ENQELAND IN DE LENTE
Tweede zegen-vissen in Oude
Rijn leverde successen op
visie op
televisie
De Kleine
Paradijsparade
Het scheelde maar
een haartje
Langzame ondergang van
kalkschip in IJmuiden
Dronken man maakte
vrolijke keuken
Toch een
zomerhuisje
ZATERDAG 6 JUNI 1959
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 12
(Vervolg van pag. 11).
Drie foto's geven nog een indruk
van de geneugten die Engeland de
bezoeker te bieden heeft. Oxford
schenkt de toerist de schoonheid van
vroeger eeuwen. De stad is beroemd
om haar prachtige zandstenen ge
bouwen (die veel restauratie nodig
hebben) maar ook om haar welvaren
de agrarische omgeving. Engeland is
zeker niet het land van de parades,
maar men is er wél gehecht aan
traditie en daarom bezit men er on
getwijfeld de mooiste oude unifor
men van de gehele wereld.
HET EUROVISIE-SCHAKEL-
PROGRAMMA
De beide grootscheeps opgezette
schakelprogramma's van heden zater
dag en zondag hebben een ernstige
voorbereiding gevonden. Twaalf lan
den met twee t.v. uitzendingen gaan
het vijfjarig bestaan van de Eurovisie
vieren en we nemen graag van de
insiders in Bqssum aan, dat het de
grootste t.v. prestatie zal worden die
tot nu toe geleverd is. Wat er aan de
gehele voorbereiding vastzit, is ons
tijdens een bezoek-vooraf aan Studio
III duidelijk geworden uit medede
lingen van de producer van beide
Nederlandse bijdragen tot deze pro
gramma's en uit hetgeen de regis
seurs over de gehele operatie wisten
te vertellen. Enkele proefuitzendin-
gen hebben ons ook visueel ingelicht
omtrent hetgeen te gebeuren staat.
De bijzonderheid van het program
ma op zondag van 3 tot 4 uur is, dat
men zonder onderbreken van het ene
land op het andere zal overschakelen
en dat ,,'n Eindje om-door Europa"
zal worden besloten met een apo
theose uit twaalf landen die in niet
meer dan honderd seconden verloopt.
Uiteraard vereist dat de nodige in
spanning.
Het aantal kijkers is op vijftig mil
joen geschat en de uitzendingen zul
len door 430 t.v. zenders worden
doorgegeven. Wat er zoal te gebeuren
staat, is reeds in de t.v. gidsen ver
meld.
„Dorus en zijn gabbers". Dit is
de Nederlandse titel van de bijdrage,
die de Ned. Televisiestichting zater
dagavond als haar aandeel zal ver
lenen. Die titel klinkt niet erg ver
heffend. maar Piet te Nuyl jr. heeft
ons verzekerd, dat die bijdrage zal
zijn „een tafereel van Nederlandse
zindelijkheid", door Tom Manders
ten tonele gebracht. Men heeft nu
eens niet willen meedoen aan de
wedloop in „mooi doen" met aan
kleding en decors; integendeel: de
scène van vijf minuten is geheel ge
baseerd op ontruiming en schoon
maak van de studio. We hebben een
proeve gezi#n, waarby is opgevallen,
dat de camera-voering een losse, vrije
indruk maakt. Overigens kunnen we
er weinig van verklappen.
Oude Wetering en de Braasemer-
meer. De Nederlandse bijdrage van
zondag wordt eerst ter plaatse van
opname direct uitgezonden. De initia
tiefnemers zochten vijf minuten die
typisch voor het land zijn, die voor
het internationale toerisme iets kun
nen betekenen en die een indruk van
ons volk geven. Nu eens niet heeft
men gedacht aan Marken en Volen-
dam, maar aan Oude Wetering en
de Braasemermeer, eerder dan aan
de Kaag of Loosdrecht. Want juist
in het gekozen gebied in Zuid-Hol
land zyn alle motieven voor de ver
langde nationale propaganda aanwe
zig, de karakteristieke huisjes van
Oude Wetering inbegrepen. De wa
tersport is als uitgangspunt gekozen,
maar er is ook gedacht aan een
echt-vaderlandse molen die men bij
behoorlijke wind a.s. zondag graag
zou laten draaien. Ook de kerk zal
in het beeld komen en men heeft het
oog gehad op kleine kinderen, die
nog niet kunnen zwemmen, maar ter
plaatse toch met een zwemvest rond
lopen.
