KERSTQROEP DE ARRE5LEDE Het Narregilde hield een optocht Het w/apengeheim van Australië OOK DE fis aan mode onderhevig... j Een brokje romantiek in kersttijd ZATERDAG 19 DECEMBER 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA „Er zijn moderne mensen, die het niet prettig vinden om de kerstgroep in de traditionele stijl een plaatsje in hun kamer te geven en daarom brengen wij ook kerstgroepen, die natuurlijk volkomen verantwoord, door kunstenaars speciaal werden ontworpen om deze mensen tevreden te stellen." Dat vertelt ona een van de fir manten van een beeldenfabriek In de ateliers staan we aan de wieg van tientallen kerstgroepen, die hier in verschillende stijlen worden ge maakt. Verreweg de meeste worden vervaar digd in de klassieke stijl. We kennen ze wel, de kleurrijke natuurlijke beel den, die in groepsverband het groot ste gebeuren aller tijden uitbeelden. In gelatine vormen HET MAKEN van de vormen voor de beeldjes, die in serie gegoten wor den, is een kunst apart. Zo'n vorm bestaat meestal uit een paar delen, die keurig in elkaar sluiten. In een wand van gelatine is de beeldvorm uitgespaard. Door een gat wordt de als water vloeibare gips naar binnen gegoten. Door schudden, stoten en gieten in gedeelten wordt ervoor ge zorgd, dat er geen luchtbellen in de vorm blijven, waardoor het beeld ver minkt of de kwaliteit geschaad zou worden. Is het gips stijf, dan wordt de vorm er heel voorzichtig afgehaald en daar staat dan het beeldje; een herder, een schaapje, een der drie koningen of welk ander onderdeel van de kerst groep ook. IN de droogkamer worden de beeld jes gedroogd om daarna onder de handen te komen van een van de kun stenaars, die ze schilderen. Dat schil deren is een uiterst precies werkje en vergt naast vakbekwaamheid een vaste hand en estetisch gevoel. Zelfs bij de kleinste- beeldjes moet zorg worden besteed aan de details, wil men een goed produkt kunnen presenteren. Met uiterste nauwkeurig heid worden de beeldjes tot volle wasdom gebracht Onbreekbaar! DE FIRMANT vertelt ons, dat gips het nadeel heeft om bij stoten of val len te breken of te schilferen. In de loop der jaren heeft dit bedrijf ge tracht hier een oplossing voor te vin den en dat is gelukt. In samenwer king met een chemisch laboratorium is een recept gecreëerd van gips, ver mengd met kunststof, waardoor het materiaal na het gieten droogt met een hardheid, die verbluffend is. Met een achteloos gebaar wierp onze gast heer een paar figuren op de stenen vloer en er gebeurde niets. Dit mate riaal is werkelijk keihard en daardoor de ideale grondstof voor het vervaar digen van beeldjes. De wensen van het publiek zijn velen ook waar het om kerstgroepen gaat, dat blijkt duidelijk uit alles wat de firmant ons weet te ver tellen. De meeste mensen willen nog altijd de kerststal in klassieke stijl en hiervan worden er ook de meeste gefabriceerd. Maar toch is binnen dit kader ook weer verschil, want er wor den groepen gemaakt, waarvan de beelden een hoogte van omstreeks dertig centimeter hebben en die dus een flinke ruimte nodig hebben om uit te komen, maar ook groepen, waarvan de beeldgrootte aanmerke lijk kleiner is, kortom we zien ze in ve le formaten. De grote beelden kosten natuurlijk veel geld, doch zulke groe- De kunstenaar schildert de beeldjes. Nu is zoiets natuurlijk een moeilijk punt. Men heeft daartoe prominente kunstenaars aangezocht, om te trach ten een dergelijke groep te ontwer pen en zie, het heeft tot interessante resultaten geleid. Natuurlijk bleek niet alles bruikbaar, maar een kunstena res ontwierp een groep, die eigen lijk