mama De In de Krantentuin Ifaide (bambo) Het kinderhoekje S De Kleine Paradijsparade ZATERDAG 27 FEBRUARI I960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 WITTE KRUIS Avonturen van naverteld door i Toon En steeds maar wilder werden zee en wind. Meters hoge golven sloegen over het dek en dreigden alles, wat zich erop bevond, weg te spoelen. Het scheeps volk had de grootste moeite zich aan reling en touwwerk vast te klampen. Behalve Bambo had ieder, die niet tot de bemanning behoorde, zich in' z'n hut teruggetrokken, wachtend op het te vrezen einde in deze hopeloze strijd, 't Ergste was, dat men zich niet in open zee bevond, maar in de gevaarlijkste etraat van de hele wereld tussen twee rotsige kusten in. Tot nu toe stond de stormwind dwars door deze straat, maar plotseling draaide hij naar 't zuiden en joeg het schip regelrecht naar de Pa- "tagonische kust. Reeds zag men bij het felle bliksemlicht de zwart glimmende rotspieken met hun door schuim bedekte voet. Wanneer er geen wonder gebeur de. zou men binnen het kwartier tegen die dreigende steenmassa geworpen wor den. Dat betekende onherroepelijk de ondergang van schip en bemanning. Luide gebeden stegen op uit de monden der ruwe zeelieden, die in hun leven misschien meer gevloekt dan gebeden hadden. Maar zie! Als door een wondere macht, die herinnerde aan de gebeurte nis op het meer van Tiberias, trad op eens een onverklaarbare kalmte in, even snel, als zij een uur geleden verstoord was. De golven vloeiden uit en kabbel den nog slechts onschuldig tegen de flank van het vaartuig. Rustig en trots als een overwinnaar gleed het weer op de kracht van zijn motoren voort. De van angst vertrokken gezichten der be manning ontspanden zich weer. Zij, die in hun hutten gevlucht waren, kwamen haastig weer aan dek om zich te over tuigen van deze ongelooflijke omme keer. Ieder voelde zich a.h.W, in de hemel na zo'n verschrikking. Helaas! Had de orkaan het hechte vaartuig gespaard, de verraderlijke klippen deden het niet. Opeens deed een hevige schok het gehele schip in zijn Voegen trillen en kraken. Terstond deed zich eên zwaar kolkend geluid horen. Een man uit de machinekamer kwam met ontsteld gezicht naar boven ge sneld en roept: „kapitein, we zijn op een klip gelopen en maken snel water". „Pompiers, snel naar de pompen" klonk het bevel. Hoe de mannen zich echter ook inspannen, zij kunnen het binnenstromende water niet voorblij ven, het gat was te groot. Op een wanhopig gebaar van de ka pitein, trad Bambo naar voren. „Staat u me toe te proberen het gat te stop pen?" U, een passagier? Maar, dat is on mogelijk". „Wél, kapitein, ik ben ma troos geweest en als zodanig heb ik dat geleerd". „Maar u stelt u aan het groot ste levensgevaar bloot". „O, kapitein, het gevaar en ik kennen elkaar. Als het mijn oud beroep geldt en het leven te redden valt van hen, die ik liefheb, dan telt voor mij het gevaar niet". Zonder verder nog een Woord té ver spillen, trok hij een zwemvest aan en sprong over boord. Nu eens zwemmen de, dan weer duikende onderzocht hij het schip. Na een lange duik. die allen in hevige spanning hield, kwam hij weer te voorschijn. Hij klauterde tegen een ijlings neergelaten touwladder op. „Gevonden kapitein! Een vrij groot gat in de voorboeg, dat zo gauw moge lijk gestopt moet worden. We zullen er een stevige pleister opleggen! Allo, matrozen, vlug