Deze uitzending, die dus „Life" is,
belooft wel iets. Bij elke weersge
steldheid gaat ze door en men kan
er de nodige afwisseling van ver
wachten, waar nu eens niet met de
gebruikelijke drie, maar met vier ca
mera's zal worden gewerkt.
Hevige brand heeft gewoed in
de poetslappenfabriek van de firma
Lagendijk aan de Loggerstraat te
IJmuiden. De brand richtte grote
schade aan. Een grote voorraad ma
teriaal, voornamelijk lompen, gingen
verloren. Het blussingswerk werd
ernstig bemoeilijkt door de grote
rookontwikkeling.
De bliksem is gisteravond in
geslagen in de electrische bovenlei
ding van het stationsemplacement
Krommenie-Assendelft De *trein
Amsterdam-Alkmaar kwam hierdoor
zonder stroom te staan. Tot het ein
de van de dienst moest over enkel
spoor gereden worden op dit traject
tot Wormerveer.
Geen dood
water meer
Gisteren is er voor de tweede
maal in de Oude Rijn een proefze-
gen verricht in verband met de daar
plaats gehad hebbende watervergif
tiging.
Voor de Visserij-Inspectie waren
aanwezig de heren ir. A. E. Hof
stede, ir. E. Blok en de ambtenaren
L. N. v. d. Heijden, A. Vetter en A.
v. Heiningen. Voor de Hengelaars-
bond voor Leiden en Omstreken, de
GROTE
VOORGANGERS
De belangstelling voor
de gedragingen, de func
ties en de eigenschappen
van plant en dier is al
heel oud. Zo gauw de
mens uit het Paradijs was
gezet, was hij aangewezen
op de n-tuur die hem om
ringde en het was zaak.
dat hij gebruik leerde ma
ken van de mogelijkheden,
die hij zelf ontdekte, om
in zijn onderhoud te voor
zien. Daardoor kreeg hij
vanzelfsprekend ook be
langstelling voor planten
en dieren, die in vreemde
landen leefden. De kennis
van de schepselen is eerst
sterk verbreid toen er
schrijvers kwamen, die
hun bevindingen aan het
perkament toevertrouw
den.
Die eerste handschriften
zijn buitengewoon interes
sant, hoewel men niet hoeft
te menen, dat men er thans
nog iets uit kan leren. De
eerste „Nederlander die tot
de beschrijvende biologen
gerekend kan worden, is
Jacob van Maerlant, een
West-Vlaming, die werkte
van 12601290. Hij was
waarschijnlijk enige tijd
werkzaam als koster te
Maerlant op Oostvoorne.
Hij schreef verschillende
„populair-wetenschappelij-
ke" werken, waaronder
„Der Natueren Bloeme"
(Het mooiste v. d. natuur).
Van de Arend, bijvoor
beeld, zegt hij.
„Aquilla, dat es een
oren
Sente Augustijn zeit
te waren,
Dat hi coninc es
uutvercoeren
Voor allen voghelen
te voeren"
Sint Augustinus zegt
dus, dat de Arend de co
ning is boven alle andere
vogels. Van Iphotamus, het
nijlpaard vertelt hij als
kenmerkende bijzonder
heid „In Egipten en de
in Endi Segthtmen datter
menech si".
De beschrijvende plant
kunde bloeide eerst in de
Nederlanden in de 16de
eeuw. Niet alleen door de
ijver van de I-uidenkun-
digen maar meer nog door
de geestdrift van een
Christophe Plantin (Plan-
tijn) van Antwerpen, die
zichzelf en anderen wilde
leren.
