HET LEVEN VAN PEERKE DONDERS, APOSTEL VAN SURINAME
Zilveren onderscheiding voor gouden jubilaris
F. A. van Hees gehuldigd bij
Grofsmederij Leiden
ZATERDAG 24 OKTOBER 1959
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 4
Tussen Weefgetouw en Jungle
Voorvechter voor het
lot van de melaatsen
De zalige Dienaar Gods, Petrus Donders, werd op
27 oktober 1809 geboren als zoon van een arme huis
wever in Tilburg. Al spoedig liep hij mee in het gareel
van de straatarme wevers. Hoewel de president van
mening was, dat „Peerke" te arm en te dom en daar
om weinig geschikt was voor het priesterschap, werd
de jongen in het najaar van 1831 tot het seminarie
toegelaten.
Anderhalf jaar lang bleef Peerke knecht-student; pas
daarna werd zijn positie enigszins gewijzigd, in die zin,
dat hij overdag de studie volgde en in zijn vrije tijd
de knechten hielp.
Student-knecht dus. Op het eerste oog maar een
povere verbetering, maar Peerke Donders greep de
geboden kans energiek en blijmoedig aan. Vooral blij
moedigheid had hij wel nodig, want zijn positie als
knecht-student of student-knecht deed hem voort
durend in een moeilijk parket verkeren. Zowel de
knechten als zijn (veel jongere) medestudenten be
schouwden de nietige Peerke als een „halve"; de ene
groep benijdde hem omdat hij studeerde, de andere
*gen hem min of meer minderwaardig.
Men moet bij dit alles echter niet van de veronder-
stolling uitgaan dat de jongen in droeve gelatenheid
zijn lot aanvaardde. Zijn taai doorzettingsvermogen,
ml opvallende deugdzaamheid en grote godsvrucht
meipen hem met glans over alle moeilijkheden en
ptagerijen heen.
PRIESTERWIJDING TE OEGSTGEEST
Na het beëindigen van zijn lagere studies trachtte
aanvankelijk bij een kloosterorde in te treden. Hij
htte zijn verzoek achtereenvolgens aan de Jezuiëten
Gent, de Redemptoristen te Luik en de Franciscanen
1b Sint-Truiden, maar zonder succes. Peerke werd dus
theologant op het groot-seminarie te Sint Michiels-
<j«*tel en vervolgens te Haaren. En wat niemand had
vënnoed: de studie vlotte goed en men zag geen be-
zwaar hem tot het priesterschap toe te laten.
Op 5 juni 1841 ontving hij te Oegstgeest uit handen
van mgr. van Wljckersloot de heilige priesterwijding.
Petrus Donders was 32 jaren oud en dit zegt allen
al genoeg over de moeizaamheid waarmee hij zijn
iaeaal had kunnen waar maken.
Interieur
van de kapel
op de geboortegrond.
NAAR DE MISSIE
De teleurstellingen en het met moeite naar een ideaal
streven zijn Peerke Donders evenwel bij gebleven. Het
begon al direct na zijn wijding. In 1838, toen hij nog
op het seminarie was, had hij een lezing bijgewoond
van de toenmalige apostolisch prefect van Suriname,
mgr. Jac. Grooff, die in 't dringend tekort aan missio
narissen trachtte te voorzien door in het moederland
jonge priesters voor zijn missie aan te trekken.
Peerke, bekend om zijn vurige missieliefde had toe
gezegd. Zijn vader was in 1834 gestorven en daarmee
was 't ouderlijk huis uiteengevallen (zijn stiefmoeder
was teruggegaan naar haar familie) zodat weinig hem
nog bond aan het vaderland.
Maar er bleek in 1841 geen scheepsruimte voor han
den en de reis moest worden uitgesteld. Hij verbleef
een jaar op het seminarie, bekleedde in de zomer van
1842 een paar weken de functie van assistent in de
parochie Warmond en vertrok eerst 1 augustus 1842
naar Suriname.