twéé dikke matrassen". Twee leden der bemanning snellen heen en komen met 't gevraagde aandragen. Met sterk rijgdraad worden ze stijf naast elkaar bevestigd en overboord ge gooid. Bambo er meteen achteraan. Hij duwt ze voor zich uit tot de plaats, waar hij wezen moet. Met grote moeite neemt hij vervolgens een duik met de weer barstige voorwerpen en drukt zé, gehol pen door de Zuiging van het binnen stromende water, tegen het gat. Adem loos, maar met éen verheerlijkt gezicht komt hij éindelijk Weer te voorschijn en klautert weer naar boven. „Voor me kaar, kapitein. De pleister zit; alleen zal ik hem nog wat steviger moeten be vestigen". Na wat uitgerust te hebben gaat hij even daarna met het nodige materiaal voor de derde maal over boord. Herhaalde malen moet hij dui ken, om telkens even op adem te komen. Als hij Voor de laatste maal boven komt, is het met een blijde lach op zijn nog jongensachtig gèzicht. Wat ver moeid klimt hij naar boven. Daar wacht hem een Ontvangst, die Wel een heer lijke beloning voor hem moet geweest zijn. Van Walden, ElSa, de kapitein, ja de hele bemanning nemen hem beurte lings in hun armen en betuigen hem met betraande Ogen hun dank en hun bewondering. Maar als de „baas" aan stalten maakt om hem in een warme „speech" te gaan huldigen voor zijn edele heldendaad, wuift Bambo die po ging af en met de woorden: „Ik ga lek ker wat warms aantrekken" is hij ver dwenen. Als de kapitein dit merkt, wendt hij zich tot de bemanning en zegt: „Mannen, ik houd niet erg van heldenverering, maar dit is er één, waarvoor ik graag mijn petje afneem. Gaat aan uw werk en neemt er een voorbeeld aan". Als iemand zich gelukkig en trots voelde, dan was het, naa6t Van Walden, zijn dochter Elsa. Hoe had zij tijdens het noodweer en tijdens het moeilijke werk van Bambo gebeden voor hem, voor haar vader en voor de gehele be manning! Niets zou haar liever zijn, dan eenmaal haar leven voor altijd te mogen binden aan dat van haar edel moedige vriend, die steeds weer in ge varen zichzelf vergat- en alleen maar aan 't leven van anderen dacht. En zou Bambo daarbij niet steeds op do eerste plaats aan haar gedacht hebben? Deze zoete overtuiging maakte haar zielsge lukkig. Correspondentie Joke van Bergen Henegouwen. Leuk Joke, dat je voortaan ook met ons mee doet. De oplossing was goed. 't Was wel een beetje moeilijk hè! 't Zou wel heel toevallig geweest zijn, als je nu, de eerste keer, het boek had gewonnen. Maar onmogelijk was het helemaal niet. 't Is al meer gebeurd hoor. Volhouden maar Joke. Nicky de Groot, Stompwijk. Ik reken er vast op, dat je me het verhaaltje stuurt. Dag Nicky. Gerda Floor, Voorhout. Wat zag je briefje er gezellig uit, met die aardige randjes en tekeningen. Je verhaaltje komt hierachter. DE VERJAARDAG Loesje was morgen jarig. Ze kon 's avonds haast niet in slaap komen. Wat zou ze wel krijgen van vader en moe der? Ze had wel gevraagd om rol schaatsen, ballen, een fiets en 2 boek jes. Maar, zou ze het wel krijgen? Het was wel wat veel, bedacht ze zich. Zo lag ze de hele avond te denken en ein delijk viel ze in slaap. Ze droomde en droomde, er kwam haast geen eind aan.' Eindelijk werd ze wakker, 't Was nog vroeg maar toch stond ze op, waste zich en kleedde zich aan en ging naar de kerk. Toen ze thuis kwam stond er een mooie fiets in de gang en op de tafel lagen in pakjes een paar rolschaatsen