Plantijn werd in 1514 ge
boren in Touraine en be
studeerde de boekdruk
kunst in Caen en verschil
lende andere Franse ste
den. Hij trouwde een
Franse vrouw, Jeanne Ri-
vière, en vestigde zich te
Antwerpen, waar hij een
boekbinderij b-gon. Zijn
vrouw verkocht toen lin
nen om in hun onderhoud
te voorzien. Later keert
hij terug tot zijn oude be
roep van drukker. Toen
ontwikkelde zich zijn be
drijfje geleidelijk aan tot
het vermaarde „Maison
Plantin". Zo bekend werd
hij, dat er verschillende
pogingen zijn ondernomen
om hem uit Antwerpen
weg te kopen. De hertog
van Savoye en Piemont
verzocht hem, b.v., naar
Turijn te komen, waar hij
volop drukwerk zou krij
gen en alle financiële
waarborgen, die hij wens
te. Plantijn bleef echter
trouw aan de stad, die
hem onderdak had ver
leend.
De bloei van het Huis
Plantijn is zeker te danken
aan de mensenkennis van
zijn lei.Ier. Plantijn ver
gaarde een keur van vak
lieden om zich heen. Zijn
dochter huwde met Jean
Moretus, de eerste van
haar vaders medewerkers.
Toen Plantijn in 1589
stierf, nam hij het bedrijf
over, dat als het Huis
Plantijn Moretus bleef be
staan tot 1876.
Een tijdgenoot van de
grote Plantijn was Rem-
bert Dodoens, die in 1517
te Mechelen geboren
werd. Hij studeerde in
Leuven en bezocht de uni
versiteiten en geneeskun
dige scholen van Frank
rijk, Italië en Duitsland
Dodoens werd hof-chirur
gijn bij de Habsburgse
keizers Maximiliaan II en
Rudolph II. Later werd hij
professor in de geneeskun
de te Leiden, waar hij in
1585 s" -f Hij had een
grote interesse voor het
medische aspect van de
plantkunde. Hij schreef
een „Cruydeboek", inge
deeld naar het voorbeeld
van de Duitser Fuchs, dat
in 1554 door Vanderloe
werd uitgegeven.
Dodoens (of Dodonaeus)
ontwikkelde vooral de
leer, dat de natuur-zelf,
voor welk doel plant of
(de organen van het) dier
moet worden aangewend
bij de genezing. Totdat
men bepaalde geneesmid
delen langs synthetische
wijze kon verkrijgen, heeft
deze leer, vaak met groot
succes, opgeld gemaakt.
Een vrijwel gelijk boek
van Dodoens werd door
Carolus Clusius, de man,
die de bloemboller, in Ne
derland deed invoeren en
ze ook ging bestuderen en
kweken, in het T rans ver
taald.
Ook Clusius (de l'Eclu-
se of Van der Sluis) wordt
gerekend tot de grootste
van de beschrijvende bio
logen. Evenals Dodoens
doceerde hij aan de Leld-
se Universiteit. Hij werd
geboren in Atrecht (Ar
ras) in 1526 en studeerde
te Leuven. Hij stierf in
1609.
De derde man van het
driemanschap, dat in de
16de eeuw de basis legde
voor de plantkunde in Ne
derland, was Mathias de
l'Obel (De Lobel of Lobe-
lius), die in 1538 geboren
werd en in 1616 te High-
gate (Engeland) stierf. Na
zijn studies in de genees
kunde aan de universiteit
van Montpellier (Frank
rijk) werd hij de hof-arts
van Willem de Zwijger.
Hij bleef dat totdat die in
1584 te Delft werd ver
moord. Daarna ging hij
naar Engeland, waar hij
ging behor^i tot de gun
stelingen van koningin
Elisabeth. Ook hij heeft
veel geschreven en onder
z(jn vele werken is even
eens een .JCruydtboeck".
Deze „Kleine Paradijs
parade zal nooit worden
aangehaald in de weten
schappelijke wereld, zoals
de oude „Kruidtboecken",
maar we hopen oprecht,
dat ze gelezen wordt,
voordat de krant wordt
gebruikt om er groente in
te verpakken of erger
nog.
heren J. N. de Wit en C. H. Wijk-
mans, resp. voorzitter en secretaris.
