PARADIJS DER ZEELIEDEN NEDERLANDERS MISTEN HUN KANS OP HET EILANDJE SINT-HELENA werd Keizer Napoleon's eindpunt Vlas, vis, postzegels en tevreden mensen WOENSDAG 9 DECEMBER 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 6 waarvan tot voor kort alleen de Portugezen hadden geprofiteerd. Zo werd St. Helena in het begin der 17e eeuw een soort „niemandsland", dat tot geen enkel rijk behoorde en zijn na tuurlijke rijkdommen ter beschikking stelde van alle schepen, ongeacht hun vlag. DE NEDERLANDERS Het eiland behield de status van „niemands land" tot 1633. Toen arriveerde er een aantal Nederlandse schepen „Prins Willem", „Prin- cesse Emilia", „Hollandia", „Hoorn", „Rotter dam" en „Zutphen" op de rede en liet de ankers vallen. De energieke oud-gouverneur- generaal van Oostindië, Jacques Specx, besloot om eens en vooral een einde te maken aan alle onzekerheid. Daarom nam hij St. Helena for meel in bezit voor Nederland. Er werd een plechtige verklaring opgemaakt en deze werd vastgenageld aan een paal in het dal, dat tegen woordig James Valley heet. Het document be landde hoe, dat weet men niet later weer in Nederland en werd in de jaren dertig onzer eeuw teruggevonden in het Algemeen Rijks- archiéf in Den Haag. Wat hiervan zij, zeker is het, dat St. Helena door het optreden van Specx onder Nederlands gezag was geplaatst. Wat deden onze voorvaderen met St. Helena? Voorzover wij weten was het niet veel. Ons dijn geen namen bekend van mannen, die als bestuurders op het eiland hebben vertoefd. Jeeft er ooit een Nederlands garnizoen gele- jen? Voorzover wij konden nagaan, moet deze /raag ontkennend beantwoord worden. Wel kwamen onze schepen er vrij geregeld om vater en proviand in te nemen, doch van een eitelijke bezetting, laat staan van kolonisatie was geen sprake. Hoewel formeel Nederlands ;ebied bleef St Helena nog tientallen jaren na 633 „niemandsland". De geschiedenis van de .bewoning" van St. Helena begint pas in 1656/ ")7. Omstreeks die tijd nam de Engelse Oost-Indi- ;che Compagnie het eiland in bezit. In 1658 be sloten de heren in Londen om het eilandje te /ersterken en er een blijvende bezetting heen te brengen. De eerste Engelse gouverneur was John Dutton. Dutton was getrouwd met een Nederlands® vrouw. St. Helena was dus een Engels eiland ge- I worden. De Hollanders waren daar niet bijster tevreden over. En toen de Engelsen in 1672 de oorlog verklaarden aan onze Republiek, be sloten de leiders der Verenigde Oostindische Compagnie aan de Kaap eind november 1672 om St. Helena te veroveren. Een week vóór Kerst mis 1672 verschenen er drie Hollandse sche pen (de „Vrijheid"' de „Cattenburch" en de „Vliegende Swaen") voor de kust van St. Hele na. Na enige vergeefse landingspogingen slaag- den de Hollanders er in, vaste voet te krijgen op het eiland. De Engelsen boden weinig tegen stand. De vaderlandse driekleur woei boven St. Helena. Lang duurde dit evenwel niet. Slechts zes maanden waren zij er heer en meester. Toen kwamen de Engelsen met een tamelijk sterke strijdmacht en heroverden het f eiland. Sedertdien heeft nooit iemand meer ge- probeerd, St. Helena in handen te krijgen. Tot 1834 stond het eiland onder gezag van de En- gelse Oostindische Compagnie. In dat jaar ech- ter nam Engeland het eiland over en werd het een Engelse kolonie. Hadden de Nederlanders I in 1633maar ja, als „hadden" komt, is „hebben" te laat! Anders gezegd: De Nederlan- ders misten in 1633 hun kans op St. Helena. Rustig verliep het leven op St. Helena. Be halve burenruzies, moeilijkheden met de slaven en een enkele maal ook een benarde levens middelensituatie gebeurde er vrijwel niets op het eiland. De 18e eeuw verliep vredig. Toen Napoleon bezig was, Europa te veroveren, stoor de dat de rust op St. Helena niet. Het bleef kalm, eentonig, ja, bijkans vervelend op het eiland tot de 11de oktober 1815. Tot St. He- lena's Grote Dag! Op de 11de oktober 1815 bracht een klein oorlogsschip, de „Icarus", de tijding, dat over enige dagen Napoleon I, ex-keizer der Fransen, in de hoofdstad Jamestown zou arriveren en wel als