en twee ballen. Wat was ze gelukkig. Ze ging vlug eten en toen gauw naar school. Ze had een zak dropballen mee, om op school te trakteren, 't Was woens dag, dus 's middags hadden ze vrij. Loesje had 4 vriendinnetjes gevraagd en die brachten ook allemaal wat mee: een armbandje, een reep, een popje en een paar zakdoekjes. Het werd een heel prettige middag. Oda en Thea van Haastrecht, Nieuwe Wetering. Dat hebben jullie knapjes ge daan en vooral Thea, 8 jaar, krijgt een pluim voor haar net briefje. Haar, Voorschoten; Annie Leb, Langc- raar; Cobie Zwetsloot, Warmond; Hu- bert van Oostwaard, Leimuiden; Wiw Opdam, Nw.hout; Fietje van Dam, Voor hout; Lia Verbij, Alphen; Martie v. d. Jagt, Langeraar; Albert Sassen, Ter Aar; Lou v. d. Zon, Leiden; Annie Zoe tendaal, Nieuwe Wetering; Rla van Leeuwen, Voorschoten; Luza v. d. Boo gaard, Langeraar; Nora Broxterman, Warmond; Gerda van Schle, Hoogmade; Fia van Houten, Noordwljk; Harry Wit- teman, Sassenhelm; Sjaan van Schie, Hoogmade; Marian Post, Leiden; Flora v. d. Wereld, Hoogmade. Ellen Hummel, Leiden stuurde kens een kan9 om een mooi boek te winnen. Maar een briefje In de krant is toch ook wel leuk. Dag meiskee. Anneke cn Jan Oostwaard, Leimui den. Goed zo kinders, de oplossing was prima. Eily van Vliet, Ilazerswoude. Ook alle zinnetjes goed. 't Was wel raar hè, dat potjeslatijn. Durf jij geen verhaaltje te maken, Elly? Leo van der Geest, Lelden. Ja dat was Jos Verdel, R'Veen. Had er nu maar een briefje bij geschreven dan wist ik meteen of die Jos een meisje of een jongen was. Dat hoor ik zeker nog wel eens. Joop Breuring, Leiden vertelt Oven DIE ONDEUGENDE TIK-TAK „Tik-tak" is een klok die in de kamer hangt. Eens op een dag dacht tik-tak: als ik nou eens wat langzamer ging lopefi, wat zoil er dan gebeuren? En op een goeie dag dééd tik-tak het. "s Morgens kwam móeder beneden om het brood klaar te maken. „O, wat ben ik vroeg", dacht ze en ze ging nog even in de krant lezen. Toen vadef bênédéft kwam dacht hij: „Hè nu kan ik vandaag eens rustig eten". En Els dacht: „Ik ga na het eten nog lekker even tekenen". Maar toen Els om 12 uur uit school kwam zei ze: „moeder ik was vanmorgen veel te laat op schóól, wel een half uur" Toen vader thuis kWam zei hij: „wat mankeert die klok, ik heb vanmorgen de trein ge mist" en hij zette de klok weer gelijk. Tik-tak had nu wel spijt dat hij achter was gaan lópêii en dééd zijn best om gelijk te blijven, maar het .lukte niet. „Weet je wat, We zullen die klok eens een tijdje stil zetteh", zei moeder en ze ging naar bovefi en bracht de wekker mee. Zo gebeurde het dat tik-tak stil gezet werd. Hij werd boos op zich zelf. Wat hij toch maar niet aan die malle kunsten begonnen. Na een poosje pro beerde moèdef het wéér eeiiS, maar tik-tak bleef maar achterlopen. „We ZUllén hém naar de klokken maker brengen", zei vader. En zo ge beurde het ook. Later liep hij weer als de beste. Nelleke Pont, Bernard Zweersstraat 3, Leiden. Nelleke vraagt: „zou iemand mijn correspondentievriendinnetje wil len zijn. Graag een meisje van buiten, dan kunnen we eens naar elkaar toe fietsen. Ik ben 10 jaar en Zit in de vierde klas". De straat waar Nelleke woont is dicht bij dé 5 Meilaan. Wlily Zoetemelk, Pastoor v. d. Plaat straat 7. Rijpwetering. Willy vraagt ook een correspondentievriendinnetje. Zeg Wlily lees jij het briefje hierboven eens. Schrijven jullie