Met de visserij waren belast de Gebr.
van Amsterdam te Hazerswoude
Rijndijk,
Het zegenvissen op deze dag heeft
bewezendat in zoverre verbetering
in de visstand is opgetreden, niet
meer gesproken kan worden van
dood water. Waarschijnlijk zal deze
verbetering te danken zijn aan het
optrekken van vis uit andere wate
ren. Ook hebben wij met hengelaars
gesproken, die met betrekkelijk suc
ces in de Oude Rijn hun sport heb
ben beoefend.
Over het zegen-vissen zelf, het na
volgende:
De eerste trek werd gedaan in de
zg. Damse Rijn tussen Alphen en
Zwammerdam en gaf het navolgen
de resultaat: 1 snoekje van 28 cm.,
41 stuks brasem, grootste 37 cm.,
3 st. kolbliek, grootste 20 cm., 13 st.
Voorn, grootste 24 cm. en 2 st. baars,
grootste 19 cm.
De tweede trek werd gedaan na
bij Zwaantjes kerk aan de Rijn en
daar was het resultaat: 1 zeelt van
36,5 cm., 1 snoekbaars van 30 cm., 25
brasems, grootste 35 cm., 32 st. kol
bliek, grootste 26 cm., 12 st. voorn,
grootste 28,5 cm.
De derde trek vond plaats tegen
over de Westvaart,- nabij molen de
Rembrandt. Hier was het resultaat:
2 st. zeelt van 24 en 33 cm., 13 st.
brasems, grootste 38 cm., 6 stuks
kolbliek, grootste 26 cm. en 11 stuks
voorn, grootste 27 cm.
Tenslotte werd nog een trek met
de fijnmazige zegen gedaan nabij
„Scheepjeskerk" om te zien of er
ook kleine vis aanwezig was. Hier
bracht het net aan de kant: 61 stuks
voorn in grootte variërend van 9 tot
25 cm., 1 baars van 11 cm. en 1 bra
sem van 11 cm.
Uit het onderzoek is gebleken, dat
het zuurstofgehalte in de Damse
Rijn nu 4,7 milligram per liter was,
tegen 3,6 vorige week. Het zuurbin-
dend vermogen van dit water was
nu 2,8.
Verschillende vissen werden aan
getroffen met vertroebelde ogen.
Dit wordt, volgens de biologen van
de Visserij-Inspectie, echter veroor
zaakt door een parasiet-wormpje en
heeft met de vergiftiging niets uit
staande.
Trein schampte jongen
Omstreeks zes uur gisteravond is
de 10-jarige H. de Vries uit Zwolle,
toen hij te Zwollerkerspel bij de
spoorbrug over de Vecht langs de
rails liep, door de trein Meppel
Zwolle geraakt, waarbij hij licht aan
een hand werd gewond. Een arts, die
ir. de trein zat onderzocht de hevig
geschrokken knaap.
De trein, die te 18.11 in Zwolle
had moeten aankomen, had 18 minu
ten vertraging. Ter plaatse wordt
druk in de Vecht gezwommen waar
bij de jeugd vaak van de spoorbrug
gebruik maakt om de andere oever
te bereiken.
In de haringhaven te IJmuiden is I
het Belgische binnenvaartschip „Fras
quita", dat 466 ton meet en eigendom
is van de Armature Fluviale te Ant-'
werpen, gezonken. Het schip, dat ge-1
laden was met ongebluste kalk, hadl
tijdens de reis van België naar IJmui-
den ruim één maand geleden te We-
meldinge lekkage opgelopen. Op 5
mei kwam schipper Marcel van de
Velde met zijn schip in IJmuiden
aan om te lossen bij de kalkzand
steenfabriek.
van slijterij
Gistermiddag heeft in Breda de 27-
jarige A. W. B. onder drankinvloed
in een slijterij aan de Schorsmolen
straat dusdanig huisgehouden, dat
meer dan de helft van de winkel
voorraad en de inventaris werd ver
nield.
