OORDEEL VAN EEN GARDESOLDAAT HET PUBLIEK PORDE MIJ IN DE RIBBEN, MAAR IK GAF GEEN TEKEN VAN LEVEN Op je tellen passen is bijzonder moeilijk Amerikaanse toeristen zijn veel lastiger dan aardige meisjes en Londense bengels I Deze „grote mond" zal ik nooit vergeten! IJet is 'n merkwaardig gevoel - ver- zekerde een oud-gardesoldaat als je de rol van toeschouwer ver wisselt voor die van bezienswaar digheid. Maar als je op wacht staat voor een koninklijk paleis of een regeringsgebouw, merk je ook, hoe wonderlijk het publiek is. /"^ktober 1959 was een gedenkwaardige maand in de geschiedenis der Engelse garderegimenten. Zij leden toen namelijk een gevoelige nederlaag in de strijd tegen de toeristen. De schildwachten bij Bucking ham-Palace moesten zich op last van het Ministerie van Oorlog terugtrekken binnen de paleishekken. Die tactische terugtocht was nodig geworden, omdat de schildwach ten teveel last en hinder ondervonden van de toeristen. Het was geen zeldzaamheid meer, als zij tot mikpunten werden van grove opmerkingen, ja, zelfs va:o bananen schillen en ijsjes. Terug te „schieten" was streng verboden. De consequentie was, dat de wacht zich moest terugtrekken binnen de paleishekken. Behalve voor Buckingham Palace staan er ook voor andere gebouwen garde-schild wachten. Zij ontvingen tot dusver geen be vel tot „tactische terugtocht". Om aan de weet te komen, wat er in zo'n schildwacht omgaat en welke ervaringen hij opdoet met toeristen en andere toeschouwers hebben wij een gesprek gevoerd met een oud-gar desoldaat. Wij geven hem nu het woord. Alles moet tot in de puntjes verzorgd zijn. Betovering. •Toen ik de leeftijd had bereikt om in dienst te gaan, werd ik ingedeeld bij een garde-regiment. Dat vond ik een bofje, want mijn vader zei, dat het ner gens beter dienen was dan bij de garde. Ik leerde heel veeL Ik ging de geschiedenis en de tradities van mijn land beter ken nen en begrijpen. Ik kreeg begrip voor de zin van parades en ander officieel vertoon. Geen wonder overigens, want ik heb heel wat keren op wacht gestaan bij drie ko ninklijke paleizen en bij de Tower of Lon den. Maar wat toch wel de meeste indruk op mij maakte, dat was het gedrag van het publiek. Al heb je maar een paar uur wacht gelopen, dan weet je daaromtrent al veel. Dagjesmensen en toevallige voor bijgangers, leden van op reis zijnde voet balclubs, toeristen in autobussen en bui tenlanders hebben allen gemeen, dat ze op een kolbak en een rode tuniek afkomen als vliegen op een suikerklontje. Het komt mij voor, dat de toverwerking van een garde-schildwacht voornamelijk schuilt in zijn roerloosheid en volstrekte zwijgzaamheid. Alleen zijn ogen bewegen soms heel even. En het publiek ziet die ogen niet eens, omdat ze schuil gaan onder een beremuts. Zo'n harig hoofddeksel kost maar liefst tachtig gulden. Om er drie te maken, moeten twee grote grizzly-beren hun leven en hun pels offeren. Maar u vroeg naar het publiek Nu, eerlijk gezegd vond ik het in het be gin wel eens vervelend om zo aangegaapt te worden. Ik ben immers geen wereld wonder of monster! En beroemd of berucht ben ik helemaal niet. Een doodgewone sol daat. Als die honderden mensen het nu nog maar bij kijken lieten, och, dan zou het wel gaan. Maar de nieuwsgierigsten komen doodrustig naar je toe om je eens te kussen, in je arm te knijpen of in je ribben te porren. En dan komen de vragen. „Leeft die man nou heus?" „Is hij weggelopen uit een museum?" „Zou hij ademen?" „Kan hij lachen?" Met een stalen gezicht moest ik al die opmerkingen en vragen aanhoren. U begrijpt, dat de verleiding om te grinniken zo nu en dan groot was. Maar het consigne luidde: Wat er ook ge beurt, wat er ook gezegd wordt, je ge zicht niet vertrekken. En een garde-sol daat op post mag onder geen beding ant woord geven op de vragen, die op hem worden afgevuurd. Maar het is heel moei lijk, weet u, om niets terug te zeggen, om niet van je af te bijten. De meisjes vooraL.hebben er vaak een handje van om te willen weten wat er ge beurt, als ze je in de weg lopen. Het spijt me, dames (denk je dan), maar ik moet jullie heus opzij duwen. Natuurlijk ge- jruik je dan niet meer kracht dan strikt nodig is om de weg vrij te maken. De Amerikanen. De toeristen hebben zo hun