elkaar eens een paar keer. Hoor ik ef nog eens iets van? Jul lie worden misschien nog wel dikke vriendinnen. En hier volgt je verhaal- tje. DE VIER COWBOYS Na schooltijd was het clubvergadering van de cowboys. Ér was een brief voor ons gekomen of we mee wilden doen met het carnaval. Dat deden we natuur lijk! De dag was aangebroken. Wij met z'n vieren: Jimmy, Jachie, Jonnie en Pom- po hadden onze cowboykleren aan. We zongen van: wij zijn twee eenzame cowboys. Iedereen had zijn eigen liedje en wie het mooiste had gezongen, zou een prijs winnen. Na lang wachten hoorden we de uitslag. Wij waren de gelukkigen. Vol vuur liepen we naar de burgemees ter. HU feliciteerde ona en daarna moes ten we nog eens ons liedje zingen. Toen we dat gedaan hadden, werd het een groot feest. We dansten en hosten cr op los. Voor we het wisten was het tijd om te eindigen. Het was een leuke dag geweest. De prUs van ons staat in een klein kastje In ons clubhuis. EEN UITSTAPJE NAAR DE ARTIS Ik had vakantie en op een dag ging ik met vader naar de Artis. Daar waren heel veel dieren, maar het leukste vond ik nog een aap. Dat was zo'n grappig beest en hij maakte zulke aardige kunst jes. We gingen ook kijken bij de tijgers, leeuwen, panters en giraffen en nog veel meer dieren. Wat was het daar ge weldig groot. Er waren ook mooie pa pegaaien. Er liep een olifant zo maar langs de paden, met een oppasser na- tuurlUk. Het was een heel tamme oli fant. Er mochten kinderen op zijn rug zitten. Ik mocht er ook op zitten om een ritje te maken. Wat zat ik hoog. Toen we weggingen, gingen we niet naar huis maar fUn winkelen in Amsterdam. Nu weet ik niets meer, want het is ook zo lang geleden. Joop Goosen, Leiden vertelt: EEN DAGJE NAAR DE ZEE Ik had vakantie en wU thuis allemaal. „Zullen we morgen eens naar het strand gaan?" vroeg vader. „Ja vader, Ja, Ja!" riepen we blij. Moeder vond het ook goed. Toen de fijne dag was aangebroken, ging moeder alles klaar maken. Vader haalde de auto en toen vertrokken we. Op het strand was het erg vol. „O, we vinden wel een plaatsje", zei vader, We zochten overal en eindelijk hadden we een plaatsje gevonden, waar we do tent op konden zetten. We hiel pen allemaal mee. Toen gingen we er vlug in om ons uit te kleden en holden even later naar de zee. Er waren wel veel kwallen. We gingen eerst tikkertje spelen in de zee en telkens vielen we voorover in de zee, We kregen dan wel water naar binnen, maar daar gaven we niets om. Het ging erg leuk. Toen we een tijdje gespeeld hadden mochten we van vader ezeltje rijden. Dat ging ook fijn. Daarna gingen we samen een fort van zand maken met een diepe gracht er om heen. We maakten ook een weg getje naar de zee. De vloed kwam op zetten en er liep zeewater in de gracht. We maakten een dam in het weggetje anders liep de gracht over en dan zou het fort in elkaar zakken. Dat gebeurde toch. We gingen weer in de zee spelen. Tel kens als er een golf kwam, doken we onder. Dat ging erg leuk. Toen riep vader ons want we moesten haar huis. Onderweg kregen We nog een ijsje. Hét was een fijne dag geweest. Dag kinders, de volgende week gaan we weer met de verhaaltjes verdof. Dag allemaal. TANTE JO EN OOM TOON Beste kinderen. Daar de enveloppe met de nieuwe „stof" voor deze week om één of an dere réden niet aangekomen is, krijgen jullie ditmaal geen plaatjes te zien en ook geen knutselwerkjes. Ik