voortvloeit uit de klassieke stijl, doch waar de modernisering gevon den werd in de vorm der beelden, die niet helemaal glad zijn afgewerkt, en tevens in de beschildering, die in zachte pasteltinten niet glimmend, doch mat werd uitgevoerd. Het resul taat is voortreffelijk. Wij hebben deze groep werkelijk met bewondering staan bekijken. In vele moderne in terieurs zal zij het zeker doen, terwijl zij toch volkomen verantwoord is. Iets verder is een andere kunstenaar gegaan, die een groep ontwierp, die wel geheel van de klassieke vorm af wijkt. De beeldjes zijn hier uitgevoerd in een soort terra cotta, dus ze zijn niet beschilderd, terwijl de lynen glad en zacht vloeiend zijn. Van deze stijl gaat iets zachts en teers uit Het op vallende is, dat hier naast de belang rijkste figuren zoals het kindeke in de kribbe. Jozef en Maria alle andere fi guren ontbreken, doch vervangen zijn door een paar kleine meisjes in lan ge jurken, die musiceren, terwjjl in- plaats van de schaapjes enkele haasjes en konijntjes de dieren vertegenwoor digen. Het is een merkwaardige groep, maar zo stijlvol en lief, dat velen deze graag in hun kamer willen plaatsen. Ook deze „stal" zal het voortreffelijk doen in een modern interieur. Het is zoals de firmant opmerkte: „Een kerstgroep koopt men voor vele, vele jaren en deze dient met zorg en overleg gekozen te worden, zodat de groep elk jaar opnieuw weer een lust is voor hen die er naar zullen kijken." pen worden meestal aangekocht door verenigingen of scholen. De kleinere komen in de huiskamers en ook hier in zijn verschillende formaten en uitvoeringen. Moderner uitbeelding VOORAL de laatste jaren bleek er behoefte te bestaan aan stallen in wat moderner sfeer. Er zijn nu een maal mensen, die hun woongelegen heid correct in stijl opbouwen en met Kerstmis past daarin geen enkel or nament in klassieke stijl. Dat is erg jammer, want we weten het allen, van zo'n kerstgroep gaat iets uit. Het is meer dan een illustratie, het is een onderstreping van het heerlijke kerst gebeuren. Hierdoor ontstond er be hoefte aan kerstgroepen in vormen, die aangepast waren aan onze moder ne tijd. en Huygens nog van niets anders, ook de Almanak voor Hollandse Blij- geestigen uit 1846 noemt hem nog bij die naam. Aangenomen wordt dat de N van Nar langzamerhand is overgenomen door het voorafgaand lidwoord DE, zodat het aldus ontsta ne woord „deN arreslee" werd. In de latere literatuur komen we de ar nog bellenrinkelend en pluim- zwaaiend tegen in het bekende ge dicht „De ar" van Jacobus van Looy. Mogen de ontmoetingen met da ar hiermede in de letterkunde vrijwel beëindigd zijn, bij haar kleine zusje de journalistiek, komen we haar daarna nog vaak tegen. Berichten uit 1853 vertellen van een sprook jesachtige optocht door besneeuwd Amsterdam, waar veertig arren, met flambouwen verlicht, als de hofhou ding van koning Winter over de stra ten gleden. De eerste slede bevatte een aantal hoornblazers, die voor de huizen der diverse notabelen een serenade brach ten Drie uren lang kon de hoofdstad zich in dit feeërieke toneel tje verlustigen. Trok dit evenement veel bekijks, nog groter bleek de belangstelling voor het groots concours op de 1250 m lange baan, welke men in 1885 achter het Rijksmuseum had uitge zet. Ook de bekende barre winter van '90 wist talrijke kijkers naar en beoefenaars van de edele arren- rijderij te mobiliseren. Het einde. ENIGE JAREN DAARNA echter bleek, dat deze laatste gebeurtenis tevens wel als de laatste grote ople ving van de arresleesport moest wor den beschouwd. Er verschenen adver tenties in de krant, waarin