Peerke Donders heeft zijn vaderland niet meer
teruggezien. De taak, die hem wachtte was een zo veel
omvattende en de ijver waarmee hij deze op zich nam
en 45 jaar lang heeft volvoerd zo groot, dat hij één
De burgemeester wenst de heer
Van Hees na het opspelden van de
onderscheiding geluk.
Morgen, 25 oktober is het vijftig
jaar geleden, dat de heer F. A. van
Hees in dienst trad van de N.V. Kon.
Ned. Grofsmederij. Dit bijzondere
jubileum werd vanmorgen in het be
drijf aan de Zuidsingel gevierd. De
heer Van Hees trad als nageljongen
van de afdeling scheepsbouw in
dienst van het bedrijf. Daarna werd
hij traceur en vervolgens is hij lange
t\jd werkmeester geweest, leiding
gevend aan ca. zeventig employé's
van het bedrijf. Sinds enige tijd is
de heer Van Hees werkzaam als ta-
riefieerder. Volgend jaar hoopt hij
de pensioengerechtigde leeftijd te
bereiken.
Ook in het verenigingsleven heeft
de heer Van Hees zich zeer verdien
stelijk gemaakt. Van 1931 tot 1946
was hij penningmeester van de R.K.
Metaalbewerkersbond, van 1946 tot
1958 secretaris van de R.K. Bond
van Werkmeesters en van 1953 tot
heden penningmeester van de KAB.
Hij is voorts nog secretaris geweest
van de R.K. Onderofficiersvereniging
te Leiden en heeft ook verschillende
bestuursfuncties vervuld van de
R.K. Muziekvereniging „Perosi" van
de oprichting in 1920 tot het begin
van de oorlog in 1940.
De jubilaris werd vanmorgen om
kwart voor tien, vergezeld van echt
genote, zoons en schoondochter door
de directie en de bedrijfsstaf ont
vangen. Na een welkomstwoord door
de directeur, ir. M. C. de Jong,
voerde de burgemeester van Leiden,
jhr mr. F. H. van Kinschot, het
woord, mede als commissaris van de
N.V.
De burgemeester wees op het feit,
dat dit zeldzame jubileum van de
heer Van Hees niet vergezeld gaat
van een afscheid, zoals dat veelal
gebeurt. De heer Van Hees bereikt
volgend jaar eerst de pensioenge
rechtigde leeftijd. Hij memoreerde
de steeds stijgende loopbaan van de
jubilaris, die van nagel jongen op
klom tot een leidende positie, in het
bedrijf. „U heeft dit voortreffelijk
gedaan", aldus de burgemeester; dit
bleek niet alleen uit het werk dat u
alle dag verzette, maar ook uit het
vervullen van de vertrouwenspositie
die u in de oorlogsdagen kreeg, n.L
die van beheerder van de voedsel
voorraden van het bedrijf".
Hierdoor was het ook in die zor
gelijke tijd mogelijk, dat het perso
neel het werk bleef verrichten. De
burgemeester memoreerde, dat de
jubilarjs ook een belangrijke rol
heeft gespeeld in het katholieke ver
enigingsleven. Ook dit is voornaam,
daar het een goede verstandhouding
in het bedrijfsleven bevordert. Hij
prees zich dan ook gelukkig dat de
commissarissen en de directie, men
sen als de jubilaris voor het bedrijf
hebben aangetrokken. Hij bracht
dank voor het goede werk, dat de
heer Van Hees voor de Grofsmederij
heeft gedaan en deelde mee, dat het
H.M. de Koningin had behaagd hem
te onderscheiden met de zilveren
medaille verbonden aan de Orde van
Oranje Nassau.
De directeur, ir. M. C. de Jong
was de eerste, die de heer Van Hees
met deze onderscheiding geluk wens
te. In een toespraak schilderde hij
de veranderingen, die het bedrijf in
de loop van vijftig jaar heeft onder
gaan. Een bedrijf kan alleen maar
bestaan, zo sprak hij, als er mensen
zijn, waarop het kan worden opge
bouwd. De heer Van Hees was daar
één van. Als blijk van waardering
overhandigde hij een Delfsblauw
bord met toepasselijk opschrift en de
gebruikelijke gratificatie in couvert.