vertel dus maar enkele dingetjes, die ik zo hier en daar ben tegengekomen. De volgende week beter. EEN LEUKE DOKTER In Japan leeft een dokter, die er iets op gevonden heeft om de vrees voor de arts, die vele kinderen hébben, te ver drijven. Vooral voor inenting hebben Vele kleintjes een grote afschrik. Zodra ze voor de kliniek, waar de dóktér zijn patiëntjes helpt, aankomen, beginnen ze alvast te gillen en tegen te spartelen. Wat deed nu die dokter? Hij liet een kliniekje inrichten in éen spoorwegwa gon met een kleurig en vriendelijk uit zicht. De vrees, die zich steeds van de kleintjes meester maakte voor z'n vroe gere grote en sombere kliniek, bleef achterwege, als ze voor die leuke wagon stonden. De aantrekkingskracht van het miniattiurkliniekje ging wonderlijk ge noeg els vanzelf over op de arts. Al heel gauw betitelden de kleintjes hem nu met „oom dokter"! SLIMME CHIMPANSEES Een professor aan éen universiteit in Callfornië heeft voor enige jaren eens heel lêüke proeven met chimpansees (een groot soort apen) gedaan. Hij leer de hen o.a. een automaat te bedienen. Wanneer zij daarin een speelmunt wier pen, viel er een sinaasappel uit. Drie kleine wUfjes: Alfa, Bulla en Bima hadden nu do grootste schik, wan neer ze elkaar zo'n sinaasappel voor de neus konden weggappen. Maar de pro fessor ging hun nu leren, dat ze voor hun eten moesten werken en op moes ten houden met dat ondeugend gegap. HU bouwde een soort „werkmachine" waarin de speelmunten lagen. Wilden de apen nu een munt hebben voor de automaat, dan moesten ze eerst een ge wicht van 8 kilo opheffen en pas als ze dat verplaatst hadden, konden zU een inwerpmunt bemachtigen. Wat bleek nu? Dat sommige apen erg verkwistend waren en terstond elke munt, die zU konden bemachtigen, omzetten in sinaas appelen. Andere echter waren spaar zaam en legden wat terzijde. Een oud mannetje b.v. zwoegde zich af om wat munten machtig te worden en dan liep hij naar de automaat en gaf meteen tot zUn laatste penning uit. Blma echter wist van sparen. Soms had ze heel wat sinaasappels te goed. Maar als ze vond, dat 't welletjes was met 't sparen van munten, dan hield ze een dag „vakan tie" met dat zware gewicht en dan had haar buikje een ware feestdag. HOE DE IROKEZEN BOMEN VELDEN ZU woonden in de streek, waar nu New York ligt. Temidden van grote wouden lagen hun dorpen. In die uitge- DE £Chte, PIJNSTILLER Schouderpijn... maar ook andere plagende pijnen raakt u prompt kwijt met WITTE KRUIS. Tabletten, poeders of cachets! WITTE KRUIS (Advertentie) strekte bossen vonden deze Indianen vruchten om te eten en allerlei planten, waaruit ze hun medicUnen bereidden. Hout was er 'n overvloed, om hun hui zen en boten te bouwen, korven, vaat werk en allerlei andere gebruiksvoor werpen van te maken. ZU waren ook landbouwers. Maar wilden zij akkers aanleggen, dan moesten zU eerst grote stukken bos kappen. Dat was zwaar werk, want hun gereedschappen waren zeer primitief. IJzer en staal leerden zij n.l. pas na 1600 kennen. Om één boom te vellen, kwamen er plm. 100 mennen, vrouwen en kindoren aan te pas. Dagen van te voren was de boom al ontschorst want als de stam uitgedroogd was, ging 't vellen makke lijker. Hoe ging nu dat vellen? Een Jongen ging thuis vuur halen (geen lucifers!) Met behulp daarvan werd met droog hout een vuurtje aan gelegd rond de stam. Was deze vol doende ingebrand (ringen van leem be letten 't vuur te hoog te komen) dan sloegen de mannen met hun stenen WJ- len de verbrande buitenzUde los. tot ze op 't blanke hout kwamen. Dan werd er weer een nieuw vuurtje aangelegd en vervolgens was 't woord weer aan de bUl. Zo ging men door, tot de woudreus eindeUJk bezweek. Tegenwoordig gaat 't een beetje anders en een beetje vlug' ger! teken ten goede, lezing. 