de pronk stukken van weleer voor een zacht prijsje te koop werden aangeboden. De staldeur' n gingen achter haar dichtde museumdeuren voor haar open. Zo verwierf het Rijksmu seum een van de mooiste sleden, wel ke ons land waarschijnlijk gekend heeft, een hoogtepunt uit de Roco- co-periode met sierlijke beschilderde kuip, afgezet met een kunstig ge schulpte rand en als bekroning voor op een bijna levensgrote vrouwe figuur, terwijl de stichting Stads- ontspanning in Utrecht op een vei ling met moeite nog een bijzonder fraai exemplaar wist te bemach tigen Het zij terloops vermeld dat deze veiling plaats vond op een van de warmste dagen van de warme zomer van dit jaar Het is nu vrijwel gedaan met het De rococotijd doet zijn Intrede (18de eeuw). Een prachtige arreslee nit die dagen, bewaard gebleven in het Rijks museum. „Belslidejeye met Frijske Hynder" en met de „Tikkerwedstrijden,, in Noord Holland. Het is gedaan met het „Car rouselrijden" (het maken van fraaie figuren op het ijs met arren) De vurige paarden met hun „klokken spel" van soms wel 40 bellen en hun met rijk koperwerk versierde oog kleppen, hun pluimen en koket ijs- mutsje het is haast allemaal verle den tijd geworden. Wederom staat een brokje romantiek op het punt voorgoed van het toneel te verdwijnen. De nog in gebruik zijnde arresleden zijn nog maar uiterst schaars gezaaid, en het aantal keren dat we ze nog kunnen bewonderen, is hiermede evenredig. Daarom, als het nog eens hard gevroren heeft en als er nog eens een witte Kerst komt, beide in die mate dat zelfs de moderne tech nische middelen even voor een ge dwongen non-actief zijn geplaatst, kijkt u dan ijverig uit naar dat unieke verschijnsel in ons landschap: de arresleevoor het te laat is. H. du VIEUX RHIN. Een enigszins moderne groep in matte pasteltinten. HOEWEL in onze tijd de romantiek bepaald geen grote plaats meer vermag in te nemen, is het een opmerkelijk feit dat omstreeks de kerstdagen zelfs de meest ongevoelige, zakelijke geest zich met enige weemoed kan over geven aan speculaties omtrent een witte kerst. En hoewel een witte kerst helaas nog maar sporadisch sehijnt voor te komen en de weinige sneeuw die er onverhoopt mocht vallen flings dankzij de hulpmiddelen der moderne techniek wordt verwijderd, tochhebt u tegenwoordig nog wel eens kans om op een stille landweg dat summum van midwinterromatiek te ont moeten: de arreslee. Hoe komen we eigenlijk aan dat typische woord „arreslee"? soort houten bed op lange ski-achtige schaatsen. Echter zodra z^n we in de Gouden Eeuw aangekomen of we lezen al in berichten uit die tijd over het gevaar dat de voetgangers in Amsterdam lopen (toen des ook al) tengevolge van het groot aantal rond- rossende arresleden! In 1640 verbo den „Mijne Heren van den Gerechte" ieder arreslee-verkeer, ingaande een half uur na het luiden van de poort klok Voldeed men niet aan deze eis, dan volgde een boete van 25 gulden (een kapitaal in die dagen). De paarden moesten terstond worden afgespannen en bleven verbeurd tot de boete was betaald.,. Het vervaardigen van een ar gaf in die dagen vele mensen brood: wage- makers, smeden, stoffeerders, hout snijders, schilders en kopergieters le verden allen hun aandeel. Prachtige arren zijn uit deze tijd bewaard ge bleven, vaak met een bak in de vorm van een adelaar of zwaan. DE ROCOCOTIJD UITERAARD drukte de 18de eeuwse Rococo haar sierlijk stempel op de vorm der ar. De rijke kooplieden uit die tijd gaven er handen vol geld voor uit om hun ranke arresleden in kostbare uitmonstering en elegante zwier die van hun collega's te doen