Orgelconc. 18.30 Gram.
18.50 Openbaar kunstbezit, lezing.
19.00 Nws. en weerber. 19.10 Op de
man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30
Radiokrant. 19.50 Musette-ens. en
sol. 20.15 Gevar. progr. 21.30 Pisno-
recital. 22.00 Parlem. comm. 22.15
Gram. 22.30 Nws. 22.40 Gram. 22.45
Avondoverd. 23.00 Kamermuz. 23.30
Gram. 23.55-24.00 Nws.
TELEVISIEPROGRAMMA'S
NTS: 20.00 Filmdocumentaire. 20.30
Drie musicals. 20.40-22.00 Trektocht
met een vreemde, TV-spel.
GRAMMOFOONPLATEN
(Over de 4e lijn) van 18-20 uur
I. Felix Mendelssohn Bartholdy:
Ouverture Midzomernachtsdroom op.
21.
II. Frédéric Chopin: Concert voor
piano en orkest nr. 2 in f. kl. t. op. 21.
III. Robert Schumann: Symphonie
nr. 1 in bes gr. t. op. 38 (Frühlings-
sinfonie).
TV. Franz Liszt: 1. Les Préludes
(Symphonlsch Gedicht nr. 3); 2. Con
cert voor piano en orkest nr. 2 in a
gr. t.
VATIKAANSE RADIO
(31.10 m; 41.21 m; 48.47 m; 196 m.)
22.15 uur Pauselijke missie-in
tentie voor maart: dat het gezinsle
ven in Afrika diep doordrongen mo
ge worden van christelijke beginse
len.
Aetherklanken
ZONDAG
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
11.45 VPRO. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO
17.30 VARA. 20.00-24.00 AVRO.
8.00 Nws. 8.18 Gevar progr. 9.45
Geestelijk leven, toespraak. 10.00 V.
d. jeugd. 10.30 Evangelisch Lutherse
Kerd. 11.30 Vragenbeantw. 11.45 Ber.
uit de kerken. 12.00 Lichte muz. 12.30
Sportspiegel. 12.35 Gram. 13.00 Nws.
en SOS-ber. 13.07 De toestand in de
wereld, lezing. 13.17 Meded. of gram.
13.20 Gevar. progr. v. d. sold. 14.00
Boekbespr. 14.30 Residenti^-ork. en
solist. (I. d. pauze ±15.10-15.30 To-
neelbeschöuwing) 16.10 Gram. 16.30
Sportrevue. 17.00 Gesprekken met
luisteraars. 17.15 Wereld geestelijk
gezondsheidsjaaj-, lezing. 17.30 Soeb-
kad uit de pot, hoorsp. v. d. jeugd.
17.50 Nws., sportuitsl. en sportjoum.
18.30 Zlgeunerork. 18.55 Journalisten-
forum. 10.30 Cabaret. 20.00 Nws.
20.05 Muzikale biografie. 20.50 Anna
Karenina, hoorsp. 21.35 Licht progr.
22.00 Hij en zij in Spanje. 22.40
Gram. 23.10 Sportuitslagen. 23.15
New York calling. 23.20 Nieuwe
Franse gram. 23.55-24.00 Nws.
HILVERSUM II. 298 M.
8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR.
19.00 NCRV. 19.45-24.00 KRO.
8.00 Nws. en weerber. 8.15 Orgel
conc. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Ge
wijde muz. 9.30 Nws. 9.45 Gram. 9.55
Plechtige hoogmis. 11.30 Utrechts
Stedel. ork. en soliste. 12.15 Actuele
geloofsproblemen, lezing. 12.30 Lich
te muz. 12.55 Act. 13.00 Nws. 13.05 De
hand aah de ploeg, lezing. 13.10 De
Wadders, hoorsp. 13.30 Gram. 14.00
V. d. jeugd. 14.30 Instr. kwint. 15.05
Gram. 15.15 Dubbel kwart. 15.30 Mu
zikale lezing. 16.00 Sport. 10.30 De
Profeet van de nabijheid Gods, le
zing. 17.00 Blijf zitten waar Jo zit,
radio drive-in voor jonge mensen.
17.15 Jeugdvesper. 17.45 Mensen, le
zing. 18.00 Het geladen schip, lezin
gen. 18.30 De kerk aan het werk, Ie-
zing. 18.40 Wl© oren heeft, hore, le
zing. 19.00 Nws. uit de kerken. 19.05
Samenzang. 19.30 Doe aan mij een
De Bisamrat:
gevaarlijke onschuld
Er was laatst een muis
gesignaleerd in huis: een
dikke, aartsvaderlUkc,
grUze muls, kalm van ma
nieren en uiterst geslepen.
Hij liet zich niet verlok
ken door de kaas, die. op
de val lag te lonken on
waande zich meester over
de (gevaarlUke) situatie.
Die Waan is hem noodlot
tig geworden want hij
stierf onder een wasplank.
Eenmaal dood, leek het
een heel klein, onschuldig
beestje en, eerlUk gezegd,
van ons mogen alle mui
zen voortaan wel blijven
rondknagen.