19.45 Nws. 20.00 SUS-actie. 21.00 Gram. 21.05 U bent toch ook van de partij?, lezing. 21.15 Gram. 21.40 de fatale zeven da gen, hoorsp. 22.20 Gram. 22.25 Boek- bespr. 22.30 Nws. 22.40 Avondgebed. 22.55 Muzikale lezing. 23.55-24.00 Nws. TELEVISIEPROGRAMMA'S KRO: 10.15 Hoogmis. AVRO, KRO VARA en VPRO: 19.00 Olympische Winterspelen. VARA: 20.00 Toeristi sche documentaire. 20.15 Filmvenster. 20.40 Filmprogr. 21.15 Cabaret. AVRO, KRO. VARA cn VPRO: 22.00 Sportact. VATIKAANSE RADIO (31.10 m; 41.21 m; 48.47 m; 196 m.) 22.15 uur Paulus' loflied op de Liefde. MAANDAG HILVERSUM I. 402 M. 7.00-24.00 AVRO. 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Lichte muz. 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.1C De groenteman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 11.00 Gram. 11.45 Voordr. 12.00 Milit. muz. 12.30 Land en tuinb. meded. 12.33 V. h. platte land. 12.43 Lichte muz. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Promo- nade-ork. en solist. 13.55 Beursber. 14.00 Sopr. en piano. 14.30 Gram. 14.40 Voordr. en muz 15.05 Gram 15.55 Altviool en piano. 16.20 Metropole- ork. 17.00 V. d. padvinders. 17.15 Gram. 17.50 Milit. comm. 18.00 Nws. 18.15 Polit. praatje. 18.25 Lichte muz. 18.55 Kamermuz. 19.30 Muzik. lezing. 19.45 V. d. jeugd. 20.00 Nws. 20.05 De Radloscoop. 22.30 Nws. en beurs ber. v. New York. 22.40 Journ. 22.50 Progr. voor alle weggebruikers. 23.20 Mti2ik. lezing. Z^.55-24.00 Nws. HILVERSUM II. 298 M. 7.00-24.00 NCRV. 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Gram. 7.30 Een woord voor de dag. 7.40 Gewyd. muz. 8.00 Nws. 8.15 Radio krant. 8.35 Gram. 9.00 V. d. zieken. 9.30 Gram. 9.40 V. d. vrouw. 10.15 Theologische etherleergang. 11.00 Gram. 11.20 Familiecompetitie. 12.00 Gram. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Meisjeskoor en instr. kwint. 12.53 Zo leeft en werkt Suriname, praatje. 13.00 Nws. 13.15 15 Jaar geleden, praatje. 13.20 Lichte muz. 13.50 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Ge- var. progr. 15.50 Gram. 16.00 BUbel- overdenking. 16.30 Kamermuz. 17.00 V. d. kleuters. 17.15 V. d. jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Rc- geringsuitz.: Suriname, een beknopte uitgave van de wereld, door J. H. Adhin. 18.00 Orgelconc. 18.30 Gram. 18.50 Openbaar kunstbezit, lezing. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Musette-ens. en sol. 20.15 Gevar. progr. 21.30 Pisno- recital. 22.00 Parlem. comm. 22.15 Gram. 22.30 Nws. 22.40 Gram. 22.45 Avondoverd. 23.00 Kamermuz. 23.30 Gram. 23.55-24.00 Nws. TELEVISIEPROGRAMMA'S NTS: 20.00 Filmdocumentaire. 20.30 Drie musicals. 