De heer Van Hees tenslotte bracht
dank aan de burgemeester voor de
woorden van lof en de onderschei
ding, hij dankte zijn directeur, me
morerend, dat hij steeds getracht
heeft in het belang van de fabriek
te werken. Hij hoopt dit te blijven
doen tot hij de pensioengerechtigde
leeftijd heeft bereikt.
Om elf uur volgde een huldiging
door de collega's in de cantine van
de Kettingfabriëk aan de Hoge Rijn
dijk.
Naar aanleiding van dit feest
wordt morgenochtend in de paro
chiekerk van O. L. Vrouw Hemel
vaart en St. Jozef aan de Herensin
gel de Hoogmis opgedragen tot in
tentie van de jubilaris.
POSTZEGEL VRIENDEN
Gisteravond waren de Leidse phi-
latelisten in de Kleine Burcht bijeen
onder leiding van de voorzitter, de
heer D. J. Meiboom. Er was veel be
langstelling voor deze vergadering
in verband met de plannen welke
voor het volgende jaar (1960) bekend
zouden worden gemaakt.
De voorzitter sprak een woord
van welkom tot de aanwezigen,
waarbij hij opmerkte dat het hem een
genoegen was te constateren, dat de
vereniging steeds crescendo gaat.
Het is inderdaad een vrijetijdsbe
steding die door zeer velen op hoge
prijs wordt gesteld. Enige huishoude
lijke zaken passeerden zonder op of
aanmerkingen. Bij de ballotage van
(De foto's bij dit ar
tikel werden welwil
lend ter beschikking
gesteld door de Pater
Donders-vereniging te
Den Bosch).
is geworden met het land en Petrus Donders en
Suriname één begrip zijn geworden.
Voor de jonge priester Donders begon die taak onder
de stadsbevolking van Paramaribo, in de enige parochie
met een totaal van 4000 zielen.
Het werk was zwaar en afmattend, maar dat belette
hem niet, zich al spoedig ook te richten tot de plantage-
slaven in de omgeving die vaak alleen per boot via de
grote rivieren bereikbaar waren. In 1843, een jaar na
zijn aankomst, breekt een algemene dysenterie uit in
de hoofdstad en hij is de enige priester. Om de
priesternood intussen enigszins te lenigen schrijft hij
een oproep in de „Godsdienstvriend", maar het resul
taat is schamel: er komt 1 missionaris bij.
EEN NIEUWE TAAK
In 1852 sterft mgr. Grooff. Hij wordt opgevolgd door
mgr. Schepers en tegelijkertijd wordt de missie van
Suriname tot Apostolisch Vicariaat verheven. Van zijn
nieuwe overste ontvangt Petrus Donders een nieuwe
taak: hij biedt zich aan en wordt benoemd tot pastoor
over de melaatsenkolonie „Batavia" aan de Coppename-
rivier, die toendertijd ongeveer 500 melaatsen omvatte.
Met 'n heilige ijver begint hij geestelijke orde te schep
pen in de chaos, die het melaatsenkamp is. Hij is niet
kieskeurig en verzorgt naast het geestelijk heil vaak
de etterende wonden van de zieken. En hij wordt
geliefd bij deze mensen. In de jaren die volgen, leren
zij hem kennen ails de eerste blanke die het goed met
hen voor heeft, lichamelijk en geestelijk.
Als Donders na tien jaar eindelijk hulp krijgt bij het
werk op deze afgelegen post, heeft hij er een bloeiende
parochie opgebouwd.