banneling. Inderdaad, op 15 oktober bracht de „Northumberland" Napoleon op het eiland. Gedrang aan de kade, toen de keizer voet aan land zette. Opwinding onder alle standen der bevolking. Strenge bepalingen om iedere 1 ontsnappingspoging Elba lag de Engelse auto riteiten nog vers in het geheugen! van Napo leon onmogelijk te maken. Aanzienlijke verster king van het garnizoen. Gevolg: Levensmidde lentekorten en prijsstijgingen. De wildste ge ruchten omtrent Napoleon deden opgeld. Vol gens een van die geruchten at de keizer bij voorkeur kleine kinderen. Volgens een ander maakte hij in no time een schaap of 'n os soldaat (figuurlijk, wel te verstaan). De „dames van standing", die op het eiland woonden, kregen het heel druk met hun bezoeken en hun jurken, want met Napoleon waren er enige gravinnen en baronessen op het eiland komen wonen. Kortom, St. Helena stond op zijn kop. Napoleon kreeg het landhuis „Lon^gwood" toegewezen als verblijfplaats. Ver van zijn va derland, ver van huis, vrouw en kind sleet hij daar in grote eenzaamheid zijn laatste levensja ren. In 1821 sloot hij voor altijd de ogen. En de i rust keerde weer op St. Helena. Na Napoleon's dood was de rust weergekeerd op St. Helena. Zij werd sedertdien niet meer verstoord. De slavernij verdween. Het eiland was geruime tijd zelfs een ankerplaats voor de Engelse oorlogsschepen, die waren ingezet om de slavenschepen te bestrijden en op te bren gen. In de loop onzer eeuw werden er maatre gelen getroffen, die tot een grotere mate van autonomie leidden. De bevolking van het eiland is niet talrijk (een kleine 5000 zielen), maar daar het eiland arm is en weinig voortbrengt, althans te weinig, zag de Engelse regering zich genoodzaakt, jaar lijks enige miljoenen guldens aan St. Helena te schenken om het eiland „op peil" te houden. De gelden worden besteed voor huizenbouw, herbebossing, onderwijs en ziekenverpleging. Het vlas, dat op het eiland wordt verbouwd en de vis, die in de wateren bij St. Helena wordt gevangen, zijn niet voldoende voor de hand- having van een aanvaardbaar niveau. Behalve vis en vlas is er nog een uitvoerproduct, te we ten postzegels. Vrijwel iedere reiziger of toe rist, die St. Helena aandoet, koopt een of meer „complete series op enveloppe". Maar St. Helena moge niet rijk zijn, het moge „saai" zijn en wat eenzijdig, drie dingen bezit het, waar menig ander gebied jaloers op moet zijn: Een prachtige natuur, een heerlijk klimaat en tevreden mensen. Eenzaam en verlaten ligt in het zuide lijke deel van de Atlantische Oceaan het J, eiland Sint-Helena. Het is nog steeds een rustpunt in onze fel-bewogen wereld. In 1659 werd het opgenomen in het Britse rijk. Sedertdien zijn drie eeuwen ver- streken. Éénmaal slechts in die driehon derd jaar werd Sint-Helena werkelijk ge- raakt door het wereldgebeuren. Dat was, S toen Napoleon I er zich vestigde om zijn ,i laatste levensjaren in ballingschap door te brengen. piONIERS en koene zeevaarders, dat waren de Portugezen der vijftiende eeuw zonder twijfeL Zij zakten in gestadig tempo af langs de westkust van Afrika. Zij trotseerden de risi co's van het onbekende. En zij baanden en von den de zeeweg naar Azië. In 1487 bereikten zij Afrika's zuidpunt, die zij Kaap de Goede Hoop noemden. Bartolomeo Diaz was de eerste Euro pese gezagvoerder, die de Indische Oceaan be voer. De ontdekking van Kaap de Goede Hoop moest leiden tot de ontdekking van het eiland Sint-Helena, daar dit gelegen is op de (toen malige) directe route van Afrika's meest wes telijke punt (Kaap Verde) naar Afrika's meest zuidelijke punt (Kaap de Goede Hoop). Eigen lijk is het een beetje onbegrijpelijk, dat er na Bartolomeo Diaz' succes nog vijftien jaren ver streken, aleer Sint-Helena gevonden werd. Toch was het zo, want pas op 21 mei 1502 ontdekte Dom Joao da Nova Castella op zijn thuisreis uit India naar Portugal het eilandje. Daar de 21e mei de dag is van keizer Constantijn's moe der Helena, noemde de Portugees het eilandje Santa Helena. Deze naam heeft het tot op de huidige dag behouden. Joao da Nova Castella ankerde