20.40-22.00 Trektocht met een vreemde, TV-spel. GRAMMOFOONPLATEN (Over de 4e lijn) van 18-20 uur I. Felix Mendelssohn Bartholdy: Ouverture Midzomernachtsdroom op. 21. II. Frédéric Chopin: Concert voor piano en orkest nr. 2 in f. kl. t. op. 21. III. Robert Schumann: Symphonie nr. 1 in bes gr. t. op. 38 (Frühlings- sinfonie). TV. Franz Liszt: 1. Les Préludes (Symphonlsch Gedicht nr. 3); 2. Con cert voor piano en orkest nr. 2 in a gr. t. VATIKAANSE RADIO (31.10 m; 41.21 m; 48.47 m; 196 m.) 22.15 uur Pauselijke missie-in tentie voor maart: dat het gezinsle ven in Afrika diep doordrongen mo ge worden van christelijke beginse len. Aetherklanken ZONDAG HILVERSUM I. 402 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 11.45 VPRO. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO 17.30 VARA. 20.00-24.00 AVRO. 8.00 Nws. 8.18 Gevar progr. 9.45 Geestelijk leven, toespraak. 10.00 V. d. jeugd. 10.30 Evangelisch Lutherse Kerd. 11.30 Vragenbeantw. 11.45 Ber. uit de kerken. 12.00 Lichte muz. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Gram. 13.00 Nws. en SOS-ber. 13.07 De toestand in de wereld, lezing. 13.17 Meded. of gram. 13.20 Gevar. progr. v. d. sold. 14.00 Boekbespr. 14.30 Residenti^-ork. en solist. (I. d. pauze ±15.10-15.30 To- neelbeschöuwing) 16.10 Gram. 16.30 Sportrevue. 17.00 Gesprekken met luisteraars. 17.15 Wereld geestelijk gezondsheidsjaaj-, lezing. 17.30 Soeb- kad uit de pot, hoorsp. v. d. jeugd. 17.50 Nws., sportuitsl. en sportjoum. 18.30 Zlgeunerork. 18.55 Journalisten- forum. 10.30 Cabaret. 20.00 Nws. 20.05 Muzikale biografie. 20.50 Anna Karenina, hoorsp. 21.35 Licht progr. 22.00 Hij en zij in Spanje. 22.40 Gram. 23.10 Sportuitslagen. 23.15 New York calling. 23.20 Nieuwe Franse gram. 23.55-24.00 Nws. HILVERSUM II. 298 M. 8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45-24.00 KRO. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Orgel conc. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Ge wijde muz. 9.30 Nws. 9.45 Gram. 9.55 Plechtige hoogmis. 11.30 Utrechts Stedel. ork. en soliste. 12.15 Actuele geloofsproblemen, lezing. 12.30 Lich te muz. 12.55 Act. 13.00 Nws. 13.05 De hand aah de ploeg, lezing. 13.10 De Wadders, hoorsp. 13.30 Gram. 14.00 V. d. jeugd. 14.30 Instr. kwint. 15.05 Gram. 15.15 Dubbel kwart. 15.30 Mu zikale lezing. 16.00 Sport. 10.30 De Profeet van de nabijheid Gods, le zing. 17.00 Blijf zitten waar Jo zit, radio drive-in voor jonge mensen. 17.15 Jeugdvesper. 17.45 Mensen, le zing. 18.00 Het geladen schip, lezin gen. 18.30 De kerk aan het werk, Ie- zing. 18.40 Wl© oren heeft, hore, le zing. 19.00 Nws. uit de kerken. 19.05 Samenzang. 19.30 Doe aan mij een De Bisamrat: gevaarlijke onschuld Er was laatst een muis gesignaleerd in huis: een dikke, aartsvaderlUkc, grUze muls, kalm van ma nieren en uiterst geslepen. Hij liet zich niet verlok ken door de kaas, die. op de val lag te lonken on waande zich meester over de (gevaarlUke) situatie. Die Waan is hem noodlot tig geworden want hij stierf onder een wasplank. Eenmaal dood, leek het een heel klein, onschuldig beestje en, eerlUk gezegd, van ons mogen alle mui zen voortaan wel blijven rondknagen. Maar niet die „grote muizen", de Bisam- of Muskusratten, die een be dreiging zyn voor heel Nedefland-onder-de-water spiegel. Op het eerste ge zicht lUken ook die maar ongevaarlUke wezentjes: Een volwassen exemplaar meet van de punt van zijd snuit tot de punt van zijn gladde palingstaart hoog uit zestig centimeter cn zwaarder dan drie pond weegt het gewoonlUk niet. Bovendien voedt de Bi samrat zich met niets dan water- én moerösplanten, waar niets aan verloren ls. Maar hU kan het graven niet laten. In welke dam ol dUk of slootkant ook, graaft hij te beginnen onder de