Maar niet die „grote
muizen", de Bisam- of
Muskusratten, die een be
dreiging zyn voor heel
Nedefland-onder-de-water
spiegel. Op het eerste ge
zicht lUken ook die maar
ongevaarlUke wezentjes:
Een volwassen exemplaar
meet van de punt van zijd
snuit tot de punt van zijn
gladde palingstaart hoog
uit zestig centimeter cn
zwaarder dan drie pond
weegt het gewoonlUk niet.
Bovendien voedt de Bi
samrat zich met niets dan
water- én moerösplanten,
waar niets aan verloren ls.
Maar hU kan het graven
niet laten. In welke dam
ol dUk of slootkant ook,
graaft hij te beginnen
onder de waterspiegel
een gang; eerst horizon
taal, later schuin naar bo
ven. Aan het eind daar
van maakt hij een nest-
holte, waarvandaan hij
weer gangen delft naar
het water. Soms maakt hU
verschillende soortgolUku
gangenstelsels boven el
kaar, waardoor hU, bU
welke waterstand ook.
hoog en droog kan blUven
zitten.
In de winter heeft de
Bisamrat een winternest,
dat bestaat uit een drij
vende voorraadkamer. Het
bastion is gebouwd van
waterplanten en heeft een
den in de modder. Daar
door blijft de voedsel
voorraad ook by sneeuw
en Us nog bereikbaar.
De Bisamrat is inheems
in een gebied van Canada
tot Midden-Amerika. Eerst
enkele tientallen jaren go-
leden werden ze in Euro
pa geïmporteerd om ze te
fokken terwille van hun
pels. In 1930 Werd hun
dreiging al zo klaarblU-
kelijk, dat er een „Mus-
kusrattenwet" werd uitge
vaardigd, waarbU het ver
boden is, muskusratten
te houden, waarbij ieder
een verplicht gesteld werd,
de aanwezigheid van de
dieren aan te geven en
waarbU ten slotte vijf gul
den Werd Uitgeloofd voor
elke bisamrat, die op Ne
derlands grondgebied werd
gevangen.
Die beloning is nog
steeds van kracht en er
is al heel wat geld uitge
keerd aan mensen, die een
rat kwamen inleveren bU
do politie. Stel U voor
wat er zou gebeuren, als
die sullige wroeters vaste
voet zouden zetten op de
Hollandse en Zeeuwse dij
ken.
Daarom ook zijn de Ne
derlandse grenzen voor-
De eerste ratten werden
gevangen op een gemid
delde afstand van 25 tot
30 kilometer van de grens.
Dlc afstand is nu al terug
gebracht op ongeveer 2.5
kilometer.
Sinds 1042 zUn in Ne
derland meer dan zesdui
zend muskusratten on-
schadelUk gemaakt. Tot
en mot 1946 waren het er
23, daarna liep het auntul
snel omhoog: 74 in 1047;
164 in 1948 en 537 in 1949.
De top werd bereikt in
1953, toen 820 ratten wer
den verschalkt. De terug
gang die toen optrad!,
dankt men aan het feit,
dat ook België do muskus
rat is gaan vervolgen. Ook
daar is het kweken van
de dieren bU de wet ver
boden en worden de wil
de ratten van overheids
wege bestreden, Onlangs
is ook ln Frankrijk een
bestrijdingsdienst opge
richt; aanleiding hiertoe
was de toenemende schade
aan dUken, kanalen, spoor
wegen en landlanen en
de aandrang van -Bel
gische zUde. Men hoopt te
kunnen voorkomen, dat
do Franse populatie con
tact krijgt met de Bel
gische: dat zou bloedvcr-
versing betekenen, met
als gevolg een explosieve
vermeerdering. Duitsland,
dat de ratten uit Tsjocho-
Slowakije heeft binnen
gekregen. bestrijdt ze al
veel langer, zelfs langer
dan Nederland. De bestrij
ding is nu internationaal
georganiseerd: de ver
schillende landen houden
via het EPPO contact en
wisselen voortdurend ge
gevens uit.
Merkwaardig ls. dat een
veel grotere graver; de
beverrot die wel vijf
tien tot twintig pond kan
wegen - overal onge
moeid wordt gelaten. Dit
dier Is echter niet gevaar
lijk. Het heeft n.l. do ge
woonte, slechts één gang
te graven naar zijn nest
plaats en bovendien komt
het maar sporadisch voor,
voorzover bekend in Ne
derland thans ln tweo ge
bieden. Deze soort stamt
uit tropisch en sub-tro
pisch Zuid-Amerlkn en
weet zich in onze stroken
amper te handhaven, Bij
strenge vorst gaan deze
ratten grotendeels ten on
der.
Hu JtmiiH tmtïQMmiÊMtkm-
/iUirfith/iomp' j/irM/ittUmim
'linintit mnxnt kilmman-
mtii spetenJUrni dm
mintlx bruin!
f m/rnifmUocrd'
tB
Pil