In 1865 ondergaat de Surinaamse missie een aanzien
lijke verandering en wel door de komst van de paters
Redemptoristen. De Propaganda Fide, de hoogste
kerkelijke instantie in missie-aangëlëgferiheden, had be
sloten aan deze orde de verdere missionering van
Suriname op te dragen en stelde de provinciaal, pater
J. B. Swinkels, tot bisschop over 't missiegebied. Hoe
wel het door Petrus Donders verrichte pionierswerk als
van grote betekenis werd gewaardeerd, vreesde men
dat zijn positie in Suriname als enige wereldgeestelijke
te midden van kloosterlingenmissionarissen zo niet
onmogelijk, dan toch uitzonderlijk zou worden. Men
verwachtte dat de priester Donders zich zou terugtrek
ken, maar wij hebben het reeds gezegd Peerke
Donders en Suriname waren een te vast aaneenge-
groeide eenheid geworden dan dat er van een scheiding
nog sprake kon zijn. Er bleef slechts één alternatief en
met een blijmoedigheid hem eigen trad Peerke Don
ders, 57 jaar oud, in bij de orde der Redemptoristen,
werd een jaar later, op 24 juni 1867, geprofest en was
in de 20 jaar van zijn leven, die hem nog restten een
even voorbeeldig als heilig kloosterling.
Interieur
van het
geboortehuis.
De armoede
waarin
het weversgezin
Donders leefde,
komt hier wel
duidelijk
tot zijn recht.
20 JAAR OP REIS
Van toen af aan richtte pater Donders zijn activiteit
geheel op hen, die in de verst verwijderde hoeken van
het land verbleven, met name de bosnegers en de
Indianen. Wat er bekend is omtrent deze jaren weten
we uit verslagen van de weinigen, die hem op zijn
tochten begeleidden.
Vast staat in elk gevaldat zij van de bejaarde missio
naris naar lichaam en geest onvoorstelbaar veel ge
vergd moeten hebben. Onvermoeibaar doorkruiste hij
het land, drong per tentboot door tot in de meest on
herbergzame streken en was zo volledig op het zieleheil
van anderen en zo weinig op eigen confort en gemak
uit dat de faam van zijn heiligheid zich allengs wel
móést verbreiden.
Aangrijpend zijn de verhalen over de uiterst moei
lijke tochten, waarvan vele zonder tastbaar resultaat,
en overweldigend die over de ijver en het godsver
trouwen van Peerke Donders.
In 1883 moet hij om gezondheidsredenen rust
nemen en verblijft twee jaar te Paramaribo. Nadien
wordt hij overgeplaatst naar Coronie. Maar nog-
ma,als: Petrus Donders was vóór alles apostel der
melaatsen en het moet hem daarom bijzonder ver
heugd hebben dat hij eind 1886 kan terugkeren naar
zijn geliefd Batavia. Veel is daar veranderd in de
loop der jaren, de toestanden zijn aanmerkelijk ver
beterd en de missionering bloeit er, maar de melaat
sen zijn hun vriend en weldoener van het eerste uur
niet vergeten. Als voor Petrus op 14 januari 1887
zijn laatste uren aanbreken, weet hij zich temidden
van degenen voor wie hij alles gegeven heeft wat hij
te geven had en die van hem zijn gaan houden als
van een vader.
Zijn stoffelijk overschot werd begraven te
„Batavia' en in 1900 overgebracht naar Paramaribo.
Op 27 januari 1921 werd het neergelegd in het praal
graf in de kathedraal voor het Sint Jozefaltaar.
150STE GEBOORTEDAG
Logischerwijs werden spoedig na de dood van
Peerke Donders, door degenen die hem van nabij
gekend hadden, stappen ondernomen tot zijn zalig
en heiligverklaring. Reeds in 1900 werd een aanvang
gemaakt met de diocesane processen en in 1913 kon
het apostolisch proces te Rome worden ingeleid. Een
en ander resulteerde in de op 25 maart 1945 door
Paus Pius XII gedane afkondiging van de heldhaftig
heid van zijn deugden.
Inmiddels wordt Peerke in besloten kring reeds
lang als een heilige gezien. Zijn geboortestad Tilburg
vereerde hem met een standbeeld en in de 1923 op
gerichte bidkapel (op zijn geboortegrond) komen
sedertdien jaarlijks duizenden zijn voorspraak inroe
pen. Bovendien werd een zogenaamd „smeekuur"
ingesteld iedere woensdagmiddag van 14.45 uur tot
15.45 uui; voor de vele intenties, die binnenkomen
uit alle delen van het land. Het wachten is thans
wonderen waarna de Zaligverklaring een feit zal
kunnen worden.
Ter gelegenheid van de 150ste geboortedag van
Peerke Donders zal bij de Tilburgse kapel een extra-
smeekuur worden gehouden, (op 27 oktober), terwijl
tevens op 18 oktober a.s. 's middags tussen 15 en 17
uur bij het geboortehuisje een openluchtherdenking
zal plaatsvinden in tegenwoordigheid van Z. H. Exc.
mgr. Steph. Kuijpers, bisschop van Paramaribo.
Er is over leven en werken van deze grote vader
lander veel geschreven en de levensbeschrijvingen
zijn legio. Een van de meest recente uitgaven over
de grote missionaris willen wij hier releveren. Het
is het werk „Petrus Donders" van Ben Rademaker
(uitg. Paul Brand, Bussum), dat boeiend en met
kennis van zaken is geschreven. De herdenking van
de 150ste geboortedag moge voor velen aanleiding
zijn om zo mogelijk een bezoek aan de geboortegrond
te brengen, of tenminste, via deze levensbeschrijving
kennis te nemen van de betekenis van deze grote
nationale figuur.
H. J. BOUWMAN
nieuwe leden deed het de voorz. ge
noegen te constateren, dat men niet
te oud is om lid te worden, want een
dame op hoge leeftijd heeft zich
aangemeld.
Bij de ingekomen stukken was
een schrijven van de vereniging
Philatica uit Sassenheim, waarin de
leden werden uitgenodigd voor een
veiling op zaterdag 24 oktober a.s.
in het gebouw aan de Julianalaan
's avonds om 7 uur ter kennisma
king. Ten tweede een schrijven van
de luchtnostvereniging „De Vlie
gende Hollander" welke bereid was
op eerstvolgende vergadering een
lezing te komen verzorgen, hetgeen
zeer gewaardeerd en geaccejpteerd
werd.
De voorzitter deelde daarna mede
dat de Bondsvergadering van de
Nederlandse Bond van Philatelisten
in Nederland het volgend jaar van
22 tot 24 april te Leiden zal worden
gehouden. Deze zal plaats hebben in
het St. Antonius Clubhuis aan de
Mare. De commissie welke met een
en ander zal worden belast is reeds
samengesteld om het programma voor
die dagen vast te stellen. Nadere be
kendmaking zal volgen.
Het 20-jarig bestaan van de ver
eniging zal in een bijeenkomst fees
telijk worden herdacht. Bovendien
zal op nader te bepalen datum door
de Leidse vereniging nog een regio
nale tentoonstelling worden ge
houden. Er is werk aan de winkel,
aldus de voorzitter, doch door aller
medewerking is succes verzekerd.
Hierna sluiting.
Volle bussen -
lege kampen
Collecte Vluchtelingenhulp
De periode juni 1959 tot en met
mei 1960 staat in het teken van de
vluchtelingen en wordt daarom we
reld vluchtelingen jaar genoemd. In
het kader van dit vluchtelingen jaar
wordt in geheel Nederland .gedu
rende de week van 26 t.m. 31 okto
ber a.s. een inzameling gehouden.
Uiteraard doet Leiden, zijnde van
oudsher één der steden, die altijd
voorop hebben gestaan om de vluch
telingen de helpende hand te bieden,
aan deze inzameling mee.
Het ligt in de bedoeling, dat Ne-
dèrland in het vluchtelingenjaar on
geveer 2.000.000 bijeenbrengt, op
dat twee in Duitsland gelegen kam
pen, te weten Ohmstede en Fried-
richsfeld, bewoond door Esten, Let
ten en Polen, ontruimd kunnen wor
den. Het is een kwestie van een re-
Advertentie)
kensommetje om te bepalen wat in
deze van onze stad wordt verwacht.
Dat is heel wat, maar het is niet on
mogelijk. Bij de Hongaarse opstand
ging het ook. Wij roepen dan ook de
gehele bevolking van Leiden op om
mild te geven. Een groot aantal
collectanten zal langs de huizen
gaan. Zorgt u ervoor, dat hun bus
vol komt. Door volle bussen kunnen
de kampen leeg komen.
Stichting voor Vluchtelingenhulp
Leiden