waterspiegel een gang; eerst horizon taal, later schuin naar bo ven. Aan het eind daar van maakt hij een nest- holte, waarvandaan hij weer gangen delft naar het water. Soms maakt hU verschillende soortgolUku gangenstelsels boven el kaar, waardoor hU, bU welke waterstand ook. hoog en droog kan blUven zitten. In de winter heeft de Bisamrat een winternest, dat bestaat uit een drij vende voorraadkamer. Het bastion is gebouwd van waterplanten en heeft een den in de modder. Daar door blijft de voedsel voorraad ook by sneeuw en Us nog bereikbaar. De Bisamrat is inheems in een gebied van Canada tot Midden-Amerika. Eerst enkele tientallen jaren go- leden werden ze in Euro pa geïmporteerd om ze te fokken terwille van hun pels. In 1930 Werd hun dreiging al zo klaarblU- kelijk, dat er een „Mus- kusrattenwet" werd uitge vaardigd, waarbU het ver boden is, muskusratten te houden, waarbij ieder een verplicht gesteld werd, de aanwezigheid van de dieren aan te geven en waarbU ten slotte vijf gul den Werd Uitgeloofd voor elke bisamrat, die op Ne derlands grondgebied werd gevangen. Die beloning is nog steeds van kracht en er is al heel wat geld uitge keerd aan mensen, die een rat kwamen inleveren bU do politie. Stel U voor wat er zou gebeuren, als die sullige wroeters vaste voet zouden zetten op de Hollandse en Zeeuwse dij ken. Daarom ook zijn de Ne derlandse grenzen voor- De eerste ratten werden gevangen op een gemid delde afstand van 25 tot 30 kilometer van de grens. Dlc afstand is nu al terug gebracht op ongeveer 2.5 kilometer. Sinds 1042 zUn in Ne derland meer dan zesdui zend muskusratten on- schadelUk gemaakt. Tot en mot 1946 waren het er 23, daarna liep het auntul snel omhoog: 74 in 1047; 164 in 1948 en 537 in 1949. De top werd bereikt in 1953, toen 820 ratten wer den verschalkt. De terug gang die toen optrad!, dankt men aan het feit, dat ook België do muskus rat is gaan vervolgen. Ook daar is het kweken van de dieren bU de wet ver boden en worden de wil de ratten van overheids wege bestreden, Onlangs is ook ln Frankrijk een bestrijdingsdienst opge richt; aanleiding hiertoe was de toenemende schade aan dUken, kanalen, spoor wegen en landlanen en de aandrang van -Bel gische zUde. Men hoopt te kunnen voorkomen, dat do Franse populatie con tact krijgt met de Bel gische: dat zou bloedvcr- versing betekenen, met als gevolg een explosieve vermeerdering. Duitsland, dat de ratten uit Tsjocho- Slowakije heeft binnen gekregen. bestrijdt ze al veel langer, zelfs langer dan Nederland. De bestrij ding is nu internationaal georganiseerd: de ver schillende landen houden via het EPPO contact en wisselen voortdurend ge gevens uit. Merkwaardig ls. dat een veel grotere graver; de beverrot die wel vijf tien tot twintig pond kan wegen - overal onge moeid wordt gelaten. Dit dier Is echter niet gevaar lijk. Het heeft n.l. do ge woonte, slechts één gang te graven naar zijn nest plaats en bovendien komt het maar sporadisch voor, voorzover bekend in Ne derland thans ln tweo ge bieden. Deze soort stamt uit tropisch en sub-tro pisch Zuid-Amerlkn en weet zich in onze stroken amper te handhaven, Bij strenge vorst gaan deze ratten grotendeels ten on der. Hu JtmiiH tmtïQMmiÊMtkm- /iUirfith/iomp' j/irM/ittUmim 'linintit mnxnt kilmman- mtii spetenJUrni dm mintlx bruin! f m/rnifmUocrd' tB Pil

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 9