eigen middel tjes om een gardesoldaat-op-post aan het praten te krijgen (menen zij). Ze zijn heel wat hardnekkiger dan de Londe- naars. Mijn stadgenoten weten wel, dat het toch niet lukt, maar die vreemdelingen weten dat niet. Het hardnekkigst, het vasthoudendst, het lastigst' zijn de Amerikanen, die als toe risten Londen „doen". Niet alleen de da mes, ook de mannen stellen er blijkbaar een eer in om te bewijzen, dat zo'n schild wacht heus menselijk en best aan het pra ten te krijgen is. Ze proberen dit te berei ken door zelf veel en snel te spreken. Dan bieden ze sigaretten en allerhand lekker nijen aan. Zij maken foto's van je met hun peperdure camera's. Aan welk adres vragen zij daarna mag ik u een af- drukje van uw portret sturen? Soms is het werkelijk moeilijk om niet te zwich ten voor die Amerikaanse nieuwsgierig heid, die heel wat groter is dan die van de Londense jonge meisjes en kleine ben gels. Batterijen camera's worden op je gericht. „Even glimlachen, alstublieft?" „Wat opgewekt kijken!" Zo gaat het aan een stuk door. DE LEIDSE COURANT Als we de wacht betrokken voor Buckingham Palace, waren we steeds met zijn tweeën.... maar praten deden we niet. We wisselden zelfs geen blik. Met de nauwgezetheid van een uurwerk liepen wij ons korte traject. Als één man, vol maakt in de pas. De oudste schildwacht gaf het teken om te beginnen, een kolf- stoot op de grond, en dan om te eindigen, een opgestoken vinger. In het tijdsverloop tussen beide seintjes voerden wij al onze bewegingen model uit. En dat kon, om dat ieder van ons in stilte de passen telde. Tal van Londense straatjongens kenden blijkbaar ons geheim van in stilte tellen. Als kleine kwelgeesten begonnen zij óók te tellen, maar dan luid! Daar zij sneller of langzamer telden dan wij, was het een ware heksentoer om niet in de war te ra ken. Als je dat een paar maal hebt meege maakt, weet je, hoe moeilijk het kan zijn, echt op je tellen te moeten passen! Opleiding. Is het leven moeilijk voor een garde soldaat?, vroegen wij. Nu ja, moeilijk, och nee, dat niet. Wel is de opleiding zwaar. Ik was twaalf weken in Caterham, negen weken in Pirbright en moest toen nog twee weken zware oefeningen meemaken op de heidevelden van Yorkshire. Dat was allemaal zwaar en hard werken! Als ik al leen maar denk aan de sergeant-majoor, die ons africhtte. Wat had die onderoffi cier een stemgeluid en wat kon hij zijn mond wijd open doen! Ik zie hem nog voor me, ja, zijn beeld vergeet ik mijn leven niet meer. Mijn laarzen hebben even als ik die opleidingsproeven goed door staan. Ik droeg ze gedurende mijn gehele garde-scholing en ze deden dienst tijdens de plechtigheden op de kroningsdag. Toen Een garde-soldaat op wacht moet roerloos staan en geen spier van zijn gezicht ver trekken, welke vragen men hem ook stelt en welke opmerkingen men ook maakt. Lachende meisjes aan de overkant en een Amerikaans jongetje met z'n moeder aan schouwen deze „bezienswaardigheid". liep ik op één dag twintig kilometer. Moei lijk, vroeg U? We liepen oefenmarsen van veertien, twintig en achtentwintig ki lometer. Dat is geen peuleschilletje. Maar mijn laarzen zijn nóg prima. Als ik er goed op poets, glimmen ze dat het een lust is. Ja, we deden veel aan ons uiterlijk, De avond vóór ik garde-dienst deed in het openbaar, was ik 2V2 uur bezig om al mijn spulletjes piekfijn in orde te maken. En mijn kameraden van de Bereden Garde deden er nog langer over! Neem nu alleen mijn beremuts. Ik had tien minuten no dig om hem te trimmen. Hoe? Ik dom pelde hem in een emmer koud water. Dan opkammen, borstelen en in het voorge schreven model kneden. Als er parade was, zagen wij, beremuts-soldaten, er uit als loden soldaatje. Om die indruk te kun nen wekken, moest iedere kolbak-drager een flinke hoeveelheid werk verzetten. Zwaar? Och ja, maar toch ook erg aar dig. De diensttijd ligt nu alweer achter mij, maar ik zal er steeds met vreugde aan terugdenken. Niet omdat ik zoveel bekijks had, doch omdat ik in dienst het nodige opstak en er veel vriendschap on dervond. (Copyright Daily Mail Leidse Courant). Als de Bereden Garde optrekt, is er steeds belangstelling voor de fraaie, kleurige en boeiende vertoning.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 4