overtreffen. Als de Amsterdamse grachten een maal een dik genoeg paarden-ijs had den, wemelde het er van de meest gracieuse equipages, die de Pruiken- SNUFFELEND in oude schrifturen vinden we, dat de naam stamt van de optochten met sleden, die vroeger door de Narregilden werden gehou den, waarbij de feestende gilde- broeders niet alleen zichzelf, maar ook hun paarden met belletjes hadden versierd. Het woord Narreslee was hiermee geboren, welke Narreslee zijn N later moest prijsgeven, zodat het begrip arreslee ontstond. Reeds op oude prenten uit de 16e eeuw treffen we voorlopers van de arreslee aan. Een eigen vorm heeft hij dan nog niet: de maker monteert een Do arreslee krijgt vorm, de „n" ver dwijnt (Gouden eeuw). t«d kon opbrengen. Overal vond men dit beeld toen terug, met name in Friesland. En als eenmaal de zee in het noorden begon dicht te vriezen, vonden er zo snel dit maar moge lijk was harddraverijen met de arren op het ijs plaats. De traditionele prijs bij zulke draverijen was de Gou den Zweep, terwijl de tweede prijs (de „premie") bestond uit een kun stig bewerkt paardehoofdstel, wat in die tijd bepaald niet alleen „aan de muur" kwam te hangen. Kostelijk van uitvoering zijn ook de tuigen, welke bij de sleden werden gebruikt. Staaltjes van de meest kunstzinnige leerbewerking vormen geen uitzondering, integendeel, een ieder stelde er prijs op dat dit onder deel in de uitmonstering aan de hoogste eisen voldeed. Het eigen prestige kwam hierbij duidelijk aan de orde! 1846-1900 VOOR EEN IEDER, die het maar een beetje doen kon, was de arreslee een der belangrijkste vermogensbestand delen. Merkwaardig is, dat we in ge dichten en schrifturen uit deze ja ren nog vaak de naam Narreslee te genkomen. Spraken Vondel, Bredero De eerste „Narreslede" bestond uit een soort bert op schaatsen (16de eeuw). Emoe en kangeroe kunnen niet achteruit lopen Als ieder officieel wapen heeft Ook dat van Australië schildhouders. De Australiërs kozen daarvoor twee dieren die typisch zijn voor hun land, te weten de kangaroe en de emoe. De kangaroe is, wij weten het allen, een echte „Spring-in-t'-veld", de emoe een loopvogel, dus een vogel die niet kan vliegen. Zelfs de meeste Australiërs denken, dat men die dieren koos, omdat zij zo geheel en al behoren bij hun land. Niettemin is deze gangbare opvatting een misvatting. Waarom? De wapenspreuk van het Australische Gemenebest is: „Advan ce Australia", dus „Australië Voor uit". De kangaroe en de emoe onder scheiden zich van de meeste andere dieren, doordat zij door de bouw van hun skelet niet in staat zyn, achter uit te lopen. Het is aan deze merkwaardigheid te danken, dat him de hoge eer te beurt viel, tot „wapendieren" te wor den gekozen, omdat zij een zeer goede „illustratie" zijn van de spreuk „Australië Vooruit". [V PfLT|S0,7^1 Als wapendieren is de Australiër erg gesteld op de kangaroe en de emoe, maar in ander opzicht is dit, vooral de 'laatste tijd. veel minder het geval. Sedert enige tijd maken de Australische boeren zich namelijk ernstige zorgen over de toename van het aantal kangaroes, die sommige delen des lands als het ware over stromen. Ook de emoestand neemt toe. In sommige delen van Zuid-Australië heeft men nog nooit zoveel emoe» gezien als dit jaar. Als U bedenkt, dat een emoe bijna zoveel eet als een paard, begrijpt U, dat de boeren allesbehalve opgetogen zijn over de bloei van de emoe-be- volxing. Teveel van het goede is niet goed en teveel wapendieren in het wild is evenmin goed heet het thans op het Australische platteland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 3