zijn schip voor de kust van St. Helena, ter plaatse waar nu de hoofdstad Jamestown ligt. Hij ging met zijn mannen aan land. Wat trof hij aan? Water, prachtig en zuiver drinkwater. Een betere vondst had hij niet kunnen doen, want het wa terprobleem was in die dagen een heel moeilijk probleem voor de Azië-vaarders. Woonden er mensen? Dom Joao maakte enige verkennings tochten op het eiland, doch trof geen mense lijk wezen aan. Evenmin vond hij sporen, die wezen op menselijke bewoning. Onbewoond, was zijn conclusie terecht. Wel kon hij vaststel len, dat er dichte bossen op St. Helena groei den, alsmede dat zeevogels, schildpadden, rob ben en zeeleeuwen er zeer talrijk waren. HET BEGIN Al spoedig na Dom Joao's ontdekking kwamen de Portugese zeelieden en kooplui tot het in zicht dat St. Helena voor hen zeer belangrijk was. Het was een uitstekende aanloopplaats voor de schepen en een prima „verversings station" voor de bemanningen. Water was er volop te vinden.' De vruchtbomen en groenten, die de Portugezen er plantten, deden het uit stekend. Geiten, varkens en koeien, die zij naar St. Helena brachten, gedijden er en vermenigvuldigden zich. De dieren verwilder den en vormden daardoor een uitstekende „vers vlees reserve". Een blijvende nederzetting vormden de Portugezen niet op het eiland. Er was eigenlijk ook geen reden om dat te doen, want niemand betwistte hun St. Helena. Wel kwam het voor, dat zeelieden, die op reis ziek waren geworden, een paar maanden op het eiland woonden om herstel van gezondheid en krachten te vinden. Eén Portugees was er, die zich in de zestiende eeuw blijvend op St. Helena vestigde. Hij was edelman en officier. Hij heette Dom Fernando Lopez. Zijn lot was tragisch, zó tragisch, dat men hem wel eens heeft gekarakteriseerd als de „eenzaamste man van zijn tijd'". Als officier had Dom Fernando zich in India schuldig ge maakt aan een ernstig vergrijp. Om hem te straffen liet de Portugese bevelhebber hem zwaar verminken. Dom Fernando slaagde er in, te ontsnappen van het schip, dat hem naar Foto midden: Schilderachtig straatje in James town, St. Helena's hoofdstad. Foto onder: Het landschap op St. Helena is hier en daar indrukwekkend. Op de achtergrond van deze bergen ziet men de beide pieken „Lot'' en „Lots Vrouw". De kleinere pieken noemt men op St. Helena Lots kinderen. Hierboven: de kleine haven te Jamestown (St. Helena). Portugal moest brengen. Hij sprong bij St. He lena overboord en bereikte zwemmend de kust. Dat was in 1513.Met de ene hand, die men hem gelaten had, groef hij een hol. In dat hol leefde hij vele jaren. Alleen en zonder ooit met iemand te spreken. Na vele jaren verleende de koning hem gratie. Dom Fernando bracht toen een bezoek aan Lissabon en Rome, doch hij was zo gewend geraakt aan de eenzaamheid, dat hij zich niet meer thuis gevoelde in de be schaafde wereld en maar één wens had: Terug naar St. Helena. Hij ging terug en begon een klein tuinbouwbedrijf, dat hem tot zijn dood toe (1545) voldoende te eten en tevredenheid schonk. De gehele zestiende eeuw bleef St. Helena voor de Portugese vloot een ideaal plekje op aarde, het „paradijs der zeelieden", zoals een tijdgenoot het eiland kenschetste. Er waren geen concurrenten in dat deel van de Atlanti sche Oceaan, zodat de onderhoudskosten van St. Helena vrijwel nihil waren. De toestand werd anders in het begin der zeventiende eeuw. Toen kwamen eerst de Hollanders, later ook de Engelsen zo nu en dan een kijkje nemen. Zo'n „kijkje" ging vaak gepaard met schiet partijen en kleine zeegevechten. De Portugezen werden voorzichtig en besloten om St. Helena niet zo dikwijls meer aan te lopen. Zij konden deze beslissing nemen, omdat zij inmiddels eni ge Afrikaanse havens ter beschikking hadden gekregen (Mombassa, Sofola en Mozambique bij voorbeeld). De verminderde Portugese be langstelling voor het eiland stimuleerde die der Hóllanders en Engelsen. Ook zij liepen St. Helena aan, namen er water, vlees, fruit en vis in, kortom, profiteerden van de voordelen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 6