Voor enkele duizenden guldens
schade is veroorzaakt. In een mini
mum van tijd was de winkel herscha
pen in een puinhoop van scherven,
waartussen door wijnen en likeuren
rijkelijk vloeiden. B., die na zijn ver
nielingen was weggelopen, werd in
een café gearresteerd en werd daar
na opgesloten.
Gistermiddag heeft de president
van de rechtbank te Utrecht, mr J. J.
Plugge, uitspraak gedaan in het kort
geding, door mr K. W. P. Klaassen
tc Den Haag aangespannen tegen de
gemeente Zeist. Geëist was, dat deze
gemeente het zomerhuisje van mr
Klaassen op korte termijn zou laten
terugbrengen naar het terrein te
Huis Ter Heide, vanwaar het door
de gemeente was weggehaald op
grond van een uitspraak van de
Hoge Raad.
De president wees de vordering
van eiser af. Hij overwoog dat hoe
wel het bouwsel enigermate is ver
anderd, het in wezen gelijk is ge
bleven aan het oorspronkelijke cri
terium van zomerhuisje, vallend on
der de bepalingen van de woning
wet. Bovendien is het niet geschikt
om op normale wijze over grote af
stand te worden vervoerd.
Het lossen begon op de avond van
die dag maar werd de volgende dag
gestaakt. Volgens de schipper ge
schiedde dit omdat een aantal kust
vaarders voorrang kreeg. Daarna
kwam door de lekkage water bij de
lading met het gevolg dat de onge
bluste kalk werd afgekeurd, aldus de
schipper. Na het stopzetten van de
lossing bij de kalkzandsteenfabriek
werd de „Frasquita" versleept naar
een steiger van de verenigde steen
kolenhandel. Deze maatschappij wei
gerde echter zonder contante beta
ling de lading te lossen. Toen de toe
stand waarin het schip verkeerde
steeds ernstiger werd en de steenko
lenhandel bleef weigeren te lossen
werd de „Frasquita" in de haringha
ven aan de grond gezet waar het
thans is gezonken. Volgens de kalk
zandsteenfabriek werd op de 5e mei
een deel van de lading uitsluitend
gelost om het schip voor zinken te
behoeden. De lading was toen al
waardeloos.
TWEE HAAGSE DAMES
IN BELGIË VERONGELUKT
Twee Haagse dames, de 63-jarige
mevrouw BakkerTibbel en de 48-
jarige mevrouw Hirschvan Voorst,
zijn omgekomen bij een verkeerson
geval dat gistermiddag gebeurde op
een kruispunt te Veldwezelt in Bel
gië, nabij Maastricht.
Op het kruispunt werd hun wagen,
die bestuurd werd door mevr. Bak
ker, aangereden door een sportwagen
bestuurd door de 47-jarige industrieel
P. J. B. uit Heusy, die uit de richting
Tongeren kwam. De Nederlandse
auto reed tegen een huis op en werd
aan de rechterkant totaal vernield.
De beide dames werden uit de wa-
geh geslingerd en tegen de gevel ge
smakt. Zij waren op slag dood. De
bestuurder van de sportauto werd
zeer ernstig aan het hoofd-gewond.
Voor zijn leven wordt gevreesd,
Een felle brand heeft gistermid
dag gewoed in de opslagplaatsen van
een zakkenhandel te Zwijndrecht.
Het vuur, vermoedelijk veroorzaakt
door kortsluiting in de elektrische in
stallatie, greep snel om zich heen en
de inhoud van de opslagplaatsen, ge
vestigd in drie oude woningen, ging
dan ook geheel verloren. Het doel
treffende optreden van de Zwijn-
drechtse brandweer, die geassisteerd
werd door de bedrijfsbrandweer van
de Pullman matrassenfabriek, voor
kwam een ramp in de oude bebou
wing ter plaatse. Omtrent de